GËMEËNTË EN IIET ARROXDISSEMENT SNEEK.
NIEEWS- EJI ABVERTEATIE-RLAD VOOR DE
t
1873.
No. 68.
ACH T-H N-T WINTI G S T B
J
ZATERDAG
23 AUGUSTUS.
N G.
Kunst als regeeringszaak
in verband met de Munt.
e v I n g.
Kennis
Kennisgeving.
,50
ÜP-
.ol-
elis
rus
Itje
'4
SNEEKER CO I JR ANT
nd,
9
8
onzer
5
k
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7 */2 Cents. Alle brieven en stukken,
uitgave of redactie betredende, worden franco ingewacht.
>5»
ir-
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco /1.90.
05
en
re-
om
cr
O
„Omne tulit punctum qui inis-
cuil utile dulci.”
Horatils.
de
van
meente bekend
(3) In de Staatsregeling ®an 1798 art. 51, was de
kunst tot regeeringszaak verklaard.
„Zoo kunst geen regeeringszaak is,
is zóó regeereu geen kunst.”
Multatuli.
positie als milicien, met hunne toestemming en
voor zooveel minderjarigen betreft ook die hun
ner ouders of voogden voor den tijd van ten
minste twee jaren, bij de landmacht, dienendein
Nederlandsch Indië, kunnen worden gedetacheerd
en zulks onder genot van de gunstige voorwaar
den bij 's Konings besluit van 4 Mei jl.no. 1
omtrent het aangaan van vrijwillige verbintenis
gen voor den militairen dienst in Nederlandsch
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK brengennaar aanleiding eener missive
van den heer Commissaus des Konings in Fries-
iauü, van den 15 Augustus 1873, 2e afdeelir.g
nn r nL L ohi L flon nvorirunrr wnr»
nis van de belanghebbenden
dat bij Z. M. besluit van 29 Juli II.no. 39
(staatsblad no. 119), is bepaald, dat de ingelijl-
blikeinsche munten deden omsmelten en er een
keizerlijke voor in de plaats stelden.
Een feit op de munt voorgesteld maakt een
dieperen indruk op het volk, dan de welsprekend
ste redevoeringen redeneering of de krachtigste
reclame vermag.
De munt spreekt eiken dag tot u, de redenaar
slechts eens.
Maar een borstbeeld en een wapen spreken
niet tot uzij hebben geen beteekenisevenmin
als de keurstempel op gouden en zilveren
werken, ja minder nog, want in de keur ligt een
certificaat van officieel gehaltein borstbeeld en
wapen ligt niets. Het zijn stil-levens zonder
uitdrukking zonder karakter 't zijn onbezielde
vormen.
De tegenwoordige koning van Pruisen heeft in
1871 eene thalermunt doen slaandie zeer gun
stig bij alle overige munten van Europa afsteekt,
wat de voorstelling aangaat.
Het leelijke Pruisische wapen is vervangen door
het beeld der Germania met het omschrift Sie
ges Thaler.
Die Thaler fungeert als munt, en tevens als
geschiedkundig monument.
De Sieges Thaier bevat de uitdrukking van een
nationaal feitdat zoo groote beteekenis voor
Duitschland heeft en nog hebben zal.
De Thaler voldoet aan
munt verwachten mag.
De kunst is hier aangewend, om het volk zijne
waarde, zijne kracht, zijne roeping in ’t vervolg
voor oogen te houden.
Op den Sieges Thaler is de natie trotsch.
Wij weten wel, dat Nederland geen dergelijke
feiten heeft om op zijne munt voor te stellen en
wij zijn er blijde om, maar’t zijn niet alleen overwin
ningen op den menschlijken vijand behaald die
I een natie tot roem strekken.
Integendeel: er zijn andere vijanden vijanden
van meer gewicht dan den mensch, te bestrijden.
Er zijn andere overwinningen te vereeuwigen
dan die door legers bevochten werden.
Het zijn die van den geestvan de vrijheid
van de waarheid op domperigheid serviliteit en
leugen’t zijn die van den vooruitgang op sleur
en werkeloosheid behaald
En op dat terrein is er nog zooveel te doen,
na al hetgeen er reeds gedaan is.
Welk een heerlijk feit zou het zijn om op de
munt af te malende waarachtige scheiding van
Slaat en Kerkde afschaffing van alle accijnsen,
de volkomene vrijheid van handelde verbete-
tering van het kiesstelsel, de invoering van een land
behoorlijk rechtswezen de herziening onzer no. 730, betrekkelijk den overgang van miliciens
Grondwet in waarlijk liberalen zin! i bÜ de landmacht in Nederlandsch Indië, ter ken-
Ocb mocht onze wensch eenmaal verwezenlijkt I
worden
Dan zou het blijken dat kunst wel dege- den bij de militie te land, onder behoud hunner
lijk regeeringszaak is,(3) dat de Staat zeer veel
aan kunst gelegen is dat de kunst goed toe- j
gepast, bijdraagt tot vaderlandsliefde nationali- j
teitsgevoel en Eendracht dus tot Macht.
Dat worde eenmaal zoo 1
Wie welen wil, in hoeverre kunst wél regee
ringszaak isleze no 459, in den vijfden bun
del der Ideën, een monument, dat Multatuli zich
zelf heeft opgericht; een monument, dat luide tot
het nageslacht zal spreken, en aan onze nakome
lingen zal toeroepen Ziet op uwe voorouders
maar volgt hun voorbeeld niet na betracht de
waarheid en de rechtvaardigheid, opdat de vol
gende geslachten u niet oordeelen met een oor
deel der verachting.”
Kunst is wél regeeringszaak en is derhalve re-
geerings-plicht.
In welke male de regeering zich met kunst
heeft bezig te houden zullen wij nu niet uiteen
zettenmaar wel zullen wij aantoonen, dat iede
re regeering het tot zekere hoogte in hare macht
heeft, de kunst niet in ’t aangezicht te slaanen
dat wel zonder dat het haar iels behoeft te kos
ten.
steeringen wekken en voorbeelden trekken”
is een spreekwoord, dat, als zoovele andere spreek
woorden, zeer beteekenisvol is.
Dit in verband met een ander »Aanzien doet
gedenken”, geeft óns aanleiding iels in ’t midden j
te brengen over den Nederlandschen muntslag
ais kunstproduct beschouwd.
Onze munt is goed, wat het gehalte aangaat
zij is fraai, wat de uitvoering betreft, maar leelijk
ten aanzieu van de voorstelling, die zij geeft.
Een borstbeeld en een wapen 1
Men vindt hetzelfde op bijna alle munten; daar
door zijn ze eentoonig, innaiionaal, zonder het
voordeel van uniformiteit of internationaliteit te
hebben.
De munt is, omdat zij zoo algemeen verspreid
is, hel beste middel om den volksgeest aan te wak
keren en levendig te maken.
Bekwame regeeringen hebben dat ingezien en
toegepast.
A°. domini MCCLII viel de slag voor bij Mon-
teaperti, waarin de Gibellijnen door de Welfen
ten onder werden gebracht een heuglijk feit
voorwaar voor die Welfen.
De regeering van Florence was Welfsch en zij
begreep te recht uit die roemrijke overwinning
een grooter dan dadelijk voordeel te kunnen trek
ken, en dat het beste middel, om daartoe te ge
raken, de munt was.
Zij voegde het nuttige bij het aangename en
deed goudguldens slaan van zuiver gehalte (24
karaat)ter gedachtenis aan die roemvolle ze
gepraal^1)
Die fl 'rijn had een gewigt van 72 grein d. i. j
3,537 grein of, volgens de tegenwoordige verhouding van
goud tot zilver (15 ’/2 1) eene waarde van f 5,43.
Dat eene munt van zoo zuivere innerlijke waar
de begeerd zou worden, had zij zeer juist inge
zien en dat, met die begeerte er naar, het feit in
herinnering moest blijven, ligt voor de hand.
Kunst was bij die regeering inderdaad wel re
geeringszaak.
De kunst werd aangewend lot versterking van
het nationaliteits-gevoel.
Aan de kunst, als regeeringszaak betracht, ont
leende de regeering van Florence in de middel
eeuwen kracht.
Uit Piet Hein’s buil zijnbehalve Zeeuwsche
rijksdaalders en goudguldens (van 28 stuivers)
stukken van zes stuivers geslagen.
Die scheepjesschellingen moesten dienen, om de
verovering der zilveren vloot in aandenken te hou
den en hebben dat ook langer dan gedurende
twee eeuwen gedaan,
De muntslag er van was zoo fraai, dat de om
loop dier stukken gering was, aangezien men ze
liever bewaarde, dan ze uil te geven. Een groot
gedeelte bevond zich in de spaarpotten, waardoor
zij inderdaad nul deden, omdat, bij het bekijken
I van den inhoud dier kinder-schatkamers, de scheep-
jesschelling telkenmale het onderwerp werd van
T geen er in 1628 was voorgevallen.
De toenmalige regeering, die kunst wel als
geeringszaak beschouwdewendde haar aan
het nationaliteitsgevoel aan te kweeken, om op te
wekken tot navolging van Piet Heins voorbeeld.
Volgens eene overlevering zou het beschouwen
dier scheepjesschellingen oorzaak zijn geweest, dat
op ’s lands vloot menig kloek en moedig jongeling
is gekomen, die door het schip, op die munt voor
gesteld, zijn roeping opdeed om Piet Hein na te
streven en zoo mogelijk even als hijzilveren
vloten buit te maken.
Men verhaalt het zelfs van zeker groot admi
raal, wiens naam mij op ’t oogenblik is ontscho-
ten.
Hoewel de waarheid hiervan niet kan bewezen
worden, levert toch de waarschijnlijkheid er eene
sterke presumtie voor.
De oude Statengulden, een juweel van concep
tie en uitvoering zoowel als van gehalte, had ten
doel, liefde voor staatkundige en gewetensvrijheid
(de Hollandsche maagd met hare rechterhand op
den bijbel steunende, in de linkerhand een speer
houdendewaarop de vrijheidshoed) (3) aan te
kweeken en levendig te houden.
De kunst kwam hier de politiek te hulp en de
Staat voer er wèl bij.
In dien zin is kunst wel degelijk regeerings
zaak.
De munt spreekt tot het volk en doet dat on
ophoudelijk.
Aanzien doet gedenken" is vooral ten opzichte
der munt waar.
Daarom handelden Napoleon I en III, om van
andere vorsten te zwijgen, zeer verstandig, toen
zij, zich tot keizer benoemd hebbende, de repu-
(2) Wat door den muntslag aanschouwelijk was voor
gesteld werd door het omschrift nog toegelicht.
Het luidde H ac ni ti m u r Ha nc tuemur,
d. i.: Op dezen (den bijbel) steunen wij, ger.e (de Vrij
heid) verdedigen wij.
Een schoon bijschrift bij eene schooae voorstelling.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
gemeente SNEEK maken aan alle gebruikers
malen en gewichten enz. binnen deze ge-
dat alhier voor den herijk zal
worden gevaceerd, in.een lokaal der firma LOUW-
MANS Gomp aan het Achterom (voormalige
Bewaarschool) op dagen en uren als volgt
Maandag den 18 Augustus voor wijk 1, van
’s middags 12 lot namiddags 4 uur; Woensdag en
Donderdag den 20 en 21 Augustus voor wijk 2
en 3, van 'voormiddags 8 tot namiddags 3 uur
Vrijdag den 22 Augustus voor wijk 4, van voor-
middags 8 tot namiddags 3 uur; Zaterdag 23
Augustus voor wijk 5, van voormiddags 8 tot des
middags 12 uur; Maandag 25 Augustus voor wijk
6, van ’s middags 12 tot namiddags 4 uur; Woens
dag 27 Augustus voor wjjk 7, van voormiddags
8 tot namiddags 3 uur; Donderdag 28 Augustus
voor wijk 8 en 9, van voormiddags 8 tot namid
dags 3 uur; Zaterdag 30 Augustus voor wijk 10,
van voormiddags 8 tot ’s middags 12 uur.
Voor Apothecars en goudsmeden
Dinsdagen den 19 en 26 Augustus, telkens van
’s middags 12 tot namiddags 3 uur.
In het belang der ijkplichtigen wordt hunne
aandacht gevestigd
1°. op art. 1 van het Koninklijk besluit van 16
October 1869 (Staatsblad no. 160) waarin is be
paald, dat de onjuist bevondene gewichten, »al~
leen op verzoek der belanghebbenden” tegen da
delijke betaling van een vastgesteld loon ten bate
’t geen men van een van ’s Rijks kasdoor den Ijker worden gejus
teerd en
2°, op de bepaling, dat de ten herijk aange
bodene maten en gewichten, om te kunnen wor
den onderzocht, behoorlijk schoon en droog moe
ten zijn; daar de ondervinding geleerd heeft,
dat dn door velen, vooral bij oliematen, niet ge
noeg wordt in acht genomen; zullen zij hel
aan zich zelf te wijten hebben indien zij, bij
niet in achtneming van dit voorschrift, met hunne
maten terug worden gezonden zonder dat deze
onderzocht en herijkt zijn.
En opdat zulks ter algemeene kennis km e,
zal deze worden afgekondigd en geplaatst in de
Sneeker Courant.
Sneek den 12 Augustus 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
T. van der WEERDTL. Burg.
De Secretaris
11. EENNEMA.