feuilleton. Uit de groote wereld. en van BUI T E X U A X' O V E 11 Z I C II T. B I A X E X E A X v< zelschappenmet de terughoudendheid De «Zaanlandsche stoombootmaatschappij” heeft besloten op hare plaatskaartjes te adverteren volgens het door Multatuli aangegevene denkbeeld. dei ch< zoi ooi is slil V01 oo of w< le< di zii ni bt ni voo de ■wel ten Vic gev 1 Qui WC{ het j lan der ren een die dig de is I Doi Ital hei de Ier In bij g'i de Ier de ijv de te vei pk be ev se 2‘j h: w v< ki n h; te al tn; kil en vr h a st zi tr di sc B th Si W ’t ni e< g' VI ir d g li h ti ti o Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een uitvoerig schrijven gericht dooi’ de «Veree- niging Schultevaêr”, waarin zij, onder overleg ging eener schetsteekening met begrooting van kosten en memorie van toelichting, de wensche- lijkheid uiteenzet van het slichten eener vlucht- Het bruidspaar werd aan het hof uitmuntend ontvangen. Men had het zóó geschiktdal aan Mariotte de geliefde danseres van Sergius vr oeger dan gewoonlijk verlof was gegevenNa talie vond dus het veld ruim. Aan de nieuws gierigheid en den onwil, die haar van de zijde der vrouwen wachtten, kon zij gerust het hoofd bie den. "Hare schoonheid was overwinnend, haar goeden naarn onbevlekt, en hare liefde vol vertrou wen en sterk. Zij beviel den keizerdie zijn adjudant gelukwenschte met zijne keuze. De keizer was hem gunstiger gezind dan ooit te vo ren; den dag vóór de bruiloft had hij een lang onderhoud met hem, en personen die Sergius Feodorowitsch daarna uit het kabinet des keizers hadden zien komen, verklaarden, dat hij zichtbaar gel rollen was geweest. Den volgenden morgen wer d het huwelijk voltrokken en Natalie door den keizer zelf naar hel altaar geleid. Toen het bruids paar den zegen ontvangen had en de jonge vrouw aan den keizer- haar dank betuigde, zeidc deze denk er aan, Natalie Erniljarro wna, aart wat ik u thans zeg: Hij heeft beloofd u gelukkig te zullen ma. en Wethouders tot van het hulppersoneel te gelegenheid aanbiedt. Zooals men weet heeft de vereeniging bedoelde stichting van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken verzocht. De havenkomnu reeds eene zeer bekwame diepte bezittende, wordt reeds sedert 8 jaren ge bezigd door de Zuiderzee-stoomboolmaatschappij zonder daarin met de laagste waterstanden im mer verhinderd te zijn, en wanneer de specie voor de havendammen wat tevens voobdeelig is uit die kom genomen wordt, dan erlangt deze een cycdc diepte van 46 decimeter met volzee, is voor alle schepen die de Zuiderzee bevaren ten allen tijde toegankelijk en bruikbaar en heeft eene oppervlakte van pl. m. 15 a 16 hectaren, eene ruimte die aan eene menigte schepen ver oorlooft in de haven het anker te werpen. De begrooting van kosten, volgens het daarvan gemaakte plan en profilleekening, beloopt in alles de som van f 391.895.50. Z. M. heelt aan mr. J. J. Bolman, op verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over het huis van arrest te S.neek, en als zoodanig benoemd den heer J. ten Gate. De Franse he Nationale Vergadering is ein delijk door de belastingwet heen geworsteld en hield zich daarna met een paar kleine wetsont werpen bezig. Vóór het reces de Kamer gaat van ‘28 Maart tot 12 Mei vacantie nemen was er dan ook geen tijd meer om belangrijke zaken te behandelen. Toch zal nog, alvorens de Ver gadering uiteengaat, worden beslist over het wets ontwerp tot verlenging van den wettelijken duur van het mandaat der gemeenteraden. In het door den heer Marcère uitgebrachte rapport over dit ontwerp wordt gezegd, dat de nationale vergade ring niet kan vernietigen de voorwaarden van het mandaat hetwelk de gemeenteraden ontvingen, en dat de tijd ontbreekt om een nieuwe gemeen tewet tot stand te brengen vóór den aanvang van het jaar 1875. Hij vestigt de aandacht op de politieke strekking van de wet; de regeering vreest in aanmerking nemendedat de gewone ver huisdag dit jaar invalt op een Dinsdagen dat het, met het oog op de weekmarkt, wenschelijk zoude zijn, indien voor het verhuizen een andere dag werd gekozen meenen de ingezetenen te moeten uitnoodigen voor dit jaar algemeen als VERHUISDAG aan te nemen WOENSDAG 13 MEI. Sneck, 21 Maart 1874. J. TEN GATEBurgemeester. II. FENNEMA, Secretaris. HTATEX-CEXEÏXAAIj. Tweede Kamer. Zitting Dinsdag 24 Maart. In de Kamer heeft heden de heer de Jong ver lof bekomen, om de Regeering te interpelleeren omtrent haai- voornemen ten aanzien van de zil- veraanmunting, met het oog op den termijn van 30 April, waarop het verbod van aanmunting vervalt. De tarieven van justitiekosten zijn na discussie en enkele wijzigingen eenparig aangenomen. De beraadslagingen omtrent het ontwerp der Regeering over de consulaatrechten zyn aange vangen. Morgen behandeling der artikelen. Na afloop daarvan is aan de orde de interpel latie van den heer de Jong. Zitting Woensdag 25 Maart. In de Kamer is heden, na langdurige discussie, het voornaamste amendendemenl der commissie van rapporteurs op T tarief der consulaatreclrten, en dat strekte tot verminderingverworpen met 41 tegen 18 stemmen. Wijders heelt de Minister, lot bevordering van hoven over April e. k. De Kamer is daarna voor korten tijd tot na dere bijeenroeping uiteengegaan. SNEE K, ‘27 M a a r t. Wij vernemen, dat door den heer mr. S. Wij- benga, sedert 7 Augustus 1827 secretaris der ge meente Wijmbritseradeel, een eervol ontslag uit die betrekking is aangevraagd. Gaasterland. De winterrogge slaat onge kend voordeelig. Indien de toestand niet buiten verwachting verandert, mag men veilig een rijken oogst verwachten. De winterrogge wordt op 360 a 380 hectaren zandgrond verbouwd, welke ieder gemiddeld 21 d 25 (’72 en ’69) hectoliter graan opleveren. Zooals men weet, wordt do Gaasterlandsche rogge zeer door de bakkers getrokken en doet zij'dan ook opgeld. j- Balk. Tegen eenige ingezetenen is pro cesverbaal opgemaakt 1°. wegens het aandoen van molest; 2°. het maken van nachtelijk burenge rucht 3°. verzet tegen de politie (rebellie.) De aanleiding dier onhebbelijkheden schijnt te liggen in het overgaan van een persoon, die her vormd was, tot de R. K. kerk. liet is te wenschen, dat, door eene flinke straf toepassing, aan zulke euveldaden voor goed een einde worde gemaakt. Wyckel, 25 Maart. Heden avond ontstond brand in de boerderij van den landbouwer D., wiens woning enz. nog niet lang geleden totaal in de asch gelegd werd. Spoedig aangebrachte hulp belette, niettegen staande de felle wind, het vuur vorderingen te maken. j- Harich, 26 Maart. Floreenplichtigen heb ben tot predikant genomineerd Ds. Kapteijn te Hindeloopen. gemeen overleg met geringe redactie-wijziging l haven te Hindeloopen, dat daarvoor een geschik- overgenomen het amendement-Tak c. s. dat de consulaire ambtenaren die voortaan zullen wor den aangesteld en bezoldiging uit ’s Rijks kas ge nieten het bedrag der te heflfeu consulaatrechten aan den Minister van Buitenlandsche Zaken ver antwoorden en dat die rechten in ’s Rijks kas worden overgebracht. De geheele wet tot regeling der consulaatrech ten is ten slotte met algemcene stemmen aange nomen. In antwoord op de interpellatie van den heer de Jong of de Regeering nog vóór 30 April met welken dag het verbod van aanmunten voor particulieren vervalt een ontwerp zal indienen tot regeling en beperking van den muntslag of het aanmunten van zilver den vrijen loop zal la ten verklaarde de Minister van Finantiën dat zoodanig ontwerp alleen gepaard kon gaan met de aanbieding van een ontwerp in den zin van de ingetrokken muntwet. Voor dit laatste nu bestond geen reden naar het oordeel der Regeering en derhalve kon de maatregel tot schorsing der aanmunting van zilver door haar niet worden bestendigd. Zitting Donderdag 26 Maart. In de zitting van heden is ingekomen eene missive van den Minister van Binnenlandsche Za ken, met nota en bijlagen, betreffende de verla ging van den census. Bij de daarop gevolgde beraadslaging over het ontwerp tot goedkeuring van in Ned. Indie ten laste van de dienst 1873 geopende credieten, heelt de heer van Zuijlen er op gewezen, dattenge volge van de veranderde zienswijze der Regee ring, ter zake van Atjin, de verantwoordelijkheid van de te volgen gedragslijn niet meer uitsluitend bij de Regeering, maar ook op de vertegenwoor diging rust, en daarom protesteerde hij reeds nu, zonder op later debat vooruit te loopen tegen de eenige oplossing die de Minister van Koloniën Zaterdag aan de Atjinesche kwestie had gege ven, namelijk: dat van vrede sluiten thans geen sprake meer is. Dit was z. i. de eerste stap op den verkeerden weg. De Minister van Koloniën meendedat het nu niet de tijd was om in een dabat te treden, maar herhaalde wat hij reeds vroeger verklaarde dat de Regeering geheel verantwoordelijk blijft en dat zij zich aan haar plicht niet zal onttrekken. De verantwoordelijkheid kan nog mag op de Kamer rusten. Het ontwerp is wijders oven als alle andere heden aan de orde gestelde kleine wetsontwerpen en conclusiën aangenomen. Ten slotte is bepaald dat de hervatting der interpellatie van den heer Messchert van Vollen- Aljin plaats zal hebben op 16 ken en een goed echtgenoot voor u te zijn. Wend u tot mij, indien bij zijne belofte niet ver vult! Hoort gij, wend u dan tot mij 1” Zij waren beide verschrokken, Natalie en Man- surow. De keizer echter hoe ernstig gemeend zijne waarschuwing ook was, gaf eene vroolijke wending aan de zaak. «Komaan, zeide hij, het was slechts een goede raad.” Hij reikte Mansn-, row de hand, omhelsde de jonge vrouw, wisselde zeer voorkomend eenige woorden met Bereskin, en, omringd door eene schare van gelukwen- schenden, welke den jonggehuwden de hulde en gunst des keizers benijdden, verlieten zij bei den de kerk, eonigszins ontstemd en met eenigon twijfel in de ziel. Natalie vroeg zich afwaarop doelt deze keizerlijke waarschuwing toch Mansurow dacht zou mijn schoonvader <ie» waarschuwing hebben uitgelokt en zou hij d( schuld zijn van de harde vermaningen, welke di keizer mij gisteren heeft gegeven Zou Na aln eenigen twijfel omtrent mij koesteren en zou di keizer daarvan iets welen Intusschen: Natalie was schoon, zij beminde VERGADERING van den Gemeenteraad van S N E E K op Zaterdag 28 Maart e. k., ’s narnidd. 6 uur, Punten ter behandeling: 1. Beëediging en installatie van den heer N. G. Bouma, als Raadslid. 2. Resumtie der notulen. 3. Mededeeling van ingekomen stukken, goed gekeurde raadsbesluiten, enz. 4. Verslag van de commissie van beheer over de exploitatie der faecalc stoffen, over het tijd vak van 15 Juni tot 31 December 1873. 5. Adres van G. II. Visser, om grond op grondrente voor het bouwen van een woonhuis timmerschuur bij de Vischmarktsbrug. 6. Verzoek van F. D. Hoekstra, om ontslag als hulponderwijzer. 7. Idem van de Plaatselijke Schoolcommissie, om tegen 1 Juni 1874 of vroeger te worden ont slagen 8. Adres van het R. C. Kerkbestuur, om eene jaarlijksche subsidie voor de oprichting en instand houding eener bijzondere school voor lager on derwijs met adres van adhaesie van 159 R. G. ingezetenen. 9. Nota van den heer II. Joustra, bevattende beschouwingen over dat verzoek, en voorstel tot uitbreiding van het aantal leden der Plaatsclijke Schoolcommissie. 10. Voorstel van Burg, verhooging der jaarwedden bij het lager onderwijs. 11. Aanvraag van den Kommandant der DD. Schutterij, om machtiging tot verkoop van oude kleedingen en equipementstukken. 12. Reclames bij heeren/jedeputeerde Staten, tegen het door den Raad vastgestelde kohier van den Hoofdelyken Omslag, dienst 1874. de algemeene verkiezingen na de wet op de mai- res. De commissie biedt der kamer een ander ont werp aanhoudende dat de gemeenteraden ver nieuwd moeten worden vóór het uitstel bij de wet van April 1871 bepaald; dat ontslagen ge meenteraden zullen in functie blijven tot de af kondiging van de nieuwe gemeentewet en dat elk besluit tot opheffing van een gemeentebestuur met redenen omkleed moet zijn. Men bemerkt uit bovenstaande, dat dit ontwerp nog al eenige bespreking kan uitlokken. Er loopen geruchten, volgens welke de hertog de Broglie zich niet lang meer zou kunnen staan de houden. Wat daarvan zij moet natuurlijk latei- blijken maar dit is zeker dat zelfs zijne mede-ministers hem niet meer als onmisbaar be- 1 schouwen in hun kader; en dat vele leden der Nat. Vergadering hem gaarne tot heengaan willen nopen, is bekend. |- Uit Milaan telegrafeert men aan de Parijsche I bladen dat dc Perseveranza een brief heeft open baar gemaaktdoor den heer Em. Olivier aan den Parijschen correspondent van dat blad ge schreven over de oorzaken van den jongslen oorlog en over het oordeel dat de geschiedenis vellen zal over het aandeel dal hij, Olivier, daar aan gehad heeft. In dit opstel is een document ingelaschthetwelk ten bewijze moet strekken, dat Pruisen Frankrijk gedwongen heefthel den oorlog te verklaren of anders zich te ont- eeren. De heer Olivier verklaartdat de Keizer het ten volle met hem eens was en dal zij de laatsten zijn geweest die den oorlog wilden. Toen hij niet meer verhoed kon worden had men besloten hem indien hij bij den aanvraag voorspoedig was zoo spoedig mogelijk te eindigen. In den verderen loop van dit schrijven geeft de heer Olivier o. a. te kennen waarom hij zich niet naar Ghislehurst heeft begeven. Wij vinden, dat die pleitrede over de schulde loosheid van den ex-minister van wijlen Napoleon III wel wat laat komt. De gekroonde hoofden doen tegenwoordig aan herinnerings-dagen. In deze week werden er wetor twee herdacht: Zondag jl. dc 77ste ge boortedag van den Duitse hen keizer, en een dag later het 25-jarig regeerings-jubiló van den koning van Italië. Onder de vele gelukwenschen die den grijzen Wilhelm bij deze gelegenheid ten deel vielen, kon den natuurlijk die van het leger‘niet gemist wor den. De uniformen moeten bij dergelijke festivi- I teiten altijd vóóraan komen. De generaals waren dan ook thans op het appèl. Veldmaarschalk von Wrangcl hield een aanspraak, en hierop antwoord de de keizer ongeveer het volgende «Daar gij allen als vertegenwoordigers van' mijn gansch leger voor mij verschijnt mag ik u niet verzwijgen dat weder eene crisis daarover schijnt te zweven. Wat ik vroeger vier jaren lang uit plichtgevoel en overtuiging trachtte te bereiken waaraan ik vasthield en wat ik ten slotte ook erlangde vond zijne belooning in liet boven alle verwachting groot succés van myn leger en dat mijner bondgenooten. Dit gevoel geeft mij moed om ook nu geduldig vol te hon den want niet om oorlog te voeren maar om den europeschen vrede te verzekeren wensch ik vast te houden aan datgene wat reeds zoo schit terende bewijzen zijner deugdelijkheid heeft ge geven.” »A bon entendeur demi mot sufïït.” De kei zerlijke wenk is gegeven, en de bedreigde leger- wet zal er wel doorloopen. «Niet om oorlog te voeren, maar om den europeschen vrede te ver zekeren”/... wensch ik in vredestijd een legertje van 400,000 man te hebben. «Rattaplan, plan, plan!” leve de keizer en zijn vrede-aanbrengend le ger I De Rijksdag heeft de perswet bij tweede le zing aangenomen en bij eerste lezing het (Eene novelle naar fanny lewald.) Vervolg.') De Baron was bij die woorden opgestaan en liep de kamer op en neder. Zijne sigaar was reeds lang uitgegaan, en ook de markies had reeds een tweede aangestoken. Het was Anninkoff ze ker in lang niet voorgekomen, dat hij met iemand over do verwachtingen en teleurstellingen zijns le vens gesproken, en met een ander aun zijne jon ge jaren gedacht had. Een lang leven in de we reld, te midden van de koude vormen der ge zelschappen met de terughoudendheid en hel wantrouwen tegenover anderen, hetwelk men eene noodzakelijke discretie gelieft te noemen, had den hem naast eene groote gamakkelykheid in den omgang, een ledig hart gelaten en hem schuw gemaakt. Hij schaamde zich voor zijne gewaarwor dingen en vond er toch eene bevrediging in die uit te spreken. Hij dreef den spot met zich-zelf, omdat hij bevreesd was voor den spot van zijn ouden vriend, den markies. Maar, evenzeer als An ninkoff bewogen werd door het terugzien op zijn eigen edelgevoelvol hartzoo ook verging den markies al spoedig de lust tot lachen en spotten, wint ook hy gevoelde thans duidelijk, hoe schoon het geloof der jeugd is en hoe verheven het is, uit vereering en liefde te lijden. Dit zou thans den een noch den ander meer kunnen overkomen, en toch zouden die beide mannen, hoe zelfbe wust zij zich than^_ ook waren, er zeker nog heel veel voor hebben willen geven, indieli zij de da gen hunner jeugd terug hadden kimden koopen, zij ’t dan ook met nieuwe teleurstèllingen en nieuwe smarten. «Ziedaar dc roman mijns levens”, zeide de Ba ron na verloop van eenigen tijd. «Ik was aan T einde mijner hoop, mijn rol als minnaar was afgespceld ik trad over in dc rij der vertrouwden en zou niet weer vóór het laat ste bedrijf, aan de slot-catastrophe ten looneele verschijnen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1874 | | pagina 2