rm
liElEEiïïE ENIIET ARRöWSmm.
NIEUWS- EN AiraTENTIE-lllAD lllllll HE
L
r
2
No. 35.
1877.
T W E K-
2 MEI.
W O E N S E
r
v
Alweer op zij geschoven
I
01 KAV
SMIklli
BIKWBXLANB.
BUITENLAND
OVERZICHT
1
een
de juistheid
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents,
7‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be-
daarcmlrent te vernemen bij den
Te ’s Heerenberg zijn twee Pruisen gevat, die
daar in een koffiehuis trachtten een valsch munt
biljet uit te geven, hetgeen hun reede in ande
re huizen gelukt was. Bij onderzoek bleek, dat
zij voor eene waarde van p. m. ƒ3000 aan val-
sche muntbilletten bij zich hadden.
ADVERTENTIËN van
voor eiken regel meer
langrijk lager. Voorwaarden
Uitgever.
Een van onze uilstekenste taalgeleerden dr.
A. de Jager, is Donderdag te Rotterdam overleden.
Hij stond geruimen tijd aan ’t hoofd van een
lagere school daar ter stede, en werd bij de or
ganisatie van ‘t middelbaar onderwijs, leeraar aan
de hoogere burgerschool. De Leidsche hooge-
school kende hem het doctoraat in de letteren
honoris causa toe. Zijne geschriften vooral op
taalkundig gebied, zijn talrijk.
Belangrijk nieuws valt er nog niet te melden
van het oorlogstooneel in het Oosten, en is
misschien in de eerste dagen ook nog niet te
verwachten. De berichten spreken voorloopig
slechts van de bewegingen der troepen op het
groote militaire schaakbord.
Ten aanzien van de bewegingen der Russi
sche troepen verneemt men dat zij Galatz, als
mede de spoorbrug over de Sereth, die tusschen
Galatz en Braïla in den Donau valt, hebben be
zet.
Zooals bekend is, loopt de spoorweg over Ga
latz en Braïla naar Bucharest, waar hij zich in
tweeën splitst. Eén lijn gaat westwaarts en door
snijdt verder geheel Rumenie de andere loopt
zuidelijk naar Giurgewo aan den Donau, het laatste
station op Rumeensch gebied.
Tegenover Giurgewo ligt de sterke Turksche
vesting Rustschuk, als het ware de sleutel van
den Donau. Dit punt was reeds in de vijftiende
eeuw, een twistappel tusschen den hospodar van
Wallachije en den sullan van Turkije en leverde
n den jongsten Russisch-Turkschen oorlog een
der belangrijkste tooneelen uit den strijd. In
den herfst van 1853 toch konden de Russen niet
verhinderen dat de Turken hier den Donau over
trokken, maar in den zomer van het volgende
jaar dreven zij den vijand langs denzelfden weg
weer terug. Waarschijnlijk zal dit punt ook nu
weder een belangrijk centrum worden, waarheen
de wederzijdsche bewegingen zich richten. Van
Turksche zijde heelt het per spoor gemeenschap
met de vestingen Schumla en Varna, waarvan
de laatste, door hare ligging aan zee, zeker de
gewichtigste bron van toevoer voor de versterking
en approviandeering der Turksche troepen kan
geacht worden.
Hoezeer van Russische zijde de diepste ge
heimhouding omtrent de beweging der troepen
wordl in acht genomen, wordt uit Bucharest ge
meld, dat hun macht bij Barabas, zuidwest van
Galatz, op 80,000 man wordl geschat, terwijl
tevens wordt meegedeeld, dat zij in de Dobrud-
sclia, in den noordoostkust van Turkije, zullen
trachten binnen te dringen Zij zouden dan bij Galatz
(zie telegram) of Braila den Donau moeten passee-
ren wanneer de drassige oeverlanden hiertegen geen
onoverkomelijk beletsel opleveren. Van Turksche
zijde laat men het hierop niet geheel aankomen.
Voorloopig zijn drie monitors in de nabijheid ge
posteerd, om elke poging tot het overtrekken van
de rivier aldaar te verhinderen.
Ook op de grenzen van Klein Azië zijn de vij
andelijkheden reeds begonnen. 30,000 Russen
waren, volgens de jongste berichten, bij Batum
op de zuid-oostkust der Zwarte Zee in Klein Azië
gedrongen Niet ver van Batum, bij Tschuruk-
sou zou een gevecht zijn geleverd, waarbij,
volgens Turksche bronnen, de Russen 800 man
hadden verloren
De Russische lezing luidt anders, en spreekt
slechts van onbeduidende schermutselingen en
van het gevangen nemen van een lOOlal Turk
sche soldaten.
Dat men ook thans weer veel tegenstrijdige
berichten van het oorlogstooneel zal ontvangen
behoeft niet gezegd te worden. De telegraaf is
gewillig, zelfs in ’t verspreiden van onjuiste of
leugenacbtige berichten. Door haar werd een
nederlaag wel eens een overwinning genoemd.
Men schenke haar dus ook thans geen onvoor
waardelijk geloof.
De Turksche troepen schijnen zich lot nu
toe te concentreeren achter de Donau-linie. Nog
geen enkele vijandige beweging schijnt door hen
tegen de Rumeensche grenzen te zijn uilgevoerd.
Inmiddels dreigt al dadelijk een conflict met Ser
vië te zullen ontslaan. Turkije namelijk heeft
van Servië eene belofte van stipte neutraliteit ge-
eischt en tevens toestemming verlangd voor het
doortrekken van eene Turksche troepenafdeeling
over Servisch grondgebied naar Kladova. On
middellijk daarop gaf de Turksche opperbevelheb
ber Kerim-pacha aan den Servischen comman
dant te Negotin kennis, dat eene afdeeling Turk
sche troepen bevel ontving om eenige strategi
sche punten aan den Donau, in het bijzonder
Kladova, te bezetten.
De Servische ministerraad besloot daarentegen
te protesteeren en te Konstantinopel te laten we
ten, dat Servië zich met geweld van wapenen le
gen het doortrekken van Turksche troepen door
het Servisch grondgebied zou verzetten.
’t Laat zich dus voorzien, dat ook Servië
niet lang werkeloos toeschouwer zal blijven van
den strijd, ofschoon het arme land door den pas
geëindigden oorlog reeds geheel is uifgeput.
Ook de Czarin heeft bij haar keizerlijk ge
maal niet onder willen doen. Even als deze
zond ook zij een proclamatie in de wereld, waar
bij zij de hulp inroept voor de gekwetste mili
tairen. Hare Majesteit zegt daarin o. a.«Door
«Het was reeds mode geworden zegt bovenge
noemde correspondent te klagen over de voort
durende afwisselende ministeries; maar die klach
ten zullen nu langzamerhand wel verstommen.
Met Augustus wordt het drie jaar dat het
tweede ministerie Heemskerk is opgetreden, en
aan aftreden wordt thans minder dan ooit ge
dacht. De Juni-verkiezingen zullen in de ver
houding der partijen misschien weinig verande
ring brengen; met de begroetingen en het af-
deelingsonderzoek van verschillende ontwerpen,
zal de eerste helft van het volgende zittingjaar
wel te zoek gaan, ondertusschen zal ook de
kieswet wel in staal van wijzen komen en
ber 1828 (Staatsblad
op alle personen -
als weduwnaar met kind of kinderen, in de twee
de klasse van de Algemeene Rol der Schutterij
in het vorige jaar opgemaakt, zijn gebracht, doch
sedert dien tijfl, door het overlijden van hunne
vrouwen of kinderende bevoegdheid hebben
verloren, om in die klassen te verblijven, en dus
als nu in de eerste klasse der voor dit jaar te
formeren algemeene Rol gerangschikt moeten
worden, om van zulke veranderde omstandig
heden ter Secretarie dezer gemeente kennis te
geven vóór den 15 der volgende maand, zullen
de bij verzuim dezer aangifte, de belanghebben
den ingevolge art. 8 van voormeld Koninklijk
besluit, bij de Schutterij worden ingelijfd en bo
vendien tot eene geldboete en gevangenisstraf
vorwezen worden.
Voorts wordl ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dat zij, die hun 34e jaar hebben
voleindigd, of gedurende vijf jaren bij de reser
ve hebben gestaan, desverkiezende kunnen wor
den worden ontslagen wordende dus elk die
van dit recht wenscht gebruik te maken, aange
maand, om zulks uiterlijk vóór den 30 Juni aan
staande ter Secretarie aan te geven.
En, op dat niemand hieromtrent eenige onkun
de zoude kunnen voorwenden, zal deze worden
afgekondigd en geplaatst in de Sneeker Courant.
"Sueek den 27 April 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J van DRIESSEN.
S. HAAGSMA, Secr.
wie dan leeft dan zorgt.
»Het is waar het volksonderwijs wordt op
die wijze het kind van de rekening; maar wat
moet tegenwoordig niet zwichten voor de hooge
re politiek?”
De vraag blijft echter o. i. nog altijd over, of de
Volksvertegenwoordiging zich wel op nieuw met
een kluitje in ’I riet zal laten sturen of zij ge
noegen zal nemen met het spelen van soortge
lijk hoog politiek spel, en of dus door haar voor
goed zal worden aangezien, dat, misschien
ter wille van allerlei politieke kansrekeningen,
en zeker tegen den wensch van duizenden in
ons land op nieuw voor onbepaalden tijd de
behandeling van het wetsontwerp op het lager
onderwijs op zij wordt geschoven, tol groot na
deel van het algemeen volksbelang, dat dagelijks
dringender afdoening eischt van deze reeds zoo
lang aanhangige zaak.
’t Komt ons voor, dat het thans voor de libe
rale partij in de Kamer tijd begint te worden
tot spreken, als de minister Heemskerk althans
nog langer blijft volharden in zijn sphinx-rol, die
misschien wel geschikt is om zijn politiek leven
nog voor eenigen tijd te verlengen, maar die o i.
toch niet, dan tot schade van het algemeen be
lang, langer zou kunnen worden voortgespeeld.
Als ’t niet anders kan, dan worde de heer
Heemskerk uitgenoodigd tot den parlementairen
strijd, die hij oogenschijnlijk zoekt te ontwijken,
of, in elk geval te verschuiven.
Als de stembussen geopend zijn, behoorde al
thans de school-quaestie niet meer als strijdleus
gebezigd te kunnen worden.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek, gelet hebbende op art. 7
van Zijner Majesteit besluit van den 7e Septem-
no. 55,) roepen bij deze
welkeals gehuwd of
Wat reeds door sommigen voorspeld en door
velen gevreesd werd, schijnt bewaarheid te zul
len worden«De schoolwet zal niet meer wor
den behandeld. Ook het ontwerp-Moens zal lig
gen blijven”, schrijft de correspondent der Zutph,
Coifrant.
«Heemskerk krijgt bij slot van rekening zijn
zin. Door niet te antwoorden, heeft hij werk
staking geprovoceerd, en de Kamer mist den
moed zich tegen de regeering te verzetten. De
afspraak luidde van beide kanten: op de school-
quaestie zal in dit zittingjaar de groote slag wor
den geleverd, en nu schijnt zelfs niemand op te
staan om de Regeering in mora Ie siellen.”
De houding van den minister Heemskerk, in
zake de onderwijs-quaestie, is inderdaad meer dan
dubbelzinnig.
Na al T geen daaromtrent reeds is voorgeval
len, sedert het tegenwoordig kabinet plaats nam
op de ministerieele zetels na zijne vroegere be
loften desbetreffendede later gevolgde spoor
slag van onzen afgevaardigde Moens, en de ein
delijk gevolgde geboorte van de langverwachte
ministerieele spruitzal men wel niet meer
willen beweren dat het den heer Heemskerk
inderdaad ernst geweest is om deze quaeslie zoo
spoedig mogelijk tot eene gewenschte oplossing
te brengen. Integendeel straalt daarin geheel de tak-
tiek door, om deze belangrijke zaak de volkszaak
bij uitnemendheid op de lange baan te schuiven.
En na de ongunstige ontvangst, die het wets
ontwerp van alle kanten bij de Kamer onder
vond is zeker bij den minister Heemskerk de I
lust niet aangewakkerd, om zijn ziekelijk papieren
kind zoo spoedig mogelijk weer een nieuw kleed
je aan te trekken en ’t daarna op n.euw aan de
onlleedlafel toe te vertrouwen. De vader weet
te goed, dat hij den dood van zijn kleine niet zou
kunnen overleven.
Er moet dus in de eerste plaats tijd gewonnen
worden; pas trnp de zêle 1
Een ministerieel leven kan soms op deze wij
ze aardig gerekt worden. De verkiezingen staan
voor de deur; de onderwijs-quaestie kan daarbij
op nieuw uitstekende diensten bewijzen, mis
schien
Wie maakt wel niet eens politieke kansreke
ningen, vooral als hij niet meer kan steunen op
politieke beginselen die reeds lang overboord
zijn geworpen
Van hem, die zich gevleid heeft, dat de Oera-
Linda-Bók-quaestie met de brochure van den
heer Beckering Vinckers de wereld uit zou zijn,
kan men met Palamedes zeggen «zal zich te
jammerlijk in ’t eindt bedrogen vinden.” Terwijl
de brochure van den heer Jansen te den Helder
der getuigen door B. V. aangewezen om
1 van zijn betoog te staven nog op
zich laat wachten, kondigt Over de Linden (de
zoon) mede een geschriftje aan, dat zijn vader
zal schoon pleiten van de beschuldiging dat hij
de geleerde wereld bij den neus beeft gehad.
Daarbij komt in de Dev. Crt een onbekende
vertellen, dat dr. L. A. Burna, die voor onge
veer twee jaar te Makkum is overleden, de schrij
ver is. Als bewijs voor dit beweren wordt ge-
z«gd, dat dr. Buma een zonderling was dat hij
kennis en tijd genoeg bezat om het boek te ma
ken dal hij in Friesland Ie Over de Linde
('t riviertje op de grens van Overijssel en Fries
land) woonde en dat hij een papierfabriek bezat.
Op welke wijze de heer Over de Linden in ’t
bezit van ’t boek is gekomen, is het geheim van
den onbekenden schrijver en mag door hem niet
worden mededeeld, wijl er nog levende personen
in betrokken zijn.
Is hel bedoeling van den onbekende, de bro
chure van den heer B. V. te ontzenuwen dan
zullen zeker andere mededeelingen moeten ge
daan woiden.
I
t
r