H GEMEE.ME EN HET AiUlüMJlSSEME^T MEEL MELWS- EN AfiVERTEÏÏIE-BLA» VOOR l)E L 1873. No. 93. J 19 NOVEMBER WOENSDAG lltramontanisme contra Vrijmetselarij. :r- KER CO I RANT SN 3H ar IV. Z8 3?. OVER DEN NOORD-HOLLANDSCH- FRIESCHEN SPOORWEG. Staal. Zij vaardigde haren geheimschrijver af. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad fi.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. ADVERTENTlEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarboven 7/2 Gents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. te jr jr an ier :t jrs en ie- st- ‘je les Bestond dat niet, dan zou ieder zich voor vrij metselaar kunnen uitgeven, als hij er belang bij had zulks te doen. aan ontbrekende verbindingslijnen van Staato- Toen deze lid was geworden, was zijn verslag van dien aard, dat de loge weder geopend weid en al de raadsleden als lid toetraden. Als hoofdpunt van uitgang op den weg ter ver dachtmaking, wordt het geheim, waarin de broe derschap zich hult, gebezigd, en wordt het ge nootschap een «geheim genootschap” genoemd. Men kende de kracht van dat woord te goed om het niet toe te passen op de maijonnerie, maar men wist tevens, dat een geheim genootschap geheel iets anders is dan de vrijmetselarij. Bij ’t woord ^geheim genootschap” denkt men onwillekeurig aan moordenaars, roovers, brand- concessie stichters, en altijd aan samenzweerders. Het Jezuïtisme heeft zijne grootste vijandin met den naam genoemd, dien het zelf bij uitne mendheid verdient, maar die op de vrijmetselarij 'j van niet de minste toepassing is, altijd in den zin, dien er aan gehecht wordt. Het ceremonieel en wat er bij behoort, is eeni- germale geheim, doch doel en werkkring en le den zijn even zoo goed bekend als de naam van den generaal der Jezuïten. In de geheimenissen zien velen een kwaad wij slechts eene verouderde kinderachtigheid i niets meer, ook niets anders. intusschen kan *1 zelfde gezegd worden ook van andere broederschappen dan van vrijmetselaars bijv, van de studenlen-corpsen; tot nog voor eeni- gen tijd overal. Waar die geheimenissen zijn afgeschaft, belo ven toch de nieuw opgenomen leden er niets van te zullen openbaren, zoo ze er soms iets van te weten komen. Ziedaar het geheim van een geheim: de leden beloven een geheim niet te zullen schenden, dat voor hun zelven ook een geheim is. Het is nooit iemand in het hoofd gekomen, een studenten-corps een geheim genootschap te noe men en toch verdient deze even goed dien naam als de vrijmetselarij; dat is: hij past op geen van beiden. Voor zooverre de studenten de geheimen van het ontgroenen niet meer toepassen, staan zij in mannelijke waarde hooger dan de mapons, die ze nog behielden. Naast^het kinderachtige der inwijding, staat, of liever is er, onafscheidelijk mede vei bonden, de iijfsopschikking in de loge, die lachwekkend en kostbaar tevens is, vrijen mannen onwaardig. Doch zij geeft daarom geen grond tot afkeu ring van de vrijmetselarij als zoodanig. Wie zal de rechtspraak als zoodanig verwer pen omdat de rechters een raar kostuum aan hebben of het koningschap, omdat de beklee- ders er van gewoon zijn zich op te sieren met bonte kleuren en gouddraad? Trouwens in den mond van de dienaren Loyo la's zou het al zeer curieus klinken, indien zij daarover de vrijmetselaars hard zouden willen vallen; immers de veeren, waarmee zij zich looi en, kleeden al bijzonder leelijk. Het geheimhouden der herkennings teekenen is t van hel herkennen; i ’t is even als het wachtwooid in eene vesting, I die belegerd wordt. Evenmin als de vrijmetselarij van eenig sec- tarisme of godsdienstig dogma (behalve hel ge noemde geloof aan God en onsterflijkheid der ziel) uitgaat, even zoo weinig heeft zij eene politieke kleur. Zij eerbiedigt het Staatsgezag als opper ste macht en dat wel in zoo uitgestreklen zin en zonder eenig voorbehouddal zij zich zelfs niet verzet, wanneer het Staatsgezag haar verbiedt. In de vergaderingen mag geen politiek worden aangeroerd. Zoo is het te verklaren, dat van af de streng ste absolutisten en legitimisten tol aan de vurig ste democraten en socialisten onder hare leden geteld worden. Vervolging en onderdrukking van partijen of nationaliteiten, maar daarom ook aanmatiging en exclusisme door deze^ in praktijk gebracht, is haar een gruweleven zoo oorlog en verovering, daarom ook de slavernij. Zeer juist heeft Zille dit uitgedrukt door de volgende woorden: «De partijen in keik en slaat strijden voor bepaalde doeleinden, meeningen en lee- ringen, in wier algemeene aanneming en invoering zij het welzijn der menschelijkheid besloten achten. De vrijmetselarij daarentegen zoekt het heil der menschheid in het streven naar een zedelijk doel; zij verkondigt niet inzichten en leeringen, maar zedelijke grondbeginsels, en hierin huldigt zij hetgeen alle njenschen gemeenschappelijk verbindt en de daaruit voortvloeiende plichten.” Vrij algemeen is de meening, dat de vrijmet selaars onder elkander geen onderscheid van stand mogen kennen e» dus dagelijks dat voorschrift vele malen schenden. Geheel waar is die meening niet; derhalve on waar. Wanneer zij bij elkander zjjp^jj vrijmetselaars, houdt het standen-ondersffieid~op, Uit de woorden, gesproken door den hertog Ernst van Saksen-Goburg-Gotha in 4857, blijkt duidelijk, hoe men die standëh-gelijkheid hebbe te verstaan. «In de vergadering zijn wij allen gelijke broe ders de onderscheiding in standen houdt op; de mensch verkeert met den mensch; alleen mora liteit en intellect hebben den voorrang.” De vrijmetselarij is vijandig noch aan den Staat noch aan de kerk, maar een onverdraagzame kerk, een tyrannieke Slaat duldt haar niet; doch zij kun nen haar niet schaden. Wij brengen hier in herinnering wat in 1730 te Amsterdam geschied is. De loge werd daar opgeheven van ambtswege omdat zij den magistraal verdacht voorkwam. De leden verklaarden zich daarop bereid een der regeeringsleden ais hd in»hun midden op te nemen, opdat hij zich overtuigde konde van hel al- of niel gevaarlijke van de vrijmetselarij voor den een noodzakelijk gevolg juist Ofschoon de Regeering tot dusverre zich niet met de spoorweg- en haven-plannen van het Co mité Bloem vereenigde, en ook het Comité Wou- da, van 1864, nog altijd niet in staat was de de door de Regeering gestelde voorwaarden tot aan te nemen meen ik toch dat de stand der spoorwegzaak niet ongunstig kan wor den genoemd. In de Tweede kamerzitting van 5 Mei jl., bij gelegenheid der beraadslaging over de Regee- ringsvoordracht tot den aanleg van staatswege van de lijn ArnhemNijmegen, zijn door de Re geering pertinente verklaringen afgelegd ten gunste ook van spoorwegen in Noordholland en in het zuidwesten van Friesland, aan welke verklaringen de Regeering zelve herinnerde in de I Memorie van Beantwoording van het voor- loopig verslag der Tweede Kamer over de Be groeting voor den aanleg van Staatsspoorwegen. Ik wensch te herinneren aan iets van het in genoemde Tweede kamerzitting door den heer Moens den Minister van Binn. Zaken en den heer Idzerda gesprokene. De heer Moens bespreekt, naar aanleiding van het Verslag der commissie van rapporteurs, twee lijnen in de noordelijke provinciën en zegt o. a. «Onder de lange lijst van spoorwegen die daar «opgenoemd worden blijkbaar zoo in elkander «gezet om het overdrevene bespottelijk te ma- «ken, wordt opgenoemd eene lijn van Harlingen «naar Salzbergen Daarentegen is in liet «verslag niet opgenomenen met geen enkel «woord wordt gewag gemaakt van twee plannen «ter verbinding van Friesland en Noordholland: «Het eene is reeds eenige jaren oud, en dal «het ernst was met die plannen blijkt uit de voor astellen die by de Regeering zijn ingekomen «uit de groote belangstelling door verschillende «gemeenten en door de gewestehjke besturen «daaraan betoond; door ’t reeds bij inschrijving «bijeengebrachte maatschappelijk kapitaal van «2 millioen %por ’t jongs'.e dier plannen. Men «vraagt van den Staat slechts hulp.” En verderwaar de spreker meer bijzonder het oog heeft op het plan Bloem c. s. «Men veroorloove mij te verwijzen naar de ge- «tuigenis van een bekend man en bevoegd be- «oordeelaar, den heer Linse, waar hij zegt, ««dat «aan de geheele Friesche westkust de eenige goede «haven te maken is te Hindeloopenwelnu in «het plan dal ik genoemd heb is de stichting van «die haven ook opgenomen. De Minister zeide o. a.«Ik zal mij bepalen «bij de opgave der lijnen, die door den geachten «spreker uit Hoorn, den heer van Akerlaken, ge- sdaan is. Het zijn lijnen die in denlaatsten tijd «meer bepaald op den voorgrond zijn gekomen «en omtrent wier wenschelijkheid, ik zou bijna «zeggen noodzakelijkheid, schier bij niemand meer «eenige twijfel bestaat «Daaronder behoort de Noord-Hollandsche lijn, «de lijn in het zuidwesten vpn Friesland, de lijn «AlmeloZwolle en de lijn die Gonnchem en Tiel «met het bestaande spoorwegnet in verbinding «moet brengen. «Het particulier initiatief bestaat voor die be- «paaide lijnen. Maar nu doet zich de vraag voor, «is dat particuliere initiatief, zoo als bet zich ver- «toond heeft, voor de regeering een voldöende «reden om voor goed van den aanleg voor reke- «ning van den Staat af te zien «Het is, «Mynheer de Voorzitter de Regeering te doen »om spoorwegen niet op het ’papier, maar om «spoorwegen in realiteit, spoorwegen waarvan niet «alleen de aanleg, maar ook de exploitatie volko mmen verzekerd is. Indien van het particuliere «initiatief geen voldoende waarborgen kunnen ver- «kregen worden dat dn wegen worden gelegd «spoedig worden gelegd en in exploitatie gebi acht, «zal de regeering er niet voor terug deinzen, daar, «waar zij dat noodig oordeelt den aanleg voor «rekening van. den Staat aan de volksverlegen- «woordiging voor te dragen.” De heer Idzerda «Aanvankelijk was ik voornemens tegen dit «wetsontwerp te stemmen geenszins omdat ik «de spoorwegverbinding ArnhemNijmegen niet «wenschelijk achtte, maar omdat ik meende daarin «te zien een opzettelijk, bevoorrechten van eene «enkele streek, zonder te letten op de groote l>e- «hoefte aan spoorwegen in andere zeer welvareu- «de deelen des Rijks, die daarvan tot dusver ge sheel verstoken zijn. Nu evenwel de Minister zoo «even de pertimenla verklaring heeft afgelegd «waarvan ik in dezen acte neem, dal de Regeering «voornemens is den aanleg van spoorwegen, waar- «van hij enkele met name genoemd heeltmet «Staatshulp te ondersteunen, zal ik voor dit wets- sontwerp stemmen.” Nadat ook de hoeren van Akerlaken en de Jong uit Noord-llolland, door wien op liet belang van den Noord-Hollandsch-Frieschen Spoorweg was aangedrengen, zich bevredigd hadden verklaard werd de regeeringsvoordracht met op één na al gemeene stemmen, aangenomen. Vooral het bezwaar der regeering tegen de combinatie van de spoorwegen in de beide pro vinciën, zooala ze geprojecteerd zijn door het co mité Bloem, heeft men zich voorgesleld als bhjk dat de R.egeering geen N.-H -F. spoorweg wil. Maar van het standpunt der Regeering, waarbij naar ’t schynt, ter oorzake van te weinig verirou- wen in de kracht van het particuliere initiatief aanleg van Staatswege meer en meer op den voorgrond komt is dat bezwaar misschien ver klaarbaar. Er is inderdaad veel wat pleit voor den leg van wege. Een particuliere maatschappij zal, behalve wat door belanghebbende provinciën gemeenten en ingezetenen a pari wordt ingeschreven, het aan- legkapitaal niet bijeenbrengen, dan om der wille van direct voordeel; hel grootste deel van de aan- deelen moei vaak belangrijk beneden paii wor den geplaatst, hierdoor wordt het maatschappelijk kapitaal des te groolerdo percentsgewijze uit- keering van divident des te kleiner. Zoodanig betrekkelijk verlies, wordt niet geleden bij aanleg door den Staat, die bovendien ook zich-zelf indi rect voordeel verzekert, beslaande in meer wel vaart en bijgevolg meer belastingopbrengst. Ook de exploitatie, vooral van de door ons ge- wenschle lijnen, zal door eene bijzondere maat schappij minder voordeelig worden uitgevoerd dan wanneer de slaat daartoe contracteert met bestaande exploitatie-maalschappijen omdat deze laatsten haar personeel en materieel slechts zul len behoeven aan te vullen. Maar nu is de ver houding der exploitatie-maatschappijen met de Staat en met hare aandeelhouders met van dien aard, dat gevoegelyk ook een sloombootdienst in de onderneming kun worden opgenomen. Daar om zal bij aanleg van Staatswege, de combinatie der lijnen aan anderen moeten worden overge laten. Welke der beide N. H. F. Spoorplanuen die nen we voor te slaan ’t Meest consequent en het waardigst zal t naar mij voorkomt, zijnindien we daartoe kie-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 1