T T
I
li EHELXTE EN HET ARRONDISSEMENT SN EEK
MEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE
1876
No 73.
E E N-E N-D E R T 1 G 8 T E J A
Z ATER.DAG
EENE VREEMDE POLITIEKE UISTORIE.
9 SEPTEMBER
EN.
,00.
,50.
4
w.
Ho
00
50
d
en
jr->
1
SMIJtUt
Kok,
BI5N EV LAMS-
50.
00.
mr
van
’t oog Joopende wijze
T I O L F.
5
t.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementspi ijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
50,
4
.00
1
8
S
>0
>6
7
8
3
dlin-
van
nlje,
I.
20
la
15.
verzekerd, dat de schuldige aan het letterkundig
bedrog ontdekt was en binnen kort de geheele
geschiedenis aan het licht zou komen.
Z. M. heeft aan dr. L. Ali Cohen, inspecteur
van het geneesk. Staatstoezicht voor Friesland en
Groningen, vergunning verleend onderwijs te ge
ven in de gezondheidsleer aan de middelbare
school voor meisjes te Leeuwarden.
Een paard, voor een chais gespannen liep
Maandagmiddag door een der groole spiegelrui-
i te
igel-
le te
sma,
irik,
Wij hebben hier te lande lal van zoogenaamde
Minister-Crisissen gehad, waaronder zeer ingewik
kelde en hoogst vreemde maar die welke wij
nu al eenige weken beleven is van gansch bij-
zonderen aard.
Nadat de Tweede Kamer, op 16 Juni 1.1., het
inilitie-wetsontwerp had verworpen, deelde de lij
delijke Voorzitter van den Ministerraad aan de
Tweede Kamer mede, dat de Ministers gezamen
lijk, als zoodanig, ontslag hadden gevraagd.
Zij zagen dus in die afstemming een afkeurend
politiek votum, of eene gewenschte aanleiding om
van de leiding van ’s Lands zaken ontslagen te
worden.
De conservatieve pers, althans de Nieuwe Arn
hemsche Courant verklaarde dan ook dat het
besluit des Ministers door evengenoemd votum
volkomen gerechtvaardigd was.
Die verklaring had waardeomdat de Nieuwe
Arnhemsche Courant zoo zij een officieus Re-
geeringsblad is dat spaarzaam laat blijken en
officieus sprekende, er altijd nog iets nevelachtigs
overheen werpt.
In dit geval echter trad zij met open vizier op
en riep de oppositie toe >gij hebt met het Mi-
idel.
Sch
uwe
>bes
r.
■okje
odrik
e, z.
sma,
s. v.
i, te
larij- I
Wil-
'geb.
Men schrijft uit ’s Gravenhage, 6 Sept.
De vereeniging «Het Nederlandsch Tooneel”
gaf hier gisteravond voor de abonné’s van den
Hollandschen schouwburg hare eerste voorstelling.
Aan de residentie viel de primeur van Geibel’s
drama sSofonisbe” ten deel, door Schimmel in
schoone Nederlandsche verzen overgebracht.
Rehalve de commissarissen van het Ned. too
neel merkte men onder het vrij talrijk publiek
verschillende letterkundigen van naam op. Werd
de eerste avond met spanning tegemoet gezien,
de algemeene indruk was gunstig. Het publiek
heeft met de beste kracten van het gezelschap
kunnen kennis maken in een stuk, dal gewis tot
een van de schoonste van het repertoire zal be-
hooren. Mochten de dames Ellenberger, Verwoert,
de heeren Moor, Spoor, Vos en anderen in de
toejuiching en herhaalde terugroeping bewijzen
zien van waardeering hunner talenten, een lau
werkrans viel aan de heldin van het drama, mevr.
Kleine, na het vierde bedrijf ten deel.
Omtrent het Oera-Linda-Bók deelt dr. Eelco
Verwijs in de Groninger Courant mede, dat hij
niet de schrijver daarvan is tot welke ver
klaring hij in genoemd blad door v. W. B. was
gesommeerd maar dat eerlang de schrijver
wel bekend zou worden. Op hel diné der Maat
schappij van Letterkunde toch had een tafelge
noot, inwoner van den Helder, hem en anderen
Met het ontwerp tot wijziging van de wet op
’t lager onderwijs, dal door den Min. van Bin
nen!. Zaken »heet” te worden klaargemaakt, is in
de dagbladen nogal gesold. Eerst was het at bij
den Raad van State, later was er nog geen regel
van op ’t papier, nu weer vertelt de llaag-
sche-Kroniek schrijver van de Groninger, dat het
zoover klaar is, dat de verzending er van naar
’t »vóór-parlement” nog vóór de opening der
nieuwe zitting, althans nog in deze maand zou
kunnen geschieden. We willen hopen, dat het
waar is. Want er moet verandering komen in
den toestand en liefst spoedig. Zijn we wel in
gelicht dan hebben zich voor 10 vacante plaatsen
als onderwijzer 3e klasse in Ned. Indie ruim 60
sollicitanten aangeboden. Een veeg teeken voor
den toestand hier te lande 1 Vroeger nam men
voor Indie, wat men krijgen kon, orndat er geen
animo was. Thans tracht menig jong onderwij
zer, die wanhoopt aan een toekomst in Nederland,
eene benoeming in Indie machtig te worden. En
waarom zou hij ook niet
Naar aanleiding van de philippica door de
Stand, tegen de liberalen gericht in zake Groen’s
Handboek der Vaderlandsche Geschiedenis, leest
men in het hoofdartikel der Kamp. Cour, het
volgende
»Hoe eerlijk In één adem noemt men voor
name liberale schrijvers (Bakhuizen van den Brink,
Jonckbloet, Fruin) die het boek geroemd en ge
prezen en er onder de hunnen de belangstelling
voor opgewekt hebben en insinueert men dat
de liberalen ten aanzien van het boek juist zoo
handelen als de ullramontanen I
»Wij zouden de Stand, niet durven verzeke
ren, dat alle liberalen het Handboek gelezen heb
ben, maar dat het hun niet verboden wordt, toont
de Stand, zelf te weten, en dat aan alle libera
le onderwijzers de lectuur niet ontraden wordt
is even zeker.
•'iWaarom mocht de kleingeestigheid en de
lichtschuwheid der ultramontanen niet aangewe
zen warden, zonder dat men het valschehjk deed
voorkomen alsof ook anderen aan dit euvel mank
gingen Is het, omdat het min of meer tot ver-
schooning van de ultramontanen kon dienen,
van de ultramontanen, wier politiek bondgenoot
schap de Stand, op in
zoekt
Onder de dagbladen, die vooral niet te veel
over de crisis spraken, en, deden zij het, haar
met omzichtigheid behandelden, nam het Han
delsblad eene voorname plaats in.
Dat het niet altijd op de hoogte was en aan
vankelijk geen rechtslreeksche waarheid behel
zende mededeelingen ontving, van ’l geen er tus-
schen Z. M. den Koning en den heer Kappeijne
Men schrijft uit het Noorden aan het Vad.,
dat de Minister van Binnenlandsche Zaken het
gevoelen van Gedeputeerde Staten heeft ingewon
nen over een wijziging der kieswet.
Men deelt aan de Amst._ Crt. mede, dat Z. K.
H. de prins van Oranje te Trouville in gezel
schap zijnde van Z. K. H. den prins van Wales,
van dezen de uitnoodiging ontvangen en ook
aangenomen heeft, om in Engeland aan het jacht
vermaak deel te nemen. Onze kroonprins is,
naar men meent, reeds tot dal doel naar de
overzijde van het kanaal vertrokken.
nisterie geen vrede gewild draag dan ook, bij
de schuld van een votum, de gevolgen daarvan 1”
Z. M. de Koning zoo werd gezegd en al
gemeen geloofd weigerde echter de te zijner
dispositie gestelde portefeuilles aan te nemen.
Alzoo, decrisis was gekomen en de crisis bleef.
Maar ziet, op 't onverwachts komt uit de resi
dentie de tijding: »Z. M. wenscht den heer Kap
peijne van de Goppello te spreken”en een wei
nig later werd gemeldde heer Kappeijne heeft
bij Z. M. audiëntie gehad.
Van dit oogenblik afwas die audiëntie hel
thema op ’t welk tal van variatiën werden ge
maakt.
De één verwachtte, dat de man, die als adviseur
op ’tLoo was geweest, ook de opdracht had ont
vangen om een nieuw kabinet te formeeren en
voorspelde dat die taak zeer spoedig volbracht
zou zijn.
Men noemde als aanslaande Ministers, mannen,
die goeden naam hebben en dit gaf der voorspel
ling crediet.
De ander wilde weten dat de heer Kappeijne
van de Coppello zich beleefdelijk van de opdracht
geëxcuseerd had.
Maar, al de beschouwingen, over de bewuste au
diëntie hier de revue te laten passeeren, zou licht
vervelend zijn en wij willen ons daaraan niet
schuldig maken.
>r
5
>r
1
>r
»r
4
6
Het artikel, voorkomende in ’t Handelsblad
van 2 September, is door velen met genoegen
gelezen, ook door hen, die wel eens met leed
wezen bespeurden, dat het anders zoo gedeci
deerd liberale blad, in de laatste jaren nu en
dan iets weifelends had in zijne politieke rich
ting en, even als de Arnhemsche, hoewel niet
in zoo erge mate, door onberaden criliek, de li
berale partij in de Kamer hielp verzwakken.
Het Handelsblad, dat zooveel lezers telt, dat
door gansch Nederland huisrecht heeft, moge al
tijd bedenken, dat als het licht valt om gaande
weg een gebouw te ondermijnen, het zeer moei
lijk valt om, wat men hielp bederven, weer te
herstellen.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7 ’/2 Cents. Alle brieven en stukken
de uitgave of redactie betreffende worden franco ingewacht.
Als een bijzonderheid deelt men aan de N. Veend.
Crt. mede, dat het paard van den heer Ritsema
te Garsthuizen, met inbegrip van den gewonnen
prijs op 28 Augustus 1. 1 te Groningen, met het
harddraven in dit jaai alleen aan contanten heeft
gewonnen de aanzienlijke som van ƒ1800.
De Haagsche berichtgever der Zutf. Ct. schrijft
het volgende »Wij gaan zonder eenigen twij
fel een woelig zittingjaar tegemoet waarin
Heemskerk een laatste wanhopige poging zal doen
om zich staande te houden maar waarin hij steeds
duidelijker het bewijs zal leveren van de onmoge
lijkheid om in de Tweede Kamer tusschen de
partijen door te zeilen. De schoolwet zal het
hoofdpunt worden van den strijd, en op dat ter
rein zijn de liberalen het sterkst, niet alleen om
dat zij de meerderheid der natie aan hunne zij
de hebben, maar ook omdat zij daarover het minst ver
deeld zijn. Ondanks de tegenspraak van het
Wageningsch Weekblad blijf ik volhouden dat
Heemskerk zijn nieuwe schoolwet, waarin hij al
le partijen zal trachten te bevredigen, reeds in
September of October bij de Volksvertegenwoor
digers zal indienen.”
Bij besluit van den 5n dezer heeft Z. M. goe -
gevonden.
1. niet te verleenen het ontslag gevraagd door
hoogstdeszelfs ministers van buitenlandsche zaken,
van justitie, van binnenlandsche zaken van ma
rine en van financiën
en, met ingang van den lln dezer
2. op hun verzoek, eervol ontslag te verlec-
nen aan G. J. G. Klerck, hoogstdeszelfs minister
van oorlog, en aan mr. W. baron van Goltstein,
hoogstdeszelfs minister van koloniën, onder dank
betuiging voor de vele en gewichtige diensten
door hen aan den koning en aan den lande be
wezen
3. aan hoogstdeszelfs minister van marine
W. F. van Erp Taalman Kip, tijdelijk de func-
fiën van minister van oorlog op te dragen tot
den 30n September e. k. en
4. tot minister van- koloniën te benoemen
mr. F. Alting Mees, laatstelijk president van het
hooge gerechtshof van Nederlandsch-Indië.
van de Coppello was besproken, bleek duidelijk,
maar dat het zonder parlij-drift en met kalmte
de oorzaak der crisis zocht, en het beloop van
de groene-tafel-ziekle oplettend volgde, is zeker,
even zeker, als het in zijn hoofdartikel van 2
September j.L, onthullingen kon doen, die van
goede herkomst waren.
’t Handelsblad verzekerde toen, dat Z M. de
Koning het oordeel van den heer Kappeijne had
gevraagd over het votum der Kamer, betreffende
het militie-wetsontwerp, of liever dat Z. M. wensch-
le te weten, of, naar de zienswijze van den heer
Kappeijne, dit votum oorzaak moest zijn van het
aftreden van het Ministerie.
De heer Kappeijne antwoordde, dat de liberale
partij, in de verwerping van bedoeld ontwerp,
zoodanige reden niet zag.
Dat Z. M., die den heer Kappeijne zeer heusch
ontving, met dezen over de Binnenlandsche po
litiek nog het een en ander besprak, mogen we
wel gelooven, maar toen Z. M. blijkbaar alleen
de opinie der liberale partij over het votum, ten
aanzien der militie-wet uitgebracht, wenschte te
weten, bepaalde de heer Kappeijne zich ook strikt
tot een eenvoudig maar bepaald antwoord op
die vraag.
Had Z. M. de meening van den heer Kappeij
ne willen weten over de politieke richting
het Ministerie er zou dit zeggen wij met
het Handelsblad een ander antwoord gege
ven zijn, en had, dientengevolge, Z. M. aan den
heer Kappeijne van de Coppello de opdracht
gedaan om een Ministerie te formeeren, hij
zou die taak gewisselijk aanvaard en zeer spoe
dig volbracht hebben.
Er is ook gevraagd was het de wensch van
den heer Heemskerk, dat Z. M. het advies vroeg
van den heer Kappeijne van de Coppello?
Wij meenen hierop te mogen antwoorden, dal
Z. M. uit eigen beweging, althans niet op be
geerte van den heer Heemskerk, het bewuste
advies heeft ingewonnen, terwijl wij er bij voe
gen, dat de zooveel besproken audiëntie, die
voorshands de toestand liet zooals hij was, ge
volgen kan hebben, die zich misschien spoedig
openbaren.