NIEUWS- EN AÖVERTENTIE-BUD VOOR DE
Paardenmarkt.
T
B
I
GEM8SNTE EN HET ARR0W1SSEMENT SNEEK.
r
1?
1 g-
PAARDENMARKT
No. 74.
ZATERDAG
Afko
n d i
00
50
HET LAGER ONDERWIJS IN ’T BUITENLAND.
(Schoolplicht).
ik.
buurmans oog wél
m
i
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
liet onderwijs is er niet verplicht.
Noord Amerika placht men vaak aan te halen
eit
rke
en
en
ma
mia
het He Cohier de
Navarre in 1571,
1
14
;s,
tr
D
50
1W-
itze
na,
nd.
m-
hadden niets geleerd
en wat schrij-
bret tot wet werd verhevenmaar niets heeft
uitgewerkt.
Lodewijk XIV en XV hebben maatregelen ge
nomen in denzelfden geest en mei denzelfden uit
slag insgelijks heeft het decreet der Nationale
Conventie van 25 Dec. 1793 niemendal te betee-
kenen gehad.
a envoijer les dits enfans 4 l’école et a ce faire soient
coutraints par les seigneurs et les juges ordinaires-”
Het is in ons land geen ongewoon verschijnsel,
hetgeen in ’t buitenland iste hooien stellen bo
ven ’t geen hier is. Wij keuren dat niet af; in
tegendeel want daaruit blijkt in elk gevaldat
men open oog en oor heeft voor hetgeen hier te
lande óf verkeerd óf voor verbetering vatbaar is.
Het is het tegenovergestelde van den splinter in
I en den balk in eigen oog niet
te zien. Nogtans kan de lof van het buitenland
te ver gaan en ontaarden in miskenning van het
goede, dat in Nederland aanwezig iszelfs heeft
het ten gevolge gehaddat men geheel ver
keerde instellingen als onberispelijk heeft aange-
prezen; o. a. de Belgische Jury d’Examen
daarbij niet in aanmerking nemende het verschil
tusschen ’t geen men ziet en niet ziet.
Zoo is het ook gegaan en gaat het nog met
het lager onderwijs. Menigeen verlangt gedwon
gen schoolgaan en beroept zich op Pruisen en
andere Staten, waar dat is ingevoerd.
Van niet geringen invloed is op de verdedi
ging van dat dwangstelsel geweesteen reisbe
schrijving der gebroeders Harting, die in Duitsch-
land van het dwangsysteem niets anders dan goed
gezien haddenmaar, eigenlijk gezegdzeer op
pervlakkige, en dus feilende waarnemers waren
althans het kwade en gebrekkige niet hebben
opgemerkt.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK doen te weten, dat door den Raad dier
Gemeente, in zijne vergadering van 31 Augustus
1872 no. 6, is vastgesteld de volgende verorde
ning
BESLUIT tot wijziging van art. 3 der
verordening op het verkoopen en be
waren van PETROLEUM in de Gemeen
te SNEEK.
De Gemeente-Raad van SNEEK heeft besloten
Art. 3 der Verordening op het verkoo
pen en bewaren van petroleum, vastgesteld
den 25sten Maart 1867 afgekondigd 20 April
1867, te wijzigen, en, met intrekking van
den tegenwoordigen inhoud, te lezen als volgt
»Bij de in het vorig art. bedoelde vergunnin
gen zal worden bepaaldwelke hoeveelheid pe
troleum de Kooplieden en Winkeliers in voorraad
mogen hebben met dien verstande
a. dat in een Winkel niet meer dan 10 0 li
ter mag worden bewaard.
b. dat in andere bewaarplaatsen
hoogstens tien vatenieder van 150 A 160
liter, mogen’worden opgeslagen.
c. dat a f z o n d e r 1 ij k e bewaarplaatsen
voor grootere hoeveelheden bestemd
slechts op een afstand van 500 meter buiten de
Stadsgracht mogen worden opgericht.”
Dit besluit zal binnen tweemaal 24 uren in
afschrift worden medegedeeld aan heeren Gede
puteerde Staten van Friesland.
Gedaan te Sneek; den 31sten Augustus 1872,
no. 6.
van 1867 bepaald dat in sleden boven 10.000
inwoners zijn inkomen zal bestaan uit minstens
360 gulden en vrij wonen. In de dorpen moet
men hem verschaffen brandstof, voedingsmiddelen
en, zoo ’t noodig is, voertuig. Het ontbrekende
moet hij er bij verdienen, zooals door landbouw,
wanten-haken, overschrijven, soms door als nacht
wacht te fungerenenz.
Dr. Pattison(3) zegt terecht van hem
»Hij is hopeloos geïsoleerd in eene soort van
officiëele wereld en bezit geene middelen om te
wetenwat in werkelijkheid wordt gedacht of
verricht.”
De zeer vaderlandslievende Pruis Dr. Ludwig
Parisius stelt het Pruisische dorpsonderwijs la
ger dan het Fransche(4).
De toestand van den ouden schoolmeester is
allerellendigst. Wij citeren het volgende uit de
Berliner Volkszeitung van Jan. ’72
Een, die 83 jaar oud, doof en blind was, werd
na 41 jarigen dienst gepensioneerd met 30 tha-
Ier; een van 27 jarigen dienst met 24; een die
blind was, na 42 jarigen dienst met 50; een, na
30 jarigenwegens krankzinnigheid, met 52; een
na 48 j. met 62, hij was 75 j. oud, enz.
Op 1 Januari ’72 waren in Pruisen vacant
1036 openbare scholen, terwijl er nog 1449 werd
waargenomen door jongeliedendie voor ’t vak
werden opgeleid 1
Hoe hoog de Staat het onderwijzersvak plaatst,
kan ook nog hieruit blijken, dat uilgediende en
verminkte onderofficieren, onverschillig of zij wat
kunnen of niet, recht hebben op eene aanstelling
lot onderwijzer. Sedert eenigen tijd zijn ook
deze niet meer te krijgenhet vak is hun te ge
meen en staat te laag.
Waar de onderwijzer zóó laag staat, zou men
daar wel mogen aannemendat zijn werk goed
is en het in eer wordt gehouden
Het lager onderwijs in Pruisen is slecht en de
schoolplicht bevordert de algemeenheid er van
nietmaar de algemeene dienstplicht is de oor
zaak, dat bijna alle Pruisen van zekeren leeftijd
kunnen lezen schrijven en rekenen. Wie ’t niet
kan, dien wordt het van militair-ambtswege ge
leerd, zoo noodig met prügel en cachot.
Dat de Duitsche jongens en meisjes, met welke
de vreemdelingen (en met name gebr. Harting)
in aanraking komen onderwezen zijnspreekt
wel van zelf, want zonder dat zouden zij onge
schikt zijnom met vreemdelingen om te gaan
(kamermeisjeswinkelmeisjesloopjongens, mar-
qeurs, enz. enz
Baden.
Hier bestaan 3 soorten van lagere scholen 1°.
gemengde, waar iedere secte afzonderlijk in de
godsdienst onderwezen wordt2°. communale
zonder en 3°. confessionele met godsdienst-on-
derwijs. De gemeenteleden kiezen uit deze 3 met
meerderheid van stemmen. De eerste soort is1
vooral in de stedende laatste in de dorpen.
Het schoolgaan is gedwongen wel niet koste
loos maar zeer goedkoop terwijl voor de be-
hoeftigen de gemeente betaalt (5)
De Wet op den arbeid der kinderen werkt zeer
gunstig op 't schoolgaan.
Beijercn.
De schoolgaande bevolking is 12,4% van ’t
geheel. Gedurende de 9 jaren tusschen I860 en
1868 konden van de recruten niet of zeer slecht
lezen 9,6%; in Neder-Beijeren was het zelfs 18,5%.
(3) Ia „SI Pauls Magazine van October 1870.
Van de schoolplichtige kinderen bezoeken ge-
weonlijk 98,5% d. i. 17% der bevolking, de
school. Tusschen 1858 en 1866 konden van 41,400
recruten slechts 8 niet lezen.
Ook toen het schoolgaan geene verplichting was,
was de toestand weinig minder gunstig.
Wij zien dus, dat de verhouding in de Duit
sche Staten onder helzellde stelsel van verplicht
onderwijs zeer verschillend is.
Zweden.
Het lager onderwijs is hier altijd uitstekend goed
geweest. Sedert het begin der voorgaande eeuw
is er bijna niemand aangetroffen die niet kon
lezen. Schrijven en rekenen kunnen daarenbo
ven de meesten. Het onderwijs is gemengd en
hel schoolverzuim is altijd zeer gering geweest.
Ieder mag onderwijs gevenzoo hij maar van
goed zedelijk gedrag is.
De bekende reiziger Alex. Daumont(°) stelt in
1820 het onderwijs in 'Zweden op gelijken voet
als in Nederland, Schotland, Denemarken, Genève,
Wurtemberg en enkele staten van Engeland en
Frankrijk.
In 1859 bezochten van de kinderen tusschen
8 en 15 jr. 71% de school.
T. van der WEERDTL. Voorzitter.
H. FENNEMA Secretaris.
Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Friesland volgens hun bericht van
den 5den September 1872in afschrift medege
deeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort den 14den September 1872.
Pruisen is een el dorado van lager onderwijs,
en dat is het gevolg van de schooldwang 1
Het kwam ons niet nutteloos voor daarnaar
een onderzoek in te stellen.
Ziethier ons resultaat
In ’tjaar 1864 had Pruisen 25.056 lagere
scholen met 30,805 onderwijzers en 2’825.322
leerlingend. i. 87 */2 van de schoolplichtigen
in ’61 was de verhouding nog 95.8%.
Van de lichting ’51/52 konden van de 50,010
recruten lezen noch schrijven 2412; waren zeer ge
brekkig onderwezen 10,029 en de overigen vol
doende, d. i. 4,82, 20,05 en 75,13 in ’64/65
(63,032 recr.) had 5,52 in ’t geheel niets ge
leerd; in ’67/68 (88.607) had 3,72% nooit eenig
onderwijs genoten. De verbetering in de laatste
verhouding was te danken aan de toevoeging der
nieuwe provinciën, anders was zij geweest 4.3%(‘).
In ’71 stond het aantal schoolgaande kinderen
tot de bevolking als 16 tot 100 ;(2) in ’72 in 't
Duitsche keizerrijk 15.
In Pruisen is de schoolmeester weinig meer
dan een regeeringsslaafhij mag niet vrij spre
ken niet vrij denkenzelfs niet vrij lezenhet
een zoowel als 'l ander gaat van ambtswege.
Zijne opvoeding, ook al van ambtswegeis ge
heel gereglementeerd, en reeds van 14 jarigen
leeftijd of vroeger wordt hij tol een onderdanig
onderwijs-machine geëxerceerd en gedrild en lot
een voetveeg tevens van den geestelijke. Zijn
bezoldiging is zoo ellendig, dat er weinig dag-
looners zijn, die niet meer hebben dan hij.
Zoo is bij wijze van groole gunst door de Wet
(1) Zie Kolb, Handb. d. Vergleich. Statist., Leipzig
1871 S. 78 fig.
Van de in 1871 ingedeelde Pruisische militairen kon
den niet lezen uit Posen 11,72%, Pruisen 8.78, Silezie
2,82; uit de overige provinciën van 0,23 tot 0,83, maar
uit Hobenzollern en Lunenburg 0.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
do gemeente SNEEK, maken hiermede bekend,
dal de najaars
dit jaar zal plaats hebben op Woensdag den 18
September e. k.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
I1AMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
11. FENNEMA.
„Ce qu’on voit et ce qu’on ne voit pas”.
Bastiat.
als een staatwaar 'l onderwijs in uitmuntenden
toestand verkeert.
Volgens het Bureau of Education in Washing
ton waren uit. 1850 in N. Amerika 1,053.420
volwassen personen (geen slaven natuurlijk), die
niet lezen konden en daaronder 858,306 in Ame
rika zelf geboren; in I860 was hun getal 1,218.621,
waaronder 871,418 inboorlingen.
De meerdere of mindere beschaving van ’t volk
hangt niet af van al- of niet- schoolplichtmaar
van zijnen aard en vooral van invloeden van bui
ten. Waar priesters veel te zeggen hebben zal
het onderwijs zeer slecht en weinig verspreid zijn.
Wij moeten al wederom cijfers geven.
Volgens de laatste volkstelling in Belgie kon
den 2,279 090 personen lezen en 2,536.742 niet
doch daaronder waren 889,154 kinderen beneden
7 jr.na aftrek van welke er dus nog 1,647.588
overblevend. i. ruim 42%. In Luxemburg kon
23 niet lezen; in Oost-Vlaanderen 52.
Er waren dan ook 8000 geestelijke scholen
zonder staatstoezicht.
Van de recruten konden in 1851 niet lezen
36,6% in« 1856 33,5%in 1859 32,5%in
1861 32%, in 1864 49%, in 1866 43%.
In Italië konden van de in 1846, ’47 en ’48
geboren jongens in 1871 niet lezen 69%. Van
de in 1869 205,287 gesloten huwelijken kon in
120,005 gevallen bruidegom noch bruid lezen
slechts in 36,923 konden beiden schrijven 1 In
het zuiden kon 85% der bevolking niet lezen 1
In 1863 bestond in 209 gemeenten niet de
minste gelegenheid om onderwezen te worden.
De geheele bevolking was 1°. Jan. 1862 groot
24,954.981 en daarvan 1
16,999.701 niets .meer dan lezen
ven konden 3,8% ,455.
Die cijfers zija te welsprekendom toelichting
te behoeven.
En nu ten slotte iets over de schoolplichtigheid
in haren oorsprong. Deze is niet nieuw. Zoo
vorderden bijv, in Frankrijk de Etats généraux
haar a°. 1560 bij art. 12 van
la noblesse^) Evenzoo die van
(6) Zie ziju Rusland en Zweden,
SNEEK
ANT
van
(5) Zie consulair Verslag over 1871.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7 Cents. Alle brieven en stukken
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
(4) Volksfreund vau Maart 71 vcrgl. Het Noorden
van 11 Maart 1871, no 60.
(2) Ameland was ’t in ’t zelfde jaar 18.5 in 14 an
dere gemeenten van Friesland was bet boven 16, in 19
beneden 15 over ’t geheel 1,51, dus meer dan in het
Duitsche Rijk.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
I1AMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
11. FENNEMA.
béneflees eclésiastiques pour raisonnablement stipendier
des pédagogues et geus lettrés en toutes villes et villages
pour {’instruction de la pauvre jeuuesse du plat pays
et soieut tenus les pères et mèresa peine d’amendex,