d fiEIIEENTE 13 HET AIllUnillSSEMEAT SUM. NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE No. 11. ZATERDAG 5 FEBRUARI. N. ZEDEPKEEKEN VAN EEN VRIJDENKER. n. Stoom-Olieslagerij. 1816. le- 4 Pk S M i k US (OIHIVT, in- IM NN E M.1ND. 1 50 )0. 6 I 1)0 00 >0. d 90 'je en Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. J. van DRIESSEN L B. De Secretaris H. FENNEMA. R- ÏU- ias jk- >u- >0 15. f8 14 a M. .60 564 ,17 ,58 .43 oor '.15 oor .34 51 oor oor oor 44 vV. v. m, JU- ?a. in ert ve- ijf- BURGEMEESTER en WETHOUDERS Sneek, brengen, ter voldoening aan art. 8 Dit woord is waarheid i een een maar zeer ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarboven 7 '/2 Cents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht. Z. M. heeft benoemd tot subst.-officier van just, te Groningen mr. D. N. van Hoijtema, thans subst.-Officier van just, te Sneek. Vrijdag avond zoo leest men in de Stand aard heeft de schuttersraad te Zaandam in een zitting, waarbij geen publiek toegelaten werd, De manie om pakjes koopwaar aan den man te brengen, waarin den kooper de kans wordt aangeboden om iets te winnen, schijnt thans haar toppunt bereikt te hebben. In het Hbl. worden nu geannonceerd pakkettenbloedzui- gets met bons. (Tijd.) Sedert 20 Jan. 11. vergaderen de inspecteurs van het lager onderwijs onder voorzitterschap van den secretaris generaal bij het. Dep. van Bin- nenl. Zaken bijna dagelijks. Omtrent de vroe ger vermelde vraagpunten, hun ter beantwoor ding voorgelegd, is tot dusver niets uilgelekt ook omtrent de beraadslaging over die punten heeft de Minister verlangd, dat het geheim zou bewaard worden. (Vad.) Een der rechtzinnige predikanten te Arnhem weigert jongelui «aan te nemen”, omdat zij tot het corps scherpschutters behooren. Het schijnt dus dat men niet tegelijk scherp schutter en lid der Nederduitsehe Hervormde gemeente kan wezen en dat voor de scherpschut ters bel koninkrijk der hemelen niet is wegge legd. (rAnh. Crt.) bewijs levert, dat ze u iets waard is, zal u ze ker een aantal nieuwe vrienden schenken en nu i ware. Een derde deel houdt zijn (vrijdenkerige) over tuiging voorzichtig verborgen om z’n «zaak. «Och het moet wel, om m’n zaak zie je, die zou verlooperr; ik zou wel graag anders willen, maar daarom moét ik wel wat schipperen.” Dat z’n «zaak” verloopen zou is zeker maar een losse veronderstelling, zoo hij namelijk z n best doet z’n klanten zoo goed mogelijk te be dienen. Een vrijdenker, die dat doet zal ook nog wel begunstigd”worden. Misschien een beetje minder dan een godsdienstige; nu iets mag men toch ook wel voor z’n overtuiging over hebben; ja zelfs maar neen 1 ieder kan en ook ieder mag geen martelaar zijn. een treurig verschijnsel, omdat het uildrukt. Velen beschouwen ’l werkelijk als gunstbewijs wanneer ze van iemand iets koopen of ander een dienst door hem laten verrichten en al te veel moedigen verkoopers dit aan door de onderdanige, ja vernederende in plaats van dienst vaardige wijze, waarop ze roet hun klanten omgaan. De normale toestand zou zijn dat verkooper en kooper, winkelier en klant, werkgever en werkman elkaar een dienst bewezen en, als er „begunstigd” werd, dit beide in gelijke mate werden- De N. Rott. Cr. heeft een reeks van artikelen aan ons middelbaar onderwijs gewijd. Haar denkbeelden in korte woorden samenvattendé, verklaart zij het wenschelijk te achten, dat 1. al de voorstellen tot wetsverandering van den heer Steyn Parvé, in zijn jongste artikel over’t middel baar onderwijs ontwikkeld, werden aangenomen, uitgenomen zijn voorstel tot liet, facultatief stel len der practische scheikunde en tot liet behou den van afzonderlijke uren voor het onderwijs in cosmographie. 2. dat bet eind-examen niet langer werd af genomen door commission, maar dat de leeraren der school het recht verkregen de diploma voor dit examen uit te reiken. 3. dat de taalstudie op de middelbare school evenzeer als op het gymnasium hoofdvak werd. Om dit uitvoerbaar le maken, zouden de akte- examens voor het onderwijs in de vreemde taal aan merkelijk verzwaard en academische leerstoelen voor nieuwe talen moeten opgericht worden. Zoo deze maatregelen niet voorgaan, zou uitbrei ding der taalstudie waarschijnlijk nadeelig wer ken. De tijd tot wetsherziening zoo besluit het blad schijnt ons op dit oogenblik nog niet gekomen te zijn. De wet op het booger onder wijs moet voorgaan en moet, behalve veel an dere noodige zaken, ook de professoraten voor nieuwe talen in het leven t<e -roepen. Ook be- staal er nog gèen vrij algemeen gevestigde over tuiging ten aairzien van de veranderingen, die ons middelbaar onderwijs behoeft. Het artikel van den heer Steyn Parvé zal er in Image mate toe bijdragen de vorming van zulk een overtui ging te bevorderen. Van harte wénschen wij, dat de taak der wetsherziening ten deel moge vallen aan een minister, die bekwaam en vooral zelfstandig genoeg is, om de zwakke zijden van het middelbaar onderwijs te verwijderen, zonder onherstelbare schade toe te brengen aan de ge zonde krachten, die het bezit. Een duidelijk bewijs er voor, dat godsdienst bij de meesten geen overtuiging is, is de door bijna alle godsdiensten aangeprezen verdraag zaamheid. Ik wil niet de onverdraagzaamheid aanprijzen waardoor men een andersdenkende veroordeelt, belastert en verguistzedelijk zoekt te dooden, zooals men ’t vroeger lichamelijk deed, maar ik veroordeel toch (van hun standpunt) de verdraagzaamheid der godsdienstigen. Wat ik in die eigenschap afkeur is dat ze als voorname grondstelling leert, dat men zijn godsdienstige denkbeelden voor zich moet hou den, dat men er andersdenkenden niet over moet spreken, dat men nooit de minste moeite moet aanwenden om die tot zijn eigen godsdienst te bekeeren. Zulk een verdraagzaamheid wordt, uitgezonderd door de ultra’s, door bijna alle gods dienstigen sterk aangeprezen. O, het verspreiden van godsdienstige blaadjes onder degene, die tot een ander «geloof’ behoo ren; het rondver.ten van bijbels in een R. K. plaats, of het bezoek van R. K. geestelijken bij proteslantsche huisgezinnen; o foeidat is zoo slecht, dat is proselieten-majierij en god weet wat allerlei godsdienstigen schreeuwen er hard over. Maar, menschen indien ge dan toch waarlijk meent de waarheid te bezitten en van oordeel zijt, dat die waarheid heilzaam is Voor den mensch, waarom die dan niet zooveel mogelijk verspreid? Als ik godsdienstig was uit overtuiging, (zooals gij het beweert te zijn) ik zou zoo velen als ik maar kon mijn overtuiging zoeken mede te deelen. Ik zou hel tot mijn plicht rekenen, iedere on- of andersgeloovige mijn waarheid voor te houden, het een groot geluk achten ook maar een enke le te hebben bekeerd. Had ik een op ’t oog. wien ik kans zag te overtuigen, ik zou al mijn krachten aanwenden om het te doen; door niets, noch lompe behandeling, noch beschuldiging van onverdraagzaamheid mij laten terughouden in ’t besef dat het een goed werk was de kennis van den «waren God” le verbreiden. En wat doet gij zelfs gij die u de her ders der schapen noemt In plaats van, als Jezus, meer moeite aan het ééne afgedwaalde schaap te besteden dan aan al de anderen, doet ge ’t tegenovergestelde al de brave geloovigen die ’t met u eens zijn, voor dip preekt ge, die bezoekt ge. Aan die waarvan ge zeker zijt, of bijna verkwist ge uw zorgen terwijl al de anderen, volgens u zoo ellendig op een dwaalweg, aan hun lot worden overgela ten. Waarom dan toch die tegenstrijdigheid en ’t meest noodige aan degenen, die ’t meest noodig hebben onthouden Ik kan er geen andere verklaring aan geven dan: 1°. dat ook eene uit gevonden verdraagzaamheid onder uw «sleur” behoort, dat ge niet denkt over die tegenstrij digheid, omdat uwe handelingen door sleur in plaats, van door overtuiging bepaald worden, en 2°. dat ge uw eigen kracht om de waarheid te K ENN1SGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Sneek, voldoende aan de circulaire van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland van den 6 Januari 1876 no. 32, brengen ter kennis van de ingezetenen, de navolgende uit- noodiging »De Gedeputeerde Staten van de Provincie «Friesland, gelet hebbende op het 2e lid van «art. 73 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad »no. 37); «noodigen bij deze de inwoners der provincie «uit om, zoo zij in andere provinciën in de rijks «directe-beiaslingen zijn aangeslagen, daarvan «vóór den 1 April aanstaande aan hunne verga- «dering te doen blijken, teneinde door haar daar- »op kunne worden gelet bij de opmaking der «lijst van hoogstaangeslagenen voor de verkie- «zing van- de afgevaardigden ter Eerste Kamer «van de Staten Generapl..” En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afgekondigd, tevens met plaatsing in de Sneeker Courant. Sneek, den 22 Januari 1876. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN, L. Burgem. H. FENNEMA Secretaris. betogen niet vertrouwt, een wantrouwen dat mis schien reeds door de ondervinding bewaarheid is geworden. Ge meent sterk genoeg te zijn maar ook daarin zijt ge Goddank dikwijls veel te zwak, de eens opgesloten schaapjes bin nen de omheining te houden, maar een enkel over den heg gesprongen of een die nooit daar binnen was, er binnen te brengen daar acht ge u niet toe in staat. Er zijn zelfs vele (maar dan slechts zooge naamde) vrijdenkers, die deze dwaze begrippen omtrent verdraagzaamheid deelen. Zij vinden het een schoone eigenschap andersdenkenden nooit over hun overtuiging te spreken. Een deel laat dit «omdat ieder zelf moet we ten hoe hij denkt”, en «omdat ze anderen niet willen krenken.” Ja er zijn er zelfs die degenen over wie ze eenig gezag hebben, hunne zonen of pupillen, nooit over hunne begrippen spreken en terwijl ze zelf sinds lang alle godsdienst hebben afgeschaft hen voortdurend, zonder de minste poging om hen tot denken te brengen daarin laten versuffen. Dat enkelen verder gaan en zelfs willen dat hun kinderen gedoopt worden enz., niettegen staande ze zelf daaraan niet de minste waarde hechten, is bekend. Over die inconsekwentie en over die der «modernen”, behoef ik hier niet te spreken van Vloten en Multatuli, in dit op zicht zoo «nauw verbonden”, doen daarvoor ge noeg. Maar ook die eersten, begrijpen zij dan niet dat hij, die een overtuiging heeft die voor de best mogelijke moet houden Dal hij het een geluk moet achten anderen, die ontwikkeld ge noeg zijn om hem in zijne redenering te kunnen volgen, uit de godsdienstige sleur te rukken en vrij te doen denkenDat het niet aangaat, nog altijd zich te houden alsof men zich voor zijn overtuiging schaamde, en juist over de meest ge wichtige onderwerpen slechts met gesloten deu ren te spreken Een ander deel houdt zijn overtuiging voor zich om geen vrienden te verliezen,. «Als ik oprecht voor mijnê overtuiging uitkwam zouden die en die niet meer met mij willen omgaan daarom zwijg ik er maar liever over”. Voorwaar een belangrijke reden Alsof men geen vrienden kon hebben van een geheel andere overtuiging maar vooral alsof het iets waard ware de vriendschap te verliezen van iemand, die zich van ons zou afwenden, zoodra hij ons geheel en al kende, ’t Verlies van Vrienden die ge slechts behoudt zoolang ge u niet in uw ware gedaante vertoont, is zeker niet erg te beklagen. Dat wa ren geen vrienden van umaar van de man waarvoor ge u bij hen uilgaaft. Het flink voor uwe overtuiging uilkomen, waardoor ge eerst hel In ’t Handelsblad van 30 Aug. 74 lees ik „Te Goes is Woensdag avond, bij de kermis, de houder van een tractaatjestenl gedwongen zijn inrichting leisluiten, omdat hij door zijne waarschuwingen legen de kermis rermaken, de eigenaars van draaimolens enz. tegen zich in het harnas had gejaagd. Hij werd'overstelpt melde snippers zijner verscheurde blaadjes, zoodat hij het wen schelijk achtte zich van het terrein te verwijderen". Die man had een overtuiging en durfde daarnaar handelen, Spiegelt u aan hem gij anderen. van der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no 95) ter al- gemeene kennis dat zij aan Lubbert Egberts Smilde en zijne rechtverkrijgenden vergunning hebben verleend, om zijne Olieslagerij, staande aan den grintweg naar Oppenhuizen, kadaster Sectie G no 760 en 761, die lot dus verre alleen door wind werd gedreven, levens door middel van een Stoom werktuig in be’we’ing te brengen. Sneek, 31 Januari 1876. f-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1876 | | pagina 1