GEHEHTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. NIEIiWS- EN ADIERTENTIE-READ VOOR DE r z. No. 57. 1876 E E N-E N-D E R T 1 G S T E J ZATERDAG Bespottelijk of ergerlijk IX. I 1 mi- d. 11- 4. 4 Ze 4 4 7. r .4 COURANT. SMI. hi. it 5S- vorming van kadetten BI E\LIA 50, •0 >50 om ne- vor- Z. M. heeft aan den kapelmeester bij het corps muzikanten der d.d. Schutterij te Sneek, M. E. Gréfe, als zoodanig verleend de personele rang van 2den luitenant. Met zekerheid wordt uit den Haag gemeld dat Z. M. de Koning het door het ministerie ge vraagde ontslag geweigerd heeft. De affaire wordt dus op denzelfden voet voort gezet. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementspnjs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco 1.90. als tre- te en- te ?a- 0^ »n. )S- ga, ts- V. ga. na, ro- lot :ob las im. en ik- ili. de H- 10- s 2 7,25 rd en m. ’14 IO a 40, ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents, voor eiken regel daarboven 7 '/2 Cents. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende werden franco ingewacht. A M. lli. '8 »'/z mag daarbij met volle recht aannemen op het levensgedrag van den heer K. wel niets zal zijn aan te merken, en toch wordt zoo’n modelleeraar ongeschikt bevonden derlandsche kadetten tot goede officieren te 5.50 5,5 7,17 7,68 I 8,43 9.— door 9.16 door 9,34 951 door door door iO 14 rj 5 Zondag 8 Juli was het dorp Reek, zoo schrijft men uit Grave, het tooneel van een soort van vroomheidzeker in ons land weinig bekend. De bescherm heilige van dat dorp, St. Donalus is tevens bescherm-heilige tegen het onweder. Een groot aantal menschen, door sommigen op 1000 1200 geschat, van heinde en ver samen gevloeid willicht onder den invloed van de laat ste onweersbuien was opgekomen om St. Donatus te smeeken, hun leven en bezittingen te behoeden tegen het vuur des hemels. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek maken bekend, dat de Jaarmarkt, op welke geene bedelaarsrijfelaarshazardspe- lers of loterijen met kaartjes om koekglas- en aardewerk of andere voorwerpen zullen worden toegelaten alhier zal ingaan op Dinsdag den 8 Augustus 1876, des morgens 8 uur, en eindigen op Vrijdag den 18 Augustus daaraanvolgende, des morgens acht uur, en dat vóór den 20 dier maand, alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd. Tevens wordt hierbij herinnerd aan art. 46 van de algemeene Politie-Verordening, waarbij is be paald «DAT NIEMAND EENE TENT, KRAAM OF IETS DERGELIJKS, OP DEN VOOR DEN OPENBAREN DIENST BESTEMDEN GROND MAG OPSLAAN, DAN OP AANWIJ ZING van den Marktmeester en na voldoening VAN HET MARKTGELD.” Sneek den 7 Juli 1876. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN L. Burgem. S. HAAGSMA Secretaris. De Arnh. Crt. j zegt de Zutph. Crt., het or gaan der malcontenten onder de liberalen, begint nu er weer sprake is van een liberaal Ministerie, zich alvast schrap te zetten, en den heer de Roo nog voor hij in een Kabinet optreedt, zoo heftig mogelijk te bestrijden. «Hij kan schrijft het blad ook in de toekomst niet anders zijn dan de perpetueele recensent en censor van alle Mi nisters van Oorlog, die nog komen zullen om er op te laten volgen de eenzijdige en onvrucht bare kritiek van andermanswerk, zonder eenig initiatief om een ander en beter stelSel voor te stellen, bederft hem die haar uitoefent voor de praktijk van het politieke leven en stempelt hem als ongeschikt, onbruikbaar en ónmogelijk voor het hoofd van eenig ministerieel departement. Deze ministers van Oorlog verslijtende kracht welke de specialiteit van den heer de Ttoo is, heeft al verslijtend, zich zélf verslèfett.” De woordspeling zij aardig, inderdaad is ze onge- Ter gelegenheid van het 60jarig jubilseum van Z. K. H. Prins Frederik op 27 Juli e.k als gront- meester-nationaal der Orde van Vrijmetselaren in Nederland, zal eene feestcantate worden uitge voerd, gecomponeerd door den heer Nicolaï te ’s Gravenhage. De beoefenaars der zangkunst van alle Nederlandsche loges, ter plaatse waar kapelmeesters der loges gevestigd zijn, zijn iiit- genoodigd daartoe mede te werken en op ver schillende plaatsen is men reeds met het répéte ren bezig. Men verneemt verder, dat circa 2500 Nederlandsche Vrijmetselaren tot het huldeblijk hebben bijgedragen en dat het feest ook met de tegenwoordigheid van den Duitschen Kroonprins vereerd zal worden. Het N. v. d. D. verneemt dat de Commissie voor hel huldeblijk der Nederl, jeugd op het graf van dr. Heyede uitvoering daarvan heeft opgedragen aan den heer W. B. G. Molkenboer, leeraar aan de R. H. B. S. en beeldhouwer te Leeuwarden. men en dat wel alleen daarom, omdat hij zich de vrijheid veroorlooft er «bijzondere opvattingen omtrent sociale toestanden” op na te houden en «meer ontwikkelde denkbeelden ten deze in zeer geavanceerde richting.” Terecht zegt o. i. de Arnh. Crt'. «worden daar mede opvattingen bedoeld, die voor de militaire tucht gevaarlijk zijn, dan laat het gebeurde zich verklaren, maar als de «zeer geavanceerde rich ting” op staatkundige meeningen ziet, wordt de zaak bedenkelijk. Er zal dan een officieele richting van staatswege met het oog op de denkbeelden omtrent sociale toestanden, voor leeraars aan de K. M. Academie moeten worden vaslgesteld en als maatstaf gel den voor hunne al of niet toelating, zelfs wan neer ze al de vereischten bezitten waaraan de heer Korteweg voldoet.” De denkbeelden dier heeren omtrent sociale toestanden zullen dan voortaan in ’t keurslijf moe ten worden gezel van militaire dressuur en hun ne staatkundige meeningen zullen de recruten- en bataillonschool moet doorloopen van... het cir- cum-locutiekantoor; dat. wel zorg zal dragen tijdig: «halt 1” te commandeeren, als er een «ge avanceerd ideetje uit het gekeurslijfde brein te voorschijn zou willen komen. Inderdaad men zou geneigd zijn den draak te steken met zooveel kleingeestigheid en zoo’n militaire inquisitie, indien de zaak minder ernstig was als zij inderdaad blijkt te zijn 1 Zij levert toch weer een nieuwe bijdrage voor den ongezonden geest waarmeê alles doortrokken schijnt te zijn, wat in aanraking komt met het circum-locutie-kantoor dat zelfs de vrije gedachte aan banden te leggen althans de uiting daarvan binnen de meest beperkte grenzen wenscht terug te dringen. Of dat nude rechte weg is om flinke, zelfstandige mannen, om degelijke officieren te vormen en bij onze jongelui den lust aan te wakkeren of leven dig te houden, om zich aan den militairen stand te wijdenis iets wat wij vooralsnog de vrij heid nemen te betwijfelen. ’t Is wel vreemd, dat we bijna nooit iets nieuws te hooren krijgen omtrent onze militairen, onze militaire zaken of wat daarmee in verband staat óf wij gevoelen eene onwillekeurige prikke ling op onze lachspieren, omdat het zoo verre gaand kinderachtig en bespottelijk is, óf wel wij hebben reden tot ergernis, omdat het zoo lijn recht aandruischl tegen al onze burgerlijke begrip pen van individueele vrijheid en rechtvaardig heid. Is nu ’t eerste het geval, dan troosjen we ons nog allicht met de gedachte, dat we in zoo’n weldadige leverschudding althans nog éénige ver goeding krijgen voor de milhoenen, welke jaar lijks door ons aan het circum-locutie-kantoor ge offerd worden. Krijgen we daartegen weer een nieuw feit onder oogen van militaire inquisitie, dan gevoelen we ook weer telkens ©p nieuw een bui var. zwartgalligheid bij ens opkomen, die ons eiken minister van oorlog, met het geheele cir cum-locutie-kantoor en al zijn ap- en dependen ties, bijna naar dq Mookerhei zou doen wen- schen. Als we daar lezen van veranderingen in de uniformen, van nieuwe schouderbedekkingen, dra gons, koppels, kolbakken, knoopen, slobkouzen enz. enz. alle wijzingen, die steeds in ’t nauwste verband staan met de strijdvaardigheid en on overwinnelijkheid van den Nederlandschen soldaat, dan denken we onwillekeurig aan den grap- pigen koning George uit «Vorstenschool” en diens onbetaalbaren kleermaker «Landsheil”, in die geestig geteekende schouderweren-scène, en onze bonhomie krijgt de bovenhand op onze ver ontwaardiging over de wijze, waarop ’s lands pen ningen vaak worden vermorst aan futiliteiten. Worden we daarentegen onthaald op de staalt jes van heldendaden van officieren en minderen, door hen zoo nu en dan tegenover vreedzame burgers gepleegd of wel op die van onredelijken en on- zedelijken dwang op de militairen-zelf uitgeoe fend, bijv, door het op commando bidden etc. (gedwongen kerkgaan); of op schandalen la Jan- Ben etc. etc. dan wordt het weer hoogst moei- lijk zijn innige verontwaardiging te bedwingen over de willekeur en den geest van chicane welke nog maar al te vaak in onze militaire huis houding heerscht. Een nieuw staaltje daarvan wordt ons thans weer opgedischt in de zaak-Korteweg, die een nieuwe cause célèbre dreigt te worden in de mi litaire wereld en daarbuiten. Ziethier de zaak De heer B. P. Korteweg, sinds drie jaren lij delijk leeraar aan de Militaire Academie te. Bre da, heeft zijn verzoek om in die betrekking her benoemd te worden, zien afwijzen, zoodat hij haar met 1 Septemper a.s. zal moeten neerleg gen. De redenen daarvoor zijn bekend gewor den uit een openbaar gemaakt schrijven van den gouverneur dier Academie, den generaal-majoor Van Willes. In de wijze, waarop de leeraar zijne betrek king vervuld heeft, liggen die redenen niet, en In de Standaard wordt in herinnering gebracht dat het gronddenkbeeld van het restitutiestelsel reeds in 1867 is ontworpen door den hoogleer- aar Gratama. Aan de krachtige pen van dr. Kuyper is het voorts gelukt een deel der natie, ook bij conservatieven en liberalen, het geweten te doen ontwaken. Hij heeft het denkbeeld ge populariseerd. In een volgend artikel zal het blad het stelsel toetsen, niet aan rechtsgeleerde be grippen, die zich immers naar de maatschappe lijke toestanden .moeten vormen, maar aan de maatschappelijke toestanden en behoeften zelf, waarmee het recht in overeenstemming behoort te worden gebracht. evenmin in zijne bekwaamheid of in zijn levens gedrag. Integendeel, de gouverneur der Acade mie zwaait hem allen lof toe. Hij roemt zijn «rechtschapen en openhartig karakter”, zijn ijver en zijne nauwgezetheid in het vervullen van de hem opgedragen taak”, zijne «zeer voldoende kennis van de wiskundige wetenschap om deze, in den werkkring, waarin hij aan de Academie geplaatst is, te onderwijzen,” zijn voldoende pae- dagogische ontwikkeling om dat onderwijs goe de vruchten te doen dragen,” zijne «genoegzame zelfstandigheid om, bij zijn onderwijs aan niet minder dan pl. m. 40 cadetten te zamen, de or de te handhaven.” En welke zijn dan nu wel de kwade en lee- lijke eigenschappen welke den gouverneur der militaire academie «geen vrijheid konden doen vinden, den heer K. bij zijne Excellentie den minister van oorlog aan te bevelen, om langer dan tot 1 September ek. aan meergemelde inrichting werk zaam te zijn Gij zoudt het misschien moeilijk hebben kunnen radenen nogmindergelooven,lezers, indien de gou verneur het niet zelf gezegd had. Hel zijn zegt deze «de bijzondere opvattingen van den heer Korteweg omtrent sociale toestanden en zijne meer ontwikkelde denkbeelden ten deze in zeer gea vanceerde richting welke den heer Korteweg minder geschikt doen zijn, dan anders het geval zou wezen, om in de betrekking van leeraar, aan eene inrichting als de Koninklijke Militaire aca demie naar eisch mede te arbeiden aan de mi litaire opleiding en vorming van kadetten tot goede officieren.” Men bemerkt uit bovenstaande eigenhandige verklaring van den heer gouverneur, dat het on derwijs van den door hem niet ter herbenoe ming voorgedragen leeraar in de wiskunde, zeer goed was,’t geen trouwens nog bevestigd wordt door de volgende verklaring van den majoor W- C. Hojel, directeur der studiën aan de Kon. Mil. Academie, d.d. 23 Juni 1876, dat: de heer Bastiaan Piet Korteweg, gedurende drie achtereenvolgende jaren (187376) aan de kadetten van het le studiejaar onderwijs heeft gegeven in bolvormige driehoeksmetingbe schrijvende meetkunde, hoogere stelkunde en ana lytische meetkunde dat hij, bij het geven van dit onderwijs, ge loond heeft, de daartoe vereischte kennis te be zitten niet alleen, maar ook dat zijne methode van onderwijs goed is dat hij getoond heeft zijn gezag te kunnen handhaven, ook by klassen van 40 leerlingen dat hij zich heeft doen kennen als een ijve rig docent, die zijne verplichtingen met lust, takt en groote nauwgezetheid volbrengt; weshalve hij gaarne het getuigenis aflegt, dat de heer Korteweg alleszins geschikt is, om docent in de bovenvermelde vakken op te den. Men dat

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1876 | | pagina 1