GEMEENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BIAD VOOR DE
N.
BINNEN L A N D.
r
1872.
J
No. 47.
Z E V E N-E N-T WINT
12 JUNI.
WOENSDAG
Kennis
e v i n
1.
4
'4
NJ
I
land-
JIX RUDOLFTHORBECKE
be-
schrijft
NATIONALE MILITIE.
de
De
I
Zwolle
14 Januari 1798.
Gravenhage, j
4 Juni 1872. I
<r
er
O’
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
runi
■'8
■8
SNEEKER COURANT.
r “Worden even weinigals dat aan hem
irijke
ïchtg
a
xtzen
te
Wal-
ipen-
zega.
jverl.
20 jr, 1
37
46
20
30(a)
30
9
28
oor
lor
:or
,1
17
>or
jor
>or
40
7
Volgens de Tijd wordt Thorbecke naar het graf
gedragenna zijn roem overleefd te hebben.
Zóó weet het blad dat met den paus afgode
rij pleegtvaderlandsche mannen te waardee-
ren.
Het Dagblad maakt het nog erger en
naar aanleiding van Thorbeckes overlijden een
artikelovervloeiende van haat en vijandschap.
Den man die het bij zijn leven voortdurend beklad
heefttracht het ook nog na zijn dood in
publieke schatting te benadeelen
Zelfs geen eerbied voor het geopende graf
schijnt den nijd en de afgunst tot zwijgen te
kunnen brengen! (Kamp. C)
Naar het Ilandelsblad verneemt heeft Z. M.
de Kóning den wensch te kennen gegeven dat
aan de dochters van wijlen den heer Thorbecke
een jaargeld worde uitgekeerd als huldeblijk aan
de nagedachtenis van dien onvergetelijken man.
Een wetsontwerp in dien geest zou binnen kort
worden ingediend.
Op die wijze zou men do nagedachtenis van
den grooten man meer practisch vereeren dan
door monument of standbeeldal erkennen we
dan ook dat het eene het andere niet behoeft
builen te sluiten.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7 J/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
Dat Thorbecke de aangewezen man was, om
als minister aan het hoofd van zaken te staan
was spoedig duidelijkdoch het was de vraag
wanneer.
Zijn nAfinteekeningen op de Grondwet” en
Proeve van herziene Grondwet” deden hem ken
nen als den liberaal van die dagen bij uitne
mendheid en gaven tevens de richting aan die
in 't vervolg in Nederland de heerschende zou zijn.
Toen er in 1840 sprake van Grondwetsher
ziening was, werd Thorbecke tot lid der Tweede
Kamer gekozen. De Wet van 4 Sept. 1840 bracht
echter weinig verbetering aan. Daarom stelde
Thorbecke in 1844 met nog 8 leden een volle
dig ontwerp van Grondwet voor, dat evenwel
verworpen werd; ook Willem II achtte het al te
liberaal.
Lauwheid en ondankbaarheidbenevens intri
gue en aristocraten-geknoei, wisten het zoo ver
te brengen, dat hij door de Provinciale Staten
niet herkozen werd.
In 1848 droeg Willem II aan hem en eenige
anderen op om een ontwerp van herziene Grond
wet te maken. Dat hij het hoofd en de ziel dier
commissie wasbehoeft nauwelijks gezegd te
de uit
voering der herziene Grondwet werd opgedragen-
Den 31 October 1849 trad Thorbecke voor
het eerst als minister op en wel van binnenland-
sche zaken. Naast hem stonden Nedermeijer
van Rosenthal (justitie en herv. eered.), v, Sons-
beeck (builen). z. en R. K. eeredienst)Lucas
(marine)Pahüd (koloniën)v. Bosse (sedert 3
Juni 1848, finantiën)v. Spengler (oorlog).
Nederland had nu voor ’t eerst een liberaal
ministerie. In ’t hootd er van hadden de leden
der Kamers een leermeester in het constitutioneel
staatsrecht en zijne vormen.
Thorbecke was niet slechts hoofd der ministers
maar van ’t geheele staatsbestuur van wetgevend
en u'tvoerend bewind beide.
Zelden, of liever nooit, heeft een man zooveel
invloed uilgeoefend zooveel kracht ontwikkeld
en zooveel regeeringsbeleid aan den dag gelegd
als hij bij en gedurende zijn eerste optreden als
minister.
of moest gewijzigd of verbeterd
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
gemeente SN EEK,
en Gemeente Wettendie op het
Nederlanderschap de Naturalisatie de Enquête
Onteigening ten algemeenen nutteJacht en Vis-
scherij Telegraphie Algemeene Maatregelen van
ambtenaar aan een der ministeriën kende, Inwendig Bestuur, Burgerlijke ‘Pensioenen, de
Nederlandsche Pharmacopoea.
j Uit het tweede ministerie-Thorbecke hebben
wij de Wet op ’t Middelbaar Onderwijs, die ter
exploitatie van Staatsspoorwegen herziening der
Kiestabel, de IV Geneeskundige Wetten, Rege.
(2) Waarover later.
weteen arrest ”.in twee tot zes dagen door
den Milifie-Gommissaris kan worden opgelegd aan
den verlofganger
1°. die, zonder geldige redenen, niet bij bet
onderzoek verschijnt
2°. diedaarbij verschenen zijnde zonder gel
dige redenen niet voorzien is van de hiervoren
vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden
vonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukkenaan een
ander toebehoorende als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd dat nu er
maar één onderzoek in het jaar wordt gehouden,
zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat de straf
bepalingen van art. 144 der wet strengelijk zul
len worden toegepast op de zoodanigendie zon
der geldige reden niet verschijnen en dat zooda
nige verlofgangersdie zich in eene andere ge
meente gaan vestigen de verplichting wordt voor
gehouden welke aan hen bij art. 134 der wet
is opgelegd.
Sneek den 31 en Mei 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
I1AMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
II. FENNEMA.
Zaterdag morgen is het lijk van Thorbecke
op eenvoudige wijzezooals de groote man dat
zelf uitdrukkelijk had verlangdop de algemeene
begraafplaats te ’s Hage ter aarde besteld.
Was de plechtigheid eenvoudigze was er niet
minder indrukwekkend om.
Ofschoon hel ondoenlijk is eene volledige op
gave te leveren van al de autoriteiten en corpo-
ratiën die bij de begrafenis waren vertegenwoor
digd willen wij daaromtrent toch de volgende
bijzonderheden mededeelen. Bijna al de ministers
waren tegenwoordigvoorts vele leden van de
Eerste en Tweede Kamer de president en eenige
leden van den Hoogen Raad en van de Reken
kamer vele ambtenarenleden van provinciale
en gemeentebesturen (de commissaris des Konings
I in de provincie de burgemeesters van Rotterdam,
trsma
•Eb,
ohan,
beide
fa en
jeerd
Bot-
aa
amer
SVijn-
Boer
Izum.
e van
beide
ihan-
ling van het onderwijs in Indische taal-,
en volken-kunde Plaatselijke Belastingen.
Uit het derde ministerieDe Nederlandsche
Pharmacopoea, om van een groot aantel kie ne
Wetten en een legio belangrijke Besluiten te
zwjgen.
Schoon de geheele natie hem oneindig veel ver
plicht isstaan de eigenlijke burgers daarin nog-
tans vooraan.
Voor den zoogenaamden vierden stand heeft de
groote man het minst gedaan hij was een be
paald tegenstander van Volkssouvereiniteit.
Al hadden we liever gezien dat hij sedert
1848 een meer geavanceerde richting had op
gevolgd zoo moeten wij toch zijne overtuiging
eerbiedigen.
Hoe hoog hij in ’t buitenland stond aangeschre
ven blijkt uit het zeggen der Engelschen, dat het
jammer was dat hij geen Engelschman was.
In dat geval zou niemand boven hem hebben
gestaan. Nederlandmeenden zij was veel te
klein voor hem en dat is waar.
Een monument heeft Thorbecke niet noodig
dat is opgericht in zjjne wetten en werken.
Onder zijne voornaamste geschriften noemen
we Ueber den organischen Character der Ge~
schichteeen brief aan Eickorn.
Bedenkingen aangaande het Recht van den
Staat.
Over het bestuur van het Onderwijs.
Over de verandering van het algemeen Sta
tenstelsel in Europa.
Aanteekeningen op de Grondwet.
Proeve van herziening der Grondwet.
Uitgave van G. K. van Hogendorp’s Bijdra
gen tot de huishouding van Staat.
Historische Schetsen.
Parlementaire Redevoeringen.
Tal van stukken in den beroemden Göttinger
gelehrter Anzeiger en in De Tijdgenoot, onder
redactie van de Bosch Kemper, hem, Ackersdijk
en van Hall.
al was hij nog zoo laag in rang, had niet noo
dig papier, pennen, inkt, lak, ouwels of touw
te koopen, De bureau-kosten waren in die da
gen vei bazend hoog, willekeur en misbruik, om
van erger maar te zwijgen was schei ing en
inslag.
Dat alles moest veranderd worden en dat heeft
Thorbecke tol stand gebracht.
Bij goede ambtenaren was hij dien ten gevolge
zeer bemindde aanbidders van ’t oude régime
de sinecuristenhaatten hem en belasterden hem
even druk als de vrienden van stilstand en ach
teruitgang zulks deden.
Gelijk recht voor allen zonder onderscheid van
kerkelijke gezindheid was den zoogenoemden vro
men een doren in het oog. Gaarne maakten zij
dus in 1853 gemeene zaak met de aristocraten
en sinecuristenom het ministerie te doen val
len. De zelfstandige regeling der B. K. kerk
door haar zelvezooals de Grondwet zulks toe
laat werd aangegrepen om het domme volk op
te hitsen en zoo kwam de Aprilbeweging(2), die
een schandblad in onze geschiedenis is, tot stand.
De leiders dier beweging wisten wel beter, maar
tegen leugenlaster en bedrog zagen zij niet op,
mits zij maar hun doel bereikten d. i. Thor
becke deden vallenhij was hun te eerlijk te
knapte rechtvaardig.
Den 19 April trad het liberale mmisterie-THOR-
becke af en het reagerend conservatieve v. Ree
nen op waarin zitting hadden Thorbecke’s voor
malige liberale ambtger.ooten Forstner van Dam-
benow Pahud cn Enslie die in één dag van
politieke overtuiging waren veranderd.
De Aprilbewegers hadden hun doel bereikt en
de opgehitste menigte kwam bedrogen uitwant
niet alleen kwamen de bisschoppen volgens de
Grondwet, maar zij werden daarenboven bezol
digd en dat was eigenlijk tegen de Grondwet.
Tusschen de heillooze Aprilbeweging en het
tweede ministerie-Thorbecke hebben vijf ministe
riën elkander opgevolgd. Den len Februari 1862
aanvaardde Thorbecke weder de portefeuille van
binnenlandsche zaken en behield haar lot 10 Fe
bruari 1866.
Hadden eerst de bisschoppen moeten dienen,
om hem te doen vallen het was thans de vee
pest die als machine de guerre werd aange
wend.
Thorbecke’s 3e ministerie vangt aan op 4
Januari 1871. In ’t geheel heeft hij gedurende
precies negen jaren zijn vaderland als minister
Alles was als ’t ware nieuw geworden van binnenlandsche zaken gediend.
'1 worden. De Zijn eerste ministerie was uit den aard der
meeste ambtenaren behoorden tot het oude régime; zaa^ t vruchtbaarste. Wij hebben daaruit de Kies-
de misbruiken waren legio. Hoogere bureau-
ambtenaren deden nagenoeg niets en beschouw
den hun ambt als eene sinecure welke zoo voor-
deelig mogelijk moest gemaakt worden.Wie
een i
Op kosten van den Staat werden couranten
gelezen koffie en madera gedronkenpijpen ge
rookt. Wat men zelf moest schrijven, liet men door
bladschrijvers doen die uit de schatkist betaald
werden. Ook schreven deze niet zelden voorde ken
nissen der ambtenaren, insgelijks op ’s Rijks kosten.
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer Provincie van den 22 Mei jl. No.
446 brengen door deze ter kennis van de belang
hebbenden dat het onderzoek over de verlofgan
gers van de militie te land in deze Gemeente zal
plaats hebben op Donderdag den dertienden Juni
e. k., des voormiddags ten 10 ure voor het ge
meentehuis.
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te
nemen de Miliciens-Verlofgangers van de vier oud
ste lichtingen, voor zoo ver zij vóór den Isfen
April j. 1. in het genot van onbepaald verlof zijn
gesteld.
Dat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed en voorzien van
de kleeding en uitrustingstukkenhem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zyn zak
boekje en van zijn verlofpas
Dat, behoudens het bepaalde in art. 130 dier
S'
j Provinciale