NIEUWS- EN ADMRTENTIE-BLID VOOR DE
DEMENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEER.
1 in
1
ft.
L
I
No. 68.
1875,
WOENSDAG
25 AUGUSTUS.
EN.
’,50,
7,25
),00
PLAATSVERVANGING.
Nieuw Tonnenstelsel
7op-
W. f
:n
elje
v.
i. d.
izes
dnr, j
ilina 1
1
Jffe-
ved.
den Staat, houdt bijna niemand
voor uitbesteding
Mr. W. F. S.
>,50
10 a
BISKEKL ASD.
finantiën wordt
cent
van
om
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspiijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, builen
de Stad franco ƒ1.90.
50
5ó6
17
53
13
te
rns.
mir-
ook toelater,, dat iemand, die tot gevangenisstraf
,50,
or
15
or
14
1
)r
ir
r
4
I M.
lujr.
^10
R
8
3
i 14
van
ries,
di ik
s de
ma
orn-
ran-
om- I
v-
fans
jitle
te
-an-
reas
Dezer dagen kregen we nog een brief on
der de oogen, geschreven door een militien, in
garnizoen tewaarin deze zich zeer be
klaagt én over het voedsel en over de huisves
ting. Wij krijgen aardappelen schrijft hij
zoo glad als vergrootglazen, terwijl de soep ook
al slecht is, wat niet te verwonderen is, want
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken»
de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht.
De Arrih. Crt. meent dat de vraag, of de wet
op den kinderarbeid ook op de kinderen, die in
schouwburgen spelen of in paarden- en andere
spellen vertooningen geven, moet worden toege
past, dikwijls ontkennend beantwoord zal moeten
worden, omdat de wet niet voor die gevallen ge
maakt is.
De kinder-exploitatie moet door eene afzonder
lijke wet worden tegengegaan op grond der on
zedelijkheid en van mishandeling beiden in rui
men zin genomen. Er is eene onzedelijkheid in
gelegen, dat men het publiek lokt door kinderen
kunststukken te laten verrichten die men van
kinderen niet verwacht, door hen levensgevaarlij
ke toeren te doen uitvoeren en al wordt een
kind niet in den letterlijken zin mishandeld, zelfs
goed behandeld, wanneer het door zijn dagelijk-
sche toeren en kunsten den kost moet helpen
verdienen, is het een mishandeld kind. Het pu-
Meermalen heb ik aangedrongen op de afschaf
fing der plaatsvervanging bij de militie.
Zij is ongrondwettig en dus ongeoorloofd.
Niemand kan zijn eerste plicht door een ander
doen vervullen.
Een plicht is personeel en
dus niet vatbaar.
Het stelsel van plaatsvervanging aannemende
moet men, consequent zijnde, verder gaan, en
Tot notaris binnen het arrondissement Leeu
warden, standplaats Vrouwen-Parochie, is benoemd
de-heer D. Hus<um, candidaat-notaris, secretaris
en ontvanger der gemeente Rauwerderhem; lot
notaris in den ring Sneek, standplaats Witmar-
sum, de heer E. J. Offerhaus, candidaat-notaris
in de Schrans onder Huizum.
De eerste Kamer is bijeengeroepen tegen
Maandag 30 Augustus, des avonds 8 uur.
veroordeeld is, een plaatsvervanger zendt, om
in zijne plaats de straf te ondergaan.
Ik bezig opzettelijk dit voorbeeldomdat de
behandeling van den militien veelal met eene
doorloopende straf gelijk slaat.
Het afbeulen van den militien is, helaas, geen
zeldzaamheid, maar regel.
Slech's van zeer groote en algemeene beest
achtigheden wordt melding gemaakt, over deda-
gelijksche en bijzondere spreekt men niet.
Dekaserne is menigmaal een hel, en een leerschool
van allerlei onzedelijkheid, geen enkele soort uit
gezonderd.
De behandeling, welke de militien -vaak onder
gaat, is erger dan schandel jk, doch zij wordt wei
nig bekend; slechts groote schandalen, zooals on
langs op de heide van Gromvoirt plaats hadden
worden ruchtbaar; doch daarbij blijft het ook.
De militien in Nederland is rechteloos; de su
perieuren beschouwen hem doorgaans niet als een
persoon maar als eene zaak, als een voorwerp,
dat gedrild moet worden en wel op de ruwst
mogelijke wijze.
De militien wordt gewoonlijk behandeld als
een zondebok.
Is de chef uit zijn humeur, dan moet ten slot
te de militien zulks ontgelden en wel in ruimer
mate, naar gelang de chef hooger staat, daar zij
ne ontevredenheid alle lagere rangen doorloopt
en steeds in omvang toenemende in haar ge
heel op den militien ter neder komt.
Een lekke sigaar van den majoor kan den mi
litien dagen provoost kosten, met of zonder krom-
sluitingop water en brood.
De behandeling, aan welke de militiens bloot
staan, is erger dan beestachtig.
Daaraan heeft de plaatsvervanging veel schuld.
Wie in Nederland arm is, heeft de presumtie
voor zich van slecht te wezen, althans van niet be
hoeven te worden ontzien.
De burger, die de eerste -zijner plichten zelf
vervult, wordt geacht geen geld te hebben om
zich te doen vervangen, dus arm te zijnwant
wie zou dienen, als hij een remplacant kan koo-
pen?
Het leven in de kaserne, de menage1), de cor-
remplacanten zijn meer dan afschrikwekkend.
Niet zelden vangt de mishandeling reeds aan
nog vóór dat de dienstplichtige militien isbijv,
voor den mililie-commissaris.
Indien ieder verplicht was zelf te dienen, zou
ontegenzeggelijk spoedig aan die schandalen een
einde moeten komen, daar in dat geval geheel
het land belanghebbend was nog beter zou ’t
worden, als ieder dienstplichtig was.
De ramplacering is een pest voor ’t leger, daar
zij er elementen in brengt, wier zedehjk gehalte
beneden nul staat en het leger zelf op die wijze
voor een groot deel uit een soort van uitvaagsel
wordt samengestelt, dat op de overige goede ele
menten hoogst onzedelijk inwerkl.
In een officieel verslag voor Frankrijk staat te
lezen, dat het systeem van plaatsvervanging al
daar allerellendigst op het leger heeft gewerkt
dat daardoor soldaten zijn gekomen, die te dom
of te lui waren, om iets anders te doen terwijl
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek
Verdere uitvoering gevende aan het 3e lid van
’s Raads besluit van 6 Februari 1875, no. 12,
tot wijziging der Verordening op het houden
van verzamelingen van mest en op de Sekreten,
welk besluit is afgekondigd den 24 Februari 1875;
Hebben, op voorstel der Commissie van beheer
over de exploitatie van faecale stoffen besloten
1. ' te bepalen dat het^gewijzigde art. 8 en de
intrekking van art. 9 dpr gemelde Verordening,
op WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1875, in werking
zullen treden voor de volgende gedeelten der ge
meente (4e reeks)
a. al de gebouwen binnen dat gedeelte der
Stadsgracht hetwelk loopt van de Noorderpoorts-
brug langs de Hoogendsterpoort naar de Kl iine-
paalsterpijp voor zoover de invoering er niet
reeds heeft plaats gehad.
b. De huizen, bewoond door M. Hoekstra en
A. van der Weijbuiten de Noorderpoortsbrug,
en verder al de gebouwen staande buiten de
Stadsgracht, tusschen den Weg naar Bolsward
en het Vaarwater de Geeuw; tusschen de Geeuw
en den Lemsterstraatweg; tusschen dien Straat
weg en de Draaisloot en tusschen de Draaisloot
en de Woudvaart alles voor zoover de invoe
ring ër niet reeds heeft plaats gehad.
2. aan de betrokkene ingezetenen te kennen
te geven, dat hunne sekreten voor 15 Septem
ber d. s. zoodanig behooren te zijn ingericht, dat
de nieuwe tonnen er in geplaatst kunnen worden;
en dat zij of hunne timmerlieden daaromtrent
alle' medewerking en inlichtingen kunnen beko
men bij den Gemeente-architect en bij den Stoep-
opzichter der exploitatie van faecale stoffen.
Sneek, 7 Augustus 1875.
J. TEN GATE Burgemeester.
H. FENNEMA Secretaris.
Het Vaderland meldt het volgende
»In het anders zoo rustige Doesburg geeft een
conflict tusschen den gemeenteraad en de bedie
naren van den godsdienst veel stof tot discours.
De pastoor en kapelaan en de dominè’s ontvin
gen dezer dagen een missive van het stadhuis
waarbij hun werd meêgedeeld, dat zij tot de ver
eerenden betrekking van «waterdragers bij de
brandspuit” waren benoemd. Met die eer waren
zij echter volstrekt niet ingenomen en eenstemmig
gaven zij den Raad in overweging onf toch
die betrekking aan anderen op te dragen.
De pastoor en de kapelaan protesteerden tegen
hunne benoeming, in zeer gepaste bewoordingen
te kennen gevende, dat naar hunne meening een
bedienaar van den godsdienst moeielijk bedienaar
van de brandspuit kon zijn, maar de predikant
der Herv. gemeente, de heer dr. Faure, was zoo
verontwaardigd, dat hij aan den gemeenteraad
schreef, dat hij, zoolang de Commune van Parijs
nog niet naar Doesburg was overgebracht, geen
waterdrager verkoos te worden en dal de hem
gedane opdracht in strijd was met zijn privilege
en rechten.
»In de eerstvolgende raadsvergadering gaf dat
conflict tot uitvoerige bespreking aanleiding. De
voorzitter wilde, om alle verdere onaangenaam
heden te voorkomen, de bedienaren van den gods
dienst maar vrijstellen, maar anderen waren daar
tegen en meenden, dat dan ook de waardigheid,
van een lid van .den gemeenteraad het waterdra
ger niet toeliet. Nog anderen waren van mee-
1 nihg, dat er van vrijstelling in bet geheel géén
sprake mocht zijn.
«Een der raadsleden merkte op, dat Hét Wérk
der Christelijke liefde even 'goed bij brand als op
een ander terrein kon worden uitgeoefend. Elk
moest zijne plichten vervullen, anders ging men
juist de afkondiging der Commune te gemoet.
«De kwestie is nog niet uitgemaakt, daar bij
de stemming de stemmen staakten.”
Van wege.den Minister van
het volgende bekend gemaakt:
Herhaaldelijk komen ter post briefkaartformu-
lieren, zonder postzegelslempel, doch die door de
afzenders van een frankeerzegel van één c__‘.
persoonlijken plicht te
vervullen er door verloren gaat.
Dezelfde verschijnselen doen zich overal voor.
Met de rechten van den militien als menscb
als; burger van
zieli bezig:
Dat meet anders worden.
Van harte juich ik daarom de poging toe
den generaal ex-minister v. Limburg Stirum
de plaatsvervanging afgeschaft te krijgen.
Dat zij moge gelukken
de maden loopen uit het vleesch. ’s Nachts wor
den wij gruwelijk geteisterd door wandluizen
die bij sectiën over ons nachtleger loopen, enz,”
En in den Nieuwen Militairen Spectator werd
dezer dagen o. a. het volgende geschreven om
trent de voeding der soldaten
»Het is een, bedroevende en reeds oude ge
woonte geworden in bijna alle garnizoenen en
bij de verschillende wapencorpsen, om naarma
te de duurte der levensmiddelen toeneemtte
trachten, den minderen militair zooveel doenlijk
eenig zakgeld om de vijf dagen uit te betalen
door op de voeding van den man uit te spa
ren, zoodot het verschaffen der hoeveelheid van
250 grammen rundvleesch (in Engeland be
draagt die 450 grammen), die elk soldaat, vol
gens het reglement, dagelijks zou behooren te
genietenreeds sedert lang tot het verledene
behoort en dan nog, wat soort van vleesch
krijgt de soldaat te eten
De levering van het vleesch is aangenomen
door een klein slager, die in stede van de beste,
de slechtste stukken voor de menage der mili
tairen afzondert. Dat kan niet andersmen
heeft geen recht, iets anders te Verwachten; de
1000 grammen rundvleesch worden voor de me
nages thans zondèr in ^uitersten te\ vervallen
met die berekening” voor p. m. 60 cents gele
verd, terwijl voor andere groote inrichtingen
als krankzinnigen-gestichten, gasthuizen, voor de
heer en en dames in de gevangenpaleizen, enz.
van 80-85 cents betaald wordt. Met de win
kelwaren gaat het evenzoo gort, rijst, boonen,
aardappelen, zij zijn allen van de goedkoopste,
en daardoor van de minste qualiteit, waardoor
het voedingsvermogen van die artikelen zeer in
waarde vermindert. De goede soepdie vroe
ger de soldaat ’s morgens met een stuk brood
en zijn vleesch tot ontbijt kreeg, en die nog in
de kampementen tot het smakelijkste en beste
gedeelte der voeding van den soldaat behoort
is in de garnisoenen herleid tot eene gebondene
watersaus, waarin de sporen van vleesch en vet
worden aangetroffen het is thans wel soupe
maigre. Het middageten bestaat veelal uit een
mengelmoes, waarvan aardappelen het hoofd.be-
standdeel is met eenige groenten, die bijna niet
in de massa der aardappelen is te herkennen
en met Wat vet gestoofd. Van vleesch is daar
bij ook geen sprake terwijl het op sommige
plaatsen ingeslagen Amerïkaansche spek zeer
walglijk en slecht was."
zijn voorzien, met het doel het aan de achterzijde
geplaatste gedrukte bericht op den voet van druk
werk te verzenden.
Vermits echter bij art. 21 der wet van 22 Juli
1870 (Staatsblad no. 138) het port der briefkaar
ten voor de binnenlandsche verzending op 2'/2
cent is vastgesteld en het voor de toepassing van
dat port geen verschil uitmaakt of het op de brief
kaart geplaatste bericht gedrukt dan wel geschre
ven is, kunnen er geene briefkaarten ter verzen
ding worden toegelaten waarvoor niet het vol
gens de wet verschuldigde port van 2'/2 cent is
voldaan.
Onvoldoend gefrankeerde briefkaarten, die niet
vóór de verzending aan de afzenders zijn kunnen
teruggegeven worden, worden met briefport be
last.
van een