FW1
L
GEIIEEHE D HET AMMiBT S5EEL
MEWS- E\ AIITERTEWIE-Bllll TOOR HE
o
1875.
No. 43.
29 MEI.
D E R, T I Gr S T E J
it (Olim
S V F. E
l
L.
b
6.
z
I.
0,
)O
a
Dagen.
Datums.
Wijken.
I
heeft
van
Mr. W. F. S.
VAN
1.
r
1
1
f
id
naar een
de lei-
nemen,
Dr, A.. KUYPER is geen vertegenwoordi
ger van liet Nederlandsche Volk.
16
d
i
t
WetAouder? voornoemd
J. TEN CATE.
De Secretaris H. FENNEMA.
0;
a
f.
i.
s
6
10
2—4
2—3
2—4
2—3
s
IS
.s
a
d
1,
7
8
9
10
11
-12
14
16
17
18
19
9—12
10—12
9—12
15
5
1
a
10
m,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspiijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, builen
de Stad franco ƒ1.90.
Openbare
instellingen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
l
L
'l 6
f
Uren
voor- na
middag.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7‘/2 Cents. Alle brieven en stukken»
de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht.
Idem van Stemopnemers bij de verkiezing
van een lid der Tweede Kamer en der Prov.
Staten.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
aangaande een gerechtelijke eisch van den heer
rnr. C. A. W. baron van Haersolte, om terugga
ve van gedeeltelijken hoofdelijken aanslag, dienst
1874.
8. Alsboven omtrent het huis met tuin in de
Tichelsteeg.
«Voorts brandt hij van liefde voor onverdraag
zaamheid.
«In deze vurige liefde loopt hij storm met zijn
mannen op de Grondwet, omdat, deze Wet er
veel te.,veel op uit is om de Nederlandsche bur
gerij zoo weinig mogelijk te verdeelen.
«Vooral is dit met artt. 169 en 194 het geval.
Dat zijn vervloekte artikelen. Als die er niet wa
ren, dan zou hij veel gauwer met zijn zendelin
gen in dé school staan voorlezen uit de Stand
aard. Die moeten dus weg of ze moeten zóó
week worden dat hij er met zijn troep zendelin
gen en zijn balen standaards doorheen kan.
«Daarop gaat hij nu los. Zijn liefde voor on
verdraagzaamheid gaat zóó ver, dat hij haar aller-
wege onder de zijnen verbreidt met een ijver als
of ’t levensbrood ware. Ware Neen het is
des Kuypers levensbrood, levensdrank, levenslust,
levenskracht, levensdoel. Onverdraagzaamheid is
zijn alles. Als hij lot de ministers spreekt dan
noemt hij hen altoos «de overzijde” en zichzelf
«deze zijde”. Hij heeft reeds nu het land ver
deeld in kampen het zijne natuurlijk het groot
ste ’t klerikale kamp.
«Nederlanders Gij hebt uw kinderen naar de
volksschool gezonden, blij als gij waart dat er
dan toch één plaats was, waar zij in hun prille
jeugd hun makkers als broeders, vrienden, zus
ters en vriendinnen zouden ontmoeten, leeren
kennen, waardeeren, liefhebben.
«Gij wilt niet gaarne uw kinderen, om reden
van belijdenis, andere kinderen zien ontwijken of
minachten. Gij gevoelt dat het kinderhart dan
onnatuurlijk is en dat er later, helaas, nog oor
zaken genoeg opkomen van onderlinge verwijde
ring. Zoolang mogelijk wilt gij hen eendrachtig
laten spelen, hen samen laten opgroeien in lief
de en verdraagzaamheid. Gij stelt daar hoogen
prijs op omdat hel leven u geleerd hééft, dat wij
elkander op aarde niet missen kunnen; dat onze
vermogens en krachten schakels zijn die van de
kleinsten tot de grootslen onder ons in elkander
grijpen en niet gewelddadig mogen worden ver
broken door eigen hand, ’t Is tijd genoeg als
een buitenlandsch vijand op onze eendracht af
komt. Gij wilt uw kinderen groot zien worden
in de beginselen van wederzijdsche verdraagzaam
heid, opdat zij zoolang mogehjk eendrachtig en
sterk blijven.”
5 Juni
gewichten alleen op
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek, gevolg gevende aan eene mlnoodiging
van den heer IJker der maten, gewichten en
weegwerktuigen te Leeuwarden, d.d. 16 Mei 1875
no. 102, brengen ter kennis van de ingezetenen:
dat, voor den herijk der maten en gewichten
en voor de stempeling der weegwerktuigen, in
deze gemeente zal worden gevaceerd aan de Pol,
ten huize bewoond door de Wed. J. LOUWMANS,
als volgt
Deze leefde zeer kort en
der slap op den grond.
Wederom werd in duisternis gezocht
man voor eene 17de eeuwsche zaak, om
ding der vermomde clericalen op zich te
die niet eens ronduit durfden zeggen, wat zij wil
den, omdat het in strijd met de ontwikkeling
was.
Zij zagen zeer goed in, dat zij voor het levend
geslacht niets meer beleekenen; zij hoopten op
de toekomst alleen, en grepen dus naar de volks
school.
Gedurig mokten zij over zoo iels verdraag
zaams als de volksschool: Groen in zijne Ne
derlandsche Gedachten, Kuyper in zijn Heraut en
al de minderen in hunne godsdienstige blaadjes.
Godsdienstige blaadjes ter onderwijzing der
Volksschool
Hieruit kan men de godsdienst dier lieden lee
ren kennen.
Een man als Kuyper, die op de brutaalste wij
ze dag aan dag de volksschool in zijn Standaard
hoonde, moesten zij in de Kamer hebben, en zij
kregen er hem in.
S. zegt van hem: «Hem bezielt dezelfde geest:
onder het masker van antirevolutionair omwente
ling bewerken. De staatsmacht knotten, ais het
kan verlammen; de kerkelijke heerschappij in ons
land er bovenop helpen. De volksschool oprui
men en de kinderen laten bepreeken door Jan
Rap en zijn maat. Hij is vast overtuigd dat de
landlieden ezels zijn, die genoeg hebben aan de
distels van zijn clericalen bodem. Wij, eenvou
dige leeken, zijn niet wijzer.
Wij hebben toch niets aan de ontwikkeling en
de kennis, die ons op de volksschool ten deel valt,
en dus moeten wij enkel maar in de Standaard
lezen, ten minste als wij lezen geleerd hebben.
Zoo niet, ook goed, dan moet de inwendige zen
deling maar voor ons lezen uit dat éénig blad
dat voor ons het brood des levens is. »O”, sprak
Kuyper tot den Minister op 14 Mei jl.o, zeide
hij met aandoening, «gij moest mijn artikelen over
de restitutie in de Standaard eens lezen; ze zijn
zoo degelijk.”
«Ja zeker””, zeide de Minister beleefd,«dat zal
ik later stellig eens doen.”
K E N N 1 S G E V I N G.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
de gemeente Sneek
Gelet op het besluit van den heer Commissaris des
Konings dezer Provincie van den 24 Mei 1875, 2a afd.
no. 444 brengen, door deze, ter kennis van de belang
hebbenden Pat het onderzoek over de verlofgangers
van de militie te land in deze Gemeente zal plaats heb
ben op Maandag, den 7den Juni e. k. des voormiddag*
ten 10 ure, voor het gemeentehuis;
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te nemen
de Militiens-Verlofgangers van de vier oudste lichtingen,
voor zoo ver zij vóór den Isfen April j. I. in het genot
van onbepaald verlof zijn gesteld
Dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschij
nen in uniform gekleed en voorzien van de klecding-
en uitrustingstukken hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven van zijn zakboekje en van zijn verlofpas
Datbehoudens het bepaalde in art. 130 dier wet
een arrest van t w e e tot z e s dagen door den Militie-
Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger
1°. diezonder geldige redenen, niet bij het onder
zoek verschijnt
2°. die daarbij verschenen zijnde zonder geldige
Zaterdag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Maandag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
dat de onjuist bevondene
verzoek der belanghebbenden, tegen dadelijke be
taling van een vastgesteld loon, ten bate van
’s Rijks kas worden gejusteerd
dat de ter herijk aangebodene maten en ge
wichten om te kunnen worden onderzochtbe
hoorlijk schoon en droog moeten zijn
dat er, tijdens den herijk, nog gelegenheid be
staat tol stempeling der weegwerktuigen.
Sneek 22 Mei 1875.
Burgemeester en
VERGADERING
den Gemeenteraad van SNEEK,
op Zaterdag 29 Mei 1875
’s namiddags 6 uur.
Punten ter behandeling
Resumtie der notulen.
2. Mededeeling van goedgekeurde raadsbeslui
ten, ingekomen stukken enz.
3. Adres van U. van der Meer, om eene gra
tificatie uit de gemeentekas.
4. Rapport van het Commissoriaal onderzoek
der rekening van het Old-Burgerweeshuis, dienst
1874.
5. Benoeming van een lid der Directie van
hel Stads-Werkhuis.
«Onze” Abraham kan waarlijk niet zeggen
dat hij wordt doodgezwegen; hetgeen hem wel
genoegen zal geven, daar hij, vergis ik mij niet,
bijzonder op snaam” gesteld is.
De woorden aan het hoofd dezes vermeld zijn
het opschrift van »Een woord ten gunste der
kinderen en gemeente-kassen”geschreven door
Aart Admiraal, reeds vóór jaren bekend door
zijn roman »Hoe hij koning werd”.
Bij die ferme, ware en volkslievende woorden
wil ik eenige oogenblikken stil staan.
Het Nederlandsche volk is ontevreden; het mort
wel niet, het zeurt wel niet, maar het heeft een
gevoel van onveiligheid, ten aanzien van alles,
wat er omgaat in het staatsburgerlijk leven.
Geen wonder voorwaar, als men nagaat, hoe
hare vertegenwoordiging er uitzieteen deel zakt
inelkander als een kous als het handelen moet,
een ander kakelt, gelijk een vergeten kip.
Er komt niets tot stand, waaraan zelfs de groot
ste behoefte is.
«Jaag de Kamer niet weg, want het baat u
niets”, zeide een der wijzen, die zelf naar huis
ging, en hij sprak waarheid, want onze kieswet
is de lamste, aan welke ooit eene milde Grond
wet het aanzijn gaf. Het volk heet zich zelf te
regeeren, doch ligt onder de macht van het geld
ter aarde gebukt.
Zoo kon het dan ook gebeuren, dat een Heems
kerk Az., die in 1868 de regeering had moeten
loslaten, op aandrang van het geheele volk, 6 ja
ren later weder optrad. Daar iemand, die zwak
is, veel kracht moet aanwenden en daarom altoos
kribbig is, daarom ook is Heemskerk kribbig en
hebben wij van hem niets aangenaams te wach-
r ten.
Hij is door de omstandigheden genoodzaakt tot
laveren, zelfs met de grondbeginselen van onzen
door en door protestantschen Staatter wille
namelijk van ultramonlaansche elementen.
De aanhang van Groen v. Prinsterer die
met ’48 geheel op den achtergrond geraakt was,
is in ’53 weder te voorschijn getreden en
eenige kracht verkregen uit de onderlinge twis
ten der partij van vooruitgang.
De Groenianen zijn zoo vroom en vroeddat
zij steeds in troebel water vjsschen; zij hebben
zich altijd gevoegd bij hen, die ontevreden wa
ren met een ministerie van vooruitgangonver
schillig welk ook.
Hunne beginselen, zoo zij die waarlijk hebben,
zijn in strijd met onze geschiedenis en den ge-
heelen aard van ons volk.
Zij zijn tegen alles, wat een ander wildoch
dat zelfde moet ook gezegd worden van de zoo
genaamde «vooruiters.”
Maar wat te zeggen van de partijen der min
derheid, die haar mandaat vergelen, verraders en
omverwerpers van ministeriën worden?
De Groenianen bestoken onze Grondwet, welke
zij omwentelingzuchtig noemen; leugenachtig! daar
zij zeer goed weten, dat juist die Grondwet bij
ons eene omwenteling heeft voorkomen.
Toen het in geheel Europa donderde van volks
verzet, bleef alleen Nederland rustig, ten gevolge
der Grondwet.
De Groenianen vonden eene leugen uit, om te
dienen als grondslag voor bun woelen in Staat
en Kerk. Zij zijn de ware omwentelingsmannen,
daar ze niets ongebruikt laten om de bestaande
regeeringen en de Grondwet, den hoeksteen van
ons volksbestaan, omver te werpen. Zij misbrui
ken daartoe hun macht als volksvertegenwoordi
ger.
Toen Thorbecke er was, had Groen niets te
beduiden, hij was machteloos en werd zelfs niet
herkozen. Toen zocht hij door de macht van
zijn geld en pennen naar mannen. Hij vond een
Daniël Koorders, die bleek voos te zijn.
zoo viel de partij we-