GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK. NIEUWS- EN ADVERTBNT1E-BLAD VOOR DE :s. L5 1 N' N E N L A N D. 1872. Z E V E N-E N-T WIN TIGS TE JAARGANG. No. 97. 4 DECEMBER. WOENSDAG Stemmen uit I n d i Kennis e v i n Slate n-G e n e r a a I. I Kennisgevin Het derde adres aan de Tweede Kamer van den ex-kapitein Janssen, le I o Zaterdag 30 November. iov. Zitting van Maandag 2 December. 4 BURGEMEESTER TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 29 November, ba r. I Franeker heeft bij de aan de muziekschool den zang verkregen. '4 '4 z. 4 '4 4 4 ADVERTENTIËN van 1 tol 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarboven 7 '/2 Cents. Alle brieven en stukken de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. Mej. Aafke Ku'pers van jaarlijksche prijsuitdeehng te Brussel een accessit voor bewustzijn van geestverwantschap of uit naijver ontspruit.” Het 2e artikel bespreken wij nietdaar ’t al leen waarde voor Indie kan hebben. met1 amp. id. Deeg, laast- Lo|. Ilein- -ollije te n* Zitting van Dezer dagen overleed te Lextnond mejufvrouw v. d. P omtrent wie men als eene bijzon derheid meldtdat zij in hetzelfde huis geboren is, waarin zij overleed, en dat zij aldaar 77jaren en 2 maanden heeft gewoond zonder één enke len nacht daarbuiten te slapen hoewel het haar nimmer aan goede gezondheid en krachten, noch aan de noodige middelan heeft ontbroken. Donderdag heeft te Beerde (Gelderland) eene vreeselijke misdaad plaats gehad. De landbou wer Elbert Beekman, ’s avonds omtreeks 5 uur ’t huis komende, vond het zeer verminkte lijk zij ner vrouw in den gang zjjner woning liggen. V. Het vijfjarig bestuur van den Gouverneur- Generaal Mijer door hem zelven besproken. Gedacht en wisseling over een Stoomvaart op Au stralië. 71 bl. Deze CO URANT verschijnt "WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. Mijers afscheidsspeech, waarin hij zich zelf prijst en vermeldt wat hij gedaan heeft, maar niet wat hij misdaan of nagelaten heeft, is bekend en heeft de kroon gezet op ’s mans gedrag, zooals dat se dert 1847 is geweest. Wij zullen van die speech geen résumé geven, maar slechts ’t een en ander aanhalen, van wat de S. in Vr. v. d. D. er op aangemerkt heeft. «Wat dreef den heer Mijer (zegt de beoor- deelaar) tot het uitspreken van de Rede Hjj besloot ze met de eenvoudige verklaring, »dat hij slechts een overzicht had willen ge ven van de voornaamste verrichtingen van zijn bestuuren hij begon ze met de zwaar rollen de woorden«Wanneer ik in dit voor uw Ex cellentie en mij zoo plechtige levensoogenblik mij niet bepaal tot een bloote kennisneming der be scheiden, die uw Excellentie tot het bestuur de zer gewesten roepen, maar omtrent deze koloni ën en mijn vijfjarig beheer harer belangen in eenige algemeene beschouwingen zal tredendan voldoe ik aan een gevoel van plicht dat voorzeker door uw Excellentie gewaardeerd zal worden.” Had de nieuw benoemde Gouver- neur-Generaal »de Excellentie,” zooals de Hr. Mijer getuigde«aan wie de koloniale aangele genheden zelfs te midden van geheel andere ambtsplichtennooit vreemd zijn gebleven” behoefte aan een «overzicht” van de Indische ge beurtenissen der laatste vijf jaar? En zoo dat ook al, vreemd genoeg, het geval mocht zijn, kon dan juist de Hr. Mijer zich geroepen ach ten, om de rol van geschied- of kroniekschrijver te vervullenhij die meer dan eenig ander voor den aard der gebeurtenissen welke vermeld moes ten worden aansprakelijk is En zoo men ook dienaangaande anders mocht denken dan wij, en de onpartijdigheid veilig mocht achten waar de eigenliefde haar bedreigt, zooals zij bij den Hr. Mijer onder het samenstellen van zijn «overzicht” bedreigd moeit worden dan zal men ons toch toegevendat het gekozen middel van voorlich ting geenszins het uitnemendste was, dat het ver- kiezelijk geweest zou zijn den Hr. Loudon bij diens aanvaarding van het bestuur de regeerings- verslagen over de jongste vijf jaren ter raadple ging aanlebieden De Hr. Mijer beweerde dat «plicht” hem tot spreken drong daaruit volgtóf dat zijn voor gangers, die niet met een Rede het bestuur ne- derlegden, in de oogen van den Hr. Mijer kwalijk hebben gehandeld, óf dat de Hr. Mijer in een exceptioneelen toestand verkeerde. Wij gelooven het laatste en denken aan zijn verhouding tot den Minister van Koloniën en tot de publieke opinie. Onzes inziens ontbreekt aan de meening, dat de afscheidsrede in haar strekking een pleit rede was niets anders dan de bekentenis van den redenaaren dat die confessie achterwege bleef, behoeft geen raadsel te zijn, wanneer men in staat en bereid is, aan de persoonlijkheid van den Hr. Mijer recht te doen wedervaren.” Terecht zegt Ref. dat bij gemis aan volledig heid zich het gebrek aan getrouwheid verbindt. Doch we vragen: kon Mijer anders Hij kon toch door volledig en oprecht te zijn zich zelven niet aan de kaak stellen Volkomen naar waarheid zegt Ref. «Inderdaad, elke poging om het vijfjarig bestuur van den Vrijdag jl. hadvolgens de Fr. Ct., te Leeu warden op de botermarkt een vermeldenswaardig voorval plaats. De inspecteur en een agent van politie onderzoeken de zwaarte der boter. Bij een braven boer wordt ze «gewogen maar te licht bevonden”; eene boterverkoopster wetendedat ook de hare te licht is, neemt een zoogenaamd pond, steekt er ter sluik een rijksdaalderin,doet het de keur ondergaanen ’t heeft natuurlijk meer dan de vereischte zwaarte. Een toeschou wer die ’t had opgemerktvolgt onmiddelijk de politiebeambten op, en zegt: «Vrouw! geef mij dat pond boter; ik zie ’t houdt goed gewicht.” De vrouw, hel ergste vreezendegeeft zwijgend het bewuste pond boteren ontvangt 14 stuivers. en WETHOUDERS van de gemeente SNEEK brengen ter kennis der Ingezetenendat, door den raad dezer gemeente, in zijne vergadering van den 2 dezer maand is vastgesteldhet aanvullingskohier van belasting op de binnen deze gemeente gehouden wordende honden, voor het jaar 1872 en dat het te be ginnen met den 4 Desember e. k.gedurende 8 dagen ter Secretarie alhier, voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Sneek den 3 December 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd I1AMERSTER DIJKSTRA. De Secretaris H. FENNEMA. Landvoogd Mijer te verheerlijken, heeft een fic tie tot uitgangspunt of een fictie tot doel. Kron kelwegen brachten hem naar den troon van Bui tenzorg en verwijderden hem van de achting zijnel medeburgers. Het blijvend vlottende zijner beginselen heeft die klove verdiept en verbreed.” Ten slotte worden aan van Bosse en Mijer de volgende niet malsche woorden toegevoegd «Tusschen Z. E. van Bosse en Z. E. Mijer kiezen wij geen partij maar ons dunkt toch de meening niet verwerpelijk dal iemand die als de Hr. van Bosse zijn beginselen weet te ver snijden voor elk kabinet waarin hem een porte feuille toelachtiemand als den Hr. Mijer geen andere vijandschap kan betoonen dan die uit het verspreidt over die eerlooze zaak nog meer licht, maar maakt haar ook nog treuriger. De ex-mi nister Delprat heeft in die zaak gebruik gemaakt van een request, geschreven en opgesteld door Mr. E. Scheidius te Arnhem (voor f 10), terwijl J. buiten staal was te denken of zelfs te besef fen wat er met hem of rondom hem omging. Hij schijnt het intusschen geteekend te hebben. Dat alles was den ex-minister D. bekend, althans moest hem bekend zijn, en desniettegenstaande beriep hij zich op dat ongeldig, intellectueel niet bestaande stukom den raad van eer (met per missie in ’t gelijk te stelten. Aan allen, die nader op de hoogte willen komen van militaire eer en wat het circumlocutie-kantoor alzoo uitvoert raden wij dit derde adres zeer ter lezing aan. Doch wat zal de Kamer doen De tegenwoordige titularis van ’t departement van eer heeft gezegd, gelijk een andere Jupiter op den Olympusdat de zaak nu uit was. Autos ephadus ’t zal wel waar zijn. Maar mag en zal de Kamer zich op die wijze laten afschepenen laten behandelen nog erger dan een kleine school-jongen door den ondermees ter Zal zij zich door stil te zitten een slag in het aangezicht laten geven Dat zou té erg zijnen niet alleen schande voor haar, maar voor alle kiezersgeen uitge zonderd. Duldt de Vertegenwoordiging zoo’n smaad, dan moeten de vertegenwoordigden toonen, dat zij meer en beter eergevoel bezitten, al is dat eer gevoel dan ook in lijnrechten strijd met de mi litaire eer. Wanneer men ’t denkbeeld kent, dat de minister van oorlog heeft over raden van eerdan weet men wat men van hem te verwachten heeft. Volgens hem wordt de rol dier raden door velen verkeerd opgevat. Om aan die verkeerde op vatting te gemoet te komen, geeft de Minister de volgende verklaring «Als een raad na de schuldigverklaring wegens bepaalde feiten advi seert tot ontslag, geschiedt dit niet alleen om die feilen, maar ook en zeker in de meeste gevallen wel voornamelijk om het karak terbeeld dat ieder Raadslid zich stilzwij gend vormt van den schuldigevan zijn gansche leven, van zijn handel en zijn wandel AL BLIJKT HIERVAN IN DE VERHOOREN NIETS. Die beoordeeling naast de feiten kan niet worden voorkomen. Ze is in ’t belang der eer van het leger en dit belang moeten de Raden van on derzoek vóór alles ter harte nemen. In zulke gevallen zijn de aangewezen feiten als de drup pels, die den vollen beker doen overloopen. Op zich zelven genomen zouden ze misschien in ’t gemoed der leden niet overwegend zijn, maar, beschouwd in verband met dat beeld, nemen ze geheel andere proportiën aan «Dit moge, zegt de Ministerrechterlijk ver keerd schijnen ’t is even onvermijdelijk als voor het leger heilzaam. Die schuilende be- oordeeling moge al van luttel invloed wezen op de schuldigverklaring, ze moet altoos zwaar we gen voor de laatste stemming die over het ontslag.” Hadden wij stem in de Kamer, wij zouden een vo tum van wantrouwen uitlokken en in allen gevalle tegen de begrooting van oorlog stemmen al ware ’t alleen om redenen builen haar gelegen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente SNEEK maken hiermede bekend dat in hunne vergadering van den 30 November jl. voorloopig is vastgesleld het aanvullings-kohier van den Hoofdelijken Omslag dezer gemeente, voor het jaar 1872, be treffende ingezetenen, die in den loop des jaars of na de opmaking van het primitief kohier in de gemeente zijn komen wonenen een eigen middel van bestaan of inkomsten van anderen aard, de som van 400 gulden te bovengaande hebben verkregen en dat gemeld kohier, te be ginnen met den 4 dezer maand, gedurende 14 dagen, ter Secretarie der gemeente voor een ie der ter inzage is nedergelegd. Sneek den 3 December 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 11AMERSTER DIJKSTRA. De Secretaris H. FENNEMA. Bij Koninklijk besluit is bepaald, dat te Wor- kum een postkantoar zal worden opgericht. Het tijdstip, waarop dat kantoor in werking zal ko men, wordt nader door den minister van finan- tien bepaald. SXEI ki n COURANT o I. O. Z8 'l 4 VRAAGSTUKKEN VAN DEN DAG DOOR C. E. VAN Resteren en anderen. (V n O' 's i De slotsom was dat de conclusie der commissie dat dispensatiën „vooruitloopende op de regeling van het hooger onderwijs niet meer behooren verleend te wor den met 33 tegen 32 stemmen is aangenomen. Morgen voortzetting van de behandeling van hoofdstuk Binnenlandsche Zaken. In de heden gehouden zittiug zijn eerst de algemeene beraadslagingen over het onderwijs in ’t algemeen gevoerd en daarna over het hooger en middelbaar onderwijs in ’t bijzonder De discussie over het laatste is nog niet afgeloopen. le >ema. auke, Ma- Koi- s, Ball a en irend le te De geheele zitting is heden besteed aan de discussie over de kwestie der dispensation van sommige bepalin gen der bestaande besluiten nopens het hooger ouder wijs. In de zitting van heden is de beraadslaging over de afdeeling onderwijs van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) voortgezet, en wel over bet middelbare onder wijs. De minister van binnenlandsche zaken verklaarde a., dat de bezwaren nopens den grooten omvang van het middelbaie onderwijs, in verband tot de uilgebreide programma’s van de eindexamens, onderzocht worden zoomede de wijze waarop daaraan zou kunnen worden tegemoet gekomen- De minister is tegen het doen vervallen van de burgerdagscholen met 3jarigen cursus. Hij verdedigde daarna breedvoerig de nieuwe post tot ondersteuning der oprichting van middelbare scholen voor meisjes alleen in die gemeenten die niet zelve geheel de kosten kunnen dragen. De heer Saayinaus Vader heeft een amendement voorgesleld om die post uit de begrooting te lichten. Na eene langdurige discussie is dat amendement ver worpen met 43 tegen 25 stemmen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1872 | | pagina 1