GEHEIME ENIIET AmtO.WSSEm'T SWEK. NIEUWS- EN ADIERTENTIE-IIIAII VOOR HE Ir' V 1877. No. 1. T W E E-E N-D E R T 1 G S T E 3 JANUARI. WOENSDAG I OUD EN NIEU5V. 1 I - I SNEEKER COIRAN BINNENLAND j I i 1 I ll on- die Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco in te zenden. Te Rouveen heeft de hoofdonderwijzer 450 inkomen niet lang geleden is zijne dochter tot hulponderwijzeres aan zijne school benoemd op een tractemenl van 600. Commentaren zullen wel overbodig zijn. Z. M. heeft benoemd ter vervanging van de op 31 December e. k. aftredende en niet herkies bare leden van de geneeskundige raad voor Fries land en Groningen, dr. T. Haakma Tresling Ie Winschoten, L. Brunsveld van Hullen, heel- en vroedmeester te Loppersum dr. B, Verver te Sneek, J. Post, apotheker te Groningen, J. J Bruinsma, apoth. te Leeuwarden, G H. van An kum, apoth. te Groningen. In de zitting van den Geneeskundigen Raad voor Friesland en Groningen, op 27 jl. te Gro ningen gehouden, is besloten, om zoo mogelijk in ’t aanstaande voorjaar een aanvang te maken met het uitvoeren van het plan, om te Assen eene gezondheids-inrichting tot sland te brengen. ten gebruike gesteld, blijvende deze echter het eigendom van genoemd genootschap. Het wordt op nader te bepalen dagen en uren voor het pu bliek opengesteld. Van wege het bestuur zullen in een bestaand blad of in een eigen orgaan op geregelde lijden de noodige berichten van de handelingen des be- stuurs, van de belangrijkste voorvallen het mu seum betreffende, benevens eene opgave van de veranderingen in de tentoonstelling worden uit gegeven. Ook kunnen aan het museum worden verbon den bijeenkomsten, waarin over tentoongestelde voorwerpen lezingen worden gehouden, meenin- gen gewisseld, vragen gedaan en ervaringen wor den meëgedeeld. UIT DE PERS. De indruk, dien het Hand, van het nieuwe ontwerp der wet op het lager onderwijs, bij voorloopige lezing en afgescheiden van de on derdeden, heeft gekregen is in het algemeen zeer gunstig. De minister zegt het blad heeft een herziening voorgedragen die bewijst dat de clericalen van hem niets te wachten heb ben en die de liberalen, naar ons voorkomt wat de beginselen betreft gerustelijk kunnen aannemen. Wij zien er geen enkele bepaling in, die het voor de voorstanders der openbare school bepaald onaannemelijk maaktintegendeel tegenover de bestaande wet geeft het een aan- merkelijken vooruitgang. De indruk, dien het nieuwe voorstel op de N. R. Ct. maakt, is van gemengden aard. Zij vindt er rijp en groen in. Wat zij rijp acht noemt zij niet, maar de aangegeven verbeterin gen acht zij ten eenenmale onvoldoende. Zij zal met alle kracht aanhouden op verwerping van verplichte schoolgeldheffing en v.-rlangt aanmer kelijke wijziging ten aanzien van de gedeeltelijke handhaviug van het kweekelingen-stelsel, de on toereikende minima der tractementen, de onbe- teekenende verandering der verhouding tusschen rijk en gemeente ten aanzien der kosten van het onderwijs en het onbezoldigd schoolopzie- nersschap. Zij wil een hervormingwelke dien naam verdient. I I I Alleraardigst heeft het Vaderland er den heet Haffmans in laten loopen. Het wetje van ge noemden heer, betreffende het sdroit de reponse prijzende als nuttig voor de kranten, die dan niet meer zoo kieskeurig behoeven te zijn, als voor- deelig voor de papierfabrikanten en aangenaam voor de volksvertegenwoordigers, die dan hunne niet uilgesprokene speeches toch aan den man kunnen brengen, heeft de heer Haffmans, wien het Vaderland m een P. S. de vergunning gaf 1006 letters légenschrift te plaatsen, uit louter sympathie voor zijn voorstel, niet kunnen nalaten daarop kortelijk te antwoorden. Wei vat hij, dat het Vaderland zijn wetje heeft willen persifleeren, maar hij antwoordt toch, en het Vaderland nam zijn antwoord op, daardoor toonende dat men een wet kan toepassen vóór zij nog door de Ka mers onderzocht of door den Koning is bekrach tigd. Sterker bewijs voor het cnpraclische van zijn wetje kon den voorsteller wel niet geleverd worden. vooral in Duitschland en Engeland pijnlijk gevoelen. Maar ’t was vooral de politieke toestand in het Oosten, die het jaar 1876 voor geheel Europa tot een jaar van spanning heeft gemaakt. De O o s- tersche quaestie was en is nóg de question brulante van den dag, en zij is zeer zeker niet de meest prettige erfenis, door het oude- aan het nieuwe jaar vermaakt Onder het opschrift »The Old Years Legacy" (de nalatenschap van het oudejaar) geeft het be kende Londensche weekblad Punch, dan ook de volgende poëtische leekening »1876 exit een gebogen grijsaard, geleund op zijnen staf. Zijn handgebaar drukt smart en zorg uit. En in zijne plaats is een bevallig knaapje getreden 1877. Een stralenkrans omspant zijn hoofd. In de eene hand bracht hij een palmtak meè: Vrede. Doch in de andere rust het gevest van een ontzaggelijk zwaard Oorlog het legaat dat de grijsaard den knaap vermaakte. Het wapen schijnt den kleinen man veel te zwaar om te tillen. Doch een nieuwjaar groeit snel snel zullen de krachten van het kind toenemen. Zal 1877 eerlang wuiven met het zwaard, of met den palmtak Zietdaar een vraag, die ons al dadelijk bij de intrede van het Nieuwe jaar tot ernstig naden ken stemt. Het zwaard of de palmtak? Schrille tegen stelling, voorwaar Aan den eenen kant zien wij de dierlijke harts tochten der menschen in hun meest afzicbte- lijke gedaante losgelaten, zien wij rookende slag velden, vernietigde welvaart, rouw en haat in de harten der volkerenaan den anderen kant verzachting yan zeden, ontwikkeling, beschaving, vooruitgang en welvaart, humaniteit en verbroe dering. Mocht spoedig de blijde boodschap uit het Oos ten tot ons komen, dat de palmtak gekozen en het reeds halverwege uitgetrokken zwaard w’eer in de schede gestoken is. Wat echter ook moge gebeuren, wij gelooven te vast aan het goede in den mensch, wij heb ben een te goeden dunk van de langzame, maar zekere, ontwikkeling der volken en zien te veel verschijnselen om ons heen, die van toenemende vooruitgang en beschaving getuigen, dan dat wij. zouden twijfelen aan de eindelijke zegepraal dier beginsels, die op den duur onmisbaar zijn voor de meerdere volmaking van ons geslacht. Moge ook het jaar 1877 ons een schrede na der brengen aan dat doel, waaraan wij allen elk in zijn kring, moeten medewerken. De commissie tot stichting van. een Nederlandse!) -Schoolmuseum heeft haar'-.prospectus verzonden. Omtrent aard en strekking van dat Museum ont- leenen wij daaraan het volgende: Het Nederlandsche Schoolmuseum is bestemd om door tentoonstelling, hetzij voortdurend of voor geruimen tijd, van binnen- en buitenlandsche leer- en hulpmiddelen van het onderwijs, van voorwerpen, toestellen en afbeeldingen betreffende schoolhygiënie, schoolbouw en schoolinrichting en verder van al wat voor tentoonstelling vatbaar geschikt wordt geacht het doel der Inrichting te bereiken bevordering namelijk van den bloeien de ontwikkeling van het Nederlandsch schoolwe zen. Het omvat het Nederlandsch lager, het middel baar en hel gymnasiaal onderwijs, hel onderwijs aan kweekscholen voor onderwijzers en onder wijzeressen, de opleiding o«n bewaarscholen, in- rï<?t*een voor doofstommen blinden idioten, achterlijken, spraakgebrekkigen enz. Het wordt gevestigd te Amsterdam in lokalen, waar tevens de paedagogische bibliotheek van het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap wordt overgebracht en In een »open brief aan den heer J. Winkler Prins”, geplaatst in de Zwolsche Ct. komt de heer inr. 11. O. Feith op tegen een artikel van den heer J. W. P. in de Vaderlandsclw Letter oefeningen van October, waarbij het huiselijk le ven van zijn grootvader Rhijnvis Feith op on gunstige wijze werd besproken. Het einde van den brief luidt aldus »Er is geen enkele reden, geen enkel feil die u bevoegdheid geeft aldus de »Le roi est mort, vive le roi!” Nauwelijks heeft de een het hoofd ter ruste gelegd en ontvalt de schepter aan zijn verstijfde vingers, of reeds weêrklinken de jubelkreten ter eere van zijn jeugdigen opvolger, die dadelijk met vaste hand de teugels van het bewind op vatte. Aan deze dynastie komt geen einde 1 Zij is on sterfelijk en onafzelbaar. Geen troon zoo wankelbaar, geen macht zoo uitgebreid als van onzen eeuwig jeugdigen monarch de Tijd. »Ik was, ik ben, en zal zijn.” Daarheen zal ook op nieuw ons streven gericht zijn, nu we weer met een nieuwen jaarkring be ginnen en onze lezers bij den aanvang daarvan een hartelijken heilgroet toe- en bij vernieuwing hun steun en medewerking inroepen. Moge hel jaar 1877 voorts een jaar zijn van vrede en welvaart voor ons vaderland; dat han del, nijverheid en landbouw steeds bloeien; en moge er zoowel in ’s lands vergaderzaal, als in die van onze provincie en gemeente een een drachtig streven en samenwerken zijn, om het algemeen maatschappelijk welzijn zooveel moge- ADVLRTENTIÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Centi-, voor eiken regel meer 7 ’/2 Gents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Weldra zal, volgens de Amst. Crt. de Ned Regeering in staat zijn, een krachtige poging le doen tot bescherming van nuttige vogels. Tien jaren geleden werd in Oostenrijk het denkbeeld van een internationale overeenkomst geopperd en de Ooslennjksche regeering knoopte dan ook dadelijk onderhandelingen aan met Italië, waar de trekvogels uil midden-Europa in het voorjaar bij massa’s werden gedood. Den 5 Nov. 1875 kwam de overeenkomst tusschen beide Re- geeringen tot stand; het Italiaansche Kabinet ver klaarde een wel bij de Kamers le zullen indie nen. Daarop sirekte Oostenrijk, volgens art. 8 der overeenkomst, de pogingen tot andere staten uit, teneinde ook deze tot de conventie zouden toetreden. Thans verneemt de A. C. dat de Ne derlandsche Regeering van hel Ooslenrijksche Gouvernement een uitnoodiging heeft ontvangen, tot de conventie van 1875 toe le treden, en haar daarbij tevens is le kennen gegeven, dat hetgeen in de overeenkomst vermeld is niet is een ma ximum, maar slechts een minimum van wat in hel belairg der voizelbescherminir kan w—a-p ge daan. Wij’, kinderen van het oogenblik, van dagen en jaren, die slechts een bijna onmerkbaar korte spanne lijds innemen tusschen de elkaar opvol gende generaliën, geslachten en familie’swij, klein als we zijn en kortstondig als ons zelfbe wust bestaan is, hebben behoefte aan rust punten op onzen levensweg. Wij hebben hier en daar een mijlpaal noodig, die ons van ’t ver leden tot het heden en van het heden tot de toe komst moet leiden. Om onzen reeds zoo be perkten gezichtskring te hulp te komen, hebben wij vaste bakens geplaatst op bepaalde afstanden, en gaan wij aan ’t verdeelen en onderdeelen. Zoo spreken wij van eeuwen, jaren, maanden, dagen enz. En als we weer bijna een nieuwen mijlpaal heb ben bereikt, als daar weer nagenoeg een jaar ach ter ons ligt, dat straks tot het verleden zal be- hooren, dan gevoelen we onwillekeurig behoefte nog eens een blik terug te slaan op den afge legde n weg. Nog eenmaal doorleven wij in onze gedachten, wat het wegstervend jaar ons gegeven heeft, en als in een kaleidoscoop trekken ze voor onzen geest voorbij, de dagen van genot en geluk, van teleurstelling en smart, zooals elk menschen- leven die aanbiedt. Hier een zonnestraaltje en daar een donker wolkje; hier een lachend groe nend landschapje en ginds een doodenakkerhier L de zoete herinnering aan een welbesteden dag en daarnaast vaak de zelfbeschuldiging van ver beuzelde uren,dat alles passeert bij ons, pêle mêle, de reveu, als we op zoo’n laatsten dag van ’t jaar eenige oogenblikken tot ons-zelven inkee- ren. En ’t is goed, dat we dit doen. Er ligt voor ons een schat van leering in dat verleden, waar uit wij veel levenswijsheid kunnen putten en waaruit we winst kunnen voor de toekomst, zoowel voor ons-zelf als voor anderen. Ernst is b leven 1” Wanneer wordt dal bij na beter door ue meesten onzer gevoeld en be grepen dan juist op den oudejaarsavond? Het oude jaar ligt achter ons 1876 behoort tot de geschiedenis. Was het in vele opzichten een goed jaar, voor al voor ons vaderland, in menig ander opzicht was het voor sommige landen van ons werelddeel ook weer minder gezegend. Handel en nijver heid kwijnden min of meer en dit deed zich lijk te bevorderen. Vooral ook onze Gemeente slreve steeds voorwaarts op den weg van voor uitgang, die lot volksgeluk leidt A

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1877 | | pagina 1