NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BMR VOOR OE GEMEENTE EN RET ARRONDISSEMENT SNEER, I No. 54. E E N-E N-D E R T I Gf S T E J 1876 N WOENSDAG AM8ACIITSSCIIOLEN. 7«, N. 5 j Dagen. Datums. a ten bate van e SMIhllt C9IIMVI. i- ia t- d- M. 11. BUKNEXLAIVI». Mr. W. F. SGHOOK. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco 1.90. hun hun drie zoo lt d> 5 1 10 O 0 6 0 ge- be- ■a 5 ie n ie Ie !I1 60 ,554 ,17 ,58 1.43 ioor ),15 ioor ),34 9 51 ioor door door 014 1 2 3 4 6 7 8 9 10 Voorm. 10—12 10-12 9—12 9-12 9—12 9—12 10—12 9 12 9-12 9—12 9—12 10 12 13 14 15 17 19 20 21 22 P- ;i- ll- b l. 1. 1, ADVERT EN TIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht. Uren. Nam. 2-5 2—4 2—4 2-4 2—4 1— 3 2— 4 2—4 2—4 2—4 8 Juli Z. M. de Koning heeft het verzoek om gratie, door Jut ingediend voor zijn vrouw Christina Goedvolk, afgewezen, zoodat deze eerstdaags naar de vrouwengevangenis te ’s Bosch zal worden overgebracht. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek herinneren naar aanleiding van art. 18 der Wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134), de ingezetenen dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aan melden ter Secretarie der gemeente, gelegenheid wordt gegeven tot kostelooze inenting en heren- ting. Sneek 4 Juli 1876. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN, L. Burgem. S. HAAGSMA, Secretaris. den IJker der maten en gewichten te Leeuwar den, d.d. 24 Juni 1876, brengen ter kennis van de ingezetenendat, voor den herijk der maten en gewichten, in deze gemeente zal worden ge vaceerd, in een der localen van de loormalige Tusschenschool, op de Oude Koemarkt, in orde als volgt: Wijken. Zaterdag Maandag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Maandag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Dat de onjuist bevondene gewichten, alleen op verzoek der belanghebbenden, tegen dadelijke be taling van een vastgesteld loon, ’s Rijks kas worden gejusteerd dat de ter herijk aangeboden maten en wichten, om te kunnen worden onderzocht, hoorlijk schoon en droog moeten zijn; dat dit jaar geene andere droogmaten aan den herijk onderworpen zijn, dan de tonvormige ma len, welke verleden jaar niet konden herijkt worden en dat dit jaar geen herijk of stempeling van weeg werktuigen plaats heeft. Sneek, 27 Juni 1876. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN, L. Burgem. De Secretaris, S. HAAGSMA. schappen, bij de werkbazen in dienst* treden. Deze nemen hun gaarne en tegen hoog loon in het werk aan. Geen wonder dus, dat de Groninger ambachts school bloeit en het getal leerlingen reeds tot een vijftigtal gestegen is. De meesten verkiezen het timmeren; de min sten het smeden, niettegenstaande dit ambacht groote voordeelen oplevert, als de werkman be kwaamheid bezit. Wie het op de Groninger school geleerd heeft, is bekwaam. De leerling-smid begint met oud- ijzer tot staven te smeden, dan gaat hij over tot het maken van spijkers en verlaat als zeer be kwaam werkman, na goed doorloopen cursus, de school. De timmerman leert eveneens zijn ambacht van meet af aan, zonder krullen-jongen te zijn geweest. Ik zag er fraai gebeitelde schoorsteenmantels ornamenten, sierlijk gedraaide voorwerpen, allen door leerlingen vervaardigd. Eenmaal ’s jaars wordt het beste werkten toon gesteld, en men kan zeggen, dat er meesterstuk ken bij zijn. Onder deze noem ik het model eener trap, met zijne verklaring in hout zeer fraai gebeitelde schoorsteenmantels enz. Het gebouw, waarin de school gehouden wordt, is eigendom der gemeente, de stads-timmerschuur, doch voor het doel ongeschikt. Het lokaal, waar het timmeren wordt onderwezen, is een zolder met niet veel licht. Als een bewijs, dat het timmerwerk, door de ze school geleverd, nog al in trek is, haal ik aan, dat de opbrengst van het verkochte in 1875 bedroeg ƒ1703.59. De geheele uitgaaf was in dat jaar 5008.855, tegen eene ontvangst van ƒ5174.47. Ik vermeld hierbij, dat een der ingezetenen jaarlijks eene bijdrage geeft van 1000, een an der van ƒ100, terwijl het ontbrekende gevonden wordt uit andere giften. Het was te wenschen, dat het voorbeeld van Groningen, al ware het maar op kleine schaal, overal, waar ’t mogelijk is, werd nagevolgd. De ambachtsman zou er door gebaat worden het pauperisme voor een deel voorkomen en de maatschappij zou er groot voordeel uit trekken. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, gevolg gevende aan eene uitnoodiging van Een beteren weg hoeft Groningen ingeslagen. In ’71 hebben daar eenige ingezetenen, voor al onder leiding van den wakkeren, ijverigen en bekwamen heer I. I. Hahn, eene praelische am bachtsschool opgerichtdie 1 Jan. ’72 geopend werd met 4 leerlingen en 1 onderwijzer in het timmeren. Het doel dier school is: onderricht te geven in werken; in het netjes, nauwkeurig, met oordeel en vlijtig werken, waardoor men het heil van den toekomstigen werkman zoekt te bevorderen. Hetgeen er gemaakt wordt, beeft de gewone, de bruikbare grootte en wordt verkocht, doch nimmer aan particulieren, om eene onbillijke concurrentie uit te sluiten. Werkbazen, aannemers, bouwkundigen zijn de t afnemers van’t vervaardigde, dat dikwijls besteld is Gedurende zes maanden, van April tot Octo ber, wordt onderwijs gegeven in timmeren, schrijn werken, smalen en draaien, welk laatste vak voor de leerlingen in de beide eersten verplich tend is; in de overige maanden is het onderwijs theoretisch. De leerlingen voor het timmeren, maken eigen schaafbank en al het houtwerk voor gereedschap; bij goed volbrachten cursus, jaren, wordt een en ander hun eigendom, dat zij, ruim voorzien van voortreffelijke gereed- De Wet op het middelbaar onderwijs zegt, dat de burgerscholen voornamelijk bestemd zijn voor aanstaande ambachtslieden; doch dat de Wetge ver niet op de hoogte was der zaak blijkt ter stond uit de bijvoeging, dat. ze tegelijkertijd be stemd zijn voor landbouwers. Ambachtslieden en landbouwers hebben dus be hoefte aan een gelijk onderwijs De burger dag- en avondscholen voldoen, waar ze zijn, in geen enkel opzicht aan haar doel. De vakken, er volgens de Wet te geven, zijn voor den ambachtsman grootendeels onnoodig terwijl andere geheel gemist worden die onont beerlijk zijn, z. a. het teekenen. Van het leeren van een ambacht is geen sprake. Voor het onderwijs, volgende op het lager, wordt hier te lande veel gedaan, doch daaraan heeft het volk, de groote massa, niet veel. Voor het ambachts-onderwijs geschiedt slechts op enkele plaatsen iets, en dan is bet vaak nog onpraktisch. Zoo bezit bijv. Amsterdam eene kostbare am bachtsschool waar de praktijk zeer onpraktisch geleerd wordt de leerlingen vervaardigen er voorwerpen op halve of een derde grootte zoo dat hun geleerd wordt iets te maken wat on bruikbaar is. Het vervaardigde kost veel geld en is ten eenenmale waardeloos, zoodat de kosten, er aan besteed, zijn weggeworpen. Op het eigenlijk ambacht gekomenstaan aan knappe ambachtsschool-leei lingen de handen ver keerd. Zij kunnen wat knutselen meer niet. vroeger het wonderbaarlijke feit beleefd, dat de oppositie haar candidaat meende te moeten aan bevelen door de belofte aan de kiezers, dat hij het Ministerie-Heemskerk zou steunen? Hoe die belofte gehouden is, doet hier op dit oogenblik niets ter zake, maar het onloochenbaar feit be staat, dat de heer Geertsema in 1875 te Arnhem is verkozen, mede door gebruikmaking van dat argument. Thans hebben wij 1876 en de popu- laiiteit van Heemskerk is sedert beduidend toe genomen. Zóó toegenomen, dat in stede van gejuich in het kamp der liberalen zelf een zeker soort van ontzetting heerscht, nu hij verlangt af te treden en men overtuigd is, dat hij zal aftre den. »Dat geval is eenig in onze geschiedenis. Bij iedere aftreding van eenig Minister, zelfs van mr. Thorbecke was er althans één gedeelte der natie, ’t welk verheugd scheen, dat op iets beters hoopte. Thans vraagt men zich af, zal men niet iets be ters vinden, maar zal men iets vinden, dat onge veer even goed is? Er is geen enkele partij, die zich niet meer of min bekneld gevoelt, behalve misschien de conservatieven. »De liberalen weten zelf geen keus te doen van de mannen, die zij uit hare partij gaarne aan het roer zouden zien. Zij zijn met hunne over winning verlegen en wanneer zij hun wenschen ronduit zouden zeggen, dan zou men allicht hoor en. Och, of Heemskerk maar bleef 1 »Maar Heemskerk blijft niet. Zij ondervinden nu de waarheid der spreuk »die ’t potje breekt, moet het potje betalen.” »Anti-revolutionairen en Gatholieken begrijpen ook zeer goed, dat voor hen moeielijke dagen zouden komen, wanneer een liberaal een vol bloed liberaal-Kabinet optrad, dat, brekende met het weltigheidsbeginsel en de geschiedenis, slechts rekenschap houdt met dat, wat het wenschelijk acht. »Dat onder deze omstandigheden de bestaande crisis spoedig zal eindigen, is niet te verwachten; alle mededeeling van lijstjes van candidaten voor de Ministeriële portefeuilles, die in de eerste da gen het licht zullen zien zijn dan ook hoogst waarschijnlijk als niets anders te achten dan bladvulling in den komkommertijd. »Men heeft de ondervinding, dat de samenstel ling van een nieuw Kabinet nog al tijd kost, en dat het veel tijd zal kosten een Kabinet samen te stellen nu de partij die de Rejeering zal aanvaarden zich zelve daartoe nog niet in staat acht, spreekt van zelve. slntusschen is er tijd. De Kamers zijn op re ces gescheiden. Door den samenloop van om standigheden valt de crisis in een zeer gelukki gen tijd. De ambtenaren aan de verschil lende Departementen kunnen nu bij de felle hitte wat rust nemen. En zullen de Kamers bij hunne samenkomst al niet een stapel noodzakelijke wet ten gereed vinden het nadeel van het land zal nog zoo groot niet zijn, dan wanneer plotseling te midden der beraadslagingen, de crisis was uit gebroken.” Waarom zulke bespiegelingen te bederven door overdrijving De N. Arnh. Ct. weet immers wel dat onder de liberalen bekwame mannen zijn aan welke het volk zonder eenige onrust een portefeuille zou toevertrouwen. En dan zou er in het kamp der liberalen eene soort van ontzetting zijn over het aftreden van den heer Heemskerk. Als de verstandige daarom lacht, doet hij nog niets te kort aan de reputatie van dien Minis ter. Niemand wordt wezenlijk grooter als men zij ne tegenpartij kleiner maakt. Uil de liberale partij is wel" een ministerie te De conservatieve Nieuwe Arnhemsche Courant zegt in haar opmerkelijk hoofdarlikel van de minist. crisis het volgende: »De Tweede Kamer gaf, door hare meerder heid te schenken aan de verklaring van den heer de Roo van Alderwerelt, dat hij, de volle ver antwoordelijkheid op zich nemende van zijn ad vies in zake ’t militie-wetsontwerp, de Kamer aanraadde, het ontwerp tot verandering der mi- htiewet te verwerpen, blijk, dat het niet langer vrede kon hebben met het bestuur des Ministers en de regeling van zaken en daarom rekende het Ministerie zich verplicht af te treden. Wanneer men den loop der zaken aandach tig nagaat, kon er voor de Ministers, die zeer zeker een vast plan voor de te volgen gedrags lijn hadden gemaakt, niets overschieten, dan thans op nieuw Z. M te verzoeken hen van de regee- ringstaak te ontslaan. »De aanvraag om ontslag is daarmede volko men duidelijk, volkomen gewettigd. Wat zij als op zich-zelf staand feit niet zijn zou, wordt die aanvraag, wanneer men de zaken in haar ver band beschouwt, wanneer men de wet, dal de oorzaak en gevolg overal heerschen, ook toepast op dit feit, in verband met de levensgeschiede nis van hel Kabinet. »Bevreemdend kan derhalve de aanvraag om ontslag na de verwerping van het ontwerp tol verandering der militiewet niet zijn. »De heer Heemskerk is langzamerhand een po pulair man geworden. Heeft men niet reeds

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1876 | | pagina 1