NIEUWS EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR HE
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
I
a
No. 90.
1875.
WOENSDAG
10 NOVEMBER.
N Gr
I
ge-
3
B I X X B X I. A X B.
Men kon
vergen.
I
1
i
I
liefst van het Nut uitgaande, aanbeveling verdie
nen.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7'/a Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffendeworden franco ingewacht.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspi ijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
Ten bewijze dat onze industrie in het buiten
land op hoogen prijs wordt gesteld, vermeldt
het Vad. dat de heer A. A. Parmentier, direc
teur der machinefabriek te Hengelo, zich reeds
geruimen tijd in Italië ophoudt lot hel oprichten
eener stoommachine van ruim 300 paardekracht.
Deze machine, volgens het plan van den heer
Parmentier vervaardigd, werkt met pompraderen
volgens het systeem van Overmars en moet die
nen tot het droogmaken van hel meer van Gala-
re in de provincie Ferrare.
Dat machines van die constructie goed voldoen,
kan hieruit worden opgemaakt, dat de heer P.
er reeds vroeger heeft geplaatst voor de verbe
tering der gronden aan de rivier de Oglio pro
vincie Mantua, alsook te Milaan voor onderschei
dene fabrieken, waaronder de groole porselein
fabriek «Richard”. Die machines onderscheiden
zich gunstig door een gering steenkolenverbruik.
Jl. Zaterdag werd te Utrecht eene vergadering
gehouden van de Vereeniging «Volksonderwijs” en
van het Nederl. Schoolverbond, ten doel hebben
de eene fusie tusschen die twee lichamen tot stand
te brengen. Beide vereenigingen vergaderden in
't gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in af
zonderlijk zalen, ten einde beide op zich zelve het
reglement te bespreken, dat voor de samensmel
ting was ontworpen. Voor «Volksonderwijs” wa
ren 42, voor het «Schoolverbond” 17 afdeelingen
SM.Lit LIS (01 RA VI.
Ten vervolge op de mededeelingen betreffende
hel verzet der berg-Afoeren op hel eiland Ceram,
voorkomende in de Staats-Courant van 11 Aug.
jl. kan thans worden bericht, dat de resident
van Amboina op 24 Augustus aan den Gouver-
neur-Generaal telegrafeerde, dat de expeditie op
Ceram als met gunstig gevolg afgeloopen kon
beschouwd warden.
Reeds in het laatst van Juli waren met ui
terst gering verlies van onze zijde bijna alle
oproerige negorijen getuchtigd en had een deel
der in verzet zijnde stammen blijken van onder
werping gegeven.
De geest der troepen en der bevriende bevol
king was steeds uitmuntend gebleven, niettegen
staande de moeielijkheden, die men tengevolge
van bet ongunstige terrein en zware regens, on
dervond. Ook de gezondheidstoestand der troe
pen was zeer voldoende.
STATEV-t.EXEKlAL.
Eerste Kamer.
Zitting van Zaterdag 6 Nov.
De Kamer heeft heden alle aan de orde ge
stelde ontwerpen aangenomen. De beraadslaging
over de drie rechterlijke wetten is op Maandag
In de gemeente Franeker heeft de Raad het
noodig geacht, in de instructie der onderwijzers
het verbod op te nemen, cm in de schoollocalen
gedurende de schooltijden te rooken.
De Maasbode zegt niet te kunnen begrijpen
hoe de vestiging van Duitsche geestelijken hier
te lagde vrees kan inboezemen veor vermeerde
ring van de goederen in de doode hand. Die
vreemdelingen koopen een huis of landgoed, dat
vaak sedert jaren onbewoond was, en vestigen
er een inrichting van onderwijs. Zij verlangen
echter niets liever dan zoo spoedig mogelijk naar
Duilschland terug te keeren. In plaats dus van
de goederen in de doode hand te vermeerderen,
maken zij doode goederen weder levend en
brengen voordeelen aan den staat, die vroeger
niet verkregen werden.”
De Arnh Cour, heeft twee bedenkingen tegen
deze redeneering: 1°. schijnt het oogenblik, dat
de bedoelde geestelijken naar Duilschland kunnen
terug keeren, nog niet nabij, en 2°. konden bij
hun vertrek de instellingen wel ecns blijven be
staan en onder dezelfde firma door andere per
sonen worden voortgezet.
Te Delft zullen, blijkens annonde in het Dbl.
op 15 en 16 Nov. voorstellingen plaats hebben
van: »Een blik in devkunstenaarswereld”, on
uitgegeven dramatische schets door mejuffrouw
Mina Kruseman. Gespeeld door de schrijfster en
hare twee leerlingen, de dames Elize Baart en
Ilélène Gerritsen.
Uit 's Hage wordt aan ’t Utrechtsch Dagblad
geschreven, dat de Koning onmiddelijk na zijne
terugkomst het uitgeven van bulletins omtrent
den toestand der Koningin vooreerst ten streng
ste verboden heeft. Ook aan het paleis werd
aan belangstellenden geen de minste inlichting
gegeven.
Dit ging zoo ver, dat men verhaalde, dat toen
Vrijdagmorgen de president der Eerste Kamer,
uit naam en van wege de Vergadering, door den
De zaak van de Phoenix zal naar men aan
het Vad. mededeelt, vermoedelijk in der minne
geschikt warden. Het is met hel oog daarop,
dat de verdedigers van het schip, om deze zaak
gerechtelijk te doen behandelen, zes weken uit
stel hebben gevraagd en verkregen.
hebben, zoowêl
ambtenaren als
en dat bij de
worden gegaan
aanspraken.
Daarna heeft de kamer de drie rechterlijke wet
ten aangenomen, als
1. De hovenwet, met 31 tegen 4 stemmen.
2. Verhooging van de bezoldiging der leden
van den hoogen raad, met 3i tegen 1 stem, en
3. Intrekking der wet van 1849 (getal raads-
heeren), met 28 tegen 7 stemmen.
wet-
voor-
al over Groningen of Leeuwarden als zetel van
het noordelijk hof. De minister wees er op, dat
de beide kamers in 1861 met groote meerder
heid beslist hadden voor Leeuwarden, en ergee-
ne omstandigheden aanwezig zijn, om tegen die
na rijp beraad gevallen beslissing in te gaan.
Wijders heeft de minister de verzekering ge
geven, dat niet alleen deze hovenwet, maar al
wat daarmede in verband staat, met 1 Januari
1876 zal in werking treden, en dat tevens zoo
danige maatregelen zullen worden genomen om
de bevoegdheid der advocaten tot uitoefening der
rechtspraktijk zóó uit te breiden, dat uit de op
heffing van de zes haven voor hen geen be
zwaar zal voortvloeien. Overigens verzekerde
de minister, dat de uitvoering en toepassing de
zer rechterlijke wetten met humaniteit zal plaats
wat de uitvallende rechterlijke
wat de verplaatsingen betreft
instelling der hoven te rade zal
met de verkregen rechten en
De Minister van Binnen). Zaken heeft, ten op
zichte der te wijzigen kiestabel, geantwoord op
het eindverslag der commissie van rapporteurs,
ofschoon deze geen nader overleg met den Mi
nister vóór de openbare beraadslaging noodig
achtte.
De Minister maakt namelijk zwarigheid de nieu
we districten, zooals de commissie die wil vor
men, over te nemen. Vooreerst omdat volgens
die regeling verscheidene districten verre bene
den de 45,000 inwoners of de veelvouden van
dat cijfer zullen zijn en andere verre daarboven.
De districten Deventer, Tiel en Amersfoort zul
len veel te weinig, Groningen, Winschoten, Leeu
warden en ’s Hage aanmerkelijk te veel hebben.
Men kan zich wel niet letterlijk aan het grond-
hepaald.
Zitting van Maandag 8 Nov.
Bij de beraadslaging over de rechterlijke
ten in de zitting van heden, liep de strijd
Vorstin deed informeeren, op last van den Ko
ning hem werd gezegd, dat op zulke boodschap
pen geen an: woord was.
In de bepalingen omtrent het uhgeven van
bulletins schijnt inmiddels verandering gekomen
te zijn, daar de Zaterdagavond uitgegeven Staats-
Courant het volgende bulletin van den genees
heer der Koningin bevat
«II. M. de Koningin is den 3den dezer plot
seling door een zoo hevige koorts aangetast, dat
eene herhaling daarvan levensgevaar zoude daar-
stellen. De koortsaanval heeft zich niet dan ge
deeltelijk herhaald, maar de bestaande borstbe-
zwaren doen toenemen.
«In den jongstverloopen nacht heeft eenige
slaap en de herstelde transpiratie verlichting aan
gebracht, die het gevaar, waarin 11. M. verkeer
de, eenigszins verminderen.
»’s Gravenhage 6 Nov. 1875.
«Dr. Vinkiiuizen.”
Volgens een bericht van Zondagochtend had
de Koningin een onrusligen nacht gehad en veel
gehoest. De algeraeene toestand was echter niet
erger.
Volgens bericht van maandag is de toestand
sedert niet verergerd. Hoewel, tengevolge van
hoestaanvallen, de afgeloopen nacht onrustig is
doorgebracht, bestond, volgens de geneesheeren,
over den toestand in ’t algemeen reden tot te
vredenheid.
Dezer dagen verscheen het rapport aan het
hoofdbestuur der Maatsch, tot Nut van ’t Alge
meen, van de commissie tot het instellen van
een onderzoek naar de werking der postspaar
banken. Zij bestoud uit de hh. J. G. Gleichman,
M. Mees en H. A. Verscheer, rapporteur. Het
rapport sluit zich in zeker opzicht aan bij dat
van de commissie, welke in 1873 en 1874 een
onderzoek instelde omtrent spaarbanken, spaarkas
sen enz. Met bijna alle conclusiën, waartoe de
ze coihmissie kwam, kan ook de tegenwoordige
zich vereenigen. Ook zij acht het mogelijk en
gewenscht, dat het postwezen zijne hulp verlee-
ne, waartoe het door zijn geheele inrichting zoo
geschikt is. Men zou daarvoor eene regeling
kunnen invoeren, waardoor het voor ieder in
gezetene, waar ook gevestigd, mogelijk zou wor
den zijne gelden in te leggen in elke spaarbank,
welke zich daartoe beschikbaar zal stellen. De
ze regeling zou in hoofdzaak kunnen zijn als
volgt leder die zijn geld in zoodanige spaar
bank wil inleggen, zendt het bedrag per post
wissel toe. In plaats van het gewone re?u van
den postwissel, ontvangt bij eene aanteekening
van den directeur van het postkantoor in zijn
spaarbank boek. Terstond na de ontvangst van
den postwissel, zendt de spaarbank een bewijs van
ontvang aan den inlegger. Verlangt de inlegger
terugbetaling, zoo zendt hij eene aanvraag daar
toe aan de spaarbank, die hem, na verloop van
een termijn, een postwissel tol het verlangde be
drag toezendt. Van dezen postwissel doet de
postdirecteur echter geen uitbetaling dan nadat
hem het spaarbankboekje is vertoond en het ge
vraagde bedrag daarin door hem afgeschreven.
Mocht de medewerking van het postwezen niet
..ë«uun,ö, „w, uvll kunnen verkregen worden, dan zou het denk-
Eersten Kamerbewaarder naar den toestand der I beeld der oprichting eener Centrale spaarbank
het afkeurend oordeel gewezen op ’t gebeurde
bij de jongste verkiezing te Zutfen; op de be
sluiten nopens Kampen en Hedikhuizen; op de
toenemende stijging der uitgaven; op de geringe
toelichting der begrooting van dit departement,
speciaal wat betreft het plan der droogmaking
van een deel der Zuiderzee en de verbetering
van den waterweg van Amsterdam naar den
Rijn.
Daarna bespreekt het verslag de onderdeden
der begroeting en bij de afdeeling onderwijs werd
nog door zeer vele leden teleurstelling aan den
•lag gelegd, dat de tegenwoordige begrooting zoo
weinig blijken draagt van ernstigen wil bij den'
minister om de talrijke gebreken en leemten, die
in ons lager onderwijs nog bestaan zoo veel mo
gelijk weg te nemen, of daartoe althans den weg
te banen. Men had van hem meer ijver voor
dit groote volksbelang verwacht.
wettig cijfer houden, maar moet hel toch zooveel
mogelijk trachten nabij te komen. Dat werd ook
door de Kamer in haar verslag van 25 Maart jl.
gezegd, toen zij daarin het beste middel zag om
vermoedens van politieke bedoelingen af te snij
den. De regeering heeft in hare wijzigingen daar
naar gehandeld, maar de commissie doet het te
gendeel.
De regeering beantwoordt de bezwaren, tegen
de door haar voorgestelde verschikkingen in eeni
ge districten Rotterdam, Delft, Dordrecht en Gou
da.
De Regeering verklaart verder, dat zij in de
wijziging der Kiestabel geen de minste aanleiding
vindt tot ontbinding der Tweede Kamer. Het
ware haar aangenaam geweest, indien de herzie
ning vóór de verkiezingen van 8 Juni ware tot
stand gekomen, maar zij is vast overtuigd, dat
de geest en letter der kieswet zich niet verzetten
tegen het uitschrijven van verkiezingen tusschen-
tijds, evenals in 1858 is geschied.
Blijkens het afdeelingsverslag over hoofdstuk
binnenlandhche zaken is in drie afdeelingen het al
gemeen regeeringsbeleid van den minister ter sprake
gebracht en daarover door zeer vele leden oen on
gunstig oordeel uifgebracht. Onder aansluiting
aan ’t geen deswege reeds in het verslag over
'de algemeene beschouwingen was te berde ge
bracht, verklaarde men, dat men den minister
zonder weerzien had zien optreden. Men vleide
zich, dal de ondervinding van 186Q/68 voor hem
niet verloren zou zijn gegaan, dat hij dus zich
zelven tegenover politieke tegenstanders zou we
len te bedwingen en met kalmte en waardigheid
het gezag handhaven en de liberale meerderheid
niet tegen zich in het harnas jagen zou.
O. a. met opzicht tot de regeling van het la
ger onderwijs had de minister aan allen, wie dat
groote volksbelang ter harte gaat, bittere teleur
stelling berokkend. Van het middel, dat hij scheen
te bezitten om aan de gemoedsbezwaren tege
moet te komen, is niets hoegenaamd gebleken.
Integendeel werd het vermoeden geopperd, dat
de minister vroeger die uitkomst heeft laten dóór
schemeren met ’t oog op de verkiezingen van
dezen zomer en dat hij thans niet meer daaraan
denkt. Ook wat de houding omtrent de spoor
wegen en de niet-regeling van ’t algemeen en
bijzonder waterslaatsbestuuur betreft, werden
grieven geopperd en bezwaren ontwikkeld, die
echter, ook wat ’t algemeen regeeringsbeleid be
trof, niet zonder tegenspraak bleven.
van een enkel man, hoe bekwaam en werkzaam
j-ook, in een betrekkelijk korten tijd niet alles
Het debat over T onderwijs behoorde
te worden uilgesteld tot dat de voordracht tot
herziening der schoolwet van 1857 zelve ter baan
kwam.
Nog werd van de andere zijde tot staving van