UEMKENTE EN HET ABKÜMHSSEMEM SNEER. NIEUWS- EN ADVERTENT1E-RIAD VOOR DE I as 1873. No. 46. 1 JUNI. ZATERDAG '4 iini!!iiiiiiiiiiiiiinnrmïii VERGADERING van den Gemeente-raad van Sneek op Maandag den 9 Juni 18 73, ’s voormiddags 10 uur. Kennis e v i n ff, o 4- !1E SNEEKER COURANT tie iiiiiafca>dAia»iSEr.' 00 ni. NATIONALE MILITIE. op deze wijze ook afgezien en deze ook aankoopen zagen zich b Deze CO UR A A’ T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. )0; óe te Ypecolsga. te Woudeend. 18, ir- O' n k, 27 an iet ta. en 10 an, ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. m- ;en er maar één onderzoek in het jaar wordt gehou den, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat de strafbepalingen van art. 144 der wet strengelijk zullen worden toegepast op de zoodanigendie zonder geldige reden niet verschijnen en dat zoo danige verlofgangers, die zich in eene andere ge meente gaan vestigen, de verplichting wordt voor gehouden welke aan hen bij art. 134 der wet is opgelegd. Sneek den 30 Mei 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd HAMERSTER DIJKSTRA. De Secretaris, H. FENNEMA. Op den 21 Mei jl. heeft Mr. S. Wijbenga het volgende gezegd Mijnbeer de Voorzitter, na hetgeen reeds door andere sprekers in het midden is gebragt zal ik er slechts een paar woorden bijvoegen. Wan neer eene Regering meent maatregelen te moe ten nemen van wijden omvang en zeer kostbaren aard, teneinde het gevaar waardoor een voorna me tak van volkswelvaart en volksbestaan wordt bedreigd, weerstand te bieden en te voorkomen, dan moet er in de eerste plaats van een vast be ginsel worden uitgegaan dan moet men weten wat men wil. Is dat nu het geval geweest met het oog op de maatregelen die de Regering ten opzigte van de alom heerschende besmettelijke longziekte in onderscheidene provinciën heeft genomen Ik ge loof het niet. Het stelsel dal jaren lang is gevolgd om het door longziekte aangetaste vee af te maken, heeft men gedeeltelijk verlaten. Men heeft daarente gen groote verwachtingen gekoesterd van de in enting dier ziekte en dit voorbehoedmiddel op groote schaal willen toepassen en bevorderen Ik zal mij niet vermeten een oordeel te vellen over het meer of minder gunstig of afdoend resultaat dat deze kunstbewerking heeft opgeleverd. De kundrgste veeartsen verschillen daarover in denk wijze. Niet allen erkennen de deugdelijkheid van het middel. Ten einde op krachtige wijze tot voorkoming van de longziekte te handelenwerd aan eiken veehouder op wiens stal de longziekte uitbrak het alternatief gesteld om binnen acht dagen tot de inenting van alle zijne runderen over te gaan of, wilde men dit nietzich al het veeziek en verdacht, te doen onteigenen tot afmaking. Het lag eenigzins in den aard der zaak dat die maat regel, nimmer, althans niet spoedig zou leiden tot eene algemeene toepassing van de inenting. Immers in Friesland waar de veehouders niet zeer ingenomen zijn met deze kunstbewerking verkozen ze allen de geheeie afmaking in plaats van inenting. Men had daarenboven nog te meer bezwaar tegen deze kunstbewerking in een tijd waarin reeds in vele stallen de longziekte woed de en de vrees bestond dat inentingte midden van een besmetten kringeensdeels verkeerde uitwerking zou hebbenanderdeels, wanneer het ingeente vee al behoed werd voor sterventoch gevaar liep van verminking bijv, van staart of eenig ander ligchaamsdeelwaardoor het rund in aanzien verloor en voor den handel ongeschikt werd. Er stond daarenboven nog iets anders aan de bevordering der inenting in den weg. De keus toch tusschen inenting of afmaking was bij geen landbouwer twijfelachtighij koos het laatste: vooreerst omdat hij bij onteigening natuurlijk met den hoogsten marktprijs werd be taald en na verloop van drie weken een nieuw beslag vee kon aankoopen en zich in zijn bedrijf vry bewegenterwijl bij afmaking telkens van een aangetast rund en dien ten gevolge verdacht- verklaring van het overige op dien stal zich be vindend vee, een landbouwer niet eerder ontsla- -éiniiiniiumijiliiiwiHiiii PUNTEN TER BEHANDELING. 1. Resumtie der notulen. 2. Brief van den heer H. Cannegieter HGz. berichtende de aanneming zijner herbenoeming tot Directeur van hel Slads-werkhuis. 3. Besluit van den Gemeenteraad van Rau- werderhem, tot wijziging der vrachttarieven voor de beurlveren van Sneek op eenige dorpen in die gemeente. 4. Brief van den Hoofdonc’erwijzer der Tus- schenschool, aangevende de noodzakelijkheid der vermeerdering van zijn hulppersoneel, en omtrent gebrek aan ruimte in hel gebouw dier school. 5. Adres van de Sneeker vereeniging tot be strijding van het schoolverzuim, om de school gelden van schipperskinderen bij kortere termij nen te doen invorderen. 6. Af- en overschrijvingen op de gemeeute- begrooting, dienst 1872. 7. Onlwerp-verordening regelende den werk kring der Commissie van beheer over de Aschbell. 8. Voorstellen van de Commissie aangaande de exploitatie der faecale stoffen. 9. Voorstel van Burg, en Weth. tol wijziging van eenige artikelen der Algemeene Politie-ver- ordening. 10. Benoeming van stemopnemers ter ver kiezing van 2 leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. 11. Mededeeling van ingekomen stukken. J. A. Pot W. A. Pot, IJ. J. Kampen Th. Aukes S. A. de Boerte Indijk. A. P. Nauta J. J. Tromp A. D Osinga J. J. de Vries Wij zijn verzocht onderstaanden brief van Mr. S. Wijbenga en het door ZEd op den 21 en Mei 11. in de 2de Kamer der Staten-Generaal ge sprokene, in onze courant op te nemen als ant woord op eene advertentie van kiezers te Wouds- end, Ypecolsga en andere dorpen in Wijmbrit- seradeel, geplaatst in het Bijvoegsel der Leeuwar der Courant van Dinsdag 3 Juni 1.1. no, 66. Copy. Den Heeren J. M. Schoutema, D. L. Tromp M. D. Eerdmans D. A. Osinga BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente SNEEK Gelet op het besluit van den heer Commissaris des Konings dezer Provincie van den 23 Mei 1873, 2 afd. no. 484 brengendoor dezeter kennis van de belanghebbenden dat het onderzoek over de verlofgangers van de militie te land in deze Gemeente zal plaats hebben op Dinsdag den 17den Juni e. k.des voormiddags ten 10 urevoor het gemeentehuis. Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te nemen de Miliciens-Verlofgangers van de vier oudste lichtingen, voor zoo ver zij vóór den Isten April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld. Dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschijnen in uniform gekleeden voorzien van de kleeding en uitrustingstukken hem bij zyn vertrek met verlof medegegeven van zijn zak boekje en van zijn verlofpas. Dalbehoudens het bepaalde in art. 130 dier wet, een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger 1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het onderzoek verschijnt 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel dige redenen, niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen. 3°. wiens kleeding of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden be vonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander toebehoorendeals de zijne vertoont. Aan de verlofgangers wordt herinnerd dat, nu en wanneer ge dan in het officieele Bijblad, houdende de noordelijke beraadslagingen van de ide kamergelezen hadt het door mij op 21 Mei ll. gesprokene bij gelegen heid van de behandeling van de door ulieden bedoelde Wet, dan zeker zoudt ge u zelven hebben behoed voor het publiceren van onjuistheden, zooals die in uwe ad vertentie van 3 Junij 11 voorkomen, en die ik ulieden met bescheidenheid in bedenking geef ook weder in het openbaar te herroepen. Ik ben met achting Ulieder Dv, Dienaar (get.) S. W IJ B E N G A. B. K. Okma, L. P. Nauta J. D. Osinga J. P. van Gosliga, D. A. Douma, te Smallebrugge S. A. Douma te Teroele Sneek, den 6 Junij 1873. Mijne Heeren Wanneer gijlieden redenen hebt om mijne Kandida tuur voor het lidmaatschap van de 2e Kamer der Sta ten Generaal voor het Hoofd-Kiesdistrict Sneek niet te on dersteunen en dddrin tevens aanleiding vindt om ook aan Uwe medekiezers in het openbaar afteraden hunne Stemmen op mij uit te brengen, dan zeker maakt gijlieden ddardoor een, ook door mij zeer gewaardeerd, gebruik van Uwe Staatsrechtelijke bevoegdheid. Maar dan ook zijt ge in de eerste plaats verplicht te zorgen dat de daadzaken waarop ge u beroept zich ken merken door juistheid en waarheid. Het tegendeel moet gezegd worden van den inhoud uwer Advertentie in het Bijvoegsel der Leeuwarder Cou rant van Dingsdag 3 Junij 11. no. 66. Er worden mij in dat, aan Uwe mede-kiezers gericht, stuk, woorden in den mond gelegddie ik nimmer heb gesproken en die ook in strijd zijn met mijn gevoelen omtrent het stelsel van afmaken van door longziekte aan getaste en verdachte runderen. Bovendien, bij de door ulieden bedoelde beraadslaging in de 2de kamer der Staten-Generaal over het wetsont werp tot aanvrage eener verhooging van 300.000 van het 5de Hoofdstuk der Slaatsbegrooting voor 1873, kon geen sprake zijn van afmaking van zieke en verdachte runderen omdat van dien maatregel reeds vroeger door het Gouvernement voor goed was niet weer zal plaats hebben. De aanvrage van bovengenoemde som werd gevorderd tot versterking van den post der gewone uitgaven tot vergoeding van de helft der waarde enz. van wegens longziekte gedoodde runderen, zoo als dit reeds sedert vele jaren (en zeker niet ten nadeele van de veehouders) plaats vindt. Wilt ge dus mijne Kandidatuur voor het lidmaatschap der 2de kamer, ook in openbare geschriften of couranten, bestrijden, doet het dau op eerlijke en op waarheid rus tende gronden. Meent gijlieden mijne houding als lid der 2de kamer in het openbaar te moeten veroordeclen, verzekert u dan vóóraf van de feiten waarop zoodanige afkeuring rust gen werd van de wettelijke verpligling van af zondering en andere voor zijn bedrijf zeer be lemmerende bepalingen, dan na verloop van drie maanden na het laatste ziektegeval. Wat is toen gebeurd? De Minister heeft het al ternatief Van inenting of afmaking ingetrokken, en is bij het ontstaan der longziekte in een stal, waar ze vroeger, althans binnen de laatst verloo- pen drie maanden, niet heerschte, de afmaking van ziek en verdacht vee toegepast, althans inde provinciën Friesland en Groningen Inderdaad een zeer ingrijpende en kostbare maatregel 1 In êéne gemeente toch werd van at 14 January tot 4 April dezes jaars bijna /92.000 schadeloosstel ling «oor afgemaakte runderen betaald waar te genover stond eene som van iets meer dan /30 600 als opbrengst van hiervan verkocht vleescli, hui den enz. Na gedurende drie maanden te zijn loegepast heeft men ook weder van de afmaking van ziek en verdacht vee afgezien de maatregel schijnt niet afdoende te zijn, heeft niet aan de verwach ting beantwoord en de Staat heeft zich onnoodig groote geldelijke opofferingen getroost. De vroe gere wijze van handelen wordt thans weder ge volgd alléén het aangetast rund wordt afge maakt en daarvoor de helft van de waarde ver goed. De vraag zou evenwel kunnen gedaan worden of de maatregel, om bij hel uitbreken der long ziekte in eenen stalzieke en verdachte runde ren af te maken en de pogingen om daardoor op afdoende wijze de verspreiding der besmet ting te onderdrukken, is toegepast en aangewend in dien omvang en met zoodanige kracht dat daarvan een gelukkig succès was te wachten Ik geloof liet niet. Wanneer de Regering eenig vertrouwen stelde in den zeer forschen en kostbaren maatregel, se dert 14 January in het leven geroepen waarom heeft zij die dan ook niet toegepist op de stal len, waar sedert weken de longziekte heerschte welke in verdachten toestand verkeerden doch waar men zich enkel lot afmaking van het aan getaste rund bepaalde en de overige verdachte koeijen liet doorzieken, en dus de gelegenheid liet bestaan om de besmetting te doen verspreiden op zoo velerlei wijzen, die door de bekende zorge loosheid en onvoorzigtigheid van vele landbou wers niet te voorkomen zijn 1 Ziedaar, naar mijn bescheiden oordeel, de half heid en bekrompenheid in de uitvoering van den overigens zóó rigoureusen maatregel. Had men op gronden van wetenschap en ervaring de vaste overtuiging, dat de afmaking van door 'longziekte aangetaste en verdachte runderen de kwaal in het hart aantastte en zou doen verdwijnen dan had men dit middel ook moeten toepassen op die stallen, waar de longziekte al sedert eenige weken voortwoedde en de kiem deed behouden van verdere verspreiding. Daarenboven handelde men op deze wijze ook zeer wederregtelijk ten opzigte van die landbou wers, m wier stallen men liet doorzieken; ook deze konden aanspraak maken om behandeld te worden even als hunne burenzij verkeerden immers in hetzelfde geval. Bij die buren werd al het vee ziek en ver dacht, afgemaakt, en tot den hoogsten marktprijs dadelijk betaald; na drie weken konden deze weder een nieuw beslag vee aankoopen en op stallen en waren in hun bedrijf en handel weder geheel vrij. Niet alzoo de veehouders in wier stallen men liet doorzieken; deze moesten zich te vreden stellen met de ontvangst van de helft der waarde van een afgemaakt rund en zagen zich na het laatste ziektegeval dat. in hun stal had plaats gehad, nog drie maanden lang in hun be drijf en handel belemmerd door de bestaande wet telijke bepalingen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 1