IIEÜWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
s.
1
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER-
1
[T
i
1816
No. 36.
E E N-E N-D E R T I G S T E JAARGANG
WOENSDAG
3 M E I.
Het dagelijksch Bestuur.
I
SMIhlEt
IAS
Mr. W. F. SCHOOK.
•0
6
16
BINNENLAND.
te doen
Nr
een
op-
f
2
G
Vrijdag morgen heeft Z. M. de wet op ’t hoo-
ger onderwijs onderteekend.
7
0
3
3
5
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspi ijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
ons
uil-
r
r
L
r
r
r
I
3 al-
swa-
iver-
'eest
sche
de
iden
de
a
tn.,
"g-
A.
al
Uj
deel
is
mde
>,15
Z. M. heeft benoemd: tot burgem. der gem.
Franekeradeel jhr. J. van Beyma, met toekenning
van eervol ontslag als burgem der gem. Zuid-
wolde; mr. J. Heemskerk Az., Minister van bin
nen!. Zaken, tot ridder grootkruis van den Ned.
Leeuw.
M.
r.
ADVERTENTIËN van, 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7'/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffendeworden franco ingewacht.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek, gelet hebbende op art. 7
van Zijner Majesteils besluit van den 7 Septem
ber 1828, (Staatsblad no. 55,) roepen bij deze
opalle personen, welke, als gehuwd of als we
duwnaar met kind of kinderen, in de tweede
klasse van de Algemeene Rol der Schutterij, in
het vorige jaar opgemaakt, zijn gebracht, doch
sedert dien tijd, door het overlijden van hunne
vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben
verloren, om in die klassen te verblijven, en dus
als nu in de eerste klasse der voor dit jaar te
formeren algemeene Rol gerangschikt moeten
worden, om van zulke veranderde omstandighe
den ter Secretarie dezer gemeente kennis te ge
ven vóór den 15e der volgende maand, zullende
bij verzuim dezer aangifte, de belanghebbenden
ingevolge art. 8 van voormeld Koninklijk besluit,
bij de Schutterij worden ingelijfd en bovendien
tot eene geldboete en gevangenisstraf verwezen
worden.
Voorts wordt ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dat zij, die hun 34e jaar hebben
voleindigd, of gedurende vijf jaren bij de reserve
hebben gestaan, desverkiezende kunnen worden
ontslagen, wordende dus elk, die van dit recht
wenscht gebruik te maken, aangemaand, cm zulks
uiterhjk vóór den 30 Juni aanstaande ter Secre
tarie aan te geven.
En opdat niemand hieromtrent eenige onkun
de zoude kunnen voorwenden, zal deze worden
afgekondigd en geplaatst in de Sneeker Courant.
Sneek den 28 April 1876.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSEN, L. Burgem,
S. HAAGSMA Secretaris.
lendigen toestand, al zijn ze soms aangelegd als
lusthoven.
De brandspuiten en wat daarbij behoort, staan
onder toezicht van het D. B.
Dit is dus verplicht voor de deugdelijkheid
van het materieel te zorgen en het van tijd tot
tijd te beproeven.
Intusschen wordt dit goede voorschrift der
Wet niet overal nageleefd Er zijn een aantal
gemeenten in ons land, die geen brandblusch-
middelen bezitten, en nog veel meerdere, waar
ze slecht zijn.
Het D. B. benoemt en ontslaat de brand- en
wijkmeesters, de ambtenaren en bedienden ter
secretarie, behalve den Secretaris, die door den
Raad wordt benoemd, nadat het D. B. een twee
tal candidaten heeft aanbevolen, waaruit deze
evenwel niet verplicht is eene keuze te doen.
Het is zelfs in enkele gemeenten gewoonte ge
worden steeds buiten de aanbeveling te benoe
men.
M. i. had de wet verstandiger gehandeld die
aanbeveling óf achterwege te laten, óf in plaats
daarvan, eene voordracht van drie personen te
stellen.
Temeer komt mij dit aanbevelingswaard voor,
omdat het D. B., meer dan de Raad met den
Secretaris in aanraking komt.
Dat het D. B. den Secretaris niet benoemt
of ontslaat, volgt noodzakelijker wijze uit de be
paling, dat de Burgemeester tevens Secretaris
kan zijn. Opmerkelijk is daarom het verbod,
dat hij den Secretaris niet in den eersten of tweeden
graad van bloedverwant of zwagerschap mag be
staan. 4)
Alvorens een rechtsgeding (altijd met machti
ging van Ged. Staten) te voeren, moet het D. B
zoo in- als buiten rechten alle conservatoire
maatregelen nemen, en alles doen wat noodig is,
om verjaring en verlies van recht of bezit te
voorkomen.
Natuurlijk zal in die gevallen de hulp van
rechtsgeleerde moeten ingeroepen worden.
Indien eene gemeente in afdeelingen is ge
splitst, en er geschil over Burgerlijk Recht tus-
schen deze onderling of met de gemeente ont
staat, kan ieder ingezetene, na van Ged. Staten
machtiging te hebben bekomen, namens de ge
meente, doch ten eigen laste, een eisch in rech
ten doen.
Het D. B. moet, voor zoover dit niet aan an
deren is opgedragen, alles, wat in den Raad ter
tafel komt, behoorlijk voorbereiden. Ook moe
ten B. en W. toezien op de banken van leening,
de godshuizen en andere instellingen van liefda
digheid, voor zooverre er niet anders in voorzien
is.
Zij moeten deze bezoeken en er verslag over
uitbrengen aan den Raad.
Verder moeten zy op alles, wat de gemeente
aangaat, toezicht houden.
Jaarlijks in de maand April geven zij aan den
Raad verslag van den toestand der gemeente,
en dat wel uitvoerig en beredeneerd.
Er is door het D. B. dus veel te doen, en zal
4) Art. 97.
met
het
ihee,
keel-
aan-
Hoe hard de leden der Tweede Kamer, die
in Brabant en Limburg zijn gekozen, het hebben
te verantwoorden, als zij het wagen een zelfstan
dig oordeel uit te spreken, komt thans vrij dui
delijk aan het licht. Een deel der ultramontaansche
pers valt de 12 leden harer partij, die vóór de
regeling van het hooger onderwijs hebben gestemd,
in de heftigste scheldtaal aan. In de Gelderlan
der kan men lezen, dat de heeren Heydenrijk
Van der Hoeven, Haffmanns, die tegen hebben
gestemd, »mets” zijn bet blad bedoelt, dat
zij geen andere openbare betrekkingen beklee-
den, maar van de bedoelde 12 leden en den
heer Van Nispen, die zich voor de stemming
verwijderd had, somt het de benoemingen op,
die zij onder dit Ministerie hebben verkregen
Men begrijpt, welke onwaardige insinuatie in deze
mededeeling ligt opgesloten. (71. B
dit goed geschieden, dan vereiscbt het uigebrei
de kennis, grooter dan van een gewoon burger
kan gevorderd worden.
Voorlichting door anderen en de hulp van een
bekwamen Secretaris doen echter in deze veel.
Burgemeester en Wethouders (minstens twee,
hoogstens vier), uitmakende het dagelijksch bestuur,
is de eigenlijke regeering eener gemeente.
Het is dus van groot belang, wie het zijn,
daar zij van het meerendeel hunner handelingen
geen verantwoording1) verschuldigd zijn of
schoon hunne macht niet zóó groot is als die van
den voormaligen schout en schepenen.
Volgens de Belgische Loi communale, van
welke de Nederlandsche Gemeentewet eene ge
wijzigde vertaling is, benoemt de Koning bet
dagelijksch bestuur uit den boezem des Gemeen-
teraads; bij ons, zoo als men weet, kiezen de
Raadsleden de Wethouders en benoemt de Ko-
ning den Burgemeester, die dikwijls geheel vreemd
aan de gemeente is.
Dat de burgemeester uit de Raadsleden moet
benoemd worden, acht ik, althans voor de meeste
kleine en plattelandsgemeenten, niet raadzaam.
Aan die betrekking is te veel verbonden, dan
dat men ze veilig zou kunnen overlaten aan de
vaak verkeerde keus van kiezers.
Deze kiezen ook in Belgie, wel is waar, denBur-
gerneester niet, doch zeer zeker de personen uit
welke hij moet worden benoemd.
De verkiezing van Wethouders over te laten
aan den Gemeenteraad, past bij de zelfstandigheid
der gemeenten.
Alhoewel de werkkring der wethouders uitge
breid is, en zij daaraan, zullen ze hun plicht
doen, veel lijd moeten besteden, worden zij niet
bezoldigd, behalve in enkele zeer groote gemeenten.
De presentie-gelden immers, die hun worden
toegekend, kunnen niet als bezoldiging gelden. 2)
De Wethouders staan den Burgemeester bij
in het bestuur der onderscheidene takken van de
huishouding der gemeente.
j Laat ons eens nagaan, wat zij alzoo
hebben.
Zij moeten de wet houden, d. i. handhaven,
door uitvoering te geven aan de verordeningen
door den Raad vastgesteld.
De Burgemeester echter kan de Raadsbesluiten
i eerst aan Ged. Staten en daarna aan den Koning
ter vernietiging voordragen.3)
Het dagelijksch Bestuur beslist over geschillen,
die op de uitvoering betrekking hebben, zoo dit
niet aan anderen is opgedragen.
Het heeft dus eeneinterpreterendee rechtsspraak,
die niet zelden van groot gewicht is.
De afkondiging van verordeningen, op welker
overtreding straf gesteld is, gaat van dit college
uit.
Het licht den Raad voor en dient dezen van advies.
Het beheer van de uitgaven en ontvangsten
(voor zoover niet aan anderen opgedragen) en
Art. 183, Gemeentewet, zegt eigenlijk het
tegendeeldoch voegt er bij, dat zij sinltchtin-
gen" geven, waardoor dus verantwoording, in
de strenge beteekenis des woords genomen, ver
valt.
Vgl. art. 90 en 94, Gmwt.
3) Art. 70.
de. controle op den Gemeente-Ontvanger, behoort
bij het D. B.
Zij houden.toezicht op alle werken en eigen
dommen der gemeente, zoowel wat het beheer
als het onderhoud betreft.
Er wordt dus veel van hen gevorderd. Wel
js waar, worden zij door anderen ingelicht, doch
zij hebben toch te beoordeelen, of die adviezen
juist zijn, en dat kan zonder kennis van zaken
niet geschieden.
Alles wat betrekking heeft tot openbare we
gen, bruggen, veeren, wateren, vaarten, straten,
plantsoenen, pleinen en wat dies meer zij, is aan
de zorg van het D. B. opgedragen.
Inderdaad geen kleinigheid.
Een lid van het D. B., dat zijh plicht naar
▼ereischle zal vervullen, moet veel weten, want
aan den leiband van anderen mag hij niet loo-
pen. In de meeste gemeenten is dit evenwel
’t geval en is de Burgemeester de man, op wien
het aankomt. Het kan niet anders, want uit een
7- 11 tal (gemeenten van beneden 3000, en tot
6000 zielen) twee mannen te vinden, die tot de
ze dingen bekwaam zijn, is niet te verwachten.
Ten platten lande is het zelfs in de meeste
gevallen onmogelijk zooveel kennis te vorderen.
Daarom is de Burgemeester de stilzwijgend
aangewezen persoon, die het dagelijksch bestuur
uitoefent en zijn de beide Wethouders weinig
meer dan bijzitters, (assessoren), zooals zij vroe
ger genaamd werden.
Indien het Wethouderschap bezoldigd werd,
zou ik er voor zijn, dat niemand lid van den Ge
meenteraad mocht zijn, zonder blijk van bekwaam
heid te hebben gegeven.
Hetzelfde zou ik verlangen voor Burgemeesters,
mits zij dan ook voldoende werden gesalariëerd.
Zooals de toestand nu is heeft dit wel eenig be
zwaar in.
Verbeeld u, lezer, gemeenteraadsleden, die zelfs
hun naam niet kunnen schrijven, zooals er 13000
in Spanje zijn
Het dagelijksch Bestuur behoort kennis te heb
ben van bouwkunde en administratie, daar het
de plans en voorwaarden van aanbesteding moet
vaststellen, voor zooverre de Raad dit zich niet
heeft voorbehouden, wat geen regel maar uit
zondering is.
Ook de marktpolitie en die over de plaatselij
ke vervoermiddelen is aan ditzelfde college
gedragen.
Intusschen maak ik de opmerking, dat in
land eigenlijk geen markten bestaan; wel
stallingen in de open lucht van koopwaren.
Markten vindt men in Duitschland, Belgie,
Frankrijk, Engeland en elders, doch in Neder
land niet, uitgezonderd voor visch: Utrecht,
’s Hage, Amsterdam, en nog in een paar plaat
sen.
De hygiène!
Eilieve, waar wordt die betracht?
De begraafplaatsen.
In vele gemeenten, zoo niet in de meesten,
is het begraven van lijken een bron van inkom
sten.
De kerkhoven verkeeren gewoonlijk in een el-