GEHOTTE HET ARRO MIW D IlilTRTEUINIUII VOOR BE mo sin i I 876 E E N-E N-D E T T E p N, Ons belastingstelsel. 28 fto. J- l.H. ./•n- eel- 1 a en persone le alle andere j ge- 50 M. t. 50 có 17 58 48 vereischten voor iedere belastingwet: en algemeenheid. Van het allergeringste bedrijf, dat of kwart bestaan oplevert, vordert zij Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnernentspiijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco ƒ1.90. melden, ter Secretarie der gemeente gelegenheid wordt gegeven tot kostelooze inenting en heren- bneek den 4 April 1876. J. van DRIESSEN, L. Burgem. DE JONGH waarn. Secretaris. >or 15 io r 34 51 io r »or >or 14 h.), van 's van Mo- ing, te ma, W. d. [ol- Val Uf- de- )be 1. im. ek- K. der 5 Ne- den voor de verbeterde middelen van Het onderscheid tusschen platteland heeft opgehouden te bestaan; zelfs is de nijver heid ten platten lande veel voordeeliger gewor den dan in de steden. Menig bedrijf, dat te Am- ter nauwernood droog ruime kostwinning in lg-. te en jei- V. Bijdrage voor eene grondwettige beweging ter afschaffing der patentbelasting door Multa patior, Arnst. 1876. 24 bl. 8°. Deze beweging gaal uit van de Vereeniging voor Handel en Nijverheid, te 's Hage. Slechter belasting dan de Nederlandsche patent wet is niet denkbaar. Slechts enkelen verdedi gen haar nog in beginsel, al veroordeelen zij de bestaande regeling; en toch blijft de wet bestaan. Daarom gebruik gemaakt van het grond wettig recht tot vereeniging en petitie. De grieven tegen deze wet zijn zoovele en zoo groot, dat aan verbetering niet te denken, maar afschaffing noodzakelijk is. Aan de patentwet ontbreken de twee hoofd proportie ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel, daarboven 7*/2 Cents. Alle brieven en stukken?- de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht. Zitting van Maandag 3 Apr.’ Bij de kamer zijn ingekomen de definitieve be groeting van oorlog en de vestingbegrooting voor 1876. Verschillende ontwerpen zijn aangenomen waaronder tot verhooging van het pensioen voor het personeel bij de loodsdienst en tot het ver- jeenen eener schadeloosstelling van ƒ30,000 aan jen heer van Angelbeek. Dit laatste, na discus ge, met 36 tegen 21 stemmen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek herinneren, naar aanleiding van art. 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134), aan de ingezetenen dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aan is, der pachtwaarde; 2 0» en -l'/2°/o- De patentbelasting in Nederland is: belasting enkel op handel en nijverheid gelegd, en handel is juist een der voornaamste bronnen van ons volksbestaan. Gogel, eenmaal minister van Financiën onder Willem I, noemde haar in ’44 terecht veen wan- drochtelijk voortbrengsel, eene wet, die zoo raffineerd is, zoo kunstig uilgebreid, en zoo wil lekeurig, dat het meestal van het goedvinden van geïnteresseerde ambtenaren afhangt, of van men- schen, met de innerlijke waarde der bedrijven onbekend, te beslissen, wat elk werkzaam mensch, voor het verlof om den kost te winnen betalen zal.” De bekwame van Bosse oordeelde weinig an ders. Hij beschouwde de patentbelasting als de meest onrechtvaardige, omdat zij eene inkomsten belasting is, die, bij wijze van uitzondering, van de nijverheid en van den arbeidenden stand ge heven wordt, behoudens enkele uitzonderingen. Toen de patentbelasting werd ingevoerd, slo ten vele kleine winkeliers hunne winkels voor altoos. Terecht noemt Multapatior de invoering vari het patentrecht, als bijzondere inkomsten belas ting geheven van handel en nijverheid, eene der grootste staatshuishoudkundige fouten, die begaan kon worden. Het geheele patentenstelsel is gebaseerd op den toestand, waarin, eene halve eeuw' geleden, handel en nijverheid verkeerde. Er wordt alleen gerekend met menschelijken arbeid, niet met stoomkracht, zoodat kleine fabrikanten, die alleen met werklieden producee- ren, onevenredig veel hooger worden belast dan de groote, die stoom aanwenden. In het Nederlandsch Staatsrecht is het begin sel van vrijen handel aangenomen; doch de pa tentwet handhaaft nog de bescherming, daar zij den handelaar in buitenlandsche producten met een verhoogd patentrecht belast. De patentwet vordert van lieden, wier winst doorgaans weinig meer is dan een uiteist schraal sterdam of Rotterdam brood opleverl, geeft eene eene kleine gerheenle. Spoorwegmaatschappijen betalen als naamlooze vennootschappen, doch zij betalen niets voor ha re smederijen, wagenmakerijen en fabrieken en ateliers. Waartoe dat privilegie Een arme dorpssmid, die zoo nu en dan ook eens een kar maakt, moet tot drie patenten toe betalen. Eene vischvrouw, die eene kruiwagen gebruikt, moet betalen. De logementhouder wordt getaxeerd naar ’t getal zijner kamers, onverschillig of zij altijd be zet zijn, of slechts een paar cülgen in het jaar. Is dat onzin of niet? Nog iets anders: buitenlandsche fabriekanten, grossiers en winkeliers, vooral uit Frankrijk, ver- koopen hier te lande aan particulieren, natuur lijk zonder patent; bijv, in wijnen, manufac turen, meubels, piano’s, enz. De patentplichtige is met gebonden handen en voeten overgeleverd aan vaak onkundige ambte naren. Deze mogen ambtshalve ieder aanslaan, wan neer de declaranten slechts verdacht worden, zich aan valsche opgaven of verzwijgingen te hebben schuldig gemaakt, en het hun slechts voor komt, dat zulks vniet wel in rechten te bewij zen zou zyn De resolutie van ’37 klinkt nog schandelijken en schaamteloozer: »voor de toepassing van dit middel, komt het vooral aan op de morele ze kerheid.” Nog eens: het Nederlandsche patent is een belas ting op het inkomen van handelaars en nijveren, dus een privilegie, ’t welk de Grondwet verbiedt. Ieder, die het bestaande onrecht gevoelt en meewerken wil, daaraan een einde te maken, sluite zich aan bij Multapatior, wiens adres is: Multapatior, ten bureel var. den heer G. Rut- ten, secretaris der Vereeniging voor Handel en Nijverheid te ’s Gravenhage. Mr. W. F. SCHOOK. voor zijne en stad geen half haar aan deel, terwijl zij zeer winstgevende vrij laat of in evenredigheid veel te laag aanslaat. De patentbelasting ontneemt vaak een deel van ’t levensonderhoud. De patentwet grijpt zoo laag in, <laf zelfs in gemeenten van den 6en rang een patent van 10 cents geheven kan worden. Dat zelfde tarief houdt in, dat geen patent hooger zal zijn dan van 400! Naamlooze vennootschappen betalen 2% van het divident, dus van de winst; maar andere patentplichtigen betalen van verwacht wordende verdiensten, alzoo van denkbeeldige winst, die ten slotte wel eens kon blijken verlies te zijn. Naamlooze vennootschappen genieten dus een privilegie, in strijd met art. 172, Grondwet. De patenwet houdt van opeenstapelenmenig fabrikant is pafentplichtig, 1°. voor het vervoer, 2”. persen, 3°. klanderen zijner goederen. Een fabrikant van stoommachines moet eigenlijk 14 patenten hebben. Een dorpskomenijsman moet, naar de letter van de wet, gepatenteerd zijn als kruidenier, slijter, bakker, lakenverkooper en sigaienhande- Jaar. En dan de legio vrijstellingengeestelijken, en wie er mede in betrekking staan; hel onderwijs, officieren, advocaten, klerken, kantoorbedienden, landbouwers, kunstbeoefenaars, enz. enz. enz. De kleine winkelier moet vaak, om zijn patent te kunnen betalen, aan vrouw, kinderen en zich zelven het noodige brood onthouden. Met verdedigt de vrijstellingen met een argu ment van nuttigheid, doch dat is een schijn grond; m.i. is de een niet nuttiger dan de ander. Is bijv, de militaire geneesheer meer nuttig dan de civiele; de advocaat meer dan de procu reur; staat de pachter van kerkestoelen boven den geneesheer? Dat nuttigheidsargument is on zin. Staatsambtenaren betalen geen patent; naar ’t heetomdat anders van het hun door den Staat verstrekt salaris een bedrag zou wor ded afgenomen, dat de Staat hun zou moeten vergoeden. Ging deze redeneering op, dan moes ten zij van alle rijksbelastingen, boe ock genaamd, zijn vrijgesteld. Bij eene eerlijke patentbelasting, zegt de S. mag alleen sprake zijn van de kostwinning der ingezetenen. Ik voor mij zou alleen op het in komen willen letten, zooals indertijd het ontwerp van Betz was ingericht, waardoor de patentbe lasting overging in eene op de inkomsten. De landbouwer, die zijn vlas inzamelt, bereidt en verkoopt, is vrij, doch een ander, die hetzelf de doet, moet betalen. De landbouwer is altijd, in zekeren zin, handelaar of fabrikant. De landbouwer is hoogst nuttig, zelfs onmis baar; doch is dit eene reden, om hem te privi- legiëeren Hij betaalt daarenboven in grond- le belasting onevenredig weinig. Ik voeg hier nog bij, dat hij ook landbouwproducten vrijdom van tol geniet. In Saksen betaalt hij, als de boerderij groot is zij middelmatig: klein'/5in Engeland is het recht arbeidsloon, eene opbrengst van 5 tot 24. Het grootste gedeelte der som, die het patent recht opbrengt, ongeveer 3,306,000, wordt dan ook afgeperst van de zoogenaamde mindere standen; aan het grootste gededle van die som kleeft het zweet onzer arme, zwoegende ambachts lieden en winkeliers. Onzinnig is het den aanslag te regelen naar rang der plaats, daar de reden daar- sedert lang vervallen is, tengevolge van verkeer. »TATEBI-CJEWEKAA E. Tweede Kamer. Zitting van Vrijdag 31 Mrt. In de Kamer is heden de interpellatie van den heer Mees, aangaande den toestand van den nieuwen Maas mond, bepaald op Zaterdagmiddag. Verschillende ontwerpen zijn aangenomen waaronder onïeigeniiigsweilen voor de spoorwegverbinding, van het Hoilandsche met het Staatsspoor le Amsterdam en voor de vereeniging van ’t Winschoter met het Hoorosche Diep Bij het ontwerp tot wijziging van hoofdstuk 5 werd de toestand van het nieuw op te richten academie ge bouw te Leiden besproken De Minister heeft op aan drang van verschillende leden zich bereid verklaard, bet uitscnrijven van een prijsvraag ernstig ter harte te ne mem Thans bestaat nog steeds verschil over het plan VVeiseiaar tussclieu de commissie van rijks adviseurs eu de curatoren Aan liet verzoek om overlegging van de plannen eu rapporten kon hij vooralsnog niet vol daeu- Daarna ving de discussie over de wet op het Hooger Onderwijs weder aan eu wei eerst over leervakken van de faculteit rechtsgeleerdheid. Nadat de discussie over de leervakken van alle facul teilen was afgeioopeu, had er stemming plaats over de amendementen op art. 34 1°. dat van den heer de Vries tot weglating van de „leerstellige godgeleerdheid hetwelk werd aangenomen met 55 tegen 17 stemmen 2“. dat van den heer van Naamen, tot weglating van de „practisclie godgeleerdheid”, lo-twelk mede werd aange nomen met 56 tegen 16 stemmen Daar o* er een ander amendement van de hh Rombach en Idzerda tot overbrenging vau enkele vakken uit de faculteit g> neeskuude naar die der wis- eu natuurkunde, de stemmen staakten zoo kou de eindstemming over artikel 31, zoo ais ’t nu weder veranderd is, heden geen plaats hebben In eeue avondzitting echter is het amendement Rombach en Idzerda, om de artsenij bereidkunde eu de toxicologie over te brengen van de faculteit der genees kunde naar de faculteit der wis en natuurkunde aange nomen met 36 legen 35 stemmen Artikel 34, behelzende ue vaskeu der verschillende faculteiten, is daarop aan genomen met 53 tegen 19 stemmen Zitting van Zaterdag 1 Apr. De Kamer heelt lieden het wetsontwerp tot bekrach liging eener provinciale belasting op de paarden iu Noordbrabaut ua discussie aangenomen met 35 tegen 25 stemmen Bij de behandeling der conclusie op de inlichtingen omtrent bet adres der Maatschappij voor Veestallen heeft de Regeeriug verklaard niets, verzuimd le hebben om bet verbod vau invoer van vee in Pruisen te voor komen, en dat zij voortdurend naar de opheffing van dal verbod blijft trachten Bieiua had de interpellatie plaats van den heer Mees over de verouldieping van deu nieuwen Maasmond De Regeering heeft gerustsl ellende verklaringen gegeven De verouldieping is van lijdelijken aard en zal hoogst waarschijnlijk langs natuurlijken weg verdwijnen Reeds is een contract gesloten lot uitbaggering om de zaak te bespoedigen Art 34a van het wetsontwerp op het Hooger onder wijs (bepalende de vakken, die niet aan alle drie uni versiieiten behoeven ouderwezen te worden,) is aange nomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1876 | | pagina 1