GEHEE1VTEEN HET ARROMIISSEMEAT SNEEK.
WWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
'T
F
fcl
I
No. 100.
1876.
E E N-E N-D E R T I G ST E J A AR GANG
6 DECEMBER.
WOENSDAG
Multapatior's-Bond.
>7»
EN
was
ian-
on-
,1
i
M
7.
-
SWIkllt (01
chje
IV.
(Slot.)
1
B.
van
2
A
)emt
ning
en
en
>or
15
io r
51
or
>or
or
14
50
(55
17
58
43
eru-
esle
sn.
ing,
ucll-
oede
1 M.
•ec.
f
8
16
'16
ver-
OMl
bij te dra-
oude volksgezegde zij ook hier
i; -
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7’4 Cents. Bij abonnement is de-prijs be-
daaromlrent te vernemen bij den
Kaay heeft alstoen breedvoerig besproken den
toestand der Hervormde Kerk en het beheer der
kerkelijke goederen. Onderscheidene andere pun
ten van wetgeving zijn door andere sprekers be
handeld, waaronder de vervalsching van levens
middelen pn aandrang op wellelijke voorziening
door den heer van der Hoeven en de kwestie
der processiën door den heer Arnoldts. Voorts
werden het doel en de werkkring van het Ne-
derlandscbe Werklieden-Verbond verdedigd door
de heeren Bredius en van Eek, tegenover t aan
gevoerde door de heeren Corver Hooft en Heij-
denrijek.
Wij résumeeren
Zij, die niets verwachten van M’s.-Bond, dwa
len.
Zij, die eene volkomene en spoedige bereiking
van het doel des Bonds zich voostellen, daarbij
steunend op de middelen, die het Bond voorbands
aangeefl, zullen zich teleurgesteld zien.
Laten wij onze verwachting niet te hoog span
nen laat ons de middelen niet te ver zoeken.
Stellen wij in het geloof aan de zegepraal
van het goede beginsel des Bonds onze per
soonlijke bemoeiingen voorop
J.
UITDETWEEDEKAMER.
Na den vrij vinnigen driedaagschen parlemen
tairen strijd, geveerd bij de algemeene beraad
slagingen over de Staatsbegrooting, dienst 1877,
hèeft hét debat een meer kalm karakter aange
nomen. En al vielen er dan ook in de zilting
van jl. Vrijdag nog al eenige spaanders, toch
bleek het, dat er toen meer samenwerking bestond
in ’s lands vergaderzaal tusschen regeering en
vertegenwoordiging, dan zich aanvankelijk, na den
voorafgeganen polilieken strijd, deed verwachten.
Hoofdstuk II (hooge collegiën) werd unaniem
aangenomen.
Bij hoofdstuk III (buitenlandsché zaken) zijn
vooral twee punten ter sprake gebrachtVetje
zuela en de suikerconferentie. De minister van
der Does, zich aansluitende bij den heer Van
Eek, heeft uitvoerig den heer Cremers bestre
den, die het regeeringsbeleid en speciaal de door
de regeering gestelde eischen aan Venezuela, ten
vorigen jare, afkeurde. Tegen het denkbeeld van
der Hoeven, om Curasao aan Venezuela af te
staan, protesteerde de regeering evenals vele
sprekers.
Wal de suikerconferentie betreft, verdedigden
de ministers Van der Does en Van der Heim de
Nederlandsche gedelegeerden tegenover den heer
Mackay. De heer Van der Heim verklaarde geen
suitaxe te willen in den geest van Frankrijk. Na
be-preking van nog enkele punten, is de alge
meene discussie gesloten.
Hoofdstak III is daarna met eenparige stem
men goedgekeurd, na aanneming van een amen
dement der commissie van rapporteurs, om de
verhooging der tractementen van de secrelarissen-
generaal der departementen te schrappen.
De algemeene discussie over hoofdstuk IV (justitie)
is aangevangen, en werd in de zitting van gis
teren (Maandag) en voorlgezet. De heer van der
UIT DE PERS.
De IV. Rott. Ct. wijdde in de vorige week een paar
artikels aan dehoudingdoor den staat aan te nemen
tegenover den strijd in de kerk. Rechtstreeks
heeft de staat wel niets met geschillen in den
boezem der kerk te maken, maar de betrekkin
gen, die nog onder de tegenwoordige grondwet
tusschen den staat en de kerk bestaan, zijn zoo
innig en nauw, dat de weerslag van den kerke-
lijken strijd door de wereldlijke macht zal ge
voeld worden als de laatste niet bijtijds maatre
gelen neemt
ADVERTENTlEN
voor eiken regel meer
langrijk lager. Voorwaarden
Uitgever.
Do Tijd, het hoofd-orgaan der R. Katholieken
in ons Land geeft een artikel, in ’t welk het
tracht aan te toonen, dat Amsterdam geen geld
heeft voor hoogst nuttige zaken, voor den groot
handel, voor de scheepvaart, voor de veiligheid.
Het doet dat, om vooral te doen uitkamen dat
Amsterdam wel geld heeft voor partij-inrichtin-
gen, bv. voor schoolpaleizen, voor welke millioe-
nen worden verkwist, ten behoeve van enkele
kinderen uit de gegoede burgerklassen, vermeer
derd met andere millioenen voor lagere scholen,
door de meerderheid der bevolking geschuwd.
Is dat de schuld van den gemeenteraad vraagt
de Tijd.
«Ook van de kiezers antwoordt het blad
die den gemeenteraad samenstellen. Verlan
gen dezen dan znlke kostbare inrichtingen van
onderwijs, om er voor hun kroost gebruik van
te maken Mét cijfers- is het tegendeel te be
wijzen en bovendien is het bekend, dat de voor
name standen den neus optrekken voor de hoo-
gere burgerscholen, dat de mindere man er niets
aan heeft en dat van de lagere scholen de open
bare veel minder bevolkt zijn dan de bijzondere.
Bij elke stemming laat de meerderheid zich ech
ter wijsmaken, dat de handhaving en uitbreiding
van het ellendige schoolstelsel noodig is om «de
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.2.5.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
Vooreerst is het art. 168 der grondwet, dat den
staat aan de kerk bindt»De tractementen, pen-
«sioenen en andere inkomsten, van welken aard
nook, thans door de onderscheidene godsdienstige
«gezindheden, of derzelver leeraars genoten wor-
«dende, blijven aan dezelve gezindheden verze-
«kerd. Aan de leeraars, welke tol nog toe uit
«’slands kas geen of een niet toereikend tracte-
«ment genieten, kan een tractement toegelegd of
«het bestaande vermeerderd worden.”
Men moge over de uitlegging van dit artikel
verschillend denken, indien de strijd, in den boe
zem der kerk gevoerd, ten laatste op scheuring
en splitsing uitloopt, wordt het onverschillig of
hel kerkgenootschap dan wel de kerkelijke ge
meente de rechthebbende is, volstrekt onzeker,
wie voortaan «tot teekening voor ontvangst ge
rechtigd” zal zijn, en komt dus de staat, die de
uitbetaling Ie doen heeft, in allerlei moeilijkheden,
waarvan het eind niet te voorzien is.
Wat dezer dagen in de Herv. kerk voorvalt,
moet een ernstige waarschuwing zijn om niet te
talmen met de financieele verhouding van den
staat tot de godsdienstige gezindheden zooveel
mogelijk op een vasten voet te brengen.
En niet uit de bepaling van art. 168 der grond
wet alleen, het is evenzeer, en in nog ruimer
male zelfs, uit de nog slechts ten deele opgelos
te quaestie der kerkelijke goederen, dat, bij een
eventueele scheuring in het Hervormde kerkge
nootschap, een reeks van moeilijkheden voor den
staat tegemoet gezien kan worden.
Het blad betoogt verder, dat met een goede
regeling der stembevoegdheid in de kerkelijke
gemeenten reeds veel gewonnen zou zijn voor
Staat en Kerk beidevoor laatsgenoemde het
’meest. Maar afdoende zou dat niet wezen, ’t Zijn
de kerkelijke goederen, die de grootste moeilijk
heid zouden opleveren.
De mogelijkheid bestaal, dat de strijd, die nu
in het Hervormd kerkgenootschap gevoerd wordt,
op scheuring en splitsing uitloopt, dal hier en
daar een grooter aantal gemeenteleden zich niet
aan de uitspraken van de Synode zullen onder
werpen, en zullen volhouden dat zij de echte
Hervormden zijn, zooals ook bij de reformatie
de nieuwe partij beweerde, dat zij de oorspron
kelijke christelijke kerk gezuiverd had van de
gebreken, in leer, eeredienst en inrichting in
geslopen.
’t Laat zich aanzien dat de aanhangers der
beide partijen aanspraak zullen maken op de goe-
Wij meenen hiermede te hebben aangetoond,
dat bij het vele goede onder de middelen, die
het Bond, volgens zijn grondwet, wenscht te be
proeven, evenzeer veel onhoudbaar, overtollig of
onuitvoerbaar moet worden geacht. Toch mag
dit niemand afschrikken zich aan te sluiten bij
eene Vereeniging, die boven velen zich tot een
edelen strijd heeft aangegord.
Bovenal persoonlijke bemoeiingen zullen krach
tig medewerken ten goede. Daarin wij zei
den ’t reeds vroeger ligt o. i. het zwaarte
punt van het Bond. M. stipt het slechts even
aan in art. 5. «Ieder lid van den bond bestrijdt
i door voorbeeld en persoonlijke werkzaamheid
zooveel in zijn vermogen is, het misbruik van
bedwelmende dranken.”
Leerringen wekken, voorbeelden trekken; het
van toepassing.
Onder welke omstandigheden ook, ’t zij bij
kermisvreugde of feestviering, zij bij grievend
leed of miskenning, niemand, die ’t naamlijk wel
meent met zich zelven en zijne medemenschen
late zich vervoeren tot eene onmatigheid, die niet
anders dan noodlottige gevolgen na zich kan
slepen. Niemand vertrouwe te veel op zijn ze
delijke kracht, niemand op zijn aanleg of licha-
I melijke constitutie. De grens, waar het gebruik
in misbruik ontaardt, is moeielijk te bepalen; ieder
beproeve zich zelven.
Onder de persoonlijke werkzaamheden zou men
kunnen opnemen huisbezoek in de woningen
van hen, die reeds verslaafd zijn aan het ge
bruik van sterke dranken, om te trachten de oor
zaken op te sporen, en, zoo ’t kan, weg te ne
men, die man of vrouw soms al te vaak gedron
gen of meêgesleept hebben in de armen van den
drankduivel. Verder: toezicht op de kinderen
van erkende dronkaards, opdat ook deze niet ver
loren gaan, door het pad te volgen, dat hun door
ontaarde ouders als ’t ware aangewezen wordt.
Ook zouden de leden den regel kunnen aan
nemen, niemand in hun dienst te dulden, die
misbruik maakt van sterke drank. In den be
ginne zal allicht eene vermaning iets ten goede
kunnen uitwerken, maar blijkt het goede woord
te zijn het zaad op een rotsgrond gezaaid, dan
aarzele men niet den dronkaard aan zich-zelven
over te laten. Een goed meester is dit verplicht
tegenover de zedelijkheid van zijne overige onder
geschikten.
Misschien zijn er betere zeker meerdere
middelen aan te wijzen, die onder de persoon
lijke bemoeiingen der leden kunnen worden ge-
■- brachtwij hebben er slechts enkelen willen aan
geven.
Allicht rijst hier bij enkelen de vraag kan
men deze bemoeiingen niet op zich nemen zon
der zich bij den Bond aan te sluiten? Wij ant
woorden neen I Hoe meer algemeen men de
verplichtingen, zooeven aangewezen, op zich neemt,
t hoe meer kar.s er bestaat van slagen. Wat baat
het, indien iemand, wegens misbruik van drank
ontslagen, door een ander op nieuw in dienst
wordt genomen en daardoor de beste wijze tot
afschrik voor anderen en van isolering der dron
kenschap wordt weggenomen Wat ondoen
lijk zal blijken aan de enkelen, zal een macht
worden, als velen de handen inéénslaan.
Door woord en daad elkander opwekkend, ze
delijk en finantiëel elkander steunend, zullen de
leden van het Bond, het heete dan Multapa-
tior’s-Bond of niet die eene samenwerking
beoogen als door dezen wordt bedoeld, de krach
tigste bestrijders worden van den vreeselijksten
aller volksrampen zullen zij een leger vor
men, dat schooner banier draagt dan een in men-
schenbloed gedoopt vaandel en edeler wapens
voert dan het verstdragend moordtuig.
deren der kerk, Hieruit moeten conflicten voort
vloeien en de Staat zal verplicht zijn tusschen
beide te komen.
De rechter, die in deze zaak uitspraak zal moe
ten doen, vindt geen enkel voorschrift dat hij
volgen kan en zal recht moeten spieken «naar
zijn vijf zinnen”, zooals men het in de middel
eeuwen noemde. Verschil van uitspraak, en dien
tengevolge verwarring, moet hiervan hel gevolg
zijn Is die verwarring ten top gestegen dan
zullen maatregelen worden genomen maar dan
zal het eigenlijk al te laat zijn Voor den strijd
moet de regeling worden gemaakt, wil men dat
de partijen zich er aan onderwerpen.
De regeling, te Pruisen ontworpen bij d e
oud katholieke beweging, acht de N. R .C. vol
komen passend voor ons land. De Staat houdt
zich daar neutraal. Zijn tusschenkomst bepaalt
zich tot regeling van het gebruik der kerkelijke
goederen, niet van den eigendom.
In de Katholieke gemeenten, waar een aan
merkelijk (erheblich) aantal gemeenteleden zich
tot een oud-katholieke gemeente vormen, wordt
het gebruik (die Benulzung) van hel kerkelijk
vermogen voorloopig geregeld als volgt. De oud-
katholieke gemeente heeft het medegebruik van
de kerk en het kerkhof. Zijn er meer ker
ken, zoo kan de een aan haarde andere aan
de nieuw-Katholieken in gebruik worden gege
ven dat laatste geldt ook van het kerkgereed
schap. Heeft de oud-Katholieke gemeente de
numerieke meerderheid, dan wordt haar, als er
maar één kerk is, het gebruik daarvan toegestaan
gedurende de uren, waarop van ouds de hoofd
dienst gehouden wordt, en, als er meer kerken
zijn, het gebruik der hoofdkerk. Van de overige
kerkelijke goederen heeft de oud-Katholieke ge
meente het medegenot, naar evenredigheid van
het ledental der beide gemeenten. Maakt zij
zooverre, de meerderheid uit, dat het aantal der
overige leden niet meer «erheblich’’ is, dan kan
het genot dier goederen aan haar alleen worden
loegekend. Hiertegen staat natuurlijk de
plichting van de oud-Katholieke parochiën
tot het onderhoud der kerken enz.
gen.
Ten slotte spoort het blad den minister
justitie aan dit onderwerp ter hand te nemen.
Mocht hij soms in gebreke blijven dan is de
heer Kappeijne de aangewezen man om het ini-
tatief in deze te nemen.