NIEUWS- EN ADVERTRNTIE-DIAD VOOR DE
GEMEENTE EN DET ARRONDISSEMENT SNEEK.
i.
1873.
No. 104.
31 DECEMBER.
WOENSDAG
Kennis
i g e v i n g.
B e k e n d m a
king.
I
'4
1
II.
I
SNEEKER COER 4 VI
WETHOUDERS
van
en
’s morgens 9
Sneek,
)ec
2
weduwnaar
i
Z2
4
i
J
I
I
38
en,
uur
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
BURGEMEESTER -
rns
ds-
Z V
an
te
:kel
ga-
46,
ar-
Jo-
ek-
llje
50,
;ste
re-
lak
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents,
voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
Wijk 1
«Men veronderstelle nu
en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEK maken hiermede bekend
dat door den Gemeenteraad, in zijne vergadering
van den 29en December jl.is vastgesteld het
aanvullings-kohier van den Hoofdelijken Omslag
dezer gemeente, voor het jaar 1873, betreffende
ingezetenen, die in den loop des jaars of na de
opmaking van het primitief kohier in de gemeen
te zijn komen wonen, en sedert een eigen mid
del van beslaan of inkomsten van anderen aard,
de som van 400 gulden te boven gaande, heb
ben verkregen en dat gemeld kohier te be
ginnen met den 31 dezer, gedurende acht dagen
ter Secretarie der gemeente, voor een ieder ter
inzage is gelegd.
Voorts wordt aan degenen die bezwaren te
gen hunne aanslagen mochten hebben, herinnerd,
dat zij hunne op ongezegeld papier geschrevene
reclames vóór het verloop van den termijn der
visie, bij heeren Gedeputeerde Staten van Fries
land belmoren in te dienen.
Sneek den 30 December 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. ten GATE.
De Secretaris, H. FENNEMA.
BURGEMEESTER en
de gemeente SNEEK,
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale
Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72),
en op de Wei van 1 Mei 1863 (Staatsblad no. 44).
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen,
dal in Hoofdstuk III dier wet, handelende over
de inschrijving voor de militie, onder anderen
voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie in
geschreven alle mannelijke ingezetenen, die op
den Isten Januari van het jaar hun 19de jaar
waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden,
wiens moederof, zijn beide overleden, wiens
voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten
Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende
gedurenoe de laatste, aan het in de eerste zin
snede van dit artikel vermelde tijdstip vooraf
gaande, achttien maanden in Nederland verblijf
hield
3 hij, van wiens ouders de langstlevende in
gezeten was al is zijn voogd geen ingezeten
mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling, behoorende tot eenen' Staat, waar de Ne
derlanders niet aan den verplichten krijgsdienst
zijn onderworpen of waar ten aanzien der dienst
plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
aangenomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar
de vader, of, is deze overleden, de moeder of,
z:;n beiden overleden, de voogd woont
2. van een gehuwde en van eer<
in de gemeente waar hij woont
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft ot door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buitenslands gevestigd is, in de gemeente,
waar hij woont
4 van den buitenslands wonenden zoon van
een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst
in een vreemd land woont, in de gemeente waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschre
ven
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven
zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende
euderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn
voogd ingezeten.
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake
van ’s lands dienst in Rijks overzeesche bezittin
gen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk die volgens art 15 behoort te
worden ingeschreven is verplicht, zich daartoe
bij Burgemeester en Wethouders, aan te geven
tusschen den Isten en 31slen Janrftïri.
Bij ongesteldheidafwezigheid of ontstentenis
is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen
van die aangifte verp icht.
De wijze, waarop van het doen van aangifte
blijken moet, wordt door ors bepaald.
Art. 20. Hij die eerst na liet intreden van
zijn 19de jaar, doch vóór hel volbrengen van zijn
20ste ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra
dit plaats" heeft, ter inschrijving aan te geven by
Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar
de inschrijving, volgens art. 16, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de
zinsnede van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van
het jaar, waartoe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Met 66 tegen 55 stemmen werd de algemeene
strekking van het plan aangenomen.
De zoogenaamd nationale partij begon nu de
worsteling voort te zetteb, door middel van list
en ontrouw, en wel met zoodanig gevolgdat
reeds drie dagen later de Nationaid Vergadering
een besluit in geheel tegenovergestelden zin had
genomen.
Bij hel Reglement was een termyn van vier
weken bepaaldbinnen welken, na aanneming
van de algemeene strekking, de verdere discus-
siën over het ontwerp-Slaatsregeling moesten
rusten.
Toen nu niet minder dan 26 leden der ver
gadering zich die vacantie hadden ten nutte ge
maakt om hunne familiën te bezoeken haastte
zich de Representant Hartogh, een der Holland-
sche leden, het voorstel te doen, dat de Verga
dering zonder voorafgaande discussiën, zou de-
creteeren, dat de een en ondeelbaarheid in alle
opzichten, ten grondslag van de Staatregeling zou
gelden.Men was trouweloos genoegbij ver
rassing dit besluit dooi- te drijven en aan eene
commissie van 7 leden waarvan slechts 3 uit
de dusgenoemde landprovinciën op te dragen
het ontwerpvóór de verdere behandeling, in
den zin van dit besluit te vervormen.(3)
Deze commissie stelde in hel eerste artikel van
de Afdeeling finantiën voorsdat alle geweste
slijke schulden nationaal verklaard werden.” Men
beweerde, dat, hetzij men de schulden afzonderlijk
liet, hetzij men ze bijeen brachthetzelfde re
sultaat zou worden verkregen, aangezien de al
gemeene heffingenzoowel als de gewestelijke
omslagen, naar het betrekkelijk vermogen moes
ten worden geheven. Men droeg evenwel zorg
dat het beginsel heffing naar het vermogen
niet door grondwettelijke bepalingen gewaarborgd
werd. «Eene of meerdere belastingen bij de
«Constitutie vast te stellen, achtte de Commissie
«hoogst onraadzaam.”
Van het bij deze gelegenheid door Frieslands
Representant van Dei/ma'gesprokene, verdient
vooral het volgende hier een plaats
sin de wereld toch kan ik mij geen denkbeeld
svan grooter onrecht vormendan de schulden
«ineen te smelten en gelijk te latenterwijl men
«de belastingen ongelijk laat.
sik zal dit slechts met een voorbeeld ophelde-
sren. Ik was nimmer financier, maar heb toch
seenig oppervlakkig denkbeeld van het systeraa
svan finantiën in Friesland, waar ik den meesten
«tijd van mijn leven heb doorgebrachtverkre-
sgen.
«Daar zijn de belastingen tot die enorme
«hoogte gestegen, dat van iederen gulden inko-
«men, zestien en een derde stuiver aan den lande
swordt betaald.(4)
HOE MEN JAARLIJKSCHE TE KORTEN VAN
ZEVEN MILLIOEN DEKTE, DOOR DEN
STAATSGREEP VAN 22 JANUARI 1798.
Tegen het einde des jaars bracht de Commis
sie haar ontwerp-constitutie ter tafel.
Ten aanzien van het finantiële stelde het voor
Dat elk gewest zijne afzonderlijke finantiën zou
blijven beheeren geen nationaliteit der provin
ciale schulden dus.)
Dat lot de algemeene lasten, die niet hooger
dan tot 13’/2 millioen ’s jaars zouden mogen wor
den opgevoerd(door ieder gewest zou worden
bijgedragen volgens de bestaande quota;
Dal, behalve die gewestelijke omslagen, nog in
het algemeen een recht van het saldo van alle
boedels en een impost op het klein zegel zou
worden geheven;
Dat voor buitengewone Staatsbehoeftenhet
wetgevend lichaam alleen belastingen zou kun
nen heffen, die geëvenredigd waren aan het be
trekkelijk vermogen der ingezetenen, nimmer van
waren tot de eerste levensbehoeften behoorende
en die over alle soorten van bezittingen werden
geheven.
De eerste sprekers over dit ontwerp waren de
Hollandsche leden van de Kasteele en Witbols
beide leden der Commissie. Zij wilden het
ontwerp verworpen hebben «opgrond”, zooals de
eerstgenoemde zich uitdrukte, «van het onrecht-
svaardige, dat er jegens Holland in gelegen was,
som de gewestelijke schulden afzonderlijk te hou-
»den, daar, in dat geval, die Provincie jaar-
slijks zeven millioen zou te kort komen.”.
Als verdediger van het plan trad Luiken op
mede een der ontwerpers, en van de zes Hol
landsche leden der commissie de eenige, die te
gen de schuldvermenging pleitte. Hij verklaarde
die eenheid onrechtvaardigals bezwarende het
eene gewest met de schuld van het andere en
onuitvoerbaarals zullende de andere gewesten
daarin nimmer toetreden.
Vele Representanten van Noordbrabant spra
ken voor het ontwerp; zij wezen er op dat hun
gewest, nog met geene sehuldeu bezwaard, door de
door Holland gewenschte nationaliteit een schulden
last van eenige millioenen zou te dragen krijgen.
De Vertegenwoordigers van Gelderland, Overijs
sel, Drenthe en Groningen spraken allen in den-
zelfden zin.
Coert Lambertus van Beymaeen der re
presentanten van Friesland, wilde, daar Holland
in de quota te laag en de andere gewestenin
zonderheid Frieslandte hoog waren aangesla
gen, die «onrechtvaardige wanorde” hersteld heb
ben en onder de voorwaarde van een algemeene
belastingheffing naar de vermogens, zou hij zich
met de nationaliteit der provinciale schulden kun
nen vereenigen. Overigens keurde hij het ont
werp af, omdat daarin het recht van het volk
tot hel kiezen zijner vertegenwoordigers, aan kie
zers werd opgedragen. Hij wilde rechtstreeksche
keuze (2)
C. Rogge. Geschiedenis der Staatsrege
ling voor het Bataafsche Volk, pag, 163.
(2) C. Rogge. Staatsregeling, pag. 190222,
en die alzoo ge-
Het Gemeentebestuur van SNEEK
Voldoende aan de uitnoodigingen vervat in
de besluiten van heeren Gedeputeerde Stalen van
Friesland, dd. 1.7 en 18 December 1873 (Prov.
bladen nos. 149 154 en 156)
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dat ter Provinciale Griffie te Leeuwarden
afdrukken verkrijgbaar zijn gesteld voor den prijs
van 10 Centvan Prov. blad no. 150 inhou
dende een door Z. M. den Koning goedgekeurd
besluit van heeren Provinciale Staten tot wijzi
ging der enkele provinciale en huishoudelijke
begrooting dienst 1873 van Prov. blad no.
155 inhoudende een gelijk besluit ten opzichte
der enkel provinciale en huishoudelijke begroo
ting dienst 1874
en van Prov. blad no. 157 inhoudende een
door Z. M. den Koning goedgekeurd besluit van
heeren Provinciale Staten, tot wijziging van het
reglement op het onderhoud en bestuur van de
Lemstersluis.
Sneek, 29 December 1873.
Het Gemeentebestuur voornoemd
J. ten GATE.
De Secretaris.
H. FENNEMA.
den Frieschen land-
(3) Rogge Staatsregeling234242.
(4) Ter bestrijding der provinciale quota, die,
ten gevolge der buitengewone oorlogslasten en
der 100 millioen die Frankrijk eischte voor de
onafhankelijk verklaring der Bataafsche Repu
bliek, zeer hoog liep, belastte men veel, om zoo
weinig mogelijk schulden te maken.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen
maken Burgemeester en Wethouders verder be
kend, dat op Donderdag den 8s'en Januari 1874
ten Gemeentehuize alhier eene bijzónder zitting
zal worden gehouden tot inschrijving der manne
lijke ingezetenen, die op den Isten Januari 1874
hun 19de jaar zijn ingetreden,
boren zijn in 1855, en wel voor
2 ’s morgens 9
3 en 4 10
5 en 6 s 11
7 en 8 ’s middags 12
9 en 10 *s namiddags 1
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie
dezer gemeente kan geschieden van ’ou>v»ë.Z
tot ’s namiddags 1 uur.
En zal deze worden afgekondigd waar het be
hoort, den 17 en 31 December 1873.
Burgemeester en Wethouders van
J. ten GATE.
De Secretaris
H. FENNEMA.