GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE 1872. No. 93. STB Z B V E N-E N-T WINT I 20 NOVEMBER. WOENSDAG i n State n-G e n e r a a 1. J De Noord-Hollandsch-Friesche Spoorweg. Afkondig )n ,je SNEER brengt ter EERSTE KAMER. Zitting van Vrijdag 15 November. TWEEDE KAMER. A ADVERTENTlEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarboven 7’/a Cents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. <r g- s- o a- De kamer heeft heden hare werkzaamheden herval. Aan de orde was de staatsbegrootieg voor hel dienstjaar 1873. Bij de algemeene beraadsla ging heeft de heer Wintgens de binnenlandsche politiek breedvoerig besproken en is lol de slot som gekomen dat door het wetsontwerp der census-verlaging ónmogelijk gemaakt wordt de afdoening van vele gewichtige zakenwaaraan behoefte is. Hij keurde die aanbieding zeer af. In de zitting van heden is het ontwerp der Indische tarieven aangenomen met 21 tegen 14 stemmen. Het Gemeentebestuur van 1 kennis van belanghebbenden: dat de betrekking van Commissaris der Beurt schepen opengevallen door het overlijden van den heer G. Evertsz, voorloopig tijdelijk door zijne Weduwe wordt waargenomen dat degenen, die tot die betrekking wenschen te worden benoemdzich, bij op zegel geschre vene verzoekschriften, hebben te wenden tot den Gemeenteraad voor den 1 December a. s. Sneek 18 November 1872. I1AMERSTER DIJKSTRA, Burgemeester II. FENNEMA Secretaris. De BURGEMEESTER van de gemeente SNEEK brengt bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat, ter Secretarie van de gemeente, gedurende dertig dagen, te rekenen van dato dezer, ter in zage is nedergelegd eene opgave van de uitkom sten, bedoeld in de artikelen 15, 23 en 43 der wet van den 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82), betreffende de grondbelasting van gebouwde en ongebouwde eigendommen. Sneek den 20 November 1872. De Burgemeester voornoemd 1IAMERSTER DIJKSTRA. Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. Zitting van Maandag 18 November. Nu de voorloopige werkzaamheden als: opme ting afbakening, inkaartbrengingenz. var. den aan te leggen Noord-ll.-Fr. Spoorweg in N.-Holland voor een groot deel volbracht zijn en in Fries land bereids een aanvang hebben genomen, ach ten we het niet ondienstig, die spoorwegzaak nog maals tot het onderwerp onzer beschouwingen te maken. Verschillend toch zijn de meeningen omtrent bedoelde spoorwegverbindingen met den ijver van deze en den naijver van gene zijde kan dit ook wel niet anders. Toch is het noo- dig, zal de groote zaak werkelijkheid worden dat het oordeel zooveel mogelijk eenstemmig zij, opdat ook de krachten niet versnipperd worden. We willen hier eene korte schets geven van de verschillende manoevres op dit spoorweggebied. Reeds voor een tiental jaren vereenigden zich eenige personenzoowel uit Friesland als uit Noord-Hollandtot een commissie om eene kor tere spoorweg gemeenschap tusscben de beide provinciën tot stand te brengen. Dat Comité (’t Comité Wouda c. s was voornemens in Fries land LeeuwardenWeidum Scharnegoutum, Sneek, IJlst, Oudega en Stavorenen in Noord- Holland Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar, Purme- rend en Zaandam aan de lijn te brengen. Aan vankelijk was dat Gomité niet zonder succés werk zaam. Van de benoodigde 18 millioen guldens zou de Algemeene Maatschappij van Handel en Nij verheid er 13 voor hare rekening nemen, ter wijl men trachtte de resteerende 5 door bijdra gen van gemeenten en particulieren machtig te worden. Doch ’t cijfer der inschrijvingen voor de laatste rubriek werd slechts voor de helft be reikt en de Algemeene Maatschappij van Han del en Nijverheid ging te niet. De pogingen van het Comité Wouda c. s. hadden alzoo schip breuk geleden. Ongetwijfeld zal het wel weder om ’t oog op nieuwe plannen hebben geslagen doch dan ook altijd zonder eenige goede resul taten tot dat het eindelijk in ledental vermin derd, *t karakter eens slapenden aannam. Ruim acht jaren rustte het van zijne werkzaamheden. Dit is een feit en hoewel het Comité Wouda c.s. voor eenigen tijd bij geschrifte van zijn Secre taris den heer Cohen Stuart van Alkmaar in de bladen publiek ter kennisse bracht van ieder, die er naar luisteren wilde, dat dat Comi té sedert de mislukte poging immer werkzaam is gebleven, is zulk een verklaring van geen de minste beteekenis, tenzij ze moest dienen tol het verwekken van wantrouwen, omtrent den ernst der zaak bij dat, zoogenaamde oude Comité. Im mers ’t is niet genoeg alleen met de verklaring te berde te komen, wij waren immer werkzaam, waar niemand ooit iels van die vermeende werk zaamheid heeft vernomen. Wij meenen inte gendeel voldoende gegevens te hebben, om aan te nemen, dat ’t Gomité Wouda c. s. zelve zijn voorgenomen taak als onbereikbaar begon te beschouwen en eene ontbinding in vorm niet noodig achtte, wijl die toch door de omstandig heden was bewerkstelligd. Ten overvloede wij zen we nog 1°. Op een missive van de Permanente Com missie uit het Comité Wouda, gedateerd 25 Juli 1865 en gericht aan Burgemeester en Wethou ders van Sneek, van den volgenden inhoud «Beantwoordende Uwe missive van 4 Juli 1865 »no. 864 heeft het Comité voor den N. H. Fr. «spoorweg de eer U te berichten dat hetver trouwende zich te mogen vleien op uwe reeds Zoo beschouwd, bestaat er dus alle hoop, dat ’t Comité Bloem c. s. in zijn pogen binnen een niet te ver verwijderd tijdstip zal slagen. Zoo hebben dus de vele belanghebbenden en belang stellenden aan beide zijden van de Zuiderzee re denen om te verwachten, dat ook zij zich ein delijk in het bezit van het communicatie-middel dezer eeuw zullen verheugen. Zoo zullen dus Sneek, Bolsward, Werkum Hoorn Medembhk Purmerend ten langen leste hoop mogen voeden, om mede aan de wereld verbonden te worden. Met recht mocht dus het Comité Bloem c. s. verwachten, dat ’t in zijne moeielijke taak naar behooren werd ondersteund. Die ondersteuning viel hel ook van vele zijden ten deel. Doch ook ontmoette het bitteren tegenstandte bitterder dewijl hij voor ’t meerendeel ontsproot uit klein geestigheid, naijver, en meer van die leelijkheden, verstandigen lieden onwaardig. Den meest al thans schijnbaar beteekenenden tegenstand bie den thans de heeren Wouda c. s. In plaats van de heeren Bloem c. s. niet te belemmeren in han van zooveel vrucht gevolgd streven, zooals de ridderlijkheid zou meebrengen, kloppen ze bij de Regeering aan, om de heeren Bloem c, s. in het verkrijgen van consessie in den weg te staan en trachten ze door artikels van de heeren Linze en Cohen Stuart, die even onbeduidend als on houdbaar zijnde publieke opinie, ten hunnen gunste te bewerken. We kunnen voor die te genwerking, bij de meest mogelijke onpartijdig heid geen enkel steekhoudend motief vinden waarom 't ons volstrekt niet lust ’t karakter der handelingen van datoo^enschijnlijk opgelapte Oude Gomité, te qualificeeren. We laten dit over aan T rechtvaardig oordeel des publieks. Wat den heer Stuart te Alkmaar betreft, vinden we den sleutel ter oplossing hoogstwaarschijnlijk in de omstandigheid dat Alkmaar voor Noordholland is, wat Harlingen voor Friesland is geweest en nog is. Evenwel zijn de pogingen des Heeren Wouda c. s. naar ons oordeel niet van dien aard, dat ’t Comité Bloem zich daardoor zou laten ont moedigen. Waren die heeren met ’t kapitaal gereed, dan voorzeker bestond er meerdere vrees, doch de mededeeling van hun hernieuwd optre den aan HH. Provinciale Staten bevat tevens de kennisgeving, dat men in ’t verschiet om finan- cieele hulp zal aankioppen, een bewijs, dat men ’t kapitaal nog moet zoeken. Ook meenen we te wetendat het oog is geslagen op rente ga rantie van den Staat. Behoeft het wel gezegd te worden, dat de pogingen des heeren Wouda c. s ten doel hebbenom het Comité Bloem den voet te lichten en daarna met hunne inschrij vingen van meet af te beginnen Zoo zou men ten slotte nog niets zijn gevor derd, de zaak zou op nieuw op sleeptouw wor den genomen en 't zuchten: «zuster Anna, ziet gij nog niets zou wederom aan de orde van den dag zijn. Neen, Friezen en Hollanders, niet alzoo. Schraagt het Comité Bloem c. s., wilt ge den spoorweg. Helpt dat Gomité aan de betrek kelijk geringe som van nog vier tonnen gouds. De inschrijvingen daarvoor staan steeds op de U bekende voorwaarden open. Ieder sub-comité neemt ze aan. Toontdaardoor, dat de zaak U ernst is, gelijk ze dit den heeren Bloem c. s. is die voortgaan op den ingeslagen weg en zich door niets laten afschrikken, Met 1 Mei 1873 is het terrein voor de consessie op nieuw open. Waar dan het nieuwe Comité werktom tegen dien tijd geheel beslagen op T ijs te komen, blijft gij, Sneek, Bolsward, Hoorn en Purmerend, blijft gij, Friesland en Noordholland daar niet achter wege en ge kunt U verzekerd houdendat de spoorweg komt l (Ingez.) «betoonde belangstelling te kunnen blijven bouwen, «bij de gevoerd wordende en eventuele on- «derhandelingen tot de voor gemelde onderneming «vereischte kapitaalvorming op de door U en an- «deren gedane toezeggingen blijft steunenhoe swel het van oordeel is, dat de gedane toezeg- sging voor de Inschrijvers geen stellig verband soplevert.” (Deze missive, voor afschrift conform verklaard door den Secretaris der gemeente Sneek, is als bijlage gevoegd bij het door het sub-comité te Sneek den 2n Juli 11. aan HH, Staten van Fries land opgezonden adres ter bevordering van de pogingen van ’t Comité Bloem c. s.) 2° Op de omstandigheiddat een lid van het oude Gomité later, 1866, ijverde voor den aanleg van een geheel anderen wegdien van Medemblik naar Nieuwe Niedorp. ’t Comi té Wouda c. s. had dus gewerkt en daarvoor komt ’t lof toe, doch zijn pogen was vruchteloos, de gewensclite spoorwegverbinding liet steeds op zich wachten, even als verdere pogingen van de heeren Wouda c. s. Feitelijk was dat Gomité derhalve overleden. Zóó bleef de zaak steeds hangende, tot zoolang dit ten vorigen jare enkele personen in de beide provinciën verdroot. Over tuigd als ze waren van het algemeene belang van een nadere verbinding tusschen beide ge westenen daardoor tusschen het noordelijke en meer zuidelijke deel van ons vaderland, sloe gen zij de handen in een en vormden een nieuw Comité, ’t Comité Bloem c. s, Dit Comité trad in T openbaar en krachtig op. Geheel tegenover gesteld met de handelingen van de heeren Wou da c. s. zocht het eerst kapitaal, om daarna de juiste richting der lijn te bepalen, de plans te ontwerpen, enz. (In hoofdzaak toch zou de ver binding dezelfde zijn). Het vond een Engelsch huis, (’t huis Hutton Vignolles) waarvan de solidi teit na de verklaringen van den Nederlandschen gezant te Londen buiten kijf is) dat bereid is hel grootste deel van het benoodigd kapitaal en ge heel de risico voor den aanleg en tegelijk voor de exploitatie van zoodanigen weg op zich te ne men. Uit Nederland wordt slechts vereischl één millioen aan subsidie en 24 tonnen gouds aandeelen. Met moed toog het Comité Bloem c. s. aan ’t werk om deze sommen te verkrijgen, en wanneer men de weinige ondernemingsgeest der Neder landers over ’t algemeen in aanmerking neemt moet men zeggen, dat de 20 tonnen goudsals aandeelen ingeschreveneen zeker bewijs zijn van de algemeene sympathie. Voor het verkrijgen van het benoodigde sub sidie wendde men zich tot Provinciale Staten der betrokken Provinciën en kreeg van deze de belofte van krachtige ondersteuning. ’t Bedrag en den vorm dezer zou evenwel na der worden bepaald na de indiening der plans enz. Nu achtten de heeren Bloem c. s. den’tijd gekomen om met de voorloopige werkzaamheden een aanvang te maken. Een onderling accoord tot eventuëele borgstelling werd getroffen,on voorziene omstandigheden hadden echter eenige vertraging ten gevolge. Van daar dat men de plans niet zoo spoedig gereed had als men dit wel hoopte. Vandaar ook dat deze voor de win- terzitting van Provinciale Statenniet konden worden opgezonden. Die bezwaren waren even wel niet onoverkomelijk, men vorderde op nieuw en thans zijn de opmetingen in beide pro vinciën reeds in vollen gang. Geene vrees be staat er voor verhindering, om met de plans en ontwerpen voor de eerstkomende zitting der Sta ten van beide gewesten gereed te zijn. Alsdan kan het bedrag der te verleenen subsidie be paald worden en weet het Gomitéhoe ver het is. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK brengen ter kennis der kiezers van de leden der Kamer van Koophandel en Fabrie ken dat het lidmaatschap dier Kamer in de kie zersvergadering van 13 November jl. opgedragen aan de heeren J. IlouwinkP. M. T. Dethmers en Ij. Gonggrijpdoor de beide eersten wel maar door den laatste niet is aangenomen; datdientengevolgeeene nadere vergadering van Kiezers, ter benoeming van nog een lid der Kamer, zal plaats hebben op Woensdag 27 No vember a. s.van ’s voormiddegs 11 lot ’s na middags 1 uur. Sneek 16 November 1872. I1AMERSTER DIJKSTRABurgemeester. II. FENNEMASecretaris. SNEEKER COURANT I 1 J I IA O’

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1872 | | pagina 1