T rm
TO WS EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE
GEIEE,XTE EA liETlRmmSSEllEXT SNEEK.
wit hebben wu TnvAcmmzmii?
I
9
No. 30.
1877.
N
o
0
J
l
s
o
j
I
f
4
SNEEKER
AM
I-
II
fir. .■.UlWÜIU>U>^~lÜig»^mmL.
KS?
die
>0
i gelin van Claerbergen, Joure, Jhr. Mr. J. H. J'.
I
ii.
I
it
e
ir
it
»r
s
n
I’,
n
s,
0
0
s
ir
KO
56
17
>8
13
e-
i.
5
a
i-
I.
De justitie in Limburg heeft aan de verschil
lende geestelijken, hoofden van parochiën, opga
ve verzocht van de herkomst en het getal der
in hunne gemeenten plaats hebbende kerkelijke
omgangen, processiën en bedevaarten, komende
uit, door of naar hunne gemeenten.
H IV.VE LAM>.
we inmid-
o
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in Ie zenden.
or
15
or
11
51
or
or
or
14
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
In den Haag loopt, volgens den correspondent
van de Zutph. Crt., het gerucht, dat de heer
Heemskerk den veldheerstaf” zou neerleggen en
de heer van Lijnden als premier zou optreden.
De heer van Lijnden hecht zeer veel aan den
sleun der liberalen en hij heelt niets gedaan, wat
zich een liberaal Minister tot schande zou kun
nen rekenen. Van zijn anti-revolulionaire begin
selen blijkt niets en zijne geestverwanten zijn
dan ook zeer op hem verbitterd. De correspon
dent verwerpt niet geheel en al het denkbeeld,
dat dje Minister in Nederland den leerplicht zou
invoeren, waarvoor hij zich, gelijk de Arnh. Crt.
het eerst releveerde, meermalen verklaard heeft.
den worden, die de vlag eerbiedigde en daar- I ling in vergelijking met vele andere gemeenten.
jj:- Er zjf veerkracht in onze ingezetenen, eene veer
kracht, die te krachtiger ontwikkelde, naarmate
zij meer werd beproefd. De energie van onzen
wakkeren handelstand, de onvermoeide inspan
ning onzer nijveren, heeft steeds met glans de
concurrentie doorgestaan met meer bevoorrechte
gemeenten, en van Sneek gemaakt, wat het thans
iseen der bloeiendste handèlsplaatsen van ons
land. De nijvere burgerij, niet hel kleine getal
ambtenaren, ’l welk bij afwisseling in haar mid
den vertoefde, heeft onze gemeentewelvarend
gemaakt. En die welvaart zou verdwijnen, die
energie zou worden uitgedoofd, nu we eenigen
daarvon zullen moeten missen? Wat meer zegt:1
ons doodvonnis zou daarineê geleekend zijn? ’t Is
al te belachelijk
Neen, al ontkennen we niet, dat het verlies
onzer rechtbank ons smartal ontkennen we
niet, dat daardoor voor onze gemeente, ook finan-
tieel, eenige schade zal worden geleden we
zouden ons voor ons-zelf moeten schamen, indien
we erkennen moesten, dat daardoor aan Sneek den
genadeslag was toegebracht, wij zouden dan inder
daad reden hebben tot blozen over eigen kleinheid.
Sneek verzoekt van rouwbeklag verschoond
Ie blijven I Het heeft den doodbidder gelukkig
nog niet noodig. Met alle kracht protesteeren
wij tegen de Jansalie-achtige klaagliederen, die
helaas ook door deze en gene in ónze gemeen
te worden aangeheven. Wij zijn te fier om
beklaagd te willen worden en we blijven een te
goed vertrouwen koesteren van de energie en ge
zonde werkkracht onzer ingezetenen, dan dat we
ons niet overtuigd zouden houden, dat de Jere-
mia’s en de ongeluks-profelen weldra met schaam
te zullen moeien erkennen, dat hun onmannelijk
geklaag en gejammer gerust achterwege had kun
nen blijven want dat Sneek, ook zonder zijn
rechtbank, gebleven is wat hel was.
Onze eigene «huilebalken” wenschen
dels van harte beterschap.
hun levenslang wachtgeld
Tot zoover de Ar Ah. Crt.
Voor hare rekening latende de doodbidders-
meditatiën, die zij de rechters bij de in staat van
ontbinding zijnde rechtbanken in den mond legt,
meenen we toch ten ernstigste te moeten afwijzen
haar, misschien welmeenend, rouwbeklag, voor zoo
ver dit onze gemeente betreft.
Het verlies onzer rechtbank hoezeer we dit
ook betreuren is volstrekt geen i>doodvonnis"
voor Sneek. De energie onzer ingezetenen, die
nooit door «genadebrokken” gevoed en verwend
werd, laat zich zoo dadelijk maar niet executeeren,
nu onze gemeente door de opheffing harer recht
bank en het daaruit voortvloeiend vertrek van
eenige huisgezinnen, met eenige directe en indi
recte schade ^vordl bedreigd.
Sneek is bloeiend geworden door handel en
nijverheid; het heeft hel «Selfhelp” steeds krachtig
i in toepassing weten te brengen en zich nooit Ja-
I ten ontmoedigen door stiefmoederlijke behande-
onder wilde dienen.
’t Gerucht heeft zich echler in de kolommen
der Dagbladen doodgeloopen, en de Kamer ver
wacht op 17 April het Regeerings-verslag en den
Minister Heemskerk.
Maar. als de laatste present is en het eerste
niet
ovetluiging dat zijn
het beste tevens tot bewe-
uiteenloopende begrippen en ei-
bhjft hij het alzoo handhaven, dan
Weldra zullen wij welen, wat Heemskerk in
de onderwijs-quaestie wil. Als de Tweede Ka
mer bijeenkomt, verwacht zij de boodschap van
den President, dat het Regeei ings-antwoord in
handen is van de Commissie van Rapporteurs en
van deze de mededeeling, of dat antwoord al dan
niet in de afdeelingen onderzocht behoort te wor
den. Men mag gelooven, dat de Commissie wel
zeer gewichtige redenen zal moeten hebben, om
tot verzending naar de Afdeelingen te adviseeren,
maar het behoort toch tol de mogelijkheden.
De zaak is te dringend voor onnoodig uitstel,
maar is ook te gewichtig om haar met overhaas
ting te behandelen.
De Nieuwe Zutphensche Courant, een confes
sioneel Dagblad, sprak dezer dagen van een ge
rucht, volgens ’t welk de heer Heemskerk de
portefeuille moê was en den veldheer-staf zou
overgeven aan den heer van Lijnden, den Over
winnaar op rechterlijk gebied, den man, die ook
in den Ministerraad de jongste kiestabel van
Heemskerk had doen deponeeren ter Griffie. De
facto was alzoo de heer van Lijnden reeds pre
mier en zou hij alzoo geroepen worden, om het
Ministerie, door het zoeken van een Minister van
Binnenlandsche Zaken, te completeeren. Zoo bleef
de vlag van het Kabinet dezelfde, als ook de état
major. Alleen de commandant werd een ander,
of liever bleef ook dezelfde, omdat het opperbe
vel reeds in zijne handen was overgegaan. Voor
Binnenlandsche Zaken moest dan iemand gevon-
Maandag avond omstreeks 9 uren, is te Zwolle
een hevige brand uilgebroken in het achterge
deelte der Kazerne, meest in gebruik bij de ge
huwde militairen. Het kleederen-magazijn, de ge-
weermakerij, de patroonkamer, meest alles is
vernield. Het belendende graanpakhuis van de
firma Van Engelen van Laer is in het boven
ste gedeelte geheel uitgebrand. De schade is
zeer groot.
De fourier V., van het garnizoen aldaar, is,
als verdacht van den brand gesticht te hebben,
op last van den garnizoens-kommandant den vol
genden avond naar het Huis van burg, en milit.
verzekering overgebracht.
Zoo verre bekend is, heeft de Minister Heems
kerk nog geen antwoord op het Afdeelings ver
slag der Tweede Kamer, in zake zijn ontwerp
van wet tot herziening van 't lager onderwijs
aan den President der Kamer doen toekomen.
Niet lang na het in ‘t licht verschijnen van ge
noemd verslag, hoorde men mompelen, dal de
Minister hel niet zou beantwoorden en zijn ont
werp, zooals het daar lag, in discussie wilde ge
bracht zien
Of de Minister dan ook ophelderingen zou heb
ben gegeven, wat hern lot die niet gewone wijze
van handelen, had doen besluiten, daarover weid
geen vermoeden geuit, maar ’t gerucht van niet-
beantwoording had ook geen lang leven.
’I Was geboren en het sliert en nu is ieder
in de verwachting dat de heer Heemskerk doen
zal wat gebruikelijk is: zijn Ontwerp gemoti
veerd handhaven of datin welk opzicht of in
welke richting dan ook, wijzigen.
Wal de verschillende partijen wenschen, ja
eischen, dit is hem bekend. Hij behoeft dan ook
niet in ’t donkere rond te tasten. Wil hij hier
of daar Ie gemoet komen de weg is hem aan
gewezen.
Maar heelt hij de
ontwerp goed is, en
diging van zoo
schen en
wordt het verworpen, tenzij de Kamer doe wat
Mahomed deed toen de berg niet tot hem
wilde komen. Hpel waarschijnlijk is dit niet.
De leden van de Provinciale Staten, die dit jaar
moeten aftreden, zijn
Hoofdkiesdislrict Leeuwarden Jhr. Mr. W.
E. Engelen, Leeuwarden, Mr. G. Bergsma, Idaard,
Z. S. de Haan, Leeuwarden, Jhr. Mr. I. F. van
Humalda van Eijsinga, te Leeuwarden en Mr. E.
Jongsma te Leeuwarden.
Hoofdkiesdistrict Dockum J. N. Witteveen,
Leeuwarden, J. Schippers, Ternaard, A. Sijbenga,
Nijkerk, Jhr. I. J. W. H. v. Andringa de Kem
penair, Ferwerd en Mr. IJ. Fockema, Dockum.
Hoofdkiesdistrict Heerenveen Mr. M van He-
loma, Heerenveen, Jhr. J. A. Lycklama a Nijeholt,
Beetsterzwaag, Mr. B. P. baron van Harinxma
thoe Slocten, Beetsterzwaag, Mr. Ph. van Blom,
Heerenveen en J L. Bokma, Akkrum.
Hoofdkiesdistrict Sneek Jhr. M. P. B J. Ve-
Men schrijft aan de Arnh. Crt. uit ’s Hage
De Minister van Ooi log heeft onder dagteeke-
ning van 22 Maart j. I. een soort van zendbrief
aan de hoogere militaire autoriteiten gezonden,
waarin geklaagd wordt over de gebreken der mi
litairen, en de hoofdofficieren worden verzocht,
om de aandacht hunner ondergeschikten op
gebreken le vestigen.
De Minister wijst op de verslapping van den
militairen geest en gebrek aan krijgszucht, op
•ie klachten over minder aangename garnizoenen,
over vermeende aanspraken op gunsten, over de
slapheid, waarop de garnizoens- en de inwendige
dienst wordt verricht, op de Weeding der officie
ren, welke laatsten misbruik maken van het dra
gen van burgerkleeding buitenmodels pellen heb
ben, overjassen met kragen van bont, regenjas
sen van caoutschouc of wel jassen in den vorm
<ler zoogenaamde lord-Raglans en een overdadig
gebruik van parapluies maken. Officieren mogen
met geen parapluie in de kazerne verschijnen en
onderfficieren mogen natuurlijk (wel onnatunrlijk?)
nimmer daarvan gebruik maken.
De eerebewijzingen worden dikwijls nagelaten
en verzuimd halt en front te maken, hoewel het
eerebewijs noodig is voor de krijgstucht.
De Minister deelt verscheidene opmerkingen
mede over de verhouding van officieren en het
kader tot hunne minderen en omgekeerdzoo
mogen onderofficieren in hun eigen garnizoen
geen leden of dagelijksche bezoekers zijn van de
sociëteiten der officieren, en slechts met speciale
vergunning der corpscommandanlen daarvan ge
bruik maken. (Hoe zal het gaan in de Witte
Sociëteit te ’s Hage, waar sommige ondei officie
ren lid zijn en reeds lid waren vóór zij in mili
taire dienst traden? Is het niet beter, dat on
derofficieren in een sociëteit lid zijn, dan een
minder koffiehuis bezoeken?)
Vooris wordt nog besproken hel maatschappe
lijk standpunt der officieren en hunne verhouding
onderling, ook builen dienst, en aan sommige
officieren verweten, dat zij omgang houden met
kennissen (mannelijke of vrouwelijke?), wier maat
schappelijke stand beneden dien van officier is te
achten. Jonge officieren durven zelfs klagen en
spotten over de minder welgevallige eigenschap
pen van chefs en veroorlooven zich zelfs aardig
heden van indisciplinaire strekking. Vooral bij
jonge officieren moeten verkeerde neigingen en
opvattingen bestreden en overwonnen worden;
dat is het ware esprit de corps
Tot dusverre genoemde circulaire van den Mi
nister; is nu deze circulaire de organisatie der
levende strijdkrachten, die sinds jaren van de op
volgende Ministers van Oorlog gevraagd wordt?
De Minister schijnt het te vermeenen, want hij
wijst er op, dat vooral een klein leger, als het
onze, zich moet onderscheiden door bijzondere
bruikbaarheid en veerkracht.
De Arnh. Crt. eindigt een hoofdartikel over
de rechterlijke wellen aldus
«Zekerlijk, door velen zal dit nu onherroepelijk
gevallen besluit met zeer verschillende gevoelens
vernomen zijn. Er zullen blijde en verheugde
stedemaagden zijn en ook te recht bedroefde en
treurende stedemaagden. Want laat het ons
niet ontkennen voor kleine gemeenten voor
Brielle en Goes, voor Hoorn, Sneek en Appin-
gedam, is hel verlies harer rechtbanken weinig
minder dan een doodvonnis, en dit al mag hel
niet en al mocht het niet wegen om eene noodi-
ge verbetering legen te houden, is, wanneer men
zich op het gemeentelijk standpunt plaatst, inder
daad een zeer harde, misschien een onoverko
melijke slag die haar treft. Al verheugen wij ons
dat de veldslag gewonnen is en het algemeen be
lang heeft gezegevierd, gevoelen wij tevens mededoo-
gen met de gesneuvelden en de voor hou leven
verminkten. Voor het gejammer der groote ge
meenten, daarentegen, die slechts geringe kwet
suren kregen, hebben wij weinig of geene sym
pathie. Voor haar is het verlies der rechtbank,
al zijn zij er niet onverschillig voor, geene le
venskwestie; haar behoud en bestaan hangt er
niet van af. Als het waarheid ware, dat Gorin-
chem, Amersfoort, Deventer en Leiden den on
dergang tegemoet gaan wanneer zij hunne recht
bank missen, hoe kunnen dan gemeenten zonder
rechtbank als Delft, Gouda, den Helder, Kampen
blijven bestaan en welvaren
«Welke eene zonderlinge gewaarwording moe
ten nu deze in staat van ontbinding zijnde recht
banken ondervinden, die welen dat zij met 45
Mei aanst. zullen geëxecuteerd worden. Als de
rechters tusschen nu en dan zitting nemen, kun
nen zij elkander als trappisten begroeten met het
somberefrére il faut mourir 1 Die laatste dagen
van het zieltogend college, als het nog vonnis
wijst terwijl zijn eigen doodvonnis reeds geveld
is, moeten zwaarmoedige dagen zijn, vooral voor
deze ouden van dagen, die welen dat voor hen,
na de ontbinding, geene wedergeboorte en we
der-opstanding uil den doode meer te wachten
is. Mogen deze doode rechters in levenden lijve
hun levenslang wachtgeld een zoete troost zijn 1”