NIEUWS- EN ADVERTEXT1E-BL4D VOOR DE
GEfflNTE EN IIET ARRONDISSEMENT SNEER.
i
1875.
No. 101.
18 DECEMBER.
Een nieuwe belasting.
14
S V i: B II K
st
met plaatsing in de Sneeker
I.
0
>0
le
0
ov< r
a
i.
J
van
Eckc
Bi VN EX L
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspiijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, builen
de Stad franco ƒ1.90.
kwijtschelding
r van
r>
j
verdedigd
Mor-
i;
n
ar
L5
ar
14
il
jr
or
or
O
1.
3
2
a
in
v.
in
J.
1.
j-
0
7
>8
.3
0
r-
LVV
’s Rijks middelen hebben over de maand No
vember van dit jaar opgebracht ƒ8,740,385.99,
tegen 7,749,439.02’/2 in November 1874. Over
de eerste elf maanden vandit jaar 83,227,102.20 */2,
legen ƒ81,126,922,96 over gelijk tijdvak van
1874.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
gemeente Sneek, voldoende aan de, resolutie van
den heer Commissaris des Konings in Friesland,
van den 16 December 1875 le afdeeling no.
2203 brengen ter kennis van de ingezetenen
dat de bij besluit van den 8 December j. 1. Ie
afdeeling no. 2157, voorgeschrevene, tijdelijke af
sluiting der groote wegen in deze provincie, voor
zware vrachten, met dato dezer is opgeheven.
En zal hiervan afkondiging geschieden waar het
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 71/, Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht.
Z. M. heeft benoemd bij het gerechtshof voor
de drie noordelijke provinciën
tot president, den heer mr. W. Terpstra, thans
procureur-generaal bij het provinciaal gerechtshof
van Friesland
tot vice-president, den heer mr. W. B. S. Boeles,
thans raadsheer in het provinciaal gerechtshof
van Drenthe
tot raadsheeren de heeren mis. Abresch
thans raadsheer in het provinciaal gerechtshof van
Groningen; Colson Aberson en van Brakel Schim
mel thans raadsheeren in het hof van Drenthe
J. C. Bergsma en I. Telling, thans raadsheeren
n het hof van Friesland; Koning, thans als zoo-
anig in het hof van Groningen, en M. van He-
Onder de belastingen die zeer impopulair en
in den laatsten tijd dan ook meer en meer ver
oordeeld zijn behoort vooral de verbruiks-belas-
ting en daaronder moeten zeker in de eerste plaats
genoemd worden die welke onder den naain
van accijnsen geheven wordt o.a. van de zeep
het zout en het geslacht; en voornamelijk de beide
laatsten omdat zij voedingsmiddelen treffen, ter
wijl die op het geslacht bovendien een premie
is op den uitvoer.
Het accijns-stelsel vindt vooral ook daarom ve
le bestrijders omdat het belemmerend werkt
op den vrijen handelde deur openzet voor
schromelijke belasting-ontduiking, en, in verhou
ding, den minvermogende oneindig zwaarder
•relt dan den bezitter.
Daarbij komt nog, dat de wijze van inning en
de controle vrij kostbaar zijn, daar zij een gioote
menigte ambtenaren vereischt.
En uiteen staathuishoudkundigen uiteen moreel
oogpunt is deze belasting-heffing dan ook reeds
sinds lang veroordeeld geworden.
Een der meest ernstige staatkundige vraagstuk
ken, die sedert jaren aan de orde zijn, is zeker
de herziening van ons belastingstelsel. Meer en
rneer toch heeft de overtuiging veld gewonnen,
dat dit veel te wenschen overlaat en, over ’l alge
meen, zeer o nrechtvaardig en onzedelijk werkt.
Met het oog op ons vigeerend belastingstelsel
zou men dan ook art. 172 der Grondwet: »geen
i privileges kunnen in het stuk van belastingen wor-
den verleend” gerust een fraai klinkende phrase
kunnen noemen, die dagelijks praktisch wordt ge
logenstraft. Wij behoeven hier slechts le herin
neren aan ons fraai patent-recht, om al dadelijk
genezen te worden van de naïve meening, dat
de grond wettelijke voorschriften in ons land al
tijd zoo bijzonder contentieus worden nageleefd.
Ons geheel belastingstelsel is ééne doorloopende
i, bevoorrechting, namelijk: van den bezitter boven
den niet-bezitler.
Of wordt bijv, de groote landeigenaar niet op
schromelijke wijze bevoordeeld, door het voort
durend ignoreeren van de weltelijke bepaling die
kadasler-herziening voorschrijft En geniet
de bezitter in portefeuille niet dezelfde bescher
ming van persoon en goederen als de kleine
marskramer, die nog een gedeelte zijner zuur
verdiende penningen moet olleren aan den fis
cus, terwijl de couponknippende millioenair
niet getroffen wordt
Inderdaad: ons geheel belastingwezen is vi<?ieus;
iedereen bijna is hiervan overtuigd, maar over de
middelen, om tot een beier te geraken, heerscht
een zeer groot verschil.
Dit ii o. a. weer duidelijk gebleken bij de po
ging eenigen tijd geleden door den minister
Bhissé gedaan, tot invoering eener inkomstenbe
lasting, die de grondslag zou geworden zijn, waar
op een hervorming van ons belastingstelsel ge
bouwd kon worden. Die poging mislukte en
sedert sukkelen we weer op denzelfden weg voort.
Het schijnt al heel moeilijk te zijn te komen
tot afschaffing van schadelijke belastingen, en ze
ker wordt dit niet gemakkelijker gemaakt door
dat men er bij ons legen opziet belastingen op
1e heffen zonder equivalent ook al zouden onze
middelen dit anders zeer goed toelaten.
Gelijk men weef, is de tegenwoordige minister
van finantien, de heer van der Heim, onlangs
met voorstellen voor den dag gekomen tot be
lastingherziening.
Hij stelt voor 1°. een accijns te leggen op de
tabak, 2°. enkele wijzigingen te brengen in hel
tarief van invoerrechten en 3°. den accijns op
het gedistilleerd te verhoogen; terwijl het ’s mi
nisters bedoeling is, als de accijns op de tabak
tot stand komt, den vleesch-accijns af te schaffen
Laatcnseens nagaan of de door den minister
voorgeslelde verandering inderdaad tot verbete
ring zal leiden.
Wij behoeven zeker, na het bovenstaande, niet
meer te zeggen dat we de afschaffing van den
accijns op het geslacht zeer zouden toejuichen.
Zeer terecht zeide de heer de Bruijn Kops in
dertijd in de Tweede Kamer
»Wij moeten aannemen dat uit het oogpunt
van den staat, al hetgeen in een gezin wordt ver
bruikt tot bewaring en versterking van een krach
tig lichaam, tot instandhouding van een welvaren
de, ordelijke huishouding en tot opvoeding van de
kinderen, voor den staat productieve uitgaven
zijn, en dat al wat zulke uitgaven bezwaart, ook
nadeelig is voor de productie en daardoor indi-
rectelijk voor de publieke middelen.”
voor speciale iurich-
en uaumoedi-
dat de regeering onbekend is met den toestand
der corporation, stichtingen en goederen in de
doode hand. Hij wenschteene parlementaire en-
enquête (onderzoek).
De minister van Finanliën heeft uitvoerig ge
antwoord, vooral aan den heer van Houten Daar
bij heeft hij uiteengezet, dat in bewerking is eene
herziening der zeepbelasting en van de patent
wet, terwijl hij tot eene vaste overtuiging tracht
te geraken omtrent eene wijziging der persone
le belasting. Ook herziening van de belasting
op het zout zou daarmede gepaard moeten gaan.
Opheffing der tolliniën tusschen Belgie en Ne
derland acht de minister een ideaal, dat in de
tegenwoordige omstandigheden practisch onuit
voerbaar is.
De algemeene beraadslaging is gesloten.
Zitting van Donderdag 16 Dec.
In, de zitting van heden is de discussie
hoofdstuk financiën voorfgezet.
De minister van financiën heeft op de vraag
van den heerKuijper verklaard, dat hij nog de
zelfde denkbeelden is toegedaan als het vorig
jaar, tegen eene organieke regeling, tot uitleg
ging van art. 168 der grondwet; dat echter eeni-
ge koninklijke besluiten omtrent de uitbetaling
van predikanls-tractementen zullen worden in
getrokken en speciaal het souverem besluit van
1814. Hoofdstuk financiën is ten slotte aange
nomen met 59 tegen 4 stemmen.
Daarna is de algemeene beraadslaging over de
begroeting van oorlog aangevangen.
De heer de Bieberstein hoopte, dat bij zulk
een hoog eindcijfer de organisation nu ook goed
zullen zijn. De heer Bastert heeft groot bezwaar
tegen dat hooge eindcijfer, dat een groot deel
van het budget verslindt. De heer Wassenaer
drong aan op vele verbeteringen van den toe
stand van den militair, op zedelijk en stoffelijk
gebied. De heer de Roo heeft tal van beden
kingen op het beleid en de handelingen van den
minister, zoowel wat de organisatie als het ad
ministratieve betreft, waardoor zijn vertrouwen
geschokt is. Hij zou wel tot verwerping advise
ren, als hij waarborg had voor verbetering door
een eventueelen opvolger.
Hij maakt echter zijne stem afhankelijk
eenige voorwaarden.
In de laat geëindigde zitting heeft de minister
zeer breedvoerig het regeeringsbëleid
en vooral den heer de Roo beantwoord,
gen elf uur voortzetting.
STATEN-eEXEBlAAI..
Tweede Kamer.
Zitting van Dinsdag 14 Dec.
In de Kamer is heden de discussie gevoerd over de
onderdeelen vao de afdeeling Lager Onderwijs der be
grooving voor Binnenlandsche Zaken.
Met 37 tegen 35 stemmen is aangenomen liet amend-
dement van den heer van Naainen, tot verhooging niet
20.000 vim ’t reeds met gelijke som door de Regee
ring verhoogde art. 177 (subsidiën aan gemeenten die
door de uitgaven ter behoorlijke inrichting var. haar
lager onderwijs te zwaar gedrukt worden, 170.000.)'
Daarna is eene hoogst belangrijke discussie gevoerd
over de drie amendementen van den heer Moens 1°.
30 000 als eerste termijn voor drie nieuwe kweek
scholen en opleiding voor onderwijzers2°. en 3° daar
mede in verband staande verhoogingen voor kweekelin-
gen gebouwen enz, te zamen 72 000.
Na door deu Minister van Binnenlandsche Zaken en
eenige leden der Kamer bestreden te zijn, is het eerste
aangenomen met 42 tegen 33 stemmen,
Minister de beide aödere amendementen
VERGADERING
van den Gemeenteraad van SNEEK,
op Zaterdag 18 December 1875
’s namiddags 6 uur.
Punten ter behandeling:
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeeling van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Voorstel van Burg, en Welh. tot aankoop
van een schoolgebouw op Leeuwenburg, behoo-
rende aan het O. B. Weeshuis.
4. Adres van P. Reitsma, om I
van boete enz. wegens niet tijdige levering
pi ivaattonnen.
5. Voorstel van heeren Voogden der Alge
meene armen, tot vaststelling van de prijzen der
aan hen in 1876 te leveren geneesmiddelen.
6. Benoeming van een Voogd der Algemeene
Armen.
7. Bezwaarschrift bij heeren Gedeputeerde
Staten tegen het aanvullingskohier van den Hoof-
delijken Omslag, dienst 1875.
amendement
waarna de
overnam.
Bij de bestrijding van het amendement van den heer
Moens heeft de Minister gezegd, dat zoolang hij niet
overtuigd wordt, dat. in ’76 drie nieuwe kweekscholen
noodig zijn, bij bezwaar heeft legen de uitvoering.
Ook het vierde amendement van den heer Moens, om
artikel 187 ('verschillende uitgaven
tingen van onderwijs, gratificatiën, hulp
g ngsmiddclen ad f 19167 a) met f 50 000 te verhoo-
geu, is aangenomen met 50 tegen 20 stemmen.
Daarna zijn levendige debatten gevoerd over het amen
dement van den heer Kuijper c aom 30 000 te be
stemmen voor toelagen aan hoofdonderwijzers, niet van
overheidswege bezoldigd, voor de opleiding van kwee-
kelingeu die acte van hulponderwijzers verkrijgen.
De bestrijders zagen er in begunstiging van bet bij
zonder onderwijs, om later op dien weg voort le gaan.
De voorstellers ontkenden, dat dit ‘t geval was, of
eene inleiding tot sudsidie of restitutiestelsel gelijk was
Oeweerd.
Anderen hielden dit vol en achtten het amendement
in strijd met art. 3 der onderwijswet.
De Minister'geloofde dit wel niet, maar had financi
eele bezwaren, waarom hij ’l amendement ontraadde.
Ten slotte is bel verworpen met 43 tegen 32 stemmen.
Na afdoening van alle verdere artikelen is hoofdstuk
Binnenl. Zaken aangenomen met 62 tegen 24 stemmen.
Tegen hebben gestemd de hh. Schepel, van Eek,
Leiding, Viruly Verbrugge, Blussé, Geertsema, Hiugst,
van Houten, Smidt, Kappeyne van de Coppello, van
Harinxma tboe Slooten, Fransen van de Putte, de Rui
ter Zylker, Tak van Poortvliet, van Kerkwijk, Bergsma
Stieltjes, Mees, de Roo van Alderwerell, Mirandolle,
Bredius, Roa.bach, Cremers en de Jong-
Zitting van Woensdag 15 Dec.
In de zitting van heden is Hoofdstuk Marine
der Staatsbegrooling na korte discussie aangeno
men met 56 tegen 1 stem (die van den heer
Bredius). Hoofdstuk Nationale Schuld is met al
gemeene stemmen aangenomen. De beraadsla
gingen over Hoofdstuk Finantiën zijn aangevan
gen.
De heeren van Houten en de Jong gaven te
kennen, dat zij tegen de begrooting zouden stem
men, op grond dat de minister eene doortasten
de belastinghervorming niet ter hand neemt, of
schoon overtuigd van de noodzakelijkheid daar
van.
De heer Blussé zou voor het budget stemmen,
in afwachting van de behandeling der ingekoinen
belasting-ontwerpen, die nu niet aan de orde zijn.
De heer Tak is teruggekomen op zijn bezwaar,
behoort tevens
Courant.
Sneek den 17 December 1875.-
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSEN, L. Burgem.
De Secretaris II. FENNEMA.