Bill TENLA N D. De sleep van de prinses van M o n t p e n s i e r. FEUIL1ETOI. Bui see KERKr ACADEMIE- en SCH00LN1EUWS. I OVERZICHT. den drenke- III. Z. M. heeft benoemddr. J. A> Wijnne rec tor aan het gymnasium te Groningen, tot hoog- leeraar in de faculteit van bespiegelende wijsbe geerte en letteren aan de Hoogeschool te Utrecht. er v M den gesp den kam dans War zag lijke klee keur belie D dwe D exai zijn van Ofte Zutj dr. M heer mer in d verv E waa een zich en f getu genl niet, toeg van nen V beto zijne v. d edel bete den en 1 snel len zal H men M hem rig dige ven opin L twee van gen scho hout wijs die denl ten Wat tier; tel s De i het op I lijkh som: fijns’ »Hel gen bij een e//éc reed al sl mee: hem were zoo ook beto zijn geru afvr; te z V den de 1 gen ste vrouwen van het hof. Het onderhoud was buitengewoon levendig in dien kring van uitverkorenen, die zich zoo spoe dig megelijk van de geringere elementen van ’t ge zelschap hadden afgezonderd. De aanstaande ont vangst van de jonge koningin, was het onderwerp ’t welk allen bez g hield. De koningin-rnoeder evenwel nam aan het ver handelde minder deel, dan men van haar had mogen verwachten. Vermoeid en afgetrokken zat zij daar, den sterk geparfumeerden yvaaier onop-r houdelijk heen en wêer bewegende, en zij be merkte niet, met welke verwonderde en verwijten de blikken, zij door haar opperhofmeesteres, de hertogin van Grammont, werd opgenomen. Anna van Oostenrijk had geleerd, zich te be- heerschen. Gedurende langen tijd had zij het als de hoogste roeping haars levens beschouwd, de geboden van het ceremonieele getrouw op te volgen maar heden liep zij gevaar, na te denken over haar zelf en over de aanspraken van haar hart en daarvoor al het andere te vergeten, want Het bal was begonnen. Voor het huis van den rijkslen koopman van St. Jean de Luz, ’t welk voor de koningin-fnoeder was ingeruimd, verdrong zich een groote menigte. De roodgerokte Zwit sers waren nauwelijks in staat met hunne helle baarden de doortocht vrij te houden. Elke draag koets, en ieder rijtuig veroorzaakte nieuw gedrang De beruchte sgeheime circulaire” van den F ran se h e n minister van binnenlandsche zaken Beu- légericht aan de prefecten over de fransche dagbladpers, en van welks bestaan door Gambet- ta in de Nationale Vergadering den sluier werd opgelicht maakt nog steeds een punt van be spreking uit van de fransche pers, die zich, als voertuig van de publieke opinie, allerongunstigst daarover uitlaat. De minister zelf heeft eenige satisfactie moeten geven aan de verontwaardigde publieke opinie, en zijnen secretaris, Pascal, op geofferd, Toch blijft het publiek zeer verbolgen op hem en op het kabinet in het algemeen. Gam- betta’s openbaringen hebben aan de regeering bepaald een zeer gevoeligen slag toegebracht. De ex-dictator bepaalt zich trouwens niet alleen bij zijd aanvallen in de Kamer, maar zet die voort in zijne Republique Franpaise, waarin hij o. a. zegt: Er is geen document dat meer dikwijls verdient gelezen te worden, dan de circulaire van Beulé, (Pascal) en wij rekenen op den ijver der depar tementale bladen, op dat zij eiken kiezer onder de oogen kome. Inzonderheid is de wrevel op gewekt door dat gedeelte der circulaire, waar de pretecten opgeëischt worden na te sporen den finantieeien toestand der conservatieve bladen of van die bladen welke geneigd schijnen conserva tief te worden, en vden prijs” te vernemen, dien deze mochten begeeren voor de welwillende on dersteuning van regeeringswege De heer Gambetla heeft gelijk en zijn orgaan laat zich zeer gematigd uit over eene handeling, en een nieuw gefluister, ’t welk tot een gemur mel van bewondering overging, zoo dikwijls een trotsche of liefelijke vrouwenverschijning in rui- schende kleederen, de breede trap opsteeg, en de edelgesteenten, waai mêe de boezem, armen en lokken getooid waren, in het fakkellicht schit terden. Verlangende blikken volgden deze schit terende wezens en menige zucht van jeugdige lippen zou, in woorden gebracht, aldus luiden: och in dien ik toch? meè mocht 1 Toch was het beter daar buiten onder den ster renhemel, onder de boomen van het plein, en in de zwoele avondlucht, die door den zeewind werd afgekoeld, dan in gindsche vertrekken, die de massa gasten nauwelijks konden bevatten. Van twintig mijlen ver uit den omtrek was de aan ’t hof verkeerende adel opgekomen en zoo groot was het gedrang, dat men slechts in de zijver trekken hier en daar een quadrille kon maken. Stof en hitte werden dan ook met ieder oogen- biik meer onverdragelijk, vooral in de groote zaal waar de koningin zat, omringd van de voornaam. De Synode der Ev. Luth kerkte ’s Hage vergaderd, heeft met een kleine meerderheid het reeds vroeger medegedeelde voorstel van jhr. de Bosch Kemper tot invoering der leervrijheid ver worpen. heden had zij, na eene meer dan dertigjarige schei ding, voor T eerst haar broeder, den koning van Spanje, weêrgezien. De etiquette liet niet toe dat broeder en zuster elkaar in Spanje of Frank rijk bezochten, want wie zou de minste zijn en den andere een stap tegemoet komen? Op het neutraal gebied van het voor eene conferentie bestemde eiland had de samenkomst moeten plaats hebben. Nieuwsgierige oogen hadden het mede moeten aanzien, hoe broeder en zuster elkaar om helsden, zij, die, zoo jong reeds gescheiden, in de veranderde gezichten van het heden nauwelijks de trekken van vroeger terugvonden. Elk woord, dat zij spraken, werd door anderen gehoord, en na een kort onderhoud moesten zij weer van el kaar scheiden, omdat de koningin in St, Jean de Luz een bal moest geven. Zonder verdere tegen spraak had zij de beschikkingen van hare opper- hofmeesteres gevolgd doch nu ook waren hare gedachten, hoe zij zich ook trachtte in te spannen, verre verwijderd van alles wat haar thans omgaf, en zij hoorde slechts de woorden, zonder den zin waarin op de onredelijke grondslagen dier voor stellen awaarop de Bondsraad wel is waar nog geen beslissing heeft genomen, maar waarvan de bloote kennisneming niet alleen de pers maar de geheele natie op het smartelijkst moet treffen”, wordt gewezen. Het ontwerp zoo leest men is in strijd met het publieke recht en met de rechtmatige eischen der pers. Het beoogt instel lingen in stand te houden welke na veeljarige ervaring, als groote hindernissen zich hebben doen kennen en bevat bepalingen, die de toestand der pers werkelijk onhoudbaar maken. Het inbeslag- nemen door de politie is onveranderd gebleven de juiste bepaling van ’t geen vervolgbaar is ont breekt, zoodat aan alle willekeur vrij spel wordt gelaten. De bepaling dat de redacteurs schul dig of niet schuldig voor de sdaders” worden gehouden, druischt tegen alle strafrechtelijke grond beginselen in. Wel wordt er uitzicht gegeven op afschaffing van het zegel en den borgtocht de Köln. Zeit. noemt dit de suiker waarmede het wormkruid wordt toegediend maar, zeggen de Berlijnsche bladen hoe gewenscht de bedoelde afschaffing ook moge zijn de pers weigert ze liever dan daardoor een onwaardige positie te koopen. Ten slotte wordt gezegd dat de pers de voorgestelde bedreiging niet heeft verdiend en dat, moge het voorstel bijval vinden geen zelf standig man de leiding van een politiek blad meer op zich zal kunnen nemen. (Eene novelle) naar E. von Glümer. die bijna niet te qualificeren maar eene ge trouwe copie is van de perfide middelen waar- van ook het tweede keizerrijk zich bediende om vrije uiting van de publieke opinie te vermoor den. Eene regeering, die aan hare ondergeschik te ambtenaren durft voorstellen om de dagblad pers om te koopen moet inderdaad laag geval len zijn of zooals in deze het geval blijkt te zijn reeds van af haar optreden alle schaam te- en eergevoel hebben uitgeschud. Inlusschen loopt het gerucht, dat de minister van justistie het voorbeeld van zijn ambtgenoot van binnenlandsche zaken heeft gevolgddoor een soortgelijk schrijven te richten aan de pre sidenten der verschillende’ rechtbankenalsmede aan de procureurs-generaalhen met nadruk aanbevelende scherp toe te zien op de organen der radicalen partijen. Men kan bijna aan zoo groote onbeschaamd heid en onzedelijkheid geen geloof slaan; en der gelijke handelingen zullen ook zeer zeker het te genovergestelde te weeg brengen van ’t geen de regeering er zich van belooft. Aan Gambelta gaf een en ander dan ook aan leiding te zeggen »het hoofd van het bewind is op zulk een politiek niet bedacht geweest, hij had er geen begrip van; indien hy geweten had dat zóó zou gehandeld worden, dan zou hij als eer lijk man er tegen opgekomen zijn en niet geduld hebben dat Frankrijks eer zou worden gecompro mitteerd De voorgestelde vervolging van den afgevaar digde Ranc is thans een soort afleider voor de regeering. De Indép. noemt het een antwoord op de nederlaag, die de radicale linkerzijdehet ministerie met betrekking tot de circulaire Pas cal Beulé heeft bezorgd. De aanvraag strektom den kommandant van het leger te Versailles te machtigen, den afgevaar digde van Lyon voor een krijgsraad te doen te recht staan. Het blad merkt op dat wanneer er thans nog sprake van vervolging kan zijn, de heer Ranc niet alleen in de zaak betrokken kan worden, maar dat dan de autoriteiten, die met de zorg voor de justitie belast waren evenzeer ver volgd moesten worden, omdat zij zulk een boos doener zoo lang ongemoeid hebben gelaten. Daar toe zou in de eerste plaats de maarschalk Mac- Mahon zelf behooren, want de verklaring van den generaal Ladmirault, die hem in zijn betrekking van opperbevelhebber van het leger te Versailles en niet te Parijs zoo als verkeerd ge meld werd is opgevolgd, dat hel beginsel van gelijkheid voor de wel ten aanzien van den heer Ranc is geschonden en dat men thans nog tot vervolging moet overgaan, is een verwijt voor Mac-Mahon die tol 2-4 Mei de thans door hem vervulde betrekking waarnam en die wanneer daarvoor redenen bestonden, ten aanzien van Ranc zijn plicht had moeten doen. Ook de benoeming van den generaal Ghanzy tot gouverneur van Algiers geeft veel stof tot be spreking en zal zeker eene interpellatie uitlokken. In den Duitse hen Rijksdag isnaar aan leiding van een voorstel van een zijner leden weder gesproken over de bezwaren aan gelijktij dige zittingen van de Landdagen en den Rijks dag verbonden en is door Lasker voorgesteld om den .Rijkskanselier uit te noodigende maanden October tot December als het meest geschikt voor de zittingen van den Rijksdag daartoe te bestem men. Bismarck heeft daarop verklaard, dat het bijeenroepen van den Rijksdag een recht van den keizer was; dat men wel kon hopen, dat de wen- schen van de leden hierbij in aanmerking zouden genomen worden, doch dat hij, spreker, daarvoor niet kon instaan. De geheele Berlynsche liberale dagbladpers is als een man opgestaan legen de door de Pruisi sche regeering bij den Bondsraad ingediende voor stellen, betreffende een rijkswet op de drukpers. Al de bladen bevatten een gelijkluidend protest Eene bestuursvergadering werd ’s morgens 10 uur gehouden; optocht door bovengemelde plaats 12 uur. Om 12Jz2 uur werd de openbare ver gadering geopend. Als eerste spreker trad op de hr. O. Bommerts van Leeuwarden, die het volgende onderwerp inleidde Zonder ontwikkeling toe nadering," opoffering en vereemging geene verbe tering der maatschappelijke wanverhouding. Over dit punt gaf de spreker in flinke bewoordingen te kennen, dat de ontwikkeling de wegbereidster was geweest voor de nog te lang verblinde werk mansstand. Hare oogen werden echter hoe lan ger zoo meer geopend en ieder was werkzaam den weg te bereiden voor vryheid. ’t Streven van ieder werdom meer en meer als mensch op te treden. Als tweede spreker trad op G. B. van Leeu warden, die als onderwerp besprakDe Gensus kwestie. De spreker achtte census-verlaging voors- Naar men verneemt zullen bij het Zendings- feest in het Oranjewoud als sprekers optreden de heerenprof, van Oosterzee van Utrecht openingsredeJ. Wolbers van Utrechtds. La rners van ’s Gravenhageds. Bronsveld van Haarlem; ds. Westhof van Amsterdam; ds. Gro- nemijer van Apeldoorn; ds. Creutzberg van Arn hem; ds. Lanzing van Winsum; Esser van’s Gra venhage. Beroepen: te Dhixperlo J. G. P. Muller Jr. te Doe'Jnchemte Acquoy de cand. J. van Ges- seler; te Waarder c. a. J. C. Eijkman te Bru- chem c. a.; te Muidenberg J F. W. Kleber, em. pred. te Angenen; te Ooslerbierum en te Wilhel- minadorp L. Montagne Az. te ’s Graveland; te Nieuw-Vennep A. G. Reede te Ransdorp en Schel- lingwoude; te Linschoten W. A. J. Lucas, te Vaas sen; te Wagenborgen F. J. Herman te Baambrug- ge en Eembrugge; te Obergum E. J. Oflerhaus Lz. te Westerbroek; te Terheijden de cand. J. J. Y. Biessingh de Vries; te Schoonhoven H. Enderle Tz. te Fijnaard c. a. te Giessen en Rijswijk W. J. Geselschap te Delfshavente Hijkersmilde c a. Chr. Knap te Kralingen. Aangenomenhet beroep naar Ockten door Ph. S. Niemeijer te Nederhemert; naar Auster litz door H. W. Brandt te Hoogland. Bedanktvoor het beroep naar Zelhem en Marken door J. F. van Dijk te Monnikendam voor Makkum en Cornwerd, door J. J. Crébas te Westkapelle; voor Axel door J. A. de Vlieger te Oosterland; voor Ravenswaaij door H. W. van Lindonk te Leusdenvoor Terkaple c. a. door H. van der Meulen te Vuursche. winterzitting van 1872 gedane voorstellen tot voorziening in eenige waterstaats-belangen e. voorstel tot wijziging van het reglement op het onderhoud en bestuur van het waterschap der Lemstersluis f. voorloöpig rapport betrekkelijk het indie- nen van een gewijzigd en toegelicht ontwerp- reglement voor het waterschap hel Workumer Nieuwland g. Missive en voorstel op een verzoek van ’t dijksbestuur van Hemelumer Oldephaert en aan- hoorige zeedijken, om subsidie voor de vervan ging van paalwerk door sleenglooiing met ver zwaring van den Zeedijk daarnevens h. Alsboven op een verzoek van het dijks bestuur der vijf deelen zeedijken binnendijks, om subsidie in de kosten wegens uitvoering van ee nige werken i. Alsboven op adressen ter bekoming van subsidie voor herstelling van de massale zeesluis te Stavoren j. Voorstel van Ged. Staten tot het beramen van middelen ter voorziening in de behoeften van die veenpolders, waar het maalgeld en an dere inkomsten daartoe niet voldoende zijn k. Missive en voorstel tot aanwijzing door merkteekenen van de grens tusschen de provin ciën Groningen en Friesland l. Rapport van Ged. Staten op een adres van gewone opzichters bij den provincialen water staat, om verhooging van jaarwedde. -f- Heden middag is de nieuwe schietbaan al hier voor het eerst in gebruik genomen. Het kader onder-officieren en korporaals der schutte rij is heden met de schietoefeningen aangevangen. De oprichting eener scherpschulters-vereeniging vindt nog al bijval; onderscheidene personen heb ben voor en na op de voorloopige lijst alsnog ge- teekend. Men verwacht dat spoedig eene zoodanige ver- eeniging hier voor goed zal zijn geconstitueerd. hands het eerste middel, om hoe langer zoo meer, door voortdurende ontwikkeling tot algemeen stem recht te geraken. Was dat eenmaal verkregen, dan moest men mannen naar de Tweede Kamer af vaardigen die waarlijk den naam van volksver tegenwoordigers konden verdienen. Bij de tegenwoordige verhouding in de maat schappij, die hel stemrecht slechts aan een be paald getal kiesgerechtigden verleentwordt de vooruitgang belet; bij algemeen stemrecht daar entegen zouden vooruitgang en ontwikkeling het land gaan besturen. De Voorzitter der Afd. Sneek vroeg na die voor dracht het woord en gaf in korte woorden als zijne meening te kennen, zich niet met de ziens wijze van den vorigen spreker te kunnen ver- eenigen. Algemeen stemrecht was meer een af doend middel. Al zou het op ’t oogenblik niet aan ’t doel beantwoorden in ’t vervolg zou het eene radicale uitwerking hebben. Ook de Voor zitter van de Afd. Joure deelde deze opinie. Over dil zelfde punt werd nog door enkele personen het woord gevoerd en de jammerlijke toestand der Tweede Kamer aangetoond. Ten slotte trad nog een Sneeker afgevaardigde als spreker opdie te kennen gafdat ieder werkman toch vooral moest trachten naar ont wikkeling, naar vermeerdering van kennisdoor na te denken en veel te lezenechter ook eene gematigde en vereischte rust te vragen na den verrichten arbeid, om èn voor zijn gezin èn voor zich zelven nuttig werkzaam te zijn. Met een kort, maar hartelijk woord sloot de Voorzitter de vergadering pi. m. 400 leden waren tegenwoordig allen dankende voor de flinke orde en de goede gezindheid die betoond waren tijdens het samenzijn. f Balk. Zaterdag namiddag is alhier de blik sem geslagen in een populierboom, die van bo ven daardoor is gespleten, doch geen spoor van brand vertoont. Iets later viel een kind in de Luts en zou stel lig verdronken zijn, zoo niet de heer de Roche fort rijksontvanger het gevaar ziende (geheel gekleed) te water ware gegaan en den drenke ling gered had. Eere dien edelen menschenvriend j- Leeuwarden 16 Juni. Op de lijst der punten van behandeling in de aanstaande zomer vergadering der Staten van Friesland komen behalve de gewone aanbiedingen en mededeelin- gen, o. a. de volgende voor a. Voorstel tot verdere subsidiëering van de wis- en zeevaartkundige school te Harlingen b. Missive en voorstel van Ged. Staten op de aanvragen van eenige gemeentebesturen om bij dragen uit de provinciale fondsen tot verhooging van onderwijzers-jaarwedden c alsboven tot het verleenen eener bijdrage aan de weduwen- en weezenbeurs voor onder wijzers in Friesland d. rapport van de gecontinueerde commissie van rapporteurs voor de door Ged. Stalen in de

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 2