GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BEAD VOOR DE L e I 1873. No. 98. N O DECEMBER. ZATERDAG van Jets over ’t mishandelen dieren. J rw. m. mishandelt; doet tn. I t en de mensch zal over eeniging tot bescherming Weet u we! 9 De maatschappij tot nut van ’t algemeen heeft, van ter zijde pogingen gedaan den kinderen wat beters in te prenten Ik Beriuner te tuis heel i de ver- rent Mi ter zijn- elin- zijn laar- Een zeker hoogleeraar in de ontleedkunde die ook in godsdienst deed (hij is dood), ging zelfs zoover, dat hij zijn God loofde en prees, om dat hij de kikvorschen, konijnen, katten en hon- om Het wezen bang en benauwd mogelijk te or- ast len nze dat ou-> van ille en tng ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. Zien en voorgaan doet navolgen. Wie eerst een dier plaagt en het spoedig ook een mensch. Vooral op het kinderlijk gemoed werken soort gelijke voorbeelden hoogst verderfelijk. Als kinderen de mishandeling van dieren on gestraft zien plegen, beginnen zij al heel spoe dig !g. meeoen, dat het zóó behoort, dat een dier diarvoor is, en zij zelfs recht hebben om het te mishandelen. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. bekend mm KLASSIEK VADERLANDISME EN KLEINE DEUGD. moulin, on vole une province. Andrieux. ons genadiglijk voor Ou respecte un In de politie-reglementen van vele gemeenten zijn bepalingen opgenomen omtrent de mishan- werd nagevolgd, behoef ik niet aan te toonen. delin? van dieren o. a. ook in dat van deze ge- Er waren er evenwel ook die hem om zijn De góden bewaren kleine deugd 1 Multatuli Millioenen-Studiën. II. Tot verkwikking en tegenstelling wensch ik uit de dooden een voorbeeld aan te voeren van groote deugd: Cores de Vries. Hij bad een edel hart, liiffliïiiiiaiiiiiifiiiitiiiiiiiiiiimiiiiiiiiitüi we bestuurxleren der ’s Gravenhaagscbe Vexeeuiging tot bescherming van die. ren. Zij vragen daarin de medewerking van de dag bladpers in ’t bevorderen van de bedoelingen der Ver- eeniging. In overeenstemming met de overige vrree- nigingen tot bescherming van dieren in Nederland hebben zij thans op nieuw pogingen aangewend ter ver krijging van de onmisbare wetsbepalingen waarbij het mishandelen van dieren strafbaar worde gesteld. Zon der zoodanige wetsbepa ing worden zeggen zij de pogingen der Vereenigingen grootendeels verlamd en de ergerlijkste dierenmishandelingen straffeloos gepleegd. Zij wijzen er verder op dat eene goede en liefde rijke behandeling van dieren niet enkel stoffelijke belan gen bevordert waar ook beschaving en zedelijkheid zoomede dat Nederland bijna het eenige land der be schaafde wereld is waar een wet tegen dierenmishan deling re.eds veel te lang wordt gemist. 2) Toen bet al spoedig uitkwam, dat het klinklare laster was, dreef die zelfde courant de schaamteloosheid zoover, haar onbeschaamd te noemen; waarschijn lijk omdat zij geen moordenares was. Sedert eenige jaren echter heeft het beter deel der natie pogingen in T werk gesteld om die lage geer.e, die mishandelingen van dieren te beletten. Het voornaamste, waardoor de mensch boven de dieren slaat, is zijn rede. Misbruikt hij die, dan valt hij lager dan de dieren en wordt het waar, wat in de vorige eeuw een wijsgeer in Frankrijk zeide hoe beter ik de menschen leer kennen, hoe meer ik van de hon den begin te houden. Bij de dieren treft men van de zoogenaamde ondeugden weinig aan, bij de menschen alle. Een t der ergste 't huichelen, is den dieren althans on- onder de menschen nog al tamelijk folteringen verfoeiden. en mij eene prent door haar uitgegeven den bijzonder scheen te hebben verordineerd er experientien in corpore vili op te doen, scheen die man zelfs een waar gpnot te het die dieren zoo maken. Toen echter eene kat, die hij half razend ge- gefollerd had, hem eens flink had gebeten, heeft hij zijne beulen-liefhebberij wat getemperd. Dat zijn leelijk vóórgaan onder zijne studenten waarin ruimte was voor medegevoel jegens lede ren medemensch. In het Oosten was bij de wel doener van tallooze inboorlingen. Zijn werkzaam heid en zielskracht waren ever, verbazend als zij re ontwerpen stout en veelomvattend waren. Stoomvaart spoorwegen dokken stoomwagens op gewone wegen vervanging van alle houten bruggen door ijzeien, dit alles bracht hij tot stand of zou hij in het leven geroepen hebben zoo hij zich niet overwerkt had. Leven was voor hem scheppen. Voor niets deinsde hij terug. Hij bracht eens een ^notendop” uit West-fndie naar Nederland, zonder kaarten aan boord »On- moog'lijk" was uit zijn woordenboek geschrapt. Op zekeren Zondagavond kwam eene zijner stoombooten uit de Molukken en Mangkasser op de reede van Soerabaja. Zij had gestooten op een klip Met moeite had men het daardoor ont stane gat gestopt en zelfs ternauwernood het le ven gered. De gezagvoerder ging naar den wal bij zijn lastgever Cores de Vries en gaf van hel ongeval bericht, maar kreeg eenvoudig ten antwoord: «Overmorgen gaal gij mei die boot naar Batavia. Dat kan niet. Het moet." Den volgenden morgen was Cores de Vries om zes uur aan boord met lal van inlaudsche werk lieden. Twaalf uren achtereen bestuurde hij in eene bijna ondraaglijke keerkringshilte den arbeid der herstelling, zander iets te nuttigen. Des avonds om zes uur was het schip zeevaardig. Hij daalde toen'af in de kajuit van den gezagvoerder ge bruikte een stuk brood en een glas wijn deed zich naar huis roeien, nam een bad, kleedde zich, zette zich aan den disch en gaf daarna tot twaalf uur receptie, speelde kaart, vertelde aardigheden, maakte gekheid met de jonge dames en betoonde zich een beminnelijk, gul en mild gastheer. En niemand van het gezelschap had vermoed, dat die wakkere man den ganschen dag op de verzengde reede geweest was om de werkzaam heden aan boord van eene beschadigde boot te leiden. De heer Duymaer van Twist was als landvoogd van Indië opgetreden. Hij is-in ons land alge meen bekend, zoodat ik hem niet behoef le schet sen. Hij wantrouwde "zich zelven. Men verhaalt zelfs, dat bij in gezelschap van Baud had willen gaan, maar van den heer Thorbecke ten ant woord gekregen had «gij gaat alleen of gij gaaf niet.” In den aanvang wilde de nieuwe onderkoning voor niemand zijn hart uitstorten, en verwierf zieti daardoor den naarn van «De Zwijger" Maar ook hij kon de natuurwet niet ontgaan een gezellig zoogdier te zijn. Hij koos tot vertrouweling den heer Cores de Vries, die, meen ik, met hem de reis gedaan had. »Mijnheer Cores de Vries 1 wat de kanker van Java is NeenExcellentie dat weet ik nog niet. Dat zou ik graag van u leeren. Dat is het absenteïsme van die suiker-con- traktanten, die in het moederland jaarlijks tien duizenden verteren waarvan geen cent op Java terug komt. Zoo, Excellentie. Weet u, wat ik geloof, dat de kanker van Java is Nu Dat is hel absenteïsme van het Nederland- sche volk, dat in het moederland jaarlijks milli- oenen verteert, waarvan geen cent op Java terug komt.” De Zwijger zweeg. T^vee jaren later had de landvoogd onderhan- delingen geopend voor den aankoop van eene HoUandsche buitenplaats, en weder drie jaren meente. Art. 141 toch luidt «Het is verboden, dieren op de openbare straat doelloos en wreedaardig te mishandelen.” Soortgelijke bepalingen zijn zeker hoogst nut tig, en ’t ware te wenschen, dat zij in elk poli- tie-reglement gevonden werdenjammer, he laas dat zij vaak schijnen geschreven te zijn om nimmer te worden toegepast. Zoo is ’t bijv, meer dan gruwelijk te zien, aan welke mishandelingen o. a. de kalveren bij ’t vervoeren nog maar al te dikwijls bloot staan. Men moet misschien zelf slager van beroep zijn om daarover geen innige verontwaardiging te ge voelen. Zou mer. soms meenen, dat zoo’n afschuwe lijke behandeling niet «doelloos en wreedaardig” is en dat daardoor niét telkens aan de openbare zedelijkheid een kaakslag wordt toegebracht Of meent men soms, dat den mensch daarom »de heerschappij over de dieren des velds de voge len des hemels” enz werd gegeven opdat hij misbruik makende van zijn macht hen zou mogen mishandelen naar hartelust Men zou T haast moeten denken, als men let op de afschuwelijke mishandelingen, die sommige «men1- schen” zich tegenover bet «redeloos dier” durven veroorlooven. Hoe hel zij wij hopen, dat in deze gemeente althans, voortaan daartegen gewaakt, en het ge noemde artikel gehandhaafd zal worden en dit zal moeten geschiedenindien de burgemeester handelt naar luid van art. 190 rler Gemeente wet; en daaraan twijfelen wij geen oogenblik. ’t Zou misschien wenschelijk zijn genoemd ar tikel nog eens ter algemeene kennis te brengen en den commissaris van Politie last te geven: voorlaan streng de hand le houden aan de toepassing er van. Wij meenden hierop dan ook reeds in tijds te moeten wijzen. en verspreid, bijna zoo algemeen als ’t liegen kwaadspreken. Van de zoogenaamde deugden is er ook bij de dieren niet wordt gevonden. Neem de rede weg ’t algemeen ongunstig bij hel dier afsteken. Onder de leehjke hoedanigheden van den mensch, bekleedt zijne wreedheid eene voorname plaats. Van natuur is de m°nsch reeds wreed, maar door oefening en begeerte naar genot wordt hij nog wreeder. Het eerste blijkt duidelijk bij kinderen men denke. eens aan ’t spreekwoord die leeftijd is zonder medelijden. Het laatste leert ons de geschiedenis niet maar alleen, maar wij zien ,'t zelfs nog dagelijks rond om ons. Men zegt daarom: en vaak niet ten onrech te de eene mensch is voor den anderen een kwelduivel In folteren, materieel zoowel kis intellectueel heeft de mensch ’I heel ver gebracht. Beschaving nogtans en eigenbelang (of wil men liever de noodzakelijkheid) hebben de wreed heid bi-perkt en binnen zekere grenzen terug ge drongen; doch bijna uitsluitend voor zooverre het de menschen zelf betreft. Tegenover de dieren blijft de mensch zich nog altijd weinig liefderijk betoonen. Intusschen wij erkennen het zijn we ver der dan voor eenige jaren. Het zal ongeveer een dertigtal jaren geleden zijn, dat er een werk verscheen, getiteld Jonge jufvrouwenik meen door Boudewijn geschre ven (pseudoniem voor v. Vliet), waarin onder anderen het beschermen der dieren als de groot ste onzinnigheid wordt tentoongesteld, die men bedenken kan, en waarin die zaak wordt behan deld als een nee plus ultra van blauw-kouserij als eene krankzinnigheid. Dat boek heeft groote opgang gemaakt, althans ’l werd algemeen gelezen. Ik breng dit in herinnering als een teeken des tijds. Mishandeling van het dier was toen en is nog eenigermale scheering en inslag. Wij hebben hier bijzonder 't oog op de ver- -van en |ler- inneren er aan, hoe Marie Anderson al hel hare heeft gedaan, om die zaak te bevorderen. Mis schien ter belooning daarvoor, werd zij door ze- kere courant, aan wier hoofd, naar ik meen, een I modern-ex-predikant slaat, als kindermoordenares gestigmatiseerd 2) Die Vereeniging heeft zich dezer dagen tot den minister van binnenlandsche zaken gewend met verzoek te willen bevelen, dat bij de inrichtingen van medisch onderwijs de proeven op levende dieren tol de volstrekt noodzakelijke gevallen worden beperkt en dat daarbij nauwgezet ge bruik worde gemaakt van de voorhanden midde len om de kunstbewerking zooveel mogelijk te verzachten. Het is ons niet bekend, of de Vereeniging bij i dat verzoek personen en feilen op T oog heelt gehad zoo ja, dan ware 't ons wenschelijk voor- I gekomen dat zij die, in ’t belang der openbare zedelijkheid, beide had genoemd. Hel mishandelen van dieren moet men rang schikken onder de zaken, welke de openbare on zedelijkheid bevorderen. waarop ’t volgende versje stond „Kees had laatst een kat geplaagd „Val heeft vader niet behaagd „Meester heeft ook vaak gezegd; „Vieren kwellen, dal is slecht!' (j-) Dit artikeltje was reeds geschreven toen juist een circulaire ontvingen van

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 1