UlEENTE E;\ HET AHRO.MHSSE.HEAT S.\E
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
VEEL
No. 6.
r
WOENSDAG
20 J AN UA RI.
Hervormde eeredienst.
Secrecltoniien.
n
aan uil gegeven
ii.
n.
van
a.
b.
c.
B 1 ft ft JE ft 1, A ft i».
I
e
n
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco, 1.90.
n
t-
n
v.
te maken, en is dus elke cent er
verkwisting.
Zeer goed kan ik mij vereenigen met de vol
gende woorden, door Dn. Kuijper onlangs in de
Tweede Kamer uitgesproken
«De Staat hetale aan de tegenwoordige titula
rissen (bisschoppen, priesters, predikanten c. s.)
ad vitam (zoolang zij leven) wat zij dusver geno
ten, en stake verdere toelage. En ik voor mij
wil wel als mijn meening te kennen geven, dat,
indien het bereikbaar ware, ik dien voorslag
niet slechts het eenvoudigstmaar ook het best
zou keuren. Het best niet alleen voor den Staat,
maar evenzoo voor de Kerk.”
De bereikbaarheid hangt alleen af van het aan
tal stemmen en heeft met het beginsel niet te
maken.
Is de meerderheid der Kamer er voor welnu
dan is het bereikt.
Daarenboven betaalt het Ghr. Geref. kerkge
nootschap zich zelf niet geheel en al
Mn. W. F. S.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents,
voor eiken regel daarboven 7 ‘/2 Cents. Alle brieven en stukken
de uitgave of redactie betreffendeworden franco ingewacht.
Bij kon. besluit zijn benoemd lot subst.-offi
cier van Jnstitie bij de Arrond.-rechtbank te
Haarlem jhr. mr. A. J. Relhaan Macaré thans
subst.-officier bij de Arrond.-Rechtbank te Sneek;
tot subst.-officier van justitie bij de Arrondisse-
menls-Rechtbank te Sneek mr. D. N. van Hoij-
tema, thans toegevoegd aan den auditeur-militair
in de 4de mil. afd.
den hoe rijk overigens ookiels gedaan
hunnen predikant.
Wel een bewijs voorwaar, dat de zaak hun
volkomen onverschillig was. En T is nog zoo.
Doch ook al ware het anders (des neen)dan
nog- komt hel niet te pas, dat de Staat voor ker
kelijke zaken de opbrengst van belastingen be-
steedt.
De Staat heeft er niets, hoegenaamd niets mede
STATE ft - Eft E K A A E
Eerste Kamer.
Zitting van Vrijdag 15 Jan.
De afdeeling Onderwijs, evenmin als de overi
ge 'afdeelingen hoofdstuk Binnenlandsche Zaken,
gaf aanleiding lot discussie. Het goheele hoofd
stuk is unaniem aangenomen.
Het hoofdstuk «Marine” is na eenige discussie,
waarbij de minister zijn stelsel en de toepassing
er van en vooral Het oefeningseskader heeft ver
dedigd of toegelichtaangenomen met 24 tegen
4 stemmen (die van de hoeren van Swinderen,
Schot, van de Putte en Nobel.)
Daarna is hoofdstuk «Financiën” na eenige
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
Sneek brengen ter kennis der ingezetenen
dat, bij de ophanden zijnde invoering van ge
sloten secreettonnen, aan degenen, die dit moch
ten verlangen de vrijheid zal worden gelaten
zich zelf zulke tonnen aan te schaffen, doch on
der deze bepalingen
dat die tonnen volkomen gelijk zijn aan
het bij de gemeente aangenomen model
dat zij met den naam des eigenaars wor
den gemerkt
en dat voor elk privaat twee tonnen wor
den aangeschaft
dal zij, die hiervan gebruik willen maken, de
tonnen des verkiezende van de gemeente kunnen
koopen
dat zij, die eigen tonnen verlangen te bezitten,
zich vóór 15 Februari a. s. bij het gemeentebe
stuur behooren aan te melden, met opgave of zij
die al ol niet van de gemeente wenschen te koo
pen
Eindelijk wordt hierby herinnerd dat zij, die
van het bovenstaande geen gebruik maken, de
tonnen in kosteloos gebruik zullen bekomen van
de gemeente.
Sneek 16 Januari 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. TEN GATE.
Be Secretaris, II. FENNEMA.
Het keizerlijk Decreet van 27 Febr. 1811 maakte
tabula rasa en vereenigde alle goederen van
geestelijken oorsprong (uitgezonderd die welke
nominatim waren aangewezen voor onderhoud
van godsdienstleeraars en openbare onderwijzers)
met het domein.
Reeds met 1 Dec. 1810 hadden de overige
tractementen opgehouden. Het Decreet van 18
Oct. 1810, dat de uitbetaling tot op dien dag ge
lastte, is op dit punt duidelijk genoeg.
De eenige grond, waarop het bezoldigen van
geestelijken steunt, is art. 168 der Grondwet.
Bij eene herziening behoort dat artikel te verval
len, en daarna vervolgens al de privileges van
alle geestelijken.
De voorgestelde verwijdering der theologie van
de hoogeschool is reeds een ferme stap op den
goeden weg.
Hoe weinig de leden van dat Hervormd kerk
genootschap over hebben voor de godsdienstoefe
ning, kan o. a., ook hieruit blijken, dat, toen de
tractementen ophielden, zij de predikanten links
hebben laten liggen.
Sommigen zijn vervallen aan de armenkas, an
deren liepen bedelen, weör anderen, die zich voor
het een en ander schaamden zijn omgekomen
van honger en gebrek ("historisch); eenigen zyn
opgenomen en onderhouden door de R. K. gees
telijkheid, zooals de predikant van Langweer.
Uiterst zeldzaam hebben de eigen gemeentele-
voor
De reactie van 1861 heeft het ook niet anders
beschouwd.
De Grondwet van 10 Oct. van dat jaar, hand
haaft deze bepaling en stelt in art. 12 uitdrukke
lijk vast, dat ieder kerkgenootschap zijne eigene
leeraren moet betalen, en dat daarom ieder hoofd
van een huisgezin of alleenstaand persoon 14
jaren oud, zich bij een kerkgenootschap moet la
ten inschrijven.
Die verplichte inschrijving was om kerkdijken
omslag te kunnen heffen; zij had alzoo geen gods
dienstig, maar alleen een zuiver finantieël karak
ter.
Intusschen waren vroeger wel kerkelijke goe
deren verkocht of aan de provinciën overgedra
gen.
Ik moet hierbij even stilstaan, omdat het in
een nauw verband staat met de meening, dat op
den Staat de verplichting van tractementsbetaling
zou liggen.
Een menigte pastoriegoederen brachten zoo
weinig op, dat de predikant er niet van bestaan
kon. De provincie gaf dan suppletie, uit eigen
kas of uil de opbrengst van geestelijke goederen.
Dit geschiedde niet als een recht, maar blootelijk
als eene groote gunst, om welkejaarlijks nederig
moest verzocht worden, doch die dan ook altijd
werd toegestaan.
Vooral waren in Friesland zeer vele arme pa-
storiën.
Willem IV, die in Friesland heel wat meer te
zeggen had, dan in de overige provinciën beval
bij Reglement van 24 Dec. 1748, dal de pasto
riegoederen van alle suppletie-dorpen in Friesland
binnen drie jaren perceelsgewijze moesten ver
kocht worden. De opbrengst kwam in de pro
vinciale kas, terwijl de provincie daarvoor de ver
plichting op zich nam de tractementen te betalen.
Dit bracht groote verbetering in de traclemen-
ten te weeg.
Het benoodigde kapitaal moest belegd worden
in provinciale schuldbrieven in dier voege dat
de renten er van voor ieder suppletie-dorp 500
’s jaars bedroegen.
In de plaats van vaste eigendommen kwamen
dus effecten, doch de renten waren hooger.
Niet alle arme kerkgemeenten hebben Willem’s
bevel opgevolgd, want bij Resolutie van 8 Maart
1764 is bevolen geworden, de nog niet verkochte
goederen ten behoeve der provincie te verkoopen,
en daarna zijn op autorisatie van Gedep. Staten
van 26 Febr. 1765 de tractementen ook voor
deze op ƒ500 gebracht.
De uitbetaling geschiedde door het provinciaal
kantoor van den ontvanger der consumliën.
De verhouding is dus dezede kerkelijke goe
deren werden in eigendom overgedragen aan de
provincie; deze schreef er zooveel schuld voor in,
als jaarlijks 500 rente opleverde.
Een halve eeuw later bleek het, dat die con
versie van land in schuldbrieven geen voordeelige
was geweest.
Men leest in 'de Amsterd. Ct.
«Door de ijverige nasporingen der politie is
het wellicht eindelijk gelukt den draad in han
den te krijgen van een allerbelangrijkste zaak
die sedert eenigen tijd in geheel Nederland van’
algemeene bekendheid is. Nooit toch werd er in
de dagbladen zooveel over nagemaakte muntstuk
ken geklaagd als tegenwoordig en het ging zelfs,
zoover dat men bij benadering reeds de hoofde
stad aanwens, waar dit complot van valsche mun
ters moest schuilen. Onze politiebeambten S.
van Rheenen en E. Ennenga, behoorende tot de
5e sectie mocht het Woensdagavond gelukken
Zij, die met de conversie zich niet hadden in
gelaten, waren er goed aan toe.
De vetste predikants-tractementen zijn die, welke
uit de opbrengst van landerijen komen; doch in
de vorige eeuw was dal niet zoo.
De tiercering der schuldrenten en de daarop
gevolgde vernietiging was een groote slag voor
de tractement-trekkenden, doch dat was zij voor
allen, die van schuldrenten leefden, en hun getal
was legio.
De gemeenten, welke bij de tiercering de schuld
brieven niet hebben verkochtmaar gehouden
zijn later nog goed weggekomen.
Ik merk hierbij op, dat, zoowel schuldbrieven
als vaste eigendommen, uit gemis aan toezicht,
meermalen door de bestuurders zijn veranderd in
particulier eigendom.
Millioenen guldens waarde aan kerkelijke goe
deren zijn titulo nullo in hel bezit geraakt en
gebleven van kerkmeesters, ambachtsheeren, be
stuurders.
Zoo is het nagenoeg, mutatis mutandis, over
al in Nederland gegaan. Doch de Staat heeft
daaraan geen schuld, hij heeft er ook geen voor
deel van gehad.
woordenwisseling over de taxatie hij afkoop van
tienden met algemeene stemmen aangenomen.
Hot hoofdstuk «Oorlog” kwam alsnu aan de
orde. Een groot aantal sprekers had bezwaar
tegen het eindcijfer ook in verband met de 40
a 50 millioen die nog over het tijdperk van 8
iï 10 jaren voor 4e uitvoering der vestingwet
noodig zijn. Daarna kwam de minister aan het
woord.
De minister erkende het hooge eindcijfer
maar het werd veroorzaakt door toenemende stij
ging van de prijzen der materialen en andere
benoodigdhedende verhooging der handgelden
soldijen de verbetering van personeel en nog
vele andere uitgaven voor materieel bij de genie
en artillerie. Het vestingstelstel zal meer kosten,
maar datzelfde is ’t geval met alle grootere wer
ken waarvan de aanvankelijke ramingen steeds
overtroffen worden. Als alles gereed is en de
militiewet herzien, zal het land ook verdedigbaar
zijn.
Er volgden nu nog replieken; ten slotte is de
begroeting «Oorlog” aangenomen met 22 tegen
8 stemmen. Morgen ten 11 ure voortzetting.
Zitting van Zaterdag 16 Jan.
In de zitting van heden zijn bij hoofdstuk Ko
loniën zeer langdurige debatten gevoerd over hel
aangenomen ontslag van den heer Loudon dat
door sommigen als een blijk van wantrouwen en
aanleiding gevende tot ondermijning van het
prestige van ons gezag werd aangemerkt, terwijl
anderen er dit niet in zagen na de uitvoerige
rede van den Minister van Koloniëndie de fei
telijke toedracht der zaak heeft uiteengezet. Er
was geen spraak van wantrouwen maar de
Gouv.-Generaal meende dit te kunnen afleiden
uit de redevoeringen van don Minister als lid der
Eerste Kamerwaaraan deze een geheel andere
uitleg geeft.
Toen de Minister op 4 November 11. den Gou-
verneur-Genoraal aanschreef de reis van den heer
Levyrohn- Norman, welke diende om de verande
ring van gemeenschappelijk bezit in persoonlijk
bezit op Java te bevorderen te doen staken
meende de Gouv.-Generaal dat inbreuk op zijne
zelfstandigheid was gemaakt. De Ministerraad
heelt besloten aan den Honing te adviseren het
toen gevraagd on voorwaardelijk ontslag eervol te
verleenon.
Het debat werd gesloten en hoofdstuk Koloni
ën met algemeene stemmen aangenomen.
De Kamer is op reces gescheiden.
2
I
□SM
i
10
3-
S'
l,
5.
C