GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
hi
I
1873.
No. 21.
A. C H T-JE N-T WINTIG-STE J A A
WOENSDAG
12 MAART.
K
e n n i s
State n-G e n e r a a I.
De voorgestelde wijziging
van de Kieswet.
Bekendmaking.
g e v i n
Kennis
1
g e v i n g.
>0
4
4
4
7*
4
ein
WETHOUDERS
van
een
TWEEDE KAMER.
Zitting Vrijdag 7 MrG
wetsontwerp
liever zagen wij personeel, meubilair
t met en benevens de verbruiks-
eene op
Deze COUR AN I verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
There is something rotten in the State"
Shakespeare.
te
htg.
<r
rr
en
[Jn-
um.
ier-
i en
nan
z.
iel-
jm-
SNEEKER COURANT
In de Kamer is heden ingekomen een v.
tot wijziging der wet op de nationale militie.
tart
1/
/8
BURGEMEESTER en
de Gemeente SNEEK
Gelet op Artikelen 10, 34 en 35 der Wet van
den 4den Juli 1850 (Staatsblad no. 37), regelen
de het Kiesrecht enz.
Maken bij deze bekend, dat de lijsten, aanwij
zende de personen, die in deze Gemeente tot het
kiezen van Leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal de Provinciale Staten voor
Friesland, en van den Raad dezer Gemeente be
voegd zijn zijn herzien, en een exemplaar van
ieder der zelve gedurende veertien dagen van af
heden ter Secretarie dezer gemeente voor een
ieder ter inzage zijn nedergelegd en aan het Ge-
meente-huis aangeplakt.
Dat bij die herziening van de Lijsten zijn ge
schrapt
1. Van de Lijsten der bevoegden tot het kie
zen van Leden van de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal en de Provinciale Staten van Fries
land
A. P. Bloemen, H. Baanstra, S. van Braam
B. ten JCaleHaije G. Dijkstra, J. G. Eger, G.
Evertsz, A. U Faber, A. Groenhof, S. Groenhui
zen, L. Jaalsma, J. M. Kolff, H. Looijenga, G. Los,
W. van der Meulen, L. Meyer, F. Pabst, A. Sto-
neel zijn wij natuurlijk met hart en ziel, of nog
steld. De geringheid van dit getal bevestigt in- liever zagen wij personeel, meubilair en patent
tusscheu wat wij vroeger over grondwetsherzie- geheel afgeschaft
ning hebben in ’l midden gebrachtnamelijk j belasting en te gader vervangen door
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel daarboven ll/2 Gents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
15
10, a
t
ker. A. Veen, W. H. Visser, R. Vrolijk, W. S.
Wagenaar en F. de Wit.
2. Van de Lijst der bevoegden tot het kiezen
van Leden van den Gemeenteraad:
A. P. BloemenYke de BoerP. N. Boots
Jente BijlB. ten GateIJ. ten GateJan van
Druten, J. C. Eger, G Evertsz, J. Farx, A. Groen
hof, M. Hempenius, P. HedelR. A. Hoekstra,
G. Flink Joustra, J. M. Kolff, H. LooijengaG.
Manlingh W. van der MeulenM. Molenaar
Jacob OuëndagF. Pabst, P. Piebenga, P. S.
Poelstra, Jan E Reiding, J. van der SteeghP.
Tiggelaar, A. VeenFrans Veltman A. W. Ne-
nema, G. A. Visser, W. H. Visser, W. S. Wa
genaar, H. Westerhof en J, H. Wielinga die
daarop verkeerdelijk waren gebracht die een of
meer in de Kiezers gevorderde vereischten ver
loren hebben, of overleden zijn.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden
afgekondigd en aangeplakt.
Sneek, den 12 Maart 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
II. FENNEMA.
de inkomsten. Doch hoe de zoogenaamde volks
vertegenwoordiging daarover denkt, heeft hare
jammerlijke houding tegenover ’t voorstel Blussé
geleerd.
Van dien kant is weinig heil in het stuk van
belastingen te hopen.
Weer een ander wilde aan de Grondwet eene
uitlegging geven, steunende op het nuttigheidsbe
ginsel, doch niet op recht of waarheid. Hij stelde
namelijk voor onder directe belastingen ook te
verstaan de gemeentelijke.
Bij eene onbevangene lezing van art. 76 der
Grondwet kan iemand moeielijk aan eenige an
dere directe dan Rijksbelasting denken, zoowel om
den onderlingen samenhang, den aard der zaak
als om het onmiddelijk voorafgaande woord »Rijk.
Ging de bedoelde verklaring door, dan zou 't
van den gemeente-belasting-wetgever (den Ge
meenteraad) afhangen het aantal kiezers te ver-
grooten of te verkleinen. In de eene gemeente
is de directe belasting hoog, in de andere laag,
in enkele bestaat zij in ’t geheel niet.
De gemeentewetgever zou langs dezen weg
de burgerschapsrechtelijke bevoegdheid, wat de uit
oefening er van betreft, voor een groot deel kun
nen regelen
Tegen het voorstel van den minister waren de
meesten kwalijk gezind.
Echter heeft hij gedaan, wat hij met de Grond
wet in de hand vermocht.
Gaat ’s ministers voorstel door dan is er wei
nig verbeterd, en slechter wordt het ook niet.
Het kiezerswerk blijft in allen gevalle knoei
werk.
Wij voor ons achten de aanneming of ver
werping van het Wetsvoorstel dan ook van wei
nig belang.
Alleen Grondwetsherziening kan hulp verleenen
door verbetering aan te brengen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK maken door deze bekend, dat het door
hen voorloopig vastgestelde Kohier van den
Hoofdelijken Omslag dezer gemeente, voor het
dienstjaar 1873, gedurende den tijd van veertien
dagen, ingaande den 12en dezer maand, ter Se
cretarie voor een,ieder ter inzage zal zijn neder
gelegd.
Voorts wordt aan degenen, die bezwaren te
gen hunne aanslagen mochten hebben, herinnerd,
dat zij hunne op ongezegeld papier geschrevene
reclames, voor het verloop van den termijn der
visie, bij den Gemeenteraad behooren in te die
nen.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden
afgekondigd.
Sneek den 11 Maart 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
H. FENNEMA.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
gemeente SNEEKmaken bekenddat het aan
deel voor de Nationale Militie, dit jaar door deze
gemeente te leverenbedraagt een en dertig
man.
Sneek den 12 Maart 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
II. FENNEMA.
dat wij haar voor onmogelyk hielden met het
bestaande kamerpersoneel.
Er heerscht in den politieken toestand van Ne-
land geen malaiseer heerscht erger, verrotting
en die verrotting heet: leugen.
Multatuli heeft het naar waarheid aldus uit
gedrukt.
Zooals men zich herinneren zal, wil de minister
den census tot het minimum van ƒ20 brengen,
met uitzondering van in eenige groote gemeenten
(steden), waar hij hooger zou zijn, zelfs 50
zooals te Amsterdam.
Indien de census een kwaad isdan is zeker
vermindering van dat kwaad goed te keuren.
Daaruit verklaren wij dan ookdat enkele le
den overal het minimum wilden ingevoerd heb
ben, ten einde meer en meer tot een algemeen
stemrecht te naderen, ja dit, als het warevoor
te bereiden.
Het in het midden latende, of hun advies op
zich zelf beschouwd den toets van doelmatigheid
kan doorstaan, merken wij op, dat de Grond
wet uitdrukkelijk verschil van census voorschrijft.
Art. 76 luidt, post al.«betalende in de directe
belastingen eene som die, overeenkomstig met
de plaatselijke gesteldheid, doch niet beneden het
bedrag van 20 noch boven dat van 160 in
de kieswet zal worden vereischt,”
Dat is, dunkt ons, duidelijk.
Het advies der universeel-minimum voorstan
ders is derhalve in strijd met de Grondwet en
van moddergeest niet geheel vrij te pleiten.
Andere leden wilden voor capaciteiten een al-
gemeenen minimum census invoeren en hem voor
’l overige laten gelijk hij is.
Dus een tweeledige census met schennis der
Grondwet 1
Want de Grondwet kent in zake van verkie
zingen geen capaciteiten, maar alleen directe be
lasting betalersnog minder kent zij een census
verschillende in dezelfde plaats naar mate de be
taler min of meer ontwikkeld is.
Wie zulk een voorstel doet, moet al slecht op
de hoogte zijn van den inhoud der Grondwet;
wij spreken niet eens van haren geest of van al-
gemeene kennis van Staatsrecht.
Dat een lid der Kamer zoo iets heeft kunnen
voorstellen, is een nieuw bewijs voor de slechte
wijze waarop zij wordt samengesteld.
Zulke voorstellen toch mag men niet verwach
ten, zelfs niet van leden, die maar zeer gewoon
ontwikkeld zijn.
Een ander wilde den aanslag in het personeel,
dien de hoofdbewoner betaalt, splitsen onder de
medebewoners, ten einde daardoor meerdere kie
zers te verkrijgen.
Met het oog daarop verlangde hij herziening
der Wet op het personeel.
Daargelaten de uitvoerbaarheid van dat middel,
zijn wij van oordeeldat het aantal kiezers er
weinig grooter door zou worden.
Voor eene herziening der Wet op het perso-
Niet uit gebrek aan belangstelling in de wijze
waarop en door wie de zoogenaamde volksver
tegenwoordigers worden gekozen, hebben wij tot
nog toe gezwegen over de voorgestelde verlaging
van den census, maar omdat wij reeds meerma
len deze zoo belangrijke zaak besproken hebben
en onze meening des aangaande dus als bekend
mag gerekend worden.
Dat de Tweede Kamer niet goed is samenge
steld, en dat de oorzaak van het kwaad voor het
grootste gedeelte in de Kieswet te zoeken is,
wordt zoo algemeen erkend dat de leden dier
Kamer, althans eenigen er van, het hebben be
aamd.
Bij het onderzoek der voorgestelde wijziging
is in de afdeelingen dan ook de meening uitge
drukt dat de minister van binnenlandsche zaken
van oordeel is, dat met eene Tweede Kamer, sa
mengesteld volgens de beslaande Wetgeen
groote maatregelen tot stand kunnen gebracht
worden.
Is dat werkelijk het motief des ministers ge
weest bij het indienen zyner wijzigingswet, dan
heeft hij niets anders gedaan dan een bestaand
feit erkennen.
De geschiedenis van onze vertegenwoordiging
is een doorloopend bewijs van dat feit.
In de afdeelingen zijn enkele leden der Kamer
er dan ook rond voor uitgekornen, dat er in den
politieken toestand van Nederland malaise (lees
walging en afkeer) heerscht.
Men is hel geknoei' moedede toestand is on
houdbaar.
Het wegblijven der kiezers van de stembus is
in zeker opzicht een gevolg dier malaise.
Indien er toch niets of niets goeds door de
Kamer tot stand kan gebracht worden, dan ver
dwijnt langzamerhand alle belangstelling in hare
samenstelling en acht men den tijd aan de stem
bus doorgebracht als nutteloos en verloren.
Wat helpt het in een modderpoel wat helder
water te brengen!
Hoewel niet met zoovele woorden uilgedrukt,
hebben enkele leden die waarheid niet voorbij
gezien, maar haar wel degelijk in het oog ge
houden, toen zij verklaarden ten aanzien van de
kieswetgeving legen eene Grondwetherziening niet
te zullen opzien.
Dat noemen wij de koe bij de horens pakken,
den vinger op de wond leggen.
De kieswetgever is gebonden aan de Grond
wet, die districten voorschrijft met directe be-
lasting-betaling.
Ongelukkig is het getal van deze leden zeer
gering en dat kan ook niet anders, als wij in
aanmerking nemen, hoe de kamer is samenge-
De geringheid van dit getal bevestigt in-
over j