GEMRENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEER.
NIEliWS- EN ADVEBWiHlAD VOOR DE
Paardenmarkt.
I
BINNENLAND.
f
U;
r 11
PAARDENMARKT
1872.
N G.
No. 72.
7 SEPTEMBER
ZATERDAG
Kennis
A
1
"S
g e v i n g.
B
j'Me k
A
I
ü-
I
gen officieren kiezen den rang van kapitein in
gesloten.
1
f.-
SNEEKER COURAT
28 k.
duidelijk en tevens groot onder
een
'S LANDS VERDEDIGING.
17 00
i.
2
J
156
eren,
ƒ58,
Var-
rden
Twee kalven maken
geen geheel.
Multatuli, I d e n.
met
wor-
ren-
e te
skje
i
maar
1
leke
z. v.
kjen
Sib-
v.
Sept.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven iy2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
De verbinding van het eiland Ameland aan den
vasten wal is tot stand gebracht.
Nadat de werken tot verbinding tot ongeveer
5700 meter van het eiland en 3000 meter van
de Friesche kust waren gevorderd zijn die in
de vorige week met gunstig gevolg aaneengeslo
ten en werden Zaterdag den 31 Augustus jl. de
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
“i voor 3 maanden is binnen deze Stad/1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
Van verschillende kanten hebben wij thans be
vestigd gezien, dat in hel kamp bij Millingen wel
degelijk het bijwonen der godsdienstoefeningen
voor de militairen verplicht is ingesteld.
De bekende aanschrijving van het Departement
van oorlog schijnt dus voor den generaal Mac
Leod niet te bestaan of wel hij meent dat wat
voor de garnizoenen geldt niet geldt voor het
kamp.
Dit is, dunkt ons, een dwaling. Als het depar
tement van oorlog beveelt dat het kerkgaan voor
de militairen geen gedwongen fraaiigheid zal zijn,
dan mag evenmin door den opperbevelhebber
van een kamp als door een corps kommandant
op dat bevel inbreuk worden gemaakt.
Het is wèl verdrietig, dat telkens weer
dezelfde grief voor den dag gekomen moet
den. Kan^e, KG.
)*4
l\
3%
>*4
0%
Balk
ickel
k 3
Attje
lohs
leide
zinkwerken in de laatst overgebleven geul op
2500 meter afstand van den Frieschen waltot
de hoogte der nevensliggende gedeelten van den
dam opgewerkt. Zoowel het werk als de daar
bij ingebruik zjjnde schepen waren bij die gele
genheid met vlaggen versierd terwijl het werk
volk feestelijk werd onthaald.
Naar wij vernemenkwamen er aan de aan
gelegde werken tot dusver geen schaden van eenig
beteekenis voor en zijn de verkregen resultaten,
wal de opslibbing betreft, reeds zeer belangrijk,
zoodat het doeltreffende, zoowel der wijze van
uitvoering als der hier gevolgde methode, nu meer
en meer blijkt. Met grond mag dus worden ver
wacht, dal de grondslag is gelegd voor een der
belangrijkste werken, die in den laatsten tijd in
Nederland zijn ondernomenwaarvan het groote
nut reeds voor ruim 25 jaren door den toemali-
gen gouverneur van Friesland den heer M. P.
D. baron van Sijtzamazoo zeer werd ingezien
en dal destijds reeds door Worp van Peyma en
derl ingenieur van Diggelen allezins mogelijk en
uitvoerbaar geacht en krachtig aanbevolen werd.
Leeuw. Ct.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEK, maken hiermede bekend,
dat de najaars
dit jaar zal plaats hebben op Woensdag den 18
September e. k.
Burgemeester en Wethouders- voornoemd
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
11. FENNEMA.
Abonnementsprijs
t-Cx rj
9’/a
5
1,75
Het GEMEENTEBESTUUR van SNEEK,
Voldoende aan de uitnoodiging vervat in hel
besluit van heeren Gedeputeerde Stalen, van^29
Augustus 1872 (Prov blad uo. 103);
Brengt ter kennis der ingezetenen
datter provinciale griffie te Leeuwarden
voor den prijs van 50 Centafdrukken ver
krijgbaar zyn gesteld van Prov. blad no 104
inhoudende de door Z. M. den Koning goedge
keurde rekening der enkel provinciale en huis
houdelijke ontvangsten en uitgaven, over 1870.
Sneek5 September 1872.
HAMERSTER DIJKSTRA, Burgemeester.
II. FENNEMA, Secretaris.
Donderdag voormiddag ten half elf uur had eene
openbare zittingplaats van de Internationale, die do< r
een vrij groot publiek en een aantal journalisten
werd bijgewoond. Al het gesprokenein vier
talen vertaald kost te veel tijdom mede te
deelen. Ongeveer 50 afgevaardigden waren in de
zitting tegenwoordigdie aangevangen is met
eene openingsrede van den president, waarin hij
te kennen gaf, dat de redenenwaarom het con
gres sedert 2 jaar niet had plaats gehad, bekend
warennamelijk de gebeurtenissen te Parijs
doch had de private conferentie te Londen de
belangen van de Internationale niet geschaad
integendeel deze vergroot en versterkt. Hetzelf
de gevolg hebben de vervolgingen gehad. Het
getal der verbondenen is toegenomen, vooral on
der de landbouwende klasse. Hij bracht hulde
aan Nederland voor de verleende gastvrijheid en
verwenscht de eerlooze ministers, die uitlevering
van leden der commune gewenscht hebben. On
der de eerloozen noemde hij Jules Favre en een
verrader noemde hij generaal Trochu. Hij her
dacht met genoegen het antwoord van Engeland
op de vraag tot uitlevering waar asyl is voor
de Bonapartes, maar ook een asyl voor de com
munisten. Hij spoorde allen aan samen te wer
ken tot dat het doel bereikt zal zijn bevrijding
der werkende klasse (Toejuichingen.)
Er werd besloten eene uitnoodiging te richten tot
den federalen raad te Amsterdam om na het
congres eene ledenvergadering te Amsterdam te
houden en in geheime zitting de aan te brengen
punten te behandelen.
Na de openingsrede werd door Ranvier voorlezing
gedaan van het rapport van den algemeenen raad,
iliteit
19.00
4 37
5,46
6,20
4.30(a)
H01
8(28
door
door 1
door
9,1
9.17
door
dooi
door
9,40
9,37
i
Dat in 1815 de regeling slecht was is daar
aan toemaar in 1848 had zij goed moeten en
ook kunnen zijn gemaakt.
Wat meer navolging hier der Belgische Grond
wet en wat minder in andere stukken, zou geen
'kw/.ad gedaan hebben.
i
I
Grondwet
scheid.
Op ’t verschil tusschen beiden wordt ook ge
wezen hoewel niet uitdrukkelijk maar vry
vaag in art. 187, waar gesproken wordt van
»d e leger s.”
Er zijn er derhalve meer dan éénwant
hoewel de taal der Grondwet niet keürig iskan
de Grondwetgever onder leger moeilijk vloot be
doeld hebben.
Intusschen maken staand leger en militie nog-
tans één geheel uit.
Welke soldaten beter zijndie van ’t leger of
van de militie, zullen wij thans niet onderzoe
ken maar slechts in herinnering brengendat
de militiën feitelijk geacht wordt beneden den le-
gersoldaat te staan en diensvolgens behandeld wordt.
Enkele gunstige uitzonderingen zijn er, maar in
den regel is de behandeling, die de militiën on
dergaat, den vrijen mensch onwaardig.
Te erger is ditdaar hij niet uit vrijen wil
zooals de legersoldaatin dienst treedt
er toe gedwongen wordt.
Tusschen leger en militie bestaat geen over
eenstemming, geen harmonieja eerder het te
genovergestelde van dien.
Hoe zoo iets werken moet in geval de nood
eens aan den man zal zijn gekomen, behoeft
niet, gezegd te worden.
De Grondwetgever is van de dwaze vooronder
stelling uitgegaan (hij wist beter), dat de militie
uit vrijwilligers zal bestaan.
Vandaar de bepaling dat bij gebrek aan ge
noegzame vrijwilligers, de militie voltallig wordt
gemaakt uit lotelingen.
Door die bepaling is algemeene dienstplicht
of weerbaarheid uitgesloten.
Beter is de Belgische bepaling, die wel spreekt
van recrutement en contingentmaar geenszins
van lotterie.
Zij heeft niet gepraejudiciëerd de wijzewaar
op de ingezetenen worden aangewezen om het
land te verdedigen de Nederlandsche heeft dat
wel gedaan.
Verbetering is in Belgie mogelijk en heeft ook
plaats gehad; in Nederland is zij niet mogelijk,
daar de Grondwetgever te veel heeft geregeld,
te zeer in onderdeelen is getreden.
Dat specialiseren (men zou ’t bemoeizucht kun
nen heeten) heeft ten gevolge, dat een goede,
althans minder slechte, regeling der schutterijen
tot nog toe is moeten uitblijven.
Aan die instellingwelke van ’t hoogste belang
is, en waarin de vrijheid van het volk en de
onafhankelijkheid van den Staat haar grootsten
steun moest vindenheeft de anders zóó uitvoe
rige Grondwetgever gewijd één artikel, luidende:
»In de gemeenten worden schutterijen opgericht.
»Zij dienen in tijd van gevaar en oorlog tot
verdediging des Vaderland, en ten allen tijde tol
behoud der inwendige rust.”
Ter loops wordt elders nog gezegd, dat zij bij
de Wet wordt geregeld.
De Belgische Grondwet is over haar .ook niet
bepalmgrijk maar karakteriseert haar toch vol
komen als zij beveelt, dat de schutters hun ei-
Wat duidelijkheideenvoudigheid en meer
dergelijke goede eigenschappen aangaatstaat de
Belgische Grondwet van 7 Februari 1831 hooger
dan de Nederlandsche van 3 November 1848.
De Belgische specialiseert zelden en heeft daar
door zeer wijselijkden gewonen Wetgever
minder aan banden gelegd en op de toekomst
gepraejudisiëerd dan de onze.
De Belgische Wetgever wasals ’t ware, zich
zelve bewust van de onvolmaaktheid van zijn
werk en wilde voor een ander ook wat te doen
overlaten en hem daarin zoo min mogelijk
de handen binden. De Nederlandsche daar
entegen schijnt zich zelven een diploma van vol
maaktheid te hebben willen uitreiken en heeft
daardoor in vele gevallen verbetering onmogelijk
gemaakt.
Wij hebben in deze het oog op de landsver
dediging, behandeld in het achtste hoofdstuk on
zer Grondwet, art. 177190.
Al dadelijk vangt dat hoofdstuk aan met een
onwaarheid, (wij hebben er meer op gewezen)
door te bepalendat het dragen der wapenen
een der eerste plichten van alle ingezetenen is.
Afgescheiden van ’t geen volgtzou het betee-
kenen moeten, dat in Nederland algemeene dienst
plichtigheid bestaat.
Het artikel schijnt alleen eene zedelijke strek
king te moeten hebben, doch is, daar ’t van eene
onwaarheid uitgaatonzedelijk.
In de daarop volgende artikelen, wier redactie
niet bijzonder duidelijk is wordt bepaald dat
er wordt onderhouden door ’s konings zorg eene
toereikende landmachtbestaande uit aangewor
ven vrijwilligers en dat die landmacht moet die
nen, zoowel in als buiten Europa, naar omstan-
heden.
De Grondwet legt ons alzoo de verplichting van
een staand leger op.
Niet alzoo doet de Belgische.
Zij zegt alleen, dat de Wet bepaalt, op welke
wijze het leger wordt samengesteld.
Daar onze koning het oppergezag over de land
macht heeft en die landmacht (staand leger)
moet dienen zoowel in als buiten Europa, en hij
tevens hel recht heeft oorlog te verklarenis het
buiten kijf, dat hij met dat leger elke vreemde
mogendheid mag bijstaanbijv. Frankrijk tegen
Pruisen, enz. enz. enz.
Iets anders geldt ten aanzien van de militie
wier inrichting, en getal, door de Wet moet zijn
geregeld, die vijfjaren dienstplichtig is, het eerste
gedurende hoogstens 12 en vervolgens niet lan
ger dan 1 ’/a maand behoeft op te komenen
niet, zonder eigene toestemmingnaar koloniën
of bezittingen var, het Rijk in andere werelddee-
len mag gezonden wordenmaar dus wel mo
gen gebezigd worden om in en buiten Europa
te oorlogen.
Tusschen staand leger en militie maakt de
Aan belanghebbende ingezetenen, wordt be
kend gemaaktdatvan af den 9 tot en met
den 16 dezer maand, des voormiddags 9 tot des
namiddags 1 uurter Secretarie der gemeente
zai worden gevaceerd tot de afgifte der patenten,
over 1872/73 tegen overgave van het door den
ontvanger afgegeven regu, en bovendien voor zoo
veel de drankverkoopers betrefttegen vertoon
der kwitantie van betaalde belasting; zullende na
dien tijd de onafgehaalde patenten door den deur
waarder der belastingen tegen betaling van tien
Gents, aan de huizen der belanghebbenden wor
den bezorgd.
Sneek den 6 September 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
H. FENNEMA.