GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BIAD VOOR DE
N.
1873.
No. 101.
17 DECEMBER
WOENSDAG
Wa t nu?
23/t
SNEEKER COURANT
at.
3 00
vervan-
on-
I
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents,
voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, wórden franco ingewacht.
wee
aar-
Deze CO ÜRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
in
zal
der
inde
deel
jun-
ay’s
laan
ieni-
keel,
snde
Dit
dere
van
zelfs
ken-
eerd
voor
der
P‘>
vijze
ver-
i bij
A Y’s
oeger
,20;
sters
Dec.
Het volgende adres is dezer dagen verzonden
»IloornPurmerende 10 December 1873.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal.
EDEL MOGENDE HEEREN!
Ofschoon wij uwe beslissing op ons adres 25
Nov. jl., nog steeds bescheiden blijven inwach
ten, komt ons noodzakelijk voor, naar aanleiding
uwer discussiën over de afdeeling Spoorwegen
van hel hoofdstuk Binnenl. Zaken der Staatsbe-
grooting voor 1874, andermaal tot u le komen.
Die discussiën droegen over het geheel het ken
merk van algemeene belangstelling in de verdere
voltooiing van ons spoorwegnetmaar maakten
ook de verschillende inzichten kenbaar om tot
die voltooiing te geraken velen uwer wenschten
het particulier initiatief met subsidie van den Staat;
anderen daarentegen de pogingen van eene ver-
eeniging (consortium) van bankiers terwijl nog
derden uitsluitend Staaisaanleg verlangden; de eer
sten beoogen vrije concurrentie, de beide laatsten
sluiten die geheel buiten, en scheppen in aanleg
en exploitatie een zeker monopolie.
Wij voor ons scharen ons bij de eersten, om
dat naar onze meening bij elke concurrentie, het
eigenbelang medebrengtde publieke dienst zoo
gemakkelijk mogelijk te maken, terwijl bij totaal
gemis daarvan, gewoonlijk eene heerschappij in
het leven treedtnadeelig voor de belangen van
het algemeen.
Het Comité Bloem c. s., is in uwe vergade
ring beschuldigd van »te weinig voortvarend
heid”; in genoemd adres evenwel, heeft het dui
delijk aangetoond, dat elke vertraging veroorzaakt
is door de onverwachte wederoptreding van het
Comité Wouda, dat feilehjk niet meer bestond
bij het publiek alle sympathie en medewerking
verloren had, en door de Regeering reeds als
aanvrager geschrapt was; de beschuldiging is dus
ten onrechteóf het daaromtrent in ons adres
voorkomende, is onwaar.
vliet Comité Bloem is te optimistisch geweest,
het heeft te weinig kennis van spoorwegzaken
aan den dag gelegd, en niet genoeg rekening
gehouden met den stand der geldmarkt.”
Het is mogelijk dal het Comité een weinig op
timistisch is geweest; maar aangenomen dat dit
zoo is, bestonden daarvoor geene redenen Met
een doel voor oogen ten bate van het algemeen,
gerugsteund door de zoo ruimschoots beloonde
sympathie des publieks-, (blijkbaar uit tal van
adressen en inschrijvingen voor ruim 20 tonnen
gouds) verbonden aan het door zijne werken zoo
respectabele Engelsche huis Hutton Vignolles
Co., van welks soliditeit de Nederlandsche Gezant
te Londendie toch wel vertrouwen moet ver
dienen, de beste verklaring gaf; bovendien aan-
gemoedigd door de toezegging van krachtige hulp
der beide betrokken provinciën kon het Comité
in zoo Verre optimistisch zijn, dat het, zooal geene
medewerking van de Hooge Regeering verwach
tende, toch op het stellen der voor waarden reken
de waarop het Concessie zou kunnen verkrijgen.
Eerlijk leggen we dan ook de verklaring af, dat
we aan eene onthouding daarvan in het constitu
tionele Nederland, nimmer hebben gedacht.
Ziet daar E. M. H. ons optimisme. Gaarne
willen wij gelooven dat het Comité Bloem niet
volleerd is in de kennis van spoorwegzaken
maar daarom juist liet het zich adsisteren door
erkende deskundigen. Maar is eene juiste ken
nis van al de onderdeden voor particulieren
die het initiatief voor eene belangrijke verbinding
nemeneen vereischte Of is daarvoor een
ruime blik over bet geheel niet voldoende Welk
Comité zal dan recht hebben om te slagen?
Mag men bij de vereeniging van bankiers b. v.
die fijne kennis veronderstellen Mag men ei-
/8
9 Het uitvoerigst werd het hoofdstuk bestreden door
de heeren FabiusRutgers en Nierstrasz, die trachtten
te betoogen, dat onze marine in verval is geraakt door
de schuld van den minister, en dat ons land behoefte
beeft aan eene active marine, namelijk eene welke
zich allerwegc vertoont en ten allen tijde gereed is voor
den krijg. De minister betoogde dat hij zich steeds
tegen dat denkbeeld heeft verzet, dat het altijd zijn stel
sel is geweest voor eene defensive marine te zor.
gen, welke in de eerste plaats onze rivieren zou bevei
ligen eu dat hij dit stelsel, hetwelk de goedkeuring der
Kamer heeft verkregen, met ijver en nauwgezetheid in
praktijk heeft gebracht. Tevens wees de minister op
de groote kosten welke een active marine zou veroor
zaken ruim 23 millioen worden daartoe vereisclit:
De góden bewaren ons genadiglijk voor eene active
marine
‘4
Sla op van uw plaats, ik wou er zitten 1
De vraag is maar, wie die ik is doch ’t is
eigenlijk ook onverschillig want als die ik er
zat, zou een ander ik het bevel van zoo even
zoo spoedig mogelijk herhalen.
Hel is ook de vraag niet, of deze kamer slech
ter is dan de voorgaande.
De meerdere of mindere graad
gehalte doet weinig af.
Als een houten vloer vervuurd is, dan is het
van weinig belang, of de einden van enkele plan
ken nog gaaf zijn.
Hel feit is voldoendedat de vloer is vervuurd
en dus door een nieuwen moet worden
gen.
Op een vervuurden vloer kan men niet wonen,
men zakt er door heen en loopt gevaar zich
deerlijk te bezeerendaarenboven is de uitwase
ming er van ongezond.
In dergelijken toestand verkeert de Kamer
en deze reeds te lang bestendigde toestand werkte
hoogst nadeelig op de natie terug.
Zij lijdt daardoor aan malaise.
Op den langen duur zal ook het nog gave deel
worden aangestoken, en het contagiüm den dood
des patients ten gevolge moeten hebben.
Of dit nog lang duren kan, weet ik niet, maar
wel betwijfel ik het.
Er z(jn verschijnselen, die dezen twijfel recht
vaardigen en het ergste doen vreezenwant de
verrotting is inderdaad groot.
Kamerontbinding is een uiterst middel, even als
’t afzetten van een been of arm; men gaat en mag
er ook niet toe overgaan, dan nadat het zeker is,
dat iets anders niet zal helpen.
Wij zijn van oordeel, dat nu de tijd gekomen
is, waarop de raadslieden der kroon ernstig be-
hooren in overweging te geven artikel 70 der
Grondwet op de Tweede Kamer toe te passen.
Het been is aan de amputatie toe; wordt deze
uitgesteld, dan is de vrees voor koud vuur groot.
Die vrees bestaat trouwens reeds nu.
Misschien dat het geringe getal van hen
Nederland, die actief kiesrecht bezittenzich
ontfermen over het 36 maal grootere cijfer
bevolking, dat lijdelijk moet toezien.
Wij zeggen misschien, want onze hoop is ge
ring, maar de vervulling er van is nogtans mo
gelijk. De kans staat wel als 1 legen 36; maar
er is kans.
Zonder ontbinding is er geen kans, zelfs
geen mogelijkheid.
Misschien zou eene nieuwe Kamer T initiatief
nemen tot Grondwetsherziening.
Och dat zij zoo edelmoedig en vaderlandslie
vend ware
Misschien zouden wij dan in waarheid (althans
bij benadering) eene volksvertegenwoordiging
kunnen krijgen.
Misschien zou er dan iets tot stand gebracht
worden.
Misschien zou Nederland iets van het verloren
aanzien terug erlangen.
Misschien bekwamen dan recht en waarheid
een plaats, waar zij veilig niet alleen, maar ook
in achting waren
schen dat zy met al de voorschriften op spoor
weggebied bekend zijn
Maar bovendien wat door geen ander Co
mité op dit terrein nog is gedaan onze plan
nen en ontwerpen zijn uitvoerig en op het tra
ject zelve uitgewerkten bevinden zich mei tal
van adhaesie adressen reeds sinls lang aan het
departement van Binnenl. Zaken, en nimmer nog
werd ons daaromtrent, noch van de zijde der
Regeering noch van die des publieks eenige ge
motiveerde aanmerking gemaakt.
Nog werd gezegdvhet Comité hield geen
rekening met den stand der Geldmarkt." Waar,
zoo vragen wij waar is hier het bewijs Nog
nimmer beproefde het Comité eenige geldelijke
operatie. Hel stelde die vast, tot na het verkrij
gen der concessie. En dan eerst konden de
werkzaamheden van de heeren Vignolles Co.
op dit gebied een aanvang nemen. Dien heeren
voorschriften te geven hoe en op welke wijze
le handelen zou immers onzin zijn.
Met volle gerustheid kan hel Comité de zor
gen daarvan aan dal gunstig bekende huis over
laten.
En hoe valt er dan te spreken van het ver-
waarloozen van den stand der geldmarkt En
heeft men bij het uitspieken van die bescbuldi-
diging zelve wel rekening gehouden met hel ver
schil van rentebejag bij ons te lande en het ren-
tebedrag van gelden waarmede men in Enge
land gewoon is industriëele ondernemingen te
steunen
De minister van Binnenl. Zaken schijnt over le
hellen lot of liever in aanmerking le nemen
1 de aanvraag der bankiers-vereenigingom aan
deze hoofdzakelijk de verdere uitbreiding van
het spoorwegnet op te dragen; wij zeggen schijnt,
en zeker terecht omdat Zijne Exc. nog
voor enkele maanden ons schrijft de combinatie
der N.-H. en F. lijnen in één onderneming met
te willenmaar wel genegen le zijn hulp van
Rijkswege voor te stellen in elk der Leide pro
vinciën voor op zich zelfstaande ondernemin
gen. Die uitspraak geschiedde toen vrij zeker
hel Comité Wouda reeds de voorwaarden der
concessie waren gesteld, mei een beraad termijn
tot 1 Dec. j 1.welk feit ons nimmer door den
Minister werd medegedeeld, maar ter onzer ken
nis is gekomen door de kennisgeving des Mi
nisters in uwe Vergadering.
Wat eindelijk vooral onze aandacht heeft ge
trokken, is de niet tegengesproken omstandigheid,
dat de bankiersvereeniging voor een werk van 14
millioen van het Rijk, acht, zegge acht millioen
subsidie vraagt en ook de uitdrukking dal de
Minister bezwaren schijnt te hebben tegen de
finantiëele medewerking der gemeenten.
Wij treden volstrekt in geene berekening om
trent hel cijfer der gevraagde hulp en van de
soliditeit der verschillende bankiers maar waar
het rijk voordeeliger aanbod gedaan wordt daar
moet dal aanbod zeker ernstig in overweging
worden genomenen omdat wij voordeeliger
voorwaarden kunnen stellen, daarom meenden
wij die niet achterwege te mogen houden.
In ons laatste adres nu aan den Minister van
Binnenl. Zaken 31 October jl. vroegen wij de
concessie-voorwaarden zonder eenige subsidie
met een beraad-lermijn lot ultimo Aug. 1874;
het laalsle om gelegenheid te hebben in de zo-
merzilting der Staten de toegezegde provinciale
hulp te kunnen vragen.
Thans vragen wij nog hetzelfde maar voegen
er bij, dat het Comité, wanneer door het Rijk
voor aanleg en exploitatie van den N.-H. Fr.
Spoorweg slechts drie millioen subsidie wordt
verstrekt een beraad-termijn van acht weken
voldoende zal zijn, om over de aanneming van
dat aanbod te beslissen.
In dat geval twijfelen wij niet of onze onder-
van slecht
De verwerping der begrooting van marine zal
de aftreding van den heer Bhocx ten gevolge
moeten hebben en met hem behoorden zijne
ambtgenooten heen te gaan.
Maar wat dan
Het is nog geen drie maanden geleden dat
een zelfde geval zich voordeed en 't is gebleken
dat geen ander ministerie was samen te stellen.
De periodieke verkiezingen van leden der
Tweede Kamer heeft op nieuw het oude resultaat
opgeleverd, dat de zoogenaamde Vertegenwoor
diging hel regeeren stelselmatig onmogelijk maakt.
Heden is het deze clique, morgen een andere,
terwijl het gisteren eene derde was en overmor
gen eene vierde zal wezen.
Schijnbaar loopen de cliques uiteen doch in
twee opzichten harmoniëeren zij, dal is in het af
keuren van het bestaande en het beletten van
het toekomende.
Liberaal conservatief, christelijk-historisch of
ultramontaan, 't is steeds hetzelfde deuntje.
Lood om oud ijzer 1
Er heerscht sedert lang eene malaise, van welke
de T)weeae Kamer de meeste schuld heelt.
Wij behoeven ’t niet aan te toonen en zullen
er ook niet over uitwijden; ieder weet het.
Elk voorstel tot verbetering verwerpt zij
verschillig op welk gebied hel gedaan is het
moge betrekking hebben op belastingwezen, mi
litie, rechterlijke organisatie, ’t is haar om ’t even;
zij vraagt er niet naar.
Dat de voortduring van een dergelijken toestand
onhoudbaar is, zal niemand tegenspreken.
Wat de Kamer wilweet niemand zij zelve
ook piet, want zij is een lichaam zonder ziel en
zonder gedachte.
Wij treden volstrekt niet op als verdedigers van
het ministerie, want het deed niets, waardoor het
op verdediging aanspraak kan maken.
Integendeel zouden wij den titularis van kolo
niën zeer gaarne zien verdwijnen, om nooit weer
te voorschijn te komen.
Maar dat is thans de vraag niet.
Ook al trad er een zeer goed ministerie op
dan nog zou het er precies mede gaan als met
dit.
Het stelsel door den heer Brocx ten aanzien
der marine is gevolgdis vijfmalen echtereen
goed gekeurd en is juist nu aangewend als een
machine de guerre tegen hem, want een ande
ren naam verdient het niet.1)
1 IIIÜI
‘lUillIlitfStil