GEJIEM Ell IIET ARMWSSEJIEiXT SNEER
NIEliWS- EN IIIFERTENTIE-IILIII VOOR HE
I
I
h
No. 8.
1877.
T W
TER D
'V
1
OEEKEH COU
L
de onderwijs-wel
II IV N EXLAM)
i
i
PERS.
U I T DE
J
in-
onze
L
De Tweede Kamer is tot hervatting harer werk
zaamheden bijeengeroepen op Maandag 5 Februari,
’s namiddags te 3 uur.
weer aan hel
van
on-
’t N. v. d. D. schrijft
Madame de gravin d’Oultremont sticht nog na
haar dood groote verwarring. Door haar huwe
lijk met Koning Willem 1 kwam zij in ’t bezit
Naar hel Pad. verneemt, zal de Tweede Ka
mer bij tiaar terugkomst in Februari een nieuwe
kieswet ingediend vinden.
ZITTING DER TWEEDE KAMER IN
OPENBARE DISCUSSIE KOMEN
De heer de Pinto heeft zich de vraag gesteld:
wal moeten en wat kunnen wij van een Joodsch
en algemeen godsdienstig standpunt verlangen
van eene nieuwe wet op hel lager onderwijs
De heer de Pinto betoogt, dal bij hel onderwijs
de godsdienst op den voorgrond moet slaan en
wil daarom aan art. 23 van de tegenwoordige wel
«(luidendehet schoolonderwijs wordt onder hel
«aanleeren van gepaste en nuttige kundigheden
«dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling van de
«verstandelijke vermogens der kinderen”) toege
voegd hebben eene zinsnede van den- volgenden
inhoud «aan de bevestiging van het geloof aan
«God in hunne harten en aan hunne opleiding
«tot een waarlijk godsdienstig, dat is deugdzaam
«leven.”
Verder verlangt hij eenige wijzigingen in de
wet ten gerieve der Israëlieten. Zoo wil hij «dat
«de openbare school moet gesloten zijn op al de
«dagen, waarop het aan de leden van de erken-
»de kerkgenootschappen, volgens de voorscbi iflen
«van hun godsdienst, is verboden hun dage-
«lijkschen arbeid te verrichten.”
De heer de P. zou tevreden zijn, wanneer die
bepaling slechts werd toegepast op die scholen
waar Israëlitische onderwijzers of kinderen zijn.
Ook verlangt de schrijver«dal niemand die
«de vereischte acten van bekwaamheid heeft om
«als onderwijzer aan de openbare school te kun-
«nen worden aangesteld, van die betrekking mag
«worden uitgesloten op grond, dat hij is gods-
«dienstonderwijzer bij een of meer kerkgenoot-
«schappen, wanneer hij als zoodanig builen de
«voor het openbaar onderwijs bestemde school -
«uren in functie is.”
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent?,
voor eiken regel meer 7‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
deze beide zaken in ons maatschappelijk en
dividueel leven sticht. Godsdienst zou op
verhouding als zoodanig geen anderen invloed
kunnen hebben dan dat hij eensgezindheid, ver
draagzaamheid, onderlinge hulp, liefde in ’lieven
riep. En wat doet het kerkgenootschap Ge
zwegen kan worden van de vervolgingen, moor
den enz., waarvan de geschiedboeken spreken
men sla alleen een blik op den tegenwoordigen
tijd. Dan komen wij tot de droevige overtuiging,
dat onze gesprekken, zelfs vriendschappelijke, aan
kerkgenootschappelijke geschillen gedwongenheid
of bitterheid ontleenen dat onze uitspanningsboe-
ken rekening moeten houden met den eisch, om
de zoogenaamde «godsdienstige begrippen” (d. i.
kerkgenootschappelijke vooroordeelen en bijgeloof)
niet Ie kwetsen, indien zij niet willen worden
uitgemaakl voor brutale, onzedelijke, «goddelooze”,
twisl-zaaiende pennevruchten dat onze wetenschap
nog op vele plaatsen en in vele opzichten haar
licht onder een korenmaat zou moeten verbergen,
indien zij al weder dezelfde veroordeelen wilde
ontziendat op den kansel «voorgangers der ge
meente” de menschen tot verbittering ol minach
ting jegens elkander aanzetten dat op vele scho
len reeds bij de kleine kinderen voor die verbit
tering de kiem wordt gelegddal parlementsle
den elkander om dezelfde oorzaken beleedigen,
ja te lijf gaan dat de hooge regeeringen zich
door meergenoemde veroordeelen moeten laten
leidendal het lot van geheele staten er van at
hankelijk wordt gemaakt, zoodat zelfs niet zelden
bloedige oorlogen er uit voortvloeien kortom,
dat in tallooze gevallen te veel om hier op
te noemen ellende onder de menschen wordt
gesticht, zoogenaamd ter wille van den weldadi-
gen en eerbiedwaardigen godsdienst, maar in den
grond slechts om voedsel te geven aan kleingees
tige kerkelijke twisten, waarmede niet zelden de
heersch- of hebzucht van bedriegers gepaard gaat.
Op ons individueel leven wordt eveneens ver
keerde invloed uilgeoefend door de verwarring
der beide begrippen. In 90 van de 1 0 gevallen
wordt aan den vorm gegeven wat aan het wezen
toekomt, en men meent met te zorgen voor cate
chisatie en «aannemen” alles gedaan te hebben
wat te doen is.
’l Blad besluit aldus: «In het midden latende,
in hoeverre de kerkgenootschappen, mei hunne
leerstellingen, leeraars en andere accessoiren, nut
tige werking kunnen uitoefenen (en vele leeraren
als individuen, kunnen en doen dal zonder eeni-
gen twijfel), hebben wij meenen aan te toonen,
dal zij geheel onderscheiden, ja soms tegenstrij
dig zijn met de eerbiedwaardige vlag, waaronder
men ze voortdurend binnensmokkelt, met den
godsdienst. Moge ons betoog enkelen van die
verwarring en hare schadelijke gevolgen hebben
teruggehouden, dan zal het ongeveer het nut heb
ben gedaan van een goede preek.”
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fi.~ franco per post fl.25.
Alle brieven en .«tukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
De Midd. Cour, deelt mede, dat de heer Blussé
de man is die het initiatief heeft genomen tot
een nauwere aaneensluiting der liberalen. Hel
Vad. doet de Arnh. Cour, opmerken, dat de heer
Blussé een der veteranen is onder de liberalen
in de Kamer en oud-minister uit ’t laatste kabi
net-ThoibeCke. ’t Is dus onjuist te beweren, dat
de zoogenaamde «oude garde” een eigen weg
volgt.
let op T geen in een
de Amst. Crt.
mora zoo lezen we daar beslaat er niet
of de schoolwet van 1857 m hel 20e of het 21e
jaar van haar bestaan wordt herzien, waarlijk het
onderwijs zal er niet mede voor- of achteruit -
gaan.”
Die prachtige conserveerende redenering, die be
sloten wordt met: pas trop de zèle, stemt tot
nadenken en leidt onwillekeurig tot de boven
gestelde vraag.
En daar is er op den weg van het wetsont
werp op ’t lager onderwijs nog ééne hindernis
het ontwerp eener wijziging van kiesdislrieten en
van den census.
Èn de R. Gatholieke én de confession nele èn
de conservatieve leden der Kamer, willen het laat
ste gaarne laten gaan vóór het eerste en dit uit
politieke kansrekening.
Zou kansrekening ook voor nog andere leden
eene onverwijlde beslissing van
min wenschelijk doen zijn
De tijd kan leeren of er tot deze vraag recht
was.
In eene vergadering der kiesvei oeniging «Bur
gerplicht” te Amsterdam, is het wetsontwerp op
het lager onderwijs besproken en na eene geani
meerde discussie werd met 40 legen 21 stemmen
aangenomen deze conclusie
«De vergadering is van oordeel, dat het aan-
«geboden ontwerp der wel op tiet lager onder-
«wijs geene waarborgen verleent, dal overal in
«het Rijk van overheidswege voldoend openbaar
«lager onderwijs zal worden gegeven.”
In het slotartikel over godsdienst en kerkge
nootschap van het weekblad De Liberaal wordt
opgesomd welke nadeeling de verwarring van
Toen de heer Moens, de onvermoeide kamp
vechter voor ons Volksonderwijs, in Februari
van ’t vorige jaar zijn voorstel indiende tot wij
ziging van enkele bepalingen der Wet op het
Lager Onderwijs en in zijne daarbij gevoegde me
morie van toelichting de redenen ontvouwde, wel
ke hem hadden aangespoord om in deze belang
rijke zaak het initiatief te nemen, toen was
het hoofdmotief van den voorsteller: niet zonder
groote schade voor het onderwijs, kan de her
ziening der wet van 1857 langer worden uit
gesteld
Hij, die, in zijne betrekking van Inspecteur van
het Lager Onderwijs, in de eerste gelegenheid
was geweest de leemten en gebreken van de
thans vigeerende wet te leeren kennen hij
verklaarde toen reeds; dat, var. ’t geen hij voor
stelde, in volle mate gold daar is periculum in
mora. «Zmder onberekenbaar nadeel voor de
geheele maatschappij,” verzekerde de voorsteller,
die toch wel geen onbevoegde zal genoemd
worden kon in dezen niet ongedaan blijven
wat te doen was.”
En wat de heer Moens zeide, werd hel niet
telkens op nieuw verkondigd door alle deskundi
gen. Is thans reeds niet voor lang bij het
ontwikkeld deel onzer natie de overtuiging geves
tigd geworden, dat ons openbaar lager onderwijs
veel te wenschen overlaat en herziening van de
Wet van 13 Augustus 1857 dringend noodig is?
Daar is periculum in mora zeggen thans dui
zenden in den lande, die in een degelijk funda
ment, bij het opkomend geslacht gelegd, de waar
borg zien voor de toenemende ontwikkeling en
vooruitgang van het Nederlandsche volk.
Daar is periculum in mora, omdat dat dege
lijk fundament thans niet overal en voldoende ge
legd kan worden. De wet van ’57 ook een
kind van haar tijd, maar sedert lang oud beslje
geworden de wel van ’57 is in ’77 reeds
meer dan veroordeeld.
«Geef ons een nieuwe wet, die betere waarbor
gen aanbiedt voor de ontwikkeling onzer kinde
ren naar hoofd en hartzoo roepen duizenden
in den lande de volksvertegenwoordiging toe, en
«bedenk daarbij dat elke dag vertraging in uw
arbeid, tot onberekenbaar verlies moetheiden voor
de intellect ueele werkkracht onzer kinderen.
Mag die wensch naar spoedig handelen nog
langer onvervuld, mag die roepstem een vox cla-
mens in deserto blijven
«Zij mag dat niet, maar zij zal dat ook niet
'lijven; zou men ons kunnen antwoorden
«het bekende ontwerp-Heemskerk is immers aan
de orde gesteld.”
’t Is zóóDat ontwerp tot op zekere hoogte
een kind met een waterhoofd dat ontwerp
is ingediend, maar aan de orde gesteld
Zie eens
Als de kamer omstreeks de helft van Februa
ri bijeenkomt, wordt genoemd ontwerp naar de
er,
m- I
iet
al, 1
de s
de g
ra- 1
ZAL HET WETSONTWERP TOT HERZIENING afdeelingen verzonden, en dat der rechterlijke or-
VAN HET LAGER ONDERWIJS NOG IN DEZE ganisalie rechtbanken en kantongerechten
in openbare behandeling genomen.
Uil de afdeelingen keert het ontwerp op ’t la
ger onderwijs weer terug naar Binnenlandsche
Zaken, zeer zeker mei een groot gevolg van aan
merkingen en opmerkingen.
De regeermg leesl en herleest die en wijzigt
haar ontwerp hier en daar en laat het weer cours
nemen naar de Tweede Kamer, vergezeld van
hare overwegingen en beschouwingen.
De commissie van rapporteurs beoordeelt of
het zoo gewijzigd ontwerp op nieuw in de aldee-
lingen behoort onderzocht te worden, en vrij
waarschijnlijk zal zij van die meening zijn.
In dit geval komt het nog eens
departement van Binnenlandsche Zaken en,
daar in de Kamer teruggekeerd, wordt het
der de Parlemenls-hamer gebracht.
Wie kan nu belooven dal het ontwerp in deze
zitting tot de afgedane zaken zal belmoren
En toch schrijven we reeds 1877 en is het
voorstel Moens reeds bijna een jaar oud. En
toén reeds kon de herziening der wet van 1857,
zonder groote schade voor hel onderwijs, niet lan
ger worden uitgesteld.
De Minister zegt men zal eene spoedi
ge behandeling niet belemmeren; inaar: en
zietdaar de hoofdvraag waarop vooral gelet moet
worden, als er sprake is van periculum in mora
zal hij zich ook beijveren om die mogelijk te
doen zijn
Dit laatste is niet op te maken uit het ant
woord dat hij omtrent deze quaestie in de Eer
ste Kamer gaf.
Die vraag komt vooral aan de orde, als men
schrijven uit den Haag aan
beweerd wordt«Periculum in
Het Staatsblad beval in no. 15 een k nink-
lijk besluit van 23 dezer, tol hol buiten wei king
stellen van de koninklijke besluiten van 2 Maart
1873 en van 6 October 1873, belrekkehjk het
verbad van in: en doorvoer, van buitenslands, van
rundvee, schapen, enz.
Dit besluit berust op de overweging, dat het
verschijnen van veepest in Duitschland en Enge
land gevaar van besmetting door in- en door
voer van builenlandsch vee, schapen, bokken en
geiten en van de daarvan afkomstige deelen doet
ontstaan en verbod van dien in- en doorvoer der
halve noodzakelijk is gebleken (Ten gevolge van
bovenstaand besluit is het koninklijk besluit van
8 December 1870 weder van toepassing op scha
pen, bokken en geiten en de daarvan afkomstige
deelen. Art. 1 van dal besluit luidt: De in-en
doorvoer, van buitenslands, van rundvee, schapen,
bokken en geiten en van versche huiden, versch
en gezouten vleesch ongesmollen vet, mest, on
bewerkte wol, onbewerkt haar, klauwen, hoor
nen en van allen afval van genoemde dieren, is
verboden.”)