NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BUAD VOOR DE
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
1873
No. 32
A. C II T-E N-T W I N T I G- S T E J
ZATERDAG
Directe Gemeentebelasting.
Kennisgevin
VERGADERING
van den Gemeente-raad van Sneek,
op Maandag den 21 April 1873,
des voormiddags 10 uur.
PUNTEN TER BEHANDELING.
0.
)0
onveranderlijke per-
ur
II.
vervoer
8,
*7.
van
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7*/a Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
voor
en
264
ren
<r
jr
te
78
n,
Idem van dezelfden omtrent de door den
schuttersraad gedane aanvraag om grond voor den
aanleg eener schietbaan.
18. Ontwerp-verordening omtrent het
van lijders aan besmettelijke ziekten.
19. Ingekomen stukken.
Den hoofdelijken omslag te heffen naar huur
waarde, is in strijd met het begrip en de bedoe
ling der belasting welke ingevoerd is niet om
maar geld te krijgen, maar op dat ieder betale,
wat hij kandus om billijkheid in het opbren
gen der middelen te brengen.
De hoofdelijke omslag of inkomsten belasting j
heeft een democratisch karakter en is in ons land
zeer oud, althans ten platte lande, waar zij, be
halve in het noorden, regel was, al diende zij
dan ook niet als eenige of voornaamste belasting.
Bijna overal werd het onderwijs er uit betaald.
Daarom stond zij wel eens bekend onder den
naam van schoolomslag en werd door hen die
geen kinderen, hadden onbillijk geachtdoch zij
verwarden den aard met den naam der zaak.
Op vele plaatsen evenwel was zij van groote-
ren omvang.
Langzamerhand is zij vervangen door het ac
cijnsstelsel en de opcenten.
Hoofdelijke omslag is bijna de eenige belasting,
die billijk kan heeten, doch van de wijze van
heffing hangt veel af. Deze kan zoo geschieden,
dat zij hatelijk wordt.
Vooreerst moet zij billijk en waar zijndus
behoort de omslag te geschieden naar iemands
inkomen. Wij zouden de belastingschuldigen
zelf hun inkomen willen doen opgeven, even als
zulks geschiedt met ’s rijks directe belastingen.
Daartegen valt niets te zeggen. Zij, die legen
die wijze van handelen ijveren, weten zelf zeer
goed, dat ’t geen ze zeggen, niet waar is. Zij
zijn er tegen, omdat, zoo de omslag in overeen
stemming met de waarheid geschiedde, zij veel
meer zouden moeten betalen.
Zij vergeten echterdat ’t geen zij thans te
weinig opbrengen, door een ander moet gegeven
wordendat een ander dus in hunne plaats be
talen moet.
In hoeverre dat met de eerste eischen van ge
wone eerlijkheid over een te brengen isbeslis-
se ieder voor zich zelven.
Hel omslaan is niet goed.
Wat daar het gevolg van zijn kan, daarvan kun
nen vreemde voorbeelden worden bijgebracht.
Ons is eene gemeente bekend, waar iemands
inkomen begroot is op driemaal zoo veel als hij
in ’s rijks directe belastingen betaaltwaar het
inkomen van een millionair tot op een vijfde van
zijne ware grootte is gebracht.
Meestal worden bij het omslaande vrienden,
zij die rijk zijn en de macht hebben schro
melijk en grovelijk begunstigd; vooral in kleine
gemeenten heeft dat plaats.
Wel is waar, beveelt de Gemeentewet in art.
en 265, dat gedurende 14 dagen de kohie-
van aanslag alvorens zij vaslgesteld wor
den, voor een ieder ter inzage moeten liggen en
dat hy tegen zijn aanslag kan in verzet komen
bij Gedeputeerde Staten; doch wal helpt hem dat,
bijv, voor 1 kind 10 voor 2 15 voor 3
18 voor 4 20 doch nooit meer dan een
zeker tantum, bijv. 25%.
Dit voor het geval van
centen.
Bij progessieve heffing doet de zaak zich eenigs-
zins anders voor. De billijkheid vordert, dat de
vader met 5 kinderen, die 2000 inkomen heeft
en daardoor in eene klasse zou vallen, waarin
hij 6 moet betalen, niet behandeld wordt als
de ongehuwde die even zooveel heeft.
Men rekene 4 of 5 kinderen voor een huishou
den en belaste den vader tweemaal in de 1000
guldens klasse.
Doet men anders, dan handelt men verkeerd
en brengt het progressie-systeem in miscrediet
terwijl men het doel er van niet begrijpt, althans
niet in praktijk brengt.
Wij staan het progressief heffen voorom
daardoor billijke verdeeling van druk te krijgen,
geenszins om de belasting productief, en het aller
minst om haar uiterst onrechtvaardig en ongelijk
drukkend te maken.
1873/74, zal plaats hebben in de maand Mei de
zes jaars, en wel op den 13en dier maanden
dat, met de weder inzameling daarvan, acht da
gen daarna een aanvang zal worden gemaakt
2°. dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd de
patentplichtigen, vermeld onder no. 3740 van
tabel 14 der wet vsn 21 Mei 1819 (staatsblad
no. 34), zijnde slijters in wijnen, dranken en li
keuren in ’t klein, tappers, kroeghouders en kof
fiehuishouders aan welke door de Ontvangers
dadelijk na den ingang van het dienstjaar, dat
is op den Isten Mei aanstaande, een declaratoir
i zal worden bezorgd hetwelk, na verloop van drie
dagen, van hen weder zal worden afgehaald
3°. dat degenen, weike bij het aanbieden of
bezorgen der billetten of verklaringen, ot ook by
het terughalen er van mochten zijn voorbijgegaan
of overgeslagen, zich in geen geval op zoodanig
verzuim mogen beroepen, maar integenbeei ge
houden zijn, de vereischle en behoorlijk ingevul
de verklaringen, vóór of uiterlijk op den 31 Mei
e. k., in te dienen ten kantore der Ontvangers,
alwaar de billetten ter invulling verkrijgbaar zul
len zijn
4°. dat de patentplichtigen van de tabellen 7
en 16 (zijnde kramers vreemde kooplieden en
schippers of gezagvoerders van vaartuigen) zoo
mede de debitanten van loterij-briefjes, voor zoo
veel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefe
nen, ter bekoming van patent, aangifte behooren
te doen bij de hoofden der plaatselijke besturen
s en voor de expira-
voor de ophaling der gewo-
pa'ent bepaald
als hij niet mag aantoonen, dat de kohieren ten
aanzien van anderen onwaarheid bevatten.
Gesteld eens bijvoorbeeld, dat in eene gemeente
20,000 gulden moet worden omgeslagen, en dat,
om tot die som te geraken, 5% van het inko
men wordt geheven.
A heeft ƒ1000 inkomen en is daarop gesteld,
bij betaalt dus 50 gulden en heeft voor zich zel
ven niet te klagen; maar zijn buurman B. be
taalt /1000, naar een inkomen van ƒ20,000,
terwijl hij het twintigvoud er van heeft.
A. mag toezien en heeft niets te zeggen.
Dat is verkeerd.
Bij eigen aangifte zou zoo iets zeer zeker niet
in zulk eene mate kunnen geschieden.
De praktijk heeft er wel een middel op uitge
vonden, doch ’t wordt zelden aangewend.
Het bestaat in het drukken en ronddeelen der
omslagskohieren. zooals dat geschiedt op ’t Bildt,
in Veendam en wellicht elders. Nogtans zou
dit middel niet overal gunstig werken, en zeer
zeker niet tegen ieder te laag aangeslagene.
Een eerste vereischte voor een goeden omslag
is waarheid.
Het verdeelen van aangeslagenen in klassen
iso. i. zeer aan te bevelen.
Naarmate men in eene hoogere klasse staat
betaalt men hooger percenten.
Bijvoorbeeld: 5800 1 81000 ll/a;
101200 1% enz.
Bij deurenvenster- en schoorsteenen-geld
brengt de Staat immers hetzelfde in praktijk
om van andere artikelen niet te spreken.
De belasting zij dus progressief.
Wel is waar heeft men langs een omweg eeni-
germate hetzelfde bereikt, door bijv, van de som
waarover de aanslag loopt zooveel af te trekken
als vrij is zoodat bij eene onbelastbaarheid van
400, iemand die er 500 heeft slechts van 1 be
taalt doch die wijze is niet goed zij riekt te
zeer naar knoeien. Daarenboven is zij niet bil
lijk. Wij zullen het bewijzen. Iemand, die 500
inkomen heeft betaalt van 1 800 van 41600
van 12, 4400 van 4000. Wij krijgen dan deze
verhouding 1: 5 4: 8 12: 16 40 44
enz de onjuistheid er van springt dadelijk
in ’t oog. Deze regeling drukt te zeer op de
kleine inkomenswant wie 800 heeft betaalt
viermaal zooveel als iemand, die ƒ500 heeft, ter
wijl hij waarschijnlijk van zijn 800 minder goed
rondkomen kandan de ander met zijn 500.
Het aftrek-sysleem steunl op fictie en is reeds
daardoor te veroordeelen.
/Geen fictie, maar waarheid; ook in belasting
wetten I
Gewoonlijk wordt er korting toegestaan
ieder kind; maar in den regel is zij gering
dus van geen beteekenis, of, is zij hoog, dan
kan zij hoogst nadeelig zijn.
Wij relateren een feitin zekere plaats
ons land bedraagt de korting voor ieder kind
10 In diezelfde plaats woont iemand
die aangeslagen is op een inkomen van twee
ton, d. i. a 5 10.000doch hij betaalt niets,
want hij heeft elf kinderen.
Wil men korting, dat zij dan eene dalende zij
aan de plaatselijke secretarie
tie van den termijn,
ne declaratoiren van
5°. dat, voor de onder ten 4en gemelde pa-
tenlschuldigenop vertoon van de Kwitantie van
de betaalde rechten uitgezonderd degenen dte
hun aanslag bij termijnen kunnen betalen aan
welke zonder vertoon van kwitantie bet patent
kan worden afgegeven, de patenten dadelijk ver
krijgbaar zijnwordende de patentplichtigen ver
meid onder no. 37—40 van tabel 13 bij deze
tevens opmerkzaam gemaaktdat het patent
overeenkomstig art. 2 der wet van den 24 April
1843 (staatsblad no. 16), niet aan hen mag wor
den afgegeven dan nadat zij de helit van hun
nen aanslag voor het dienstjaar hebben betaald
en het verschuldigde van liet voorafgaande jaar
ten volle zal zyn aangezuiverdterwijl zij boven
dien wanneer zij in gebreke blijven, de paten
ten af te balenteiken reizedat zij de ver
eischte patenten of afschriften van dien aan de
bevoegde ambtenaren niet kunnen vei toonen, vol
gens art. 32 1 der wet van 21 Mei 1819, ver
vallen in eene boete van 15.
6°. Dat, ingevolge art. 29 2 der wet op het
personeel, van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4),
tot tegenschatters dezer Gemeente zyn benoemd:
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van hel besluit tot heffing van rech
ten voor het gebruik der wateren, kaden en wal
len.
17.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
Gemeente SNEEK brengen, bij deze, ter kennis
van de Ingezetenen
1°. Dat de uitreiking der billetten en decla
ratoiren voor de beschrijving van de personele
belasting en het patentrecht, over het dienstjaar
1. Resumtie der notulen.
2. Verslag van den toestand der Gemeente
over 1872.
3. Proces-verbaal van verificatie der Gemeen
tekas.
4. Bericht van den heer J. H. Smits, dat hij,
wegens verandering van woonplaats, heeft opge
houden raadslid te zijn.
5. Berichten van de heeren H. Fennema Jr.
en Ale Visser dat de benoemingen tot Verslag
gever van ’s Raadshandelingen en len Hulponder
wijzer in de Tusschenschool door hen respecti-
velijk zijn aangenomen.
6. Goedkeuring van heeren Gedeputeerde Sta
ten op het kohier der Hondenbelasting, dienst
1873.
7. Adressen van de heeren J. D. Bouma c. s.
en den heer R. Nieveen, betrekkelijk het gebruik
der bleekjes aan het Baltusstreekje (aangehou
den).
8. Adressen van H. Putto, W. de Vries en
E. van Minnen, om vergunningen tot voortdurend
gebruik van publieken gemeente-grond.
9. Adres van drie Agenten van Politie le
klasse, om verhooging hunner jaarwedden.
10. Idem van de Agenten van Politie 2e klas
se, van dezelfde strekking.
11. Idem van D. Zylstra, om herbenoemd te
worden als Besteller bij de beurtschepen.
12. Af- en overschrijving op de Gemeente-
begrooting, dienst 1872*
13. Voorstel tol verhooging van het defroie-
ment der Plaatselijke Schoolcommissie.
14. Rapport omtrent de rekeningen der in
1872 bij de Ambtenaren van den Burgerlijken
Stand en den Secretaris ontvangene leges en rech
ten.
15. Voorstel van den heer J. ten Gate, tot
het verleenen eener gratificatie aan mej. Wed.
Bleeker, als schadeloosstelling voor eene verjaar
de schuld.
NEEK
J
in
I
I
in
rit
u-
le
as
er