GEMEENTE EN MET ARRONDISSEMENT SNEEK. NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BEAD VOOR DE N. Reddingsbaken r B J N N E N L A N1). J I I I I I 1873. No. 13. A. C II T-E N-T W I N T I G S T E 12FEBRUARI. WOENSDAG Kennis e v i n e v i n ff, o mg. ialven tlust irdoor Drie Hoogescholen. K e n 11 i s f 5°. 6°. 7°. 8°. 3°. 4°. t l COl K AN SNEER] i espij a SES-Sl S8« I I. •aten I. I ge- lu. 2’. 10, a ister oende Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. De BURGEMEE'-TER der Gemeente SNEEK, Gelezen hebbende eene circulaire van den heer Commissaris des Konings in Friesland, d.d. 6 <r O (V en?e- uiddel Cis. kak- ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents» voor eiken regel daarboven 7 */2 Cents. Alle brieven en stukken de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. 1. Febr. 1 l/a <r D* jpij» [heid inten wor de ouders of voogden een plaats- Hoe meer het hooger onderwijs verspreid is hoe liever wij ’t hebben, maar de veelheid mag niet verkregen worden ten koste der volledigheid en der deugdelijkheid. Dat nu heelt in Nederland plaats’t geen wij zullen aantounen. In de debating-society Vooruitgang te Amster dam zuilen heden (Woensdag) avond verdedigd worden de navolgende stellingen »l. De houding van de pe s, het publiek en de regeermg tegenover M u 11 a l u 1 i is Mreurig. De Tweede Kamer zal, naar men meldt, den 25sten dezer hare werkzaamheden hervatten. Voordracht voor rechter te Arnhem mr. B. P. baron van Verschuer, substituut-griffier bij het provinciaal gerechtshof van Gelderland; mr. J. A. VVillinge Prins rechter te Sneek; mr. P. E. G. Gerlings, rechter plaatsv. en adv. te Arnhem. De door het aannemen der benoeming tot in specteur van het lager onderwijs in de provincie Utrecht door den heer A. Moens noodig gewor den verkiezing van een lid van de Tweede Ka mer in het hoofdkiesdislrikl Sneek, is door den Minister van Binnenlandsche Zaken bepaald op Dinsdag 25 Februari a. s.en de herstemming, zoo die noodig is, op Dinsdag 11 Maart daaraan volgende. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente SNEEK maken bekend, dat er De BURGEMEESTER van SNEEK Gevolg gevende aan het verzoek van den heer Landmeter bij het Kadaster, dd. 7 Februari 1873 no. S8 Maakt aan de ingezetenen bekend dat de lopmetingen voor het kadaster in de gemeente Sneek zullen worden verricht op den 13 Februari a. s. en, zoo noodig, volgende da gen. Sneek, 11 Februari 1873. De Burgemeester voornoemd HAMERSTER DIJKSTRA Februari 1873, 2e afd.t no. 139, Brengt ter kennis van der lotelingen voor de Militie, die vervanger verlangen te stellen dat voortaan voor lotelingen, wier aan te bie den nummerverwisselaar of plaatsvervanger niet mocht worden aangenomen, en die., krach tens art. 70 der Mililiewet, eene speciale vergun ning tol het stellen van een plaatsvervanger zul len aanvragen, niet dan bij volstrekte noodza kelijkheid een tijdelijk verlof bij hunne inlijving zal worden aangevraagd. Sneek, 11 Februari 1873. De. Burgemeester voornoemd HAMERSTER DIJKSTRA. Aan de Hagenpoort te Kampen gaven onlangs een paar aspirantgeneraals bewijzen van krijgs haftigheid. Na een zeer korte, maar niettemin heilige woordenwisseling 't spreekt van zelf, in echte soldatentaal deed een der helden een greep en trok zijn kling. Hij zou zeker zijn te genpartij overhoop gestoken hebben (indien de pieresteker daar ten minste geschikt voor is), zoo niet een derde gelukkig een vlugge uilval had ge daan en den aanvaller om zijn middel gegiepen had de armen daarbij insluitende, onder den uit roep »Mijn God wat wil je doen 1” Wy vragen moest men deze baldadige kinderen niet bij tijds, dat wil zeggen, eer er ongelukken ko men dergeajk speelgoed, waar ze kwaad mee kunuen, ontnemen (Telegraaf), In geen laud wellicht wordt meer geschermd met «Eendracht maakt Macht” dan in het onze, terwijl er moeielrjk een is aan te wijzenwaar die spreuk der «Vaderen" meer tot leugen is ge maakt. dan in Nederland, ook door de «Vaderen” zelf. Niet alleen bestaat er groole verdeeldheid tus- schen de ingezetenenmaar ook zaken, die ver- eenigd behooren te wezen zijn van elkaar ge scheiden van eenheden heeft men deelen ge maakt, in plaats van de deelen tot een geheel te vereenigen. Van bijna alle zaken, die er vatbaar voor zijn, kan dit gezegd worden, doch voor ditmaal zullen wij het aantoonen van de hoogescholen. Toen Nederland eenmaal van Spanje los was was het noodig, dat er eene Hollandsche hooge- school wierd opgericht, waar geneesheeren rec toren, predikanten, (vooral deze) rechtsgeleerden enz. gevormd konden worden. Men weet het, de eerste werd geopend te Lei den a° 1575 en wel als belooning voor het door slaan van ’t beleg. Evenwel had, ook zonder die moed en overwinning ergens in eene der provinciën wel eene hoogeschool moeten worden ingesteld wegens de bestaande noodzakelijkheid predikanten te vormen. De akademie te Leiden bestond trouwens slechts 11 jarenof ook te Franeker verrees er eene; in 1614 volgde Groningen; in 16o6 kwam eene andere te Utrecht. Binnen 62 jaar waren der halve 4 hoogescholen opgericht, behalve een athe naeum te Deventer in 1630 en een te Amster dam in 1632. Hadden de beide Hollanden Friesland, Gro ningenOverijssel hunne instellingen van hooger onderwijsook de Veluwe had de hare de aka demie te Harderwijk. In vervolg van tijd, doch zeer achter elkander, werden er meer opgeiichl; eigenlijk faculteits- scholen, zooals te Nijmegen voor de rechten te ’s Hei togenbosch voor de lederkunde, Middelburg en Rotteidam voor de geneeskunde terwijl het aan zoogenaamd illustre scholen zooals te Dord recht, niet ontbrak. Schrijft men dit alles alleen toe aan liefde voor de wetenschap, dan geeft men onzen voorouders te veel eerzoekt men de oorzaak daarentegen uitsluitend in naijver, dan oordeelt men even on juist Beiden waren oorzaak, doch er kwam nog eene derde bij de noodzakelijkheid. Te Leiden was wei een Statenschoolmaar Leiden ligt in Holland, en Holland was souve- rein in zijn e gen gebied, even als eik ander ge west in het zijne; en niet altijd waren de til provinciën hel met elkander eens. Daarbij kwam nog, dal Holland over allen den baas speelde en zich daarnaar gedroeg ook. Bij het ophouden van bel foederalisme en de tol standkoming der eenheid, zijn de meeste ge noemde inlichtingen verdwenen; meestal zyu zij j z.jde en op welke wijze hel bestieden werd! BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente SNEEK Voldoende aan de resolutie van den heer Com missaris des Konings in de provincie Friesland d. d. 4 Februari jl le afdeeling, no.246, bren gen door deze ter kennis van de ingezetenen dat, van den 6 Februari jl. tot nadere aan kondiging, de groote wegen in deze provincie zuilen zijn afgesloten voor rij-en voertuigen, wel ke, wat belreft de diligences en wagens met bree- de veilingen aan hunne raderen, (buiten en be halve de reizigers met hunne gewone bagage) niet zwaarder vrachten dan van vijfhonderd kilo gram gewicht zijn beladen; en, wat aangaat alle rij- en voertuigen, met smalle of gewone veilin gen, zwaardere vrachten hebben dan vier hon derd kilogram; en dat in allen geval niet anders dan liaifspoor zal mogen worden gereden, naar aanwijzmg van de op die wegen te vinden spoor- leiders, welke evenwel ’s nachts zullen zijn weg genomen; en dat de tolgaarders en andere be ambten van het bestuur der wegen zijn gemach tigd en gelast, voor de stipte naleving van deze bepalingen nauwkeurig zorg te dragen, Sneek den 7 Februari 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd HAMERSTER DIJKSTRA. De Secretaris II. FENNEMA. aanwezig zijn bij Rintje Tjerkstra bij den houtmolen van den heer Ter Horst; T. T. Bloksmapompmaker buiten het Hoogënd; A. Prins, timmerman aan de Prinsegracht Tjipke Ferwerda, grofsmid buiten de voor malige Noorderpoort R. Gilhuis, winkelier buiten de voormali ge Oosterpoort naast den timmerwinkel van wijlen den heer Uk. Woude Antoon de Jong, timmerman, achter Wil lem Molenaar. den Concierge der Hoogere Burgerschool, in den Olie-Molen van den heer Veen aan de Franeker vaart. Sneek, den 4 Februari 1873. HAMERSTER DIJKSTRA, Burg. H. FENNEMA Secretaris, een natuurlijken dood gestorvenwegkwijning ten gevolge van gebrek aan levenskrachten. De oorzaak van haar bestaan had opgehouden dus hielden zij zelve even noodzakelijk op als zij ontstaan waren. De toestand, waarin zij verkeerden, was langer onhoudbaar geworden. De wetenschappen waren in getal en ontwik keling toegenomen zij waren stil blijven staan doorgaans wegens gebrek aan middelen of ge mis aan energie. Trouwens, het getal inrichtingen voor hooger onderwijs in Nederland was veel te groot. In niet vele Staten bestaat zoo weinig gemeen schappelijk streven naar algemeen nut, als in Nederland. Ieder let bijna uitsluitend op zijn eigen belang en telt dat van een ander gering iels ten algemeenen nutte is dan ook bijna niet tot stand te brengen. Is er sprake van vermindering van dure en verkeerde instellingen, wier verbetering algemeen als noodzakelijk erkend isdan wordt een voor stel er toe algemeen toegejuichtmits niemand er geldelijk nadeel door lijdt. Bijv. de petitiën tegen de opheffing van eeuige hoven en later te gen de vermindering van rechtbanken en kan tongerechten. Geen der petitionementen bevatte iets tegen het voorstel als geheel, maar was alleen gericht tegen afschaffing op de plaats, waar deze petiti onarissen woonden. Men was volstrekt niet le gen het geheel, maar ieder was legen zeker deel zoo dat maar behouden bleef, dan was hel zoo goed als ’t maar kon. Zoo gaal het bij ons te lande met alles. Een verkeerd egoïsmeja niet zeiden afgunst, belet liet afschaffen van slechte en belemmert het in ’l leven brengen van goede dingen. Er wordt ten eenenmale samenwerking mist. Hetzelfde geldt van het behouden der drie aca demiën. Van opheffing der akademie te Leiden is nooit sprake geweestvroeger we! van die te Utrecht en later van die te Groningen. Men erkentvrij algemeen dat ééne hooge school voldoende zoude zijn en dat in allen ge valle ééne goede te verkiezen is boven diie on volledige. Maar men is zoo weinig vrijgevend, zóó zelf zuchtig, dat men, bijv, te Utrechteen minister van binnenlandsche zaken verdacht willende ma ken, hem hel plan tot hoogeschool-opheffing aan wreef, alhoewel men zeer goed wistdal hij er volstrekt niet aan dacht. Daar te zeggen, dat een minister zoo iets van plan is staat (de tijd in aanmerking genomen) genoegzaam gelijk, met in vorige eeuwen iemand te belichten van gemeenschap met den duivel te hebben. Met egoïsme en afgunst wordt gespeculeerd beiden woiden geëxploiteerd op aller lei manieren en in allerhande zaken. Men denke eens aan de legenweiking die nog onlangs het N. H Fii.sche Spoorwegplan heelt ondervondenen van welke

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 1