GEMTE EM WET AftKONDISSElENT SNKEL
NIEUWS- IM ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
1875.
DERTIGSTE J
No. 41.
22 MEI.
ZATERDAG
SPREEKWOORDEN.
N.
G
1
j
I
Woensdag
,50
h
k*
1
s\ir.itrit ((Hietvr
IBBBBD
SB
a
ons
B I N i E K I» A N J>-
zoo
spreekwijzen
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspiijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
dat degenen die vroeger in andere gemeenten
ingeschrevensedert de inschrijving van het vo-
30;
a
'16
a
2;
is
let
rp
id.
lo
an
ls-
d.
an
te
■Is.
de
na,
ke
iel
1
iet
u-
an
an
uk
a
rts
lie
an
in-
an
li
et
'S-
Ü-
et
an
0
a
e)
190
en,
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel daarboven 7'/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht.
M.
li.
i»
■4«
i
lö
r
4< 5 6
7. 8 9
10.
Uit zijne spreekwoorden kan men een volk niet
leeren kennen, maar wel opmaken, waarmede het
zich voornamelijk bezig hield, of waarnaar het
streefde, ol wat er hoog bij aangeschreven stond
of bijzonder populair was want spreekwoorden
De Ilaagsche correspondent der Zutph. Cour.,
de interpellatie van dep heer Kuijper over de
schoolquaestie besprekendelaat zich daarover
aldus uit
visschen, vooral wanneer men dat water zelf vooraf
troebel heeft gemaakt.
Wie wil gaarne omgaan met iemand, die tel
kens de bot vergalt, of die, uit visschen zullende
gaan, het deeg opeet f
Echter staat deze nog hoog bij hern, diein
geval van nood, de plaat (borstharnas) poetst of
zijn piek schuurt.
HuijGenS drukt zich, ten aanzien van zoo iemand,
vrij plat uit, wanneer hij zegt»als trompetten
slaan, gait ’t kaan."
Doch voor ditmaal al genoeg hierover.
Mr. W. F. S.
Uit zijne spreekwoorden zou, zegt men, een
volk kunnen gekend wordendoch ik voor mij
mag dat niet aannemen, want, al zingt elk vo
geltje zoo als hel gebekt is, hel zou toch leelijk
voor een volk zijn, als het voor waar aannam
dat hebben is hebbenen krijgen is de kunst.
En dan dit in verband met: gelijk de ouden zon
gen, piepen de jongen.
Wat zou men wel van een volk moeten den
ken, bij hetwelk geldthet geld, dat krom is
maakt regt, wat krom is ‘l
Ik zou er op antwoorden: de waard vertrouwt
zijn gasten als zich zelven en daarin steekt
waarlijk geen lofrede.
9 tot. 10 uur, voor die van Wijk 1, 2 en 3
De Maastrichsche schutterij is Zondag niet bij
de St. Servatius-processie tegenwoordig geweest.
Desniettegenstaande werd de orde geen oogen-
blik gestoord.
Onder de processiegangers merkte men op de
heeren de Bieberstein en Kerens de Wylré, le
den der Tweede Kamerden Commissaris des
Koning in dit Hertogdom die op dit punt al-
zoo het voetspoor van zijn ambtsvoorganger niet
heeft gedrukt met eenige leden van Gedepu
teerde Staten den heer H. Pijls, burgemeester,
in officieel costuum en de leden van den Ge
meenteraad eindelijk nog was het muziekcorps
der dienstdoende schutterij aanwezig.
rige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wo
nen, zich insgelijks op dien dag zullen moeten
laten inschrijven, in het register, loopende over
een der jaren 1841 tot en met 1849 waartoe zij
volgens hunnen ouderdom beboeren.
Dat een ieder, hetzij hij al of niet verneemt
lot de vrijgestelden of uil geslotenen te behooren,
tot deze inschrijving verplicht is.
Dat voor ingezetenen worden gehouden alle
Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf houden
de, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze ge
meente woonachtig, welke hun voornemen, om
zich binnen dit Rijk te vestigen, zullen hebben
aan de dag gelegd, hetzij door eene uitdrukke
lijke verklaring, hetzij door het werkelijk over
brengen van den zetel van hun vermogen en de
hoofdmiddelen van hun bestaan.
Dat zijdie in meer dan in eene gemeente
hun gewoon verblijf houden of den zetel van
hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrij
ving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar
eene dienstdoende Schutterij aanwezig is.
Dat deregisters ter inschrijving op den 15 Mei
e. k. geopend en op den 1 Juni daaraanvolgende
gesloten worden, en dat allen, die bevonden wor
den, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven
volgens art. 9 der wet op de Schutterijen, door
het gemeentebestuur ambtshalve zullen worden
ingeschreven, en door den Schuttersraad tot eene
geldboete worden verwezenterwijl zij boven
dien zonder loting bij de schutterij zullen wor
den ingelijfd, indien het zal geblijken, dat er, tij
dens de verzuimde inschrijving, geene redenen
tot uitsluiting ol' vrijstelling te hunnen aanzien
bestonden.
Dat eindelijk een ieder die binnen deze ge
meente niet geboren is, wordt aangemaand, zich
tijdig van een geboorle-actc te voorzien en zich
alzoo van zijnen juisten ouderdom te verzekeren,
ten einde de inschrijving naar behooren geschie
de en hij alzoo niet koine te vallen in de straf
bij het aangehaald art. 9 bepaald.
En, opdat niemand hiervan eenige onkunde zal
De Min. van Binnenl. Zaken heelt de verkie
zing van een lid der Tweede Kamer in het hoofd-
kiesdistrict Delft noodig ten gevolge van hot
aannemen der benoeming tot Commissaris des
Konings in Drenthe door rnr. J. van. Kuijk be
paald op 8 Juni a. s. en de herstemming
noodig, op 22 d. a. v.
kunnen voorwenden zal deze worden afgekon-
digd zoo als gebruikelijk is en geplaatst in de
Sneaker Courant.
Sneek den 11 Mei 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. TEN CATE.
De Secretaris H. FENNEMA.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek roepen bij deze op: alle manspersonen,
binnen deze gemeente woonachtig-, welke op den
1 Januari 1875 hun 25e jaar waren ingelreden,
en mitsdien allen die geboren zijn in het jaar
1850 om zich voor den schutterlijken dienst te
doen inschrijven zullende daartoe door en na
mens heeren Burgemeester en Wethouders, op
de Secretarie der gemeente, worden gevaceerd:
den 26 Mei 1875
EiiiwiiiWiiïiii’im
Eene menigte spreekwoorden en
zijn aan de visscherij ontleend.
Menigeen, die met een kleinigheid groot voor
deel wil doen, werpt een spierinkje uit, om een
kabeljauw te vangen, ’t geen wel door den beu
gel kan, maar leelijk is hetin troebel water te
Wat eigenlijk een spreekwóoid (adagium) is,
durf ik niet op mij nemen te bepalen, want elke
bepaling gaat mank aan het een of het ander
gebrek even als iedere vergelijking slechts ge
deeltelijk opgaat.
Spreekwoorden hebben veel overeenkomst met
spreuken en verschillen er toch weer hemels
breed van.
Wat een spreekwoord ismoet men voelen
en dikwijls zijn ze zeer gevoelig of liever gevoel-
rakend, die spreekwoorden.
Een groote menigte spreekwoorden heeft Eras
mus verzameldonder den titel adagia, doch
voor slechts weinigen heeft die zwaarlijvige foli
ant waarde, om de veelheid der talen, en wegens
de verklaring in het Latijn.
Huijgens geeft in zijne Spaanse Weijsheit een
groot aantal spreekwoorden, doch van Spaansche
afkomst. Velen daarvan zijn plat, oorkwet-
send en voor de tegenwoordige Nederlanders on
verstaanbaar.
Een spreekwoord moet door alle tijden heen
van toepassing zijn dat zijn Huijgens spreek
woorden nieten daarom zijn het eigenlijk geen
spreekwoorden.
Eenige allergeestigste verhandelingen over spreek
woorden heeft geschreven Arend Fokke Simonsz,
de talentvolle Amsterdamsche boekverkoope r, die,
na jaren lang zijne stadgenooten op keur van
voordrachten in Felix Meritis onthaald te heb
ben, oud geworden, op stroo gestorven is.
Nederland, en vooral Amsterdam, is zijnen ver
dienstelijke burgers bijna altijd recht dankbaar ge-
geweest.
In hongerlijden, gevangenis, verbanning, ver
moording, ter dood brenging, heeft die dankbaar
heid zich vele malen geopenbaard.
Het is, de tijdsomstandigheden in aanmerking
genomen, er nog weinig beter op geworden.
Men zegt, dat dit zoo in het volk zit, dat een
aparten god heeft en daarmede handel drijft.
Met dergelijke handelsgodsdienstigheid heeft
een gewoon menschelijk wezen evenwel weinig op.
worden niet gemaakt, evenmin als de taal, doch
zijn ontstaan uit volksovertuiging, even als het
bewustzijn van recht dat zich later in de Wet
uit, die er niet altijd mede in overeenstemming is.
De Hollandsche spreekwoorden zijn voor een
groot gedeelle aan de zeevaart (oorspronkelijk
vischvangst) ontleend, waaruit van zelf volgt, al
wist men niets van de geschiedenis, dat deze
reeds vroeg een voorname bron van bestaan
moet geweest zijn.
Ook uil onze spreekwijzen blijkt dit.
Als wij iemand naar zijne gezondheid vragen
zeggen wij hoe vaart gij
Het hoofdgedeelte van eene kerk heetschip.
Een zaak door toegevendheid, om ongenoegen
te voorkomen, te schikken of niet uiterst streng
te werk te gaan, wordt schipperen genoemd
hoewel dit woord ook in eene min of meer ver
achtelijke beteekenis wordt gebruikt; doch ten on
rechte, want dat is eigenlijk plooien.
Terecht dan ook spijkerden 3/4 eeuw gele
den, eenige Ulrechtsche studenten aan het huis
van zekeren hoogleeraar in de godgeleerd
heid, die wel rechtzinnig in de leer was, doch
het met zedelijke eerlijkheid niet heel nauw nam,
een bordje, waarop stond hier gaat men uit
plooien.
Spreekwoorden en spreekwijzen, ontleend aan
het zeewezen en wat daarbij behoort, zijn bij
volk als ingeroest. Zij worden gebruikt door
menigeen die van een schip niets afweet. Ziel
de jeugd iemand die zijn evenwicht niet best
meer houden kan, zij zegtKijk die eens een
nat zeil hebben en zij roept hem na houd je
roer recht
Wie wat meer zegtdan hij, bedaard zijnde,
zou gezegd hebben loopt hard van stapel, en
bemerkt hij, dat hij zijn mond heeft voorbijge
praat en ongelijk heeft, dan trekt hij bakzeil.
Wie een kennis bezoektdie hem niet heelt
uitgenoodigd, legt zijn anker bij hem neer.
Als iemand zich al te erg, in wat ook, te bui
ten gaat, zegt men van hem het loopt de spie
ën spuigaten uit.
Een koopman, die failliet-rijp is, zit aan lager
wal.
Zelfs bij het billard-spel komen scheeps-uil-
drukkingen te pas bijv, als een der spelers bij
het potspel alleen nog op schoon staat en hij
een punt aankrijgt, dan wordt de vlag gestreken.
Zeker kaartspel heet scheepje-zeilen.
Van zekeren beruchten predikant, zoowel slijf
in de leer, als sterk in wijnlustzegt Vondel
dat Bacchus zelfs voor hem de vlag moest strijken*
Ik ben blijde, dat hij afgeloefd is, zegt men,
als iemand heengaat, dien men liever niet ont
vangt, doch ook niet wil afschepen.
Wie behagen wil, met het doel om wël te
slagen (bijv, eene juffer) zet alle zeilen bij.
’s morgens van
19 1
II n 12
’s middags om 12 uur
Verder wordt ter kennis van belanghebbenden
gebracht:
STATEM-GENEltAAÏj.
Tweede Kamer.
Zitting van Dinsdag 18 Mei.
In de zitting van heden is ’t ontwerp behan
deld tot voorziening tegen hondsdolheid, De hee
ren Gremers en Saaijmans Vader waren tegen
de verplichting van het dragen van een muilkorf.
De heeren Idzerda en Rombach waren er
voor, de eerste in strengere, de tweede in lich-
tere mate. De heer van Eek was tegen het
strenge beginsel van het ontwerp en de te alge-
meene toepassing, wal afmaking enz. betreft. Hij
is voor .eene algemeene rijks hondenbelasting
waar enkelesprekers ook voor, maar anderen
zeer tegen waren.
Zitting van Woensdag 19 Mei.
In de Kamer zijn heden de algemeene beraad
slagingen over het wetsontwerp tot voorziening
tegen hondsdolheid en ook de beraadslaging over
art. 1 afgeloopen. Na verwerping van vijf amen
dementen is ook art. 1 zelf (het beginsel der
wet) verworpen met 36 tegen 25 stemmen.
De Minister verzocht schorsing van het debat
om alsnog wijziging in het ontwerp te brengen.
Morgen zullen kleine wetten worden behandeld.
Na afloop daarvan hervatting der beraadslaging
over het wetsontwerp legen de hondsdolheid en
daarna komt de muntwet aan de orde.
Zitting van Donderdag 20 Mei.
In de zitting van heden zijn al de aan de or
de gestelde wetsontwerpen en conclusion mot
algemeene stemmen aangenomen met uitzonde
ring van het ontwerp tot bekrachtiging van den
onderhandschen verkoop aan de Hervormde ge
meente te Veere van het voormalig kerkgebouw
aldaar, dat, na eenige discussie, verworpen werd
met 55 tegen 4 stemmen. Morgen ten 12 ure
voortzetting van het ontwerp hondsdolheid.