GEMEENTE EN IIET ARRONDISSEMENT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE
,1
No. 50.
WOENSDAG
21
j UN r.
r
e
F
4
1876
i courant.
s n i: i: K
I
>sse
0 A
,75
»5 l .X .V E X E A X I».
In
de
n’a
van
els.
den
ijbe
9
I
DE VERWERPING VAN HET
MI LIT I E-ON T W E R P.
ra
en
eert
van
jr.
mas
te
van
■en-
Deze CO UR AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad 1.65, buiten
de Stad franco 1.90.
ske
d.
26
las
rna,
s en
ke
oor
,15
aor
34
51
oor
oor
oor
14
5
en
I.
V M.
mi.
icha
>d.
tra,
fol-
AIYVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 1 ’/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffendeworden franco ingewacht.
t
L
Van dal beginsel scheen ook het tegenwoordig
kabinet weer uit Ie gaan, toen bet in het door haar aan
geboden wetsontwerp tot wijziging der wet op
de Nationale Militie, bel maximum van het con
tingent op 14,000 wenschte bepaald te zien, dus
eene vermeerdering jaarlijks van 3000 man.
Dat de meerderheid der volksvertegenwoordi
ging de regeering daarin niet wenschte Ie volgen,
heeft ons veel genoegen gedaan wij juichen de
verwerping van dit wetsontwerp ten zeerste toe.
Ditontwerp toch was, zooals zeer terecht door de K.
C. werd opgemerkt onaannemelijk voor hen
die de militaire lasten op de natie reeds zoo
zwaar drukkend, niet met nog meer willen verzwa
ren; onaannemelijk voor hen, die afschaffing willen
16
I 6
4
4
s
I
aan
onzer na
dat zij
Zitting van Maandag 19 Juni.
De zitting is heden namiddag ten 1 */4 ure ge-
.50
Ï5ó
,17
,68
,43
Naar aanleiding der gissing dat Piet Paaltjes,
zou zijn de schrijver yap het Oera Linda Bok
schrijft ds. Fr. Haverschmidt in de Zutph Cour.
het volgendeWees zoo goed Mijnheer de
Redacteur, en vertel aan uwe lezers dat gij mis
geraden hebt. Ik heb het Oera Linda Bók nog
I niet eens gelezen; laat staan dat ik het geschre
ven heb. Anders, dr. Ottema, heeft mij zelf ge
zegd ik mocht willen dat ik knap genoeg was
om het te maken. Maar in dit geval zou ik er
ook eerlijk voor uitkomen want dr. Ottema is
nog een oud Leermeester van pijjen ik houd
meer en meer haar stem begint te verheffen,
’t is de geheele wijze waarop hei circum-loculie-
kantoor werkt en de wijze waarop in zijne behoeften
wordt voorzien, waartegen zich steeds meerdere
stemmen doen hooren.
Een der hoofdgrieven, is de wijze van samen
stelling onzer nationale militie.
En dat zeer terecht. Immers, zoo ergens, dan
voorzeker heerscht daarin eene plutocratische be
voorrechting van den bezitter boven den met-be-
zitler, waarvan vooral in dezen geen sprake moest
kunnen zijn. Art. 177 der Grondwet zegt wel
»het dragen der wapenen tot handhaving der on
afhankelijkheid van den Slaat en tot beveiliging
van zijn grondgebied blijft, een der eerste plichten
van alle ingezetenen” maar: volgens art. 4 der
Wet betrekkelijk de Nationale Militie ustaat het
elk vr ij, zijn dienst bij de militie door een ander
te doen waarnemen.’’
Een der seerste plichten" wordt eenvoudig
uilbestéedde wet staat toe dal. de bezitter
zich daarvan vrijkoopt.
Tot welke onrechtvaardige verhoudingen dit
privilegie aanleiding gaf en op welk eene demorali-
seerende wijze het gewerkt heeft op het gehalte
van ons leger, is van Ie algemeene bekendheid
dan dat het noodig zou zijn, dat wij er hier nog aan be
hoefden te herinneren. Genoeg zij het voor’t oogen-
blik er op te wijzen hoe in de laatste maanden
reeds dqizende stemmen zich hebben doen hooren, die
aandrongen op afschaffing van bet privilegie der
plaatsvervanging bij de Nationale Militie.
Een toegeven aan dat billijk verlangen zou in
elk geval dit gunstig gevolg hebben, dat, volgens
den geest in de letter der Grondwet, de last van den
persoonlijken dienstplicht meer billijk en evenredig
zou drukken; dat het gehalte van ons leger, mo
reel zoowel als intellectueel, er door zou winnen,
en dat voor de leiding, aanvoeringen verzorging der
manschappen meer zou gedaan worden dan tot nu toe.
En daarmeê zou reeds eene groole verbetering zijn
aangebracht in onze levende strijdkrachten.
’I Schijnt echter, dat men aan het circum-locu-
Iie-kantoor, zich vastklampende aan tra diliën,
Oost-Indisch doof is, en, zich boven eiken goe
den raad verheven achtende, meent, dat er
genoeg gedaan is voor ons defensie-wezen, als
wij ieder jaar maar gretig onze offers brengen
aan het danaïden-vaf, door veel geld en veel
manschappen voor militaire zaken veil te hebben.
van de plaatsvervanging: onaannemelijk ook voor
hen dre niet de gelegenheid, om in den militai
ren dienst vervangen te worden ingekrompen
wenschen te zien zoodat alleen de zeer vermo-
genden daarvan gebt uik kunnen maken.
Moge de verwerping althans dit praktische re
sultaat hebben, dat de oogen van het ministerie
van oorlogeindelijk eens opengaan, opdat er einde
lijk eens een einde komen aan den slender en sleur,
die er aan het miliioenen-verslindend.e, improductie
ve circum-lccutie-kantoor steeds heeft geheerscht.
Door de 86 leerlingen die in de afgeloopen
maand Mei de openbare school te Hoog-Keppel
bezochten zijn alleen wegens veldarbeid 507
schooltijden verzuimd.
Het Hof te Leeuwarden heeft uitspraak gedaan
in de beide zaken tegen de dienstboden van den
heer D Smit Sibinga te Groningen. Het hof
heeft aangenomen, dat de dienstboden niet moch
ten beschikken over het overgebleven middageten,
maar de geringe waarde van het ontvreemde err
het goed gedrag van beschuldigden werden als
verzachtende omstandigheden aangenomen,
de eerste zaak is de keukenmeid veroordeeld lot
1 maand, het kamermeisje tot 14 dagen en
moeder van deze laatste tol 6 wekenin de
tweede zaak de keukenmeid tot 14 dagen, en de
werkster tot 8 dagen gevangenisstraf, te onder
gaan in eenzame opsluiting.
Telken jare worden van de natie hoogere of
fers gevraagd voor ons zoogenaamd defensiewezen
De millioenen aan oorlog en marine ten kos
te gelegd, zijn in de laatste jaren op schrikba
rende wijze toegenomen en nog altijd klimt het
budget der respectieve ministers en wordt het
.eindcijfer hooger.
Niet zonder reden werd dan ook in den ïaat-
sten tijd bij herhaling de vraag geopperd of
men, door steeds toe te geven aan de altijd klim
mende eischen van altjjd onbevredigde vechtmi-
msters wier politiek leven in Nederland herinnert
aan de bloemen des velds, die heden gezien wor
den, om morgen niet meer te bloeien minus
hare eenvoudigheid altijd of men, door daar
aan voortdurend toe te geven, onze natie geen
lasten op de schouders zou leggen, die op den
duur zouden blijken ondragelijk te zijn?
Die vraag kreeg te meer recht van bestaan
sedert de overtuiging meer en meer veld begon
te winnen dat in onze huishouding van Staat
geen uitgaven meer improductief zijn dan juist
die, welke jaarlijks aan het danaïden-vaf, ’t welk
»oorbg en marine”heet, worden ten offer gebracht.
Juist de specialiteiten immers hebben ons bij
herhaling verkondigd.dat ons defensie-wezen in de.
plotabelen toestand verkeert, niettegenstaande de
millioenen schats daarvoor telken jare daor de
natie ten offer gebracht, en diezelfde speciali
teiten conlinueeren nog altijd in oneens zijn om
trent de wijze waarop die verdedigbaarheid zou
kunnen worden verkregen.
Is het dus te verwonderen, dat het geloof
die verdedigbaarheid bij een groot deel
tie er volstrekt niet meer in wilen
niet dan met weerzin de telkens zwaarder
wordende lasten opbrengt wélke haar daarvoor
op de schouders worden gelegd Is hel wonder,
dat in den laatsten tijd bij herhaling de wensch
werd uitgesproken tof inkrimping, djer uitgaven,
ten einde die op meer productieve wijze te kunnen
besteden in het belang van ons" voile'
Dat dit belang toch gediend zou worden door het
gjjopen van oude en 't bouwen van itieuwe. vestingen
of forten; hel prijsgeven ot opwerpen van nieuwe
verdedigings-liniën; het verkoopenen aankoopen van
nieuwe kanonnen en geweren, die morgen weer
door nog nieuwere zullen worden vervangen, om
daarna weer als onbruikbaar te worden afgekeurd.
kan bijna niet in ernst worden beweerd, zelfs niet
door de elkaar voortdurend beoorlogende specialitei
ten van oorlog, die 't, blijkens hunne vrij stereotype
verklaringen, alleen daarin ééns zijn, dat ons de
fensie-wezen nog altijd niet is, wat het behoorde
te zijn; dat de levende en doode strijdkrachten
nog voortdurend veel te wenschen overlaten, dat
in één woord al de vroeger daaraan be
steedde millioenen slechts weggeworpen geld is,
zooals de heden door een nieuwe specialiteit
£eëischte, het morgen op nieuw zullen blijken te
zyn.
Maar ’t is niet enkel die telkens aanwassende
millioenen-stroom waartegen de publieke meening
Het hoofdbestuur der Vereeniging »VoIksonder-
wijs” heelt tot voorzitter bepoemd dr. van Hoorn
te Hoorntot secretaris mr. Kerdijk en tot pen
ningmeester den heer van Vladeracken beiden
te Delft.
STATEX-GEMERAAE.
Tweede Kamer.
Zitting van Vrijdag 16 Juni.
Bij de kamer zijn heden ingekomen verschil
lende ontwerpen, waaronder: tot wering van be
smetting door zeeschepen in verband met de wet
van 4 December 1873 tot wijziging van enkele
bepalingen in de wet op de brievenposterij tot
wijziging van art. 38 van de wet op het middel
baar onderwijs (toelating van Rijks-Iandbouwscho-
len).
De beraadslagingen zijn hervat over artikel 1
van het wetsontwerp tot wijziging der wet op de*
nationale militie, bepalende het maximum van
het jaarlijksch contingent op 14,000 man, dus
eene vermeerdering jaarlijks van 3000 man. Hier
op zijn twee amendementen voorgesteld het
eerste van den heer llaffinans, om de jaarlijksche
vermeerdering slechts 1700 man te doen bedra
gen, en het tweede van den heer van Naamen
om die jaarlijksche vermeerdering op 2000 man
te brengen.
De heeren van Baar, Schimmelpenninck van
der Oije en Insinger waren voar beide amende
menten en voor het Regeeringsartikei.
De heer Storm achtte de amendementen on
aannemelijk, maar was voor art. 1.
De heer de Roo bestreed sterk elke verhoo-
ging van het contingent, met het oog op den toe
stand van het krijgswezen en de kaders. Hij
adviseerde uit volle overtuiging elke verhooging
af te stemmen zoolang niet eerst de bestaande
gebrekkige toestand zal zijn gereorganiseerd.
De heer van der Hoeven heeft sterk den heer
de Roo bestreden. In het belang der weerbaar
heid, om toch iets te doen, is de voordracht, al
of niet geamendeerd, noodzakelijk. De verwer
ping z«u alleen ten gevolge hebben val van dit
Ministerie, hetgeen in de tegenwoordige omstan
digheden door de meerderheid der Kamer en
door de natie niet wordt gewrenscht. Andere
praclische resultaten heeft de opvolging van het
advies van den heer de Roo niet.
Na eene breedvoerige verdediging door de mi
nisters van oorlog en van binnenlandsche zaken,
die eene verwerping van art 1 van het ontwerp
ter verantwoording der kamer lieten en aan dat
artikel de voorkeur bleven geven boven de beide
amendementen was de uitslag der stemmingen
aldus hel amendement-Haffmans (de lichting op
12,700 man te bepalen) werd verworpen met 54
tegen 20 stemmen. Het amendemenl-van Naa
men (de lichting op 13,000 man Ie bepalen)
werd verworpen met 49 tegen 25 stemmen. Art.
1 van het Regeeringsontwerp (de lichting op
14,000 man ’sjaars te bepalen) werd mede ver
worpen met 43 tegen 31 stemmen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, daartoe
door den koning gemachtigd, trok de voordracht
in.
opepd. De minister van financiën, als tijdelijk
voorzitter van den mimsterraad, heeft der kamér
medegedeeld, dal, ten gevolge van het votum op
Vrijdag jl., de gezamenlijke ministers hun ont
slag aan den koning hebben gevraagd. Het heeft
Z. M. behaagd de beschikking daarop te verda
gen tot na de afdoening der lóopende werkzaam
heden. De ministers verklaren zich bereid tot
medewerking van de afdoening daarvan. De Voor
zitter bedankte den minister voor de gedane me
dedeling.
Daarna heeft de heer Winlgens voorgesteld
om het ontwerp omtrent de coöperatieve veree-
nigingen nu niet meer te behandelen. Nadat de
minister van justitie de beslissing aan de kamer
had overgelalen, is het voorstel met 40 tegen 13
stemmen aangenomen. Insgelijks is besloten, om
de conclusie van het rapport over den toestand
der koopvaardijvloot nu te laten rusten. Dit werd
door den heer Tak voorgesleld na deswege het
gevoelen van de regeering te hebben vernomen.
Achtereenvolgens zijn al .ie heden aan de orde
zijnde ontwerpen van geringen omvang aangeno
men, waaronder dat tot onteigening voor de
localen der griffie ten behoeve der tweede ka
mer met 27 tegen 24 stemmen. Wijders is
het ontwerp tot wijziging der begrooting voor
Nederlandsch Indië (5 millioen uit de Indische
baten voor onze vestingbouw) na dis-cussie
op voorstel van den heer van de Putt, aangehou
den tot na het ontwerp tot aanvulling der
middelen voor 1876 dat er nauw mede samen
hangt.
Morgen ten 2 ure is het ontwerp tot nadere
regeling eener belasting op de bieren en azij-
nen aan de orde.