NIEUWS- EiN AIIVERTEmE-BLAD VOOR DE
liEIIEENTE EiN HET IRRONDISSEflEVT SSffl.
1
No. 32.
1877.
T E R D A G
SN
00.
)0.
a
s
l
awiwimini!
jr,
i 9
ijs
de
ins,
lik
te
de.
te
t
Ir
SMJ.hi:
raadsbe-
0;
0
10
verklappen
doen heeft.
»Het
c.
B 1 M S£ A I. A MÏ
Tol Surnumerair bij de posterijen is o. a. be
noemd de heer J. W. ten Cate te Sneek.
Door den Commissaris des Konings zijn in de
«winde Friesland voor het dienstjaar 1877/78
de woorden in de
»Dat dit besluit
de zien heengaan
Uit den Haag meldt men aan de Arnh. Cour.
dat de onderwijswet waarschijnlijk vooreerst niet
aan de orde zal worden gesteld, daar de minis-
)0
70
was Zondag
Meer dan
OSch
z.v.
urn.
ulje
P.
laas
len)
we,
ou-
iels
Sij-
urn.
el je
nel-
uia,
Naar men verneemt, zijn aan de Tweede Ka-
toegezonden wetsvoorstellen tot droogmaking
e- 1
i.
6 1
a
ter nog niet gereed is. Voor de juistheid dezer
mededeeling durft het blad niet instaan. Het hoopt
dat ze onjuist zal zijn.
J. L. Oosterholl, D. Boomsma en
aldaar woonachtig.
Voor het district Harlingen de heeren J. G.
W. Goodijk te
r en G.
De correspondent van het ütrechtsch Dag
blad zegt o. a. aan ’t einde van zijn derde arti
kel over de Internationale Tuinbouw-Tentoonstel-
hng
»Ik geloof, dat in dit jaar aan de zucht om
ten koninklijken paleize op te gaan een gevoeli
ge knak is toegebracht. Algemeen klaagt men
over de minder aangename wijze waarop ver
schillenden ontvangen werden door Z. M. den
Koning. Meer dan waarschijnlijk is het daaraan
dan ook te wijten, dat tal van leden van den ge
meenteraad niet aan de koninklijke tafel versche
nen, waartoe zij genoodigd waren. Zij toch wa
ren hoogst gefrusteerd bij de receptie. Z. M.
liet hen wachten en nogmaals wachten om de
zen en genen van de Atjeh militairen een gun
stig woord toe te voegen. Toen het civiel echter
aan de orde kwam werd de toon weder bar
hetgeen ook onze wethouder van financiën moest
ondervinden, die zich voor het Nederlandse!) too-
neel in de bres wierp. Intusschen punc
tum. ’k Zou anders dingen gaan
waarmee het publiek niets hoe ook genaamd te
van Temmen te Tz.ummarum,
Sexbierum, P. W. Feikema te Herbaijum
W. de Boer te L. Vrouwenparochie.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 V2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
tot rijks-schatters benoemd:
Voor het district Sneek de heeren C. Walma,
T. P. Koopmans, beide te Oppenhuizen M. P.
Bleeksma te Deersum en T. Ilpma te Franeker.
Voor het district Leeuwarden de heer N. Pruis,
C. Burg, allen
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
mer 1
van een gedeelte der Zuiderzee en tot he"t maken
van een vaarwater naar Duitschland.
Bij de verkiezing van een lid voor de Tweede
Kamer in het hoofdkiesdistrict Amsterdam heb
ben slechts 670 van de 4141 kiezers hunne stem
men uitgebrachl. Gekozen is de heer mr. C.
van Heukelum met 481 stemmen. De heer S.
W. Josephus Jitta had 115 stemmen.
Te Tiel zijn bij de verkiezing van een lid voor
de Tweede Kamer uitgebracht 1473 geldige stem
men. Gekozen is de heer de Beaufort met 759
stemmen. De heeren Werdmuiler, van Gollstein
en Dijkmeesler erlangden successievelijk 486, 85
en 29 stemmen.
Bij de wet van 28 Maart 1.1., in werking tre
dende 1°. Juli a s., is o. a. bepaald
a dat de thans beslaande Nedeilandsche ko
peren pasmunt zal worden vervangen door bron
zen pasmimt-stukken van 2'/2,1 en */2 cent, maar
dat de bestaande Nedeilandsche kopermunt wet
tig betaalmiddel blijft tot dat zij, na genoegzamen
aanmaak van nieuwe bronzen munt, en na voor
afgaande bekendmaking, buiten omloop zal wor
den gesteld
b. dat niemand verplicht is bronzen of koperen
pasmunt aan te nemen tot een hooger bedrag
dan van vijf en twintig cent
dat het is verboden vreemde koperen, bron
zen en nickehnunten in betaling te geven
d. dat het aan Rijks-, provincie, gemeentelijke
en waterschapsambtenaren en aan pachters van
Rijks-, provinciale, gemeentelijke en waterschaps-
inkomsten verboden is, bij ontvangsten, welke zij
als zoodanig doen, die vreemde munten in beta
ling aan te nemen
e. dat overtreding van de sub lil. c. en d be
doelde bepalingen wordt gestraft met eene geld
boete van ten minste drie en ten hoogste vijf en
zeventig gulden
dat echter, indien de schuldige binnen de laat
ste twee jaren wegens deze overtreding is ver
oordeeld, de geldboete tot vijf honderd gulden
kan worden verhoogd.
Prins Hendrik der Nederlanden
de gastheer op zijn lusthof Soestdijk.
twee honderd genoodigden verwelkomde hij op
den drempel van zijn vorstelijk goed, na hen per
extra-trein naar Baarn te hebben doen overbren
gen. De gasten waren grootendeels vertegen
woordigers van vreemde Mogendheden, leden van
de internationale jury en inzenders. Ook de pre
sidenten, vice-presidenten en verdere bestuurs
leden der tuinbouw-expositie waren tegenwoor
dig. De Prins geleidde met die minzaamheid,
welke hem altijd eigen is, de gasten naar zijne
serres, die uitmunten door fraaie inrichting en
keur en rijkdom van planten en bloemen en
bood hun daarna in geïmproviseerde tenten een
déjeuner dinatoire aan. Allen hebben de her
innering medegenomen, dat Prins Hendrik
gelijk de heer Williams het uitdrukte the
best Prince is we ever met (de beste Prins, die
wij ooit ontmoet hebben).
SNEEK, 20 April.
Onderstaand adres is heden verzonden
Aan de
Provinciale Staten van Friesland.
Mijne Heeren
Nu Uwe vergadering zich binnen eenige dagen
onledig zal houden met de behandeling van de
belangen van den waterstaat, in verband met die
van handel en scheepvaart, meent de Kamer van
Koophandel en Fabrieken alhier U ook haar ge
voelen te moeten kenbaar maken over deze, ook
voor onze gemeente, zoo belangrijke zaak.
Allereerst meenen wij U te moeten verzoe
ken, geen uitvoering te geven-aan het U voor
gestelde plan om de opstuwing van het boezem
water te voorkomen, door het maken van sluizen
en in staat van waterkeering brengen van be
staande en nog te maken dijken.
Stelt men zich voor hierdoor een gedeelte der
provincie te beveiligen voor de opstuwing van
het water uit het zuidwestelijk gedeelte, het is
onze meening, dat dit middel zal blijken, ook voor
het gefavoriseerde gedeelte der provincie, erger
dan de kwaal te zijn.
Immers het is voor onze provincie van het
grootste belang het water in het voorjaar tijdig
op een behoorlijk peil Ie hebben, en is hel, naar
onze bescheiden meening, niet de vraag, op wel
ke wijze moet worden voorkomen, dat hel water
gedurende eenige dagen op enkele punten iels
hooger is, dan het wel wenschelijk ware, maar
toef: hoe het overtollige water het spoedigst naar
Zee te brengen.
Bij eene eenigszins gunstige windrichting, zoo-
als dezer dagen, zien wij, dat er in een paar et
malen eene groote massa water afstroom’, en kun
nen wij ons niet anders voorstellen, of de te ma
ken sluizen zouden de afstrooming in groote ma
te belemmeren, daar iedere sluis voor het minst
twee derde gedeelten van de kanalen zou sluiten.
De belangrijke sommen, die de uitvoering van
dit plan zou kosten, zonder dat o. i. het doel
bereikt, maar integendeel belemmerd wordt, en
de nadeelen die de scheepvaart en daardoor ook
de handel door het daarstellen van sluizen zou
den ondervinden, geven ons de volle vrijmoedig
heid U de uitvoering van het besproken plan te
ontraden.
In de tweede plaats vestigen wij uwe aandacht
op het feit, dat er, behoudens gunstige uitzonde
ringen, over het algemeen eene lakenswaardige
nalatigheid bij de eigenaren en huurders van lan
derijen beslaat in de zorg voor de polderdijken.
Waren deze bijna overal steeds te laag, de be
langrijke inpolderingen der laatste jaren maken
o. i. eene algemeene verhooging en versterking
noodzakelijk.
De waarde van de landerijen, die in de laatste
jaren zoo belangrijk grooter is geworden, maken
deze onbezorgdheid voor de dijken onverklaarbaar,
doch het is juist de hooge waarde, die de eige
naren moet noodzaken zelf voor de bescherming
hunner goederen te zorgen.
Hoe noodzakelijk wij dus ook de verbetering
der dijken voor het welslagen uwer plannen ach
ten, is het echter onze bepaalde meening, dat
dit niet behoort te geschieden door finantieele hulp
van Wege de provincie.
Het land is zich zelf meer dan waard en zoude
het al zeer onbillijk zijn, door het heffen van meer
dere opcenten op de personeele belasting, han
del en nijverheid te drukken, ten bate der land
eigenaren.
li - praken wij hierboven twee voorstellen, die,
naar onze meening, noch den waterafvoer, noch
handel en scheepvaart zouden bevorderen, maar
integendeel beiden zouden belemmeren, bet zg
he Commissaris van Politie verwittigt bij de
ll zen de ingezetenen, dat voortaan streng zal
worden toegepast Art. 98 derPolilie-verordening
voor deze gemeente, luidende als volgt
is verboden asch, afval, krengen, bloed,
sslroo, secreetmest, of eenige andere vuile stin-
»kei de stoffen te werpen of te laten loopen in
»of op openbare grachten, havens, straten, opsla-
»gen of wallen of in of op de eigendommen van
sbijzondere personen, zoomede die uit het reini-
igen van goten of stiaten voortkomen, waarvan
»men zich wil ontdoen, zullen niet anders dan
»in potten, bakken of dergelijke verzameld en
^uitsluitend bestemd ter beschikking van de asch-
>lieden, worden uitgezet.”
Die potten en bakken zullen steeds in goeden
raat en zoo zindelijk mogelijk worden gehotden.
Zij zullen, uitgezet, steeds gedekt zijn.
De Commissaris van Politie
J. A. van TRICHT.
Sneek, 20 April 1877.
Het ontslag door dr Kuijper als lid der Twee
de kamer genomen, geeft de Stand, de volgen-
pen
ons bedroeft, dat wij hem noo-
van de plaats die hij als me-
de-woordvoerder onzer partij in het Parlement
met eere innam, behoeft geen betoog.
»Toch voegt ons berusting, overtuigd als wij
zijn dat dr. Kuyper niet dan na zeer lang beraad en
wetende wat in tieze zijn plicht is, dit besluit ge
nomen heeft.
»Tot troost moge het ons strekken, dat men
ook op andere wijze dan als volksvertegenwoor
diger zijn richting dienen kanen dat dr. Kuy
per dit zooveel in zijn vermogen is zal blijven
doen, is boven eenigen twijfel zeker.”
Het Hand, vergelijkt dr. Kuyper bij een soort
van meteoor, die, na verblindend licht te heb
ben verspreid, plotseling verdwijnt zonder eenig
merkbaar spoor van zijn aanwezigheid te hebben
achtergelaten. De ziekte komt hem in zooverre
gelegen, dat zij hem een goeden uitweg geeft
om bij tijds heen te gaan. Niemand toch is blij
kens zijn laatste artikelen in de Standaard meer
dan hij overtuigd van de volkomen machteloos
heid zijner richting op staatkundig gebied. Hij
kan het niet met zijn partijgenooten in de Kamer
vinden en zij vinden het niet met hem. Hij is
in den grond van zijn hart een democraat, zij
zijn conservatieven. Op godsdienstig terrein ont
moeten zij elkander, maar bijna overal elders
slooten zij elkander af. Geen wonder, dat de heer
Kuyper een gelegenheid aangrijpt om been te
gaan.
De Arnh. Cour, laat zich aldus uit»Na zijn
veldheerstaf te hebben nedergelegd, trekt de ge
neraal nu ook zijn uniform uit en over eenige
jaren zal niemand meer denken aan den eerzuch-
tigen man, voor wien kansel en kerkeraad te
eng waren geworden en die een rol wilde ver
vullen in do politieke geschiedenis van zijn lijd
Een dagblad richtte hij op, hij werd volksverte
genwoordiger en zelfs tot hoofd eener partij aan
gesteld, om na weinige jaren zelf de vergetel
heid te zoeken. Sic transit.”
V E R G A D E R I N G
van den Gemeenteraad van Sneek,
Zaterdag 21 April 1877, ’s avonds 6 uur.
Punten ter behandeling
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededeeling van goedgekeurde
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Resolutie van H 11. Ged. Staten aangaande
de jaarwedde van den Gem. Ontvanger.
4. Aanbieding van het beredeneerd verslag van
den toestand der gemeente over 1876.
5. Ontwerp-besluit tot heffing van rechten
voor het gebruik van publieken Gemeentegrond
bij houtveilingen, enz.
6. Rapport der Raadscommissie omtrent het
'onderzoek van de voorgestelde af- en overschrij
vingen op de begroetingen over 1876, van het
Algemeen Armbestuur en het O. B. Weeshuis.
7. Idem der Commissie i. z. hel Klokhuis.
8. Voorstel om goed te keuren de overdracht
jp van huur door J. Horringa aan Elias v. d. Zee.
9. Idem tot onderhandsche verhuiing van een
,stuk land aan M. Visser.
10. a. Voorstel van den heer J. Gorter, tot
benoeming eener Commissie in zake de toepassing
van art. 36 der wet op het L. O., de overdracht
der H. B. School aan het Rijk, zoomede omtrent
het gebouw der Rechtbank.
b. Voorstel van den heer Joustra, om ZEx.
den Minister van Binnenl. Zaken te verzoeken
jeene overeenkomst aan te gaan omtrent de over-
dracht der H. B. School aan hel Rijk, in verband
met eene wijziging van den Voorbereidenden Cur
sus en de reorganisatie van het Gymnasiaal On
derwijs.
11. Voorstel tot instelling eener vaste Com
missie van vootbereiding voor de bemoeiingen
verbonden aan het provisoraat der Buma-stichting
en benoeming van Leden en een Voorzitter daar
van.
12. Heeren Ged. Staten te dienen van advies
op reclames tegen het kohier van den Hoofdel.
Omslag, dienst 1877.
13. Verzoek van den Hulponderwijzer A. H.
Kloosterman, om ontslag alszoodanig.
U,X,-
Li--'
e
Lr
At