NIEUWS- EN AIIFERTENTIE-M VOOR HE
SNEE*.
5
si
a
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT
L
1877.
ZATERDAG
17
Doodeenvoudig: Vergeten!
s
IN
FEBRUARL
Divagatien en Digressien
door Quintilianus.
:n.
'4
V*
oo
SHEERER
O It 11
ft
L
50
n<’
O,
UIT DE TWEEDE KAMER.
M.
geen kruis
s
eene ridderorde ver-
is
waarom
y
ft
ien
je«
ie
de
ziet
man
gedoreerd? geen waarheid ligt in dit antwoord:
doodeenvoudig vergeten!
Ie
wor*
>0;
10.
>5Ó
17
,68
.43
wr
,15
)or
34
51
jor
x>r
>or
14
Oü
ir
le-
■d.
5
a
ruw of ongebleekt
katoendrukkengen
)-
R
it
le
ai
at
er
U-
e-
I
■54
bij ’n zitting van
óneenswillendheid was
punt, waar
bestaan.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
er te ’s Hage, die zoo uit eigen be-
een Noorman wijst, die, tot ridder be-
eer zou zijn en aan de Re
mogelijk. Maar nu elke partij in een bevredi
ging van eigen zin en wil, uitsluitend heil ziet
voor anderen, en in een periodiek toegeven aan
den wil van anderen, voor allen een wis verderf
nu M.H nu!
Aandoening belette den spreker voort le gaan.
De agitatie ging over in tumult.
Hilariteit, woede, enz.
Een der leden, bekend als bijzonder onpiac-
tisch en van buiten de perken gaande excentrici
teit, deed een voorstel, hetwelk bij acclamatie
werd verworpen.
Het voorstel had de bizarre strekking het kie
zen van een onzijdige Directie, gekozen uil man
nen, die blijk hadden gegeven, boven de amuseer-
kas-uliliseer-quaestie le staan. De officieele prijs-
speelpartijen zouden worden afgeschaft, en de
kasgelden worden besteed tot dingen, waa; om
trent overeenstemming van gevoelen bleek te be
staan. Zóó bleef de vereeniging in hel leven, en
de causa movens tol bisbille, verdeeldheden enz.
zou zijn weggenomen.
Na behoorlijk te zijn uitgejouwd, trad de excen
trieke af en maakte plaats voor een ander.
Hoe T afliep, vertel ik later.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gen’s,
voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
de door de regeering
1 granen en peulvruch-
het amendement
op hel artikel betreffende de garens staakten
stemmen, weshalve het artikel zelf moest
den aangehouden
Art. 3, houdende vrijstelling van invoerrecht
voor deelen van schepen, is goedgekeurd. Rij
art. 4 is aangenomen een amendement van den
heer De Bruijn Kops, om
drukkatoen, ten gebruike van
en ververijen, vrij te stellen.
In de zitting van j 1. Dinsdag was aan de orde,
de conclusie der commissie van enquête omtrent
de koopvaardij vloot met de 17 voorges'elde pun
ten. Door den heer Van den Berch werd ech
ter voorgesleld om zonder behandeling der af
zonderlijke punten dit uits'ekend rapport, met
dankbetuiging aan de commissie en aan allen
die er toe medegewerkt hebben, aan de regee
ring mede te doelen Over de wenschelijkheid
van een zoodanige motie dan wol de uitvoerige
behandeling der punten, werd debat gevoerd. De
commissie liet, bij monde van den heer 'lak, de
beslissing aan de Kamer over, ofschoon zij het
recht der Kamer, om een oordeel over de pun
ten uit te spreken, handhaafde
Ten slotte werd een motie van den heer Blu-
sé, in denzelfden geest als die van den heer Van
den Berch, aangenomen met 26 tegen 20 stem
men, waardoor, naar sommiger meening, hetzelf
de resultaat zal verkregen worden als door de
uitvoerige bespreking der punten, welke nu kwam
te vervallen.
Daarna werd aangevangen het debat over de
belastingwetten.
Na eenige discussie over de .tariefwel in het
algemeen, waarbij de minister van flfiantiën ver
klaarde niet te weten, dat eenig voorstel is ge
daan of zal gedaan worden lot afschaffing van
den suikeraccijns, zijn de vrijstellingen van ba
lein, darmsnaren, drukletters, fabriek-, Jandbouw-
en stoomwerktuigen, goedgekeurd.
In de zitting van den volgenden dag werden
de discussion over de verschillende vrijstellingen
voortgezet en geëindigd. Aangenomen zijn de
amendementen van den heer Van der Loeff, om
gereedschappen, kalk en steen geheel vrij te stel
len, en het amendement van den heer Ver.irg
Meinesz, om duigen (vaat- en kuiperij) vrij te
stellen. Verworpen is het amendement van den
heer Saaymans Vader, om 1
voorgestelde vrijstelling van
ten te doen vervallen. Over
daarvoor te spreken en Ie werken, minder man
nen van talent op het groote gebied van kunst
en letteren
Wij antwoorden op al die vragen: «als de Re
geering, wanneer zij daartoe aanleiding meent te
hebben, aan eene meer of minder belangrijke
uitdeeling van decora'ien denkt, dan wordt hel
Noorden voor goed vergeten of laat zij een en
kel kruis en op goed geluk, naar deze landstreek
afdwalen.
Wie is
weging op
noemd, de orde tot
geering den dank des volks zou verzekeren?
Maar ’s Konings Commissarissen in de Provin
ciën hebben immers de zedelijke plicht om den
Koning mannen te noemen, die aanspraak heb
ben op openbare waardeering van een leven
gewijd aan de bevordering van ’t geluk van ’t al
gemeen 1
Dat is zoo op ’s Konings Commissarissen
rust die zedelijke plicht
Er zijn echter enkele jaargangen in de Jaar
boekjes, waarover wij spreken, in welke het cij
fer der kruisjes en leeuwtjes aanzienlijk zijn ver
meerderd, en dit zijn die, in welke Z. M.de koning
aan deze of gene Provincie een bezoek bracht.
Dan is het voor de zwarte rokken oogst lijd, dan
hebben de adviseurs het druk met het opmaken
der decoratie-lijstdan ziet deze of gene eerst
smachtend op zijn rok en dan eerbiedig vragend
naar den man, die ’s konings oor heelt, of naar
den man, die invloed heeft op Z. M.'s Imogen
adviseur, en als de Staats-Courant komt met de
ridderlijst slaat liet volk dikwerf verstomd, of
meesmuilt, of lacht dat het schatert.
Maar de ware verdienste verlangt
op de borst!
Het volk antwoorden wij ziet gaarne,
dat de brave, edele, werkzame man de man
van talent, door den koning wordt gceerd
het volk vereert zijn koning te meer, naarmate
hij verdienste, in welken stand der maatschappij
ook, in 't openbaar hulde brengt.
Zoo heeften zoo behoudt het ridderkruis waarde.
Dat daarom de Regeering, ook in deze zaak
de moeite neme om verder te zien dan in den
naasten omtrek van het Hof en van de residen
tie, en de moeite niet le groot achle om nu en dan
eens te vragen, of in T Noorden ook mannen
zijn, die eene Nederlandsche orde evenveel eer
zouden aandoen, als zoovelen die zich daar on
der hare oogen bewegen en vrienden genoeg
hebben, om een Minister te wijzen op de ledige
plaats, die, met een klein voorwerp versierd, zoo
veel beter zou kleeden.
Waarom werd voor dien man geen standbeeld
opgericht
Die vraag deert hem, wien zij geldt, niet.
Waartoe dit standbeeld voor dien man?
Lastige vraag voor hem van wien sprake
en voor hem die het hielp oprichlen.
Maar hoe men hierover denke zoolang de
Regeering verdienste wenscht te eeren, ook door
eene decoratie, zoolang heeft zij te zorgen, dat j
op de vraag: waarom is dan deze en die niet j
Nog eens vatten wij de pen op voor een hoofd-
irtikel, ’t welk vergeten tol opschrift mag heb
ben, en de aanleiding welke ons tot dit schrijven
werd gegeven, was het vluchtig doorbladeren van
eenige Provinciale Jaarboekjes. Deze, onze le
zers weten hef, laten voor ons de revue passee-
ren, allendie in de Provincie, wier naam het
boekje draagt een post bekleeden ’t zij van
*1 Rijk of van ’t Gewest, ’I zij van Maatschappij of
Genootschap, in ’t kort van ieder die eene be
trekking, hoog of laag, bekleedt en daardoor met
hel publiek min of meer in aanraking komt.
Verder weet men, dat de samensteller van
zoodanig Jaarboekje gewoonlijk eene specialiteit
is in nauwkeurigheid in hel juist opgeven van
naam en waardigheid, en het zich tot eene dood
zonde zou rekenen als hij, bijvoorbeeld, verzuimd
had om van de decoratie, op iemands borst ge
hecht, melding te maken. Daar de beschrijving
van eene decoratie en de graden in welke zij
verdeeld is, nog al plaats zou innemen en den
prijs van bel boekje te veel verhoogen, heeft men
daarvoor figuren uitgedacht en zoo ziet men dan
ook, de Almanak openende, al dadelijk tal van
zwarte kruizen en leeuwen, geplaatst achter de
namen van vereerde staatsburgers.
Na deze nog al uitvoerige inleiding, komen wij
eindelijk op ’t geen wij te zeggen hebben, en
wel dfleenige Jaarboekjes doorbladerende, viel
ons het oog op het groote verschil, dal het eene
met ’t andere heeft, in het getal van de bewuste
leeuwen en kruisen, ook als men het cijfer der
bevolking hierbij in rekening houdt.
Men legge het Jaarboekje van Zuid- en Noord-
Holland, Gelderland en Utrecht eens naast die
van Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel,
telle de gedecoreerden in de Provinciën en be-
rekene dan, de bevolking in aanmerking genomen,
hoe veel minder personen in laatst genoemde
Provinciën de eer eener decoratie waardig zijn ge
keurd, dan in de beide Hollanden Utrecht en
Gelderland.
Wanneer heeft iemand
diend
De statuten daarvan geven hierop het antwoord,
maar wat geschreven staat, heeft niet voor alle
lezers dezelfde beteekenis.
De Regeering echter, moet het ook in dezen
6b met zich ?elve eens zijn, en voor haar behooren
in het waardeeren van verdiensten, alle burgers
gelijk te zijn.
Hoe komt het dan dat hel midden des Lands
veel meer decoration te zien geeft, dan het Noor
den
Is hier, zoo als de booze wereld wel eens zegt,
opzet in ’t spel
Zijn hier, betrekkelijker wijze, zoo veel minder
personen die, volgens de statuten eener orde
een kruis verdienen
Is hier minder toewijding aan Vaderland en
aan Oranje
I Vindt men onder de Noormannen minder hart
voor groote volksbelangen, minder energie om
III.
De Sociëteit «Vooruitgang en Stilstand” is het
tooneel geworden eener hopelooze verwarring.
De plaats, waar kort geleden nog de godinnen
van liefde en vrede de respective scepters zwaai
den en de leden der sociëteit eendrachtelijk sa
menwoonden, spelende de spelen van uitspan
ning en gezelligheid; de plek, waar eens de ro
zen geurden van societeitsgeluk, enz. enz.
Ik wil vertellen, wat ik van de zaak weet. Ik
ben nu bedaard genoeg om orde te brengen in
het relaas
Tot voor korten tijd was de eendracht onder
de leden der vereeniging ongestoord. De Di
rectie, op min of meer rationele wijze gekozen,
handhaafde stipt het reglement en utiliseerde de
kas, conform de befrekkelijke bepalingen, volko
men tot genoegen en nut van de leden der Cor
poratie.
De Sociëteit «Vooruitgang en Stilstand”, was
het uitgedrukte beeld van zich-zelven. De har
monie was voorbeeldig en vooibeeldeloos. Dat
is te zeggen zij, in alle tijden zonder voorbeeld,
was voorbeeldig voor alle sociëteiten op aarde.
Maar er doemde een donkere wolk aan haren le
venshemel.
Er werden, in haar boezem, nieuwe behoeften
geboren.
De periodieke prijsspelen bleken eerlang niet
meer in overeenstemming le zijn met verstand
en hart.
Oppositie van wege de edelsten onder het le
dental protest tegen een onzedelijk bukken on
der het regime-juk eener vei ouderde weteene
wet’, veroordeeld door het onafhankelijk denken
en zuiver wezenschappelijk gevoelen.
Verdeeldheid. Leuzen en leuzen voor de
leus! In eene buitengewone vergadering van
de leden, werd het diep ingrijpend perturberend
vraagstuk eener wetsherziening aan de orde ge
steld
De agitatie was groot. Ieder wilde het woord
elk eischte, als een heilig recht, prioriteit van
amendement. Geroep om orde en tot de-orde-
geroep. Motiën van orde en van wanordevan
vertrouwen en van wantrouwen. Onverstaan
baarheid van geachte ledeninterpellatie’s, in
consequentie'‘s, wets-interpretatie'sprecies als
Volksvertegenwoordigers. De
algemeen, behalve op één
saillante eenstemmigheid bleek le
Ieder wilde de gemeenschappelijke kas
utiliseeren ten eigen bate of in het voordeel zij
ner partij.
Na een langdurig gehamer van den Praesis-
Directeur gaf deze zich-zelven het woord. Het
luidde in extenso aldus: M.H.Onze sociëteit
is moreel ontbonden; de raison van ons Direc
teurschap feitelijk vervallen! De oorsprong van ons
mandaat wijst op een afstand doen binnen ze
keren kring, van persoonlijke meeningen en wen-
schenwijst op een opgaan van den wil der le
den in de bepalingen van de wet. Dat schoone
doel kon worden bereikt, (en bereikt werd hel!)
door een wettig en wettelijk ageeren van het
Bestuur, waardoor de bijzondere smaak der le
den beurtelings tot zijn recht kwam; periodiek
bevrediging vond.
Zoolang een beurtelings bevredigen van den
I smaak eener partij, door de andere partij werd
I geduld, bleef een bevredigen van aller wensehen