liHEI^TEEHETlIlIlOMIISSEflEWSlEk.
NIEUWS- E^ IDVERTENTIE-IILIII VOOR DE
I
1
f
f
I
I
dB
I
I
I
g
y
1874.
26 AUGUSTUS.
WOENSDAG
v -
II e t Ministerie.
EN.
7.f
V e f k i e z i ii g.
7,.
in
'«‘A
Is.'
SHEERER COL RAMT
31’
BR
th.
verachting.
AFKONDIGING.
en
10
niets
a.
Europa
b.
c.
5>1
Vrijdag in de Staatscourant kunnen verschijnen.
Deze COULANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad /'1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
voor
natie
-T
ADVEBTENTIËN van 1 tot 4 regels,'gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7*/2 Cents. Alle brieven en stukken»
de uitgave of redactie betreffendeworden franco ingewacht.
f
A M.
1«!7.
15/
91?/
en de herstemming, zoo noodig, op Dinsdag 29
September 1874, telkens van 's morgens 9 tot
’s namiddags 5 uur, in een der lokalen van bet
Gemeentehuis.
Sneek 22 Augustus 1874.
Burgemeester en Wethouders voomoemd
J. TEN C A T E.
De Secretaris
II. F E N N M A.
Borret was eerst benoemd, doch overleed
spoedig (10 Nov. ’67). Tot 3 Jan. ’68 nam van
Heemskerk de portefeuille van justitie waar.
(2) Sedert Juni ’74 vervangen door zekeren
van Erp Taalman Kip.
(3) Sedert vervangen door v. Limburg Sti-
rum en Weitzel.
f4) Als de nu reeds sedert weken bestaande
ministerieels crisis niet op nieuw op onverant
woordelijke wijze sleepende gehouden wordt, dan
zullen de benoemingsbesluiten Donderdag of
Het nu op te treden ministerie slaat voor eene
Kamer, die onhandelbaar is.
De Kamer heet liberaal te zijn, doch zij is het
niet.
De Kamer heeft geen richting, want zij ageert
negatief en belet iedere poging tot vooruitgang.
Daarom behoort het nieuwe ministerie te doen,
wal het afgetreden niet schijnt gedurfd te heb
ben, namelijk de Kamer ontbinden.
Er moet gehandeld worden, en met deze Ka
mer kan niemand iets uitrichten.
Er is veel te doensedert jaren is er veel on
afgedaan geblevenwat dringend voorziening
vraagtmaar wat niet minder erg is dan dit
er is geen onrecht hersteld integendeel het is
bij den dag groot er geworden.
Herhaaldelijk is daarop door de Snceker Cou
rant gewezen; herhaaldelijk is door haar aan
gedrongen op recht doen o. a. jegens Multatuli
doch ’t mocht niet baten.
Zij stond alléén of nagenoeg alléén in
haar eischen van recht.
Eindelijk hebben ook andere bladen haar voor
beeld gevolgdmet name o. a. de Zaanlandsche
Courant.
In haar nummer van 11 Juli schreef zij
«Het is zeer te betreuren, dat Douwes Dek-
ker voor ons koloniaal beheer en voor onze volks
vertegenwoordiging is verloren gegaan.
«Niemand heeft de nooden van ons volk zoo
scherp doorzien als hijen weinigen hebben blijk
gegeven van zooveel goeden wil en van zooveel
arbeidzaamheid.”
Multatuli is niet verloren gegaan, maar hij is
schandelijk uitgestooten, miskend en belasterd.
Een genie als hij, groot door menschenliefde
in zijn streven naar en het betrachten der waar-
alle ministeriën een doorn in j
I
Atjin in spot en
'1%
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek doen te weten, dat. door den Raad dier
gemeente in zijne vergadering van den 15den
Augustus 1874, no. 5 is vastgesteld de volgen
de verordening
BESLUIT tot
OP HET
PETROLEUM.
De Gemeenteraad van Sneek
overwegende datonder het behoor der ge
meente, eene algemeene beivaarplaats van pe
troleum is opgericht door de Vereeniging tot
algemeene beveiliging tegen brandgevaar” en
dat er thans geen bezwaar tegen bestaat de be
palingen omtrent de hoeveelheid petroleum, wel
ke de kooplieden en winkeliers in voorraad mo
gen hebben, in overeenstemming te brengen met
de regelen, welke daarvoor door de Maatschap
pijen van verzekering tegen brandschade zijn aan
genomen
Gelet op het daartoe betrekkelijk verzoekschrift
van de Oprichters der gemelde Vereeniging
Besluit
Art. 3 der Verordening op het verkoopen en
bewaren van Petroleum, zooals dat art. is gewij
zigd bij raadsbesluit van 31 Augustus 1872 no. 6,
afgekondigd den 14 September 1872, in te trek
ken en te vervangen door een nieuw art. 3
van dezen inhoud
«Bij de in het vorige art. bedoelde vergunnin
gen zal worden bepaald welke hoeveelheid pe
troleum de houders in voorraad mogen hebben
met dien verstande
dat in een winkel niet meer dan honderd
liter mag worden bewaard
dat in den winkel en andere bewaarplaat
sen gezamenlijk een voorraad van hoog
stens drie hectoliter aanwezig mag zijn
dat afzonderlijke bewaarplaatsen voor groo-
tere hoeveelheden bestemd, slechts op een
afstand van 500 meter buiten de stads
gracht mogen worden opgericht.”
Dit besluit zal binnen tweemaal 24 uren in af
schrift aan heeren Gedeputeerde Staten van Fries
land worden medegedeeld.
Gedaan te Sneek in de openbare zitting van
*15 Augustus 1875no. 5.
(get.) J. TEN CATE Voorzitter.
H. FENNEMA Secretaris.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Friesland, volgens hun bericht van den
20sten Augustus 1874, no. 41, in afschrift me
degedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoord, den 26 Augustus 1874.
Burgemeester en Wethouders voomoemd
J. ten CATE.
De Secretaris,
H. FENNEMA.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen ter kennis der ingezetenen
dat de verkiezing van een lid van den Baad
dier gemeente, in de plaats van den heer T. van
der Weerdt, die zijn ontslag heeft genomen, zal
plaats hebben ep Dinsdag 15 September 1874
heid, onsterfelijk door zijne werkenzulk een
zeldzaam toonbeeld van de ware humaniteit
tol nog toe aan l.._ -
het oog.
Uit zijne Idéen blijktdat zijne pogingen om
ten dienste van den Staat werkzaam te zijn, langs
omwegen, onedeler wijze zijn verijdeld.
Intusschen kan het verzuimde nog eenigerma-
te vergoed worden.
Op koloniaal gebied verkeert zeer veel in een
kankerenden toestand.
Om daarin verbetering te brengen, is er een
eminent persoon noodigdie het goede wil
kan doen.
De daartoe aangewezen mande eenige die er
toe in staat, is, verkeert in den vreemde; zijn
naam is Douwes Dekker.
Het opgetreden ministerie is alles behalve po
pulair en moet na korten tijd vallen, als het zich
niet wat populariteit weet te verschaffen.
Het zou bij een groot deel van de Nederland-
sehe Natie veel goed kunnen maken en zich het
prestige van rechtvaardigheid bezorgen, zoo het
aan Multatuli vergold, wat hem misdaan is.
Het zou zich jegens Java verdienstelijk maken,
zoo het van Multatuli zijne diensten in kolonia
le zaken vroeg.
Nederland zou er door gebaat en het gekrenk
te recht er eenigermate door verzoend worden.
Het wantrouwen, dat zich reeds allerwege te
gen dit ministerie openbaartzou er voor een
goed deel door verminderd worden, want de Na
tie zou zeggen «Zie, hel nieuwe ministerie be
gon met eene daad van rechtvaardigheid te ver
richten het is dus op den goeden weg.”
Van politieke richting kan in deze geen spra
ke zijn, want de rechtvaardigheid kent geene rich
ting zij zelve is de richting, die ieder verplicht
is te volgen, maar die tot nog toe, helaas door
geen ministerie is erkend geworden.
Voor koloniale zaken is een adviseur noodig
die Java kent en kreukeloos eerlijk en rechtvaar
dig is.
Die man is Multatuli.
Had men naar hem geluisterd, nimmer zou de
geschiedenis van Atjin zijn voorgevallen; millioe-
nen guldensduizende menschenlevens en de
Nederlandsche e ;r zouden gespaard gebleven zijn.
Voor den naam van Nederland, voor de Kolo
niën, voor het heil der Natie en ook voor het
Ministerie is het te hopen, dat ditmaal onze stem
niet zal zijn, die eens roependen in de woestijn
Vooruit loopen op de handelingen van dit mi
nisterie mag men nietvooral nii nog niet, nu
het nog aan den vóóravond van zijn optreden
staat, maar, dat het o. a. aan Multatuli recht
zal verschaffen, hoop ik van harte.
Het tweede ministerie Geertsema, zondei Fran
sen van de Putte altoos, had, indien het met
eene Kamer, die haren plicht betrachtte, te doen
gehad had, veel goeds kunnen uitrichten het
eerste ministerie Heemskerk heeft niets goeds
verrichtintegendeel het heeft door zijne rand-
jesreclame het prestige des konings in de waag
schaal gesteld.
Indien niet zeker ranghebbend loge-lid naar
een ander, dito hoogberangde, gegaan ware, zou
waarschijnlijk, ja zoo goed als zeker, de Kamer
ten derden male zijn ontbonden geworden en
dientengevolge eene breuk tusschen Nederland en
Oranje ontstaan zijn, die wel eens treurige ge
volgen zou kunnen gehad hebben.
Zoodra immers een ministerie zich op den
kóning beroept, randt het diens onschendbaar
heid aanwant het maakt hem tot een partij
man, terwijl de Koning partijloos is, althans het
behoort zoo te wezen, zoowel in een constituti-
onelen Staat, als in eiken anderen, onverschillig
hoe de regeeringsvorm is.
De koning staat boven alle partijen.
Dit vloeit voort uit zijne onschendbaarheid en
is tevens de oorzaak er van.
Wie den koning in het debat brengtbegrijpt
diens onschendbaarheid niet en randt haar aan.
Den Jen Juni 1866 werd het ministerie, waar
in zitting hadden Geertsema (binnenl. z.)Cre
mers, (buitenl. z.), Pické, (just.), Blanken (oorl.
en mar. ad int.), v. Bosse, (fin.) en v. d. Putte
(kol.); opgevolgd door een ander met v. Heems
kerk (binn.), v. Zuijlen v. Nijevelt (buitenl.)
Wintgens (jnst.),(‘) Pels Rijcken (mar.), Schim-
melpenninck (tin.), v. d. Bosch (oorl.) en Mijer
(kol.)
Den 6en Juli 1872 trad het ministerie opdat
nu gevallen is, waarin de titularissen waren Ge-
ricke v. Herwijnen (buit.) de Vries (just.)
Geertsema (binnenl.) Brocx (mar.),(2) v. Delden
(tin.), Delprat (oorl.)(3) en v. d. Putte (kol.)
Het staal thans opgevolgd te worden door(4)
J. Heemskerk Az. (binn.), v. Lijnden v. Sanden-
burg (just.), v. d. Heim (tin.), v. d. Does de Wil-
lebois (buit.), v. Goltstein (kol.), Taalman Kip
(mar.), Weitzel (borl.)
Tusschen toen en thans bestaan punten van
overeenkomst.
Het eerste ministerie Heemskerk viel driemaal,
doch ging de beide eerste keeren niet naar huis;
het ontbond de Kamer.
Het tweede ministerie Geertsema viel driemaal,
doch bleef de beide eerste keeren, zonder de Ka
mer te ontbinden.
Het eerste ministerie Geertsema bracht
tot stand; het tweede evenmin.
Het eerste ministerie Heemskerk bracht
zich-zelf vrij wat tot stand doch voor de
niets. Niet alleen conserveerde het voor zich-zelf,
maar ampliëerde het geconserveerde in ruime
mate.
Het eerste ministerie Heemskerk had de Ka
mer niet moeten ontbindenhel tweede Geert
sema had het wél moeten doen.
Een ministerie Heemskerk had nooit moeten
optreden en Fransen v. d. Putte moest nimmer
tot minister zijn benoemd.
Graaf v. Zuylen redde den Vrede van
en Fransen v. d. Putte overwon Atjin.
De redding van den Vrede in Europa bedreig
de Nederland met annexatie; de overwinning van
Atjin kon ’t verlies der koloniën wel eens ten
gevolge hebben.
Fransen v. d. Putte is rijk geworden in In
die; Mijer ging er heen om het te worden.
De Europesche vrederedding bracht Nederland
bij het buitenland in spot; de overwinning van
WIJZIGING DER VERORDENING
VERKOOPEN EN BEWAREN VAN