GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. NIEUWS- EN ADVERTENTIE-B1AD VOOR DE multatdli ALS VOBMEIl VAN ONZE JONCEHNGSCBAP. 13 JUNI. WOENSDAG Wolmarkten te Sneek. 2e Jaarlijksche Wolmarkt 1877. >m- raI te J nlje JH, mes SOEKER COURANT. I I I van ike (Wordt vervolgd.) stenaar, die aan zooveel fijne, onovertroffen ge- B1V.V E \LAM). r o 16 Sneek den 1 Juni 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, S. HAAGSMA. S, 3, M n. •n lin de ert, /an Ja- en- ras ik. a im, oil man lin, is int 50 EN; /ed. De beide Kamers der Staten-Generaal zijn bij eengeroepen tot het opmaken van adressen van rouwbeklag aan den Koning. De Tweede Kamer komt daartoe bijeen tegen Vrijdag 15 dezer, ’s middags één uur. len- nna olk- eer. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, maken hiermede bekend, dat de zal plaats hebben op Woensdag den 20 Juni e.k. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. S. HAAGSMA, Secr. e R bt lie 11 at 'r De mannen van karakter zijn het geweten der mensehheid. Emerson. Multatuli’s Werken. Helöize. Bloemlezing uit Mul tatuli’s Werken. (Funke, Am sterdam 1876. ƒ2,50,511 Blz.) «Wacht maar," zeide mij eens een vaderlandist, «wanneer de tegenwoordige studenten in de Ka mers en het Ministerie een plaats zullen hebben ingenomen, zullen de denkbeelden van uw vriend Douwes Dekker, die denkbeelden van den nieu- weren lijd, onze geheele wetgeving doordringen. Ik trok een ongeloovig gezicht. Ik had gele zen, «hoe mooi vóór vijftig jaren van der Palm gesproken had over den vrijzinnigen geest der studenten in zijn’ tijdik herinnerde mij, hoe vóór derlig jaren, de «hoop des- vaderlands" in het «Nederlandsch Atheen” dweepte met Hilde brand, Klikspaan, Vlerk, Jonathan en Opzoomer, en hoe die dweepers nu het Nederlandsche volk idiotizeeren, verleugenen, de niet-kiezers exploi- teeren, de Javanen bestelen en «God Almachtig” danken voor den Indischen «goudregen”, die jaar lijks «nedei klettert”; hoe zij faculteiten voor nieuw modische godgeleerdheid handhaven en als wilden zij het gemis van karakter huwen aan het gemis van wijsgeerig doorzicht, de leerstoelen voor dogmatische en praktische godgeleerdheid afschaffen; ik dacht aan de levenmakende Chris tenen, wier overtuiging zwicht bij de mededeeling van den ministerdat de jongste koffi-oogst 1,270.000 pikols heeft bedragen en dat de koffi- teelt op Java blijkbaar niet achteruitgaat. Ik had kennis genomen van eenige studenten-opstellen uit onzen tijd, die waarlijk niet veel geestdrift voor Multatuli, den vertegenwoordiger der toe komst, ademen. En hoe zou het ook anders kun nen zijn Nog allyd voeren bij ons de godge leerdheid en bovennatuurkunde, die inhumane, onverdraagzame, hardvochtige, tyrannieke konin ginnen van het verleden, den boventoon. De «domme, platte” feestrede, in Februari 1875 door Prof. Heinsius uitgesproken, geeft eenigszins een maatstaf aan de hand tot beoordeeling van het wijsgeerig gehalte der Leidsche hoogeschool. (zie Huet, Nation. Vertoogen) En het kan niet ge noeg worden herhaaldelke wijsbegeerte heeft hare eigene zedeleer, wetgeving rechtspleging onderwijs-inethode enz. Positivistische nu staat tot de theologische en metafyzische als de dag tot den nacht. Men moet dus de opvoe ding van onze jongelingschap, zoo zij in overeen stemming zal blyven met den tijdgeest, reeds aan vangen op de lagere en middelbare scholen. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 V2 Gents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. tehuis op Woensdag den 21 Juni 1877, des voormiddags elf uur, voor hen die geboren zijn in 1852, terwijl daarna dadelijk zal worden over gegaan tol de naloting der ingeschrevenen van de jaren 1843 tot 1851. Wordende ieder ingeschrevene opgeroepen, om bij de loting tegenwoordig te zijn, en, redenen van Vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven. En, opdat zulks kome ter kennis van de belang hebbenden, zal deze worden afgekondigd en ge plaatst in de Sneeker Courant. Sneek den 12 Juni 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN, Burgem. S. HAAGSMA, Secr. fin- pe- April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld. Dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van _j en uitrustingstukken hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven van zijn zak- Vrijdag namiddag ten één ure is het stoffelijk van H. M. de koningin, na vooraf te zijn gebalsemd, in zijn laatste woning besloten; de lijkkist werd dichtgesoldeerd. De balseming moet volkomen naar eisch zijn volbracht en ge- I slaagd Hel voorkomen der vereerde en geliefde i doode, moet, nadat de trekken des hjdens van l de kleeding vertrek met boekje en van zijn verlofpas. it n„. >n- Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco in te zenden. Evenzeer verdient hij Imogen lof voor de trouw, waarmede hij is blijven strijden voor waarheid en recht. Als een krijgsknecht getrouw blijft aan zijn vaandel of wimpel, heet hij een man van eer. Eu toch vervult hij sleófi's een plicht, een belofte, waarvoor hij bovendien betaald wordt. Multatuli daarentegen kampt sinds twintig jaren, zonder bezoldiging, voor zijn mishandelde en be drogene medemenschen, tegen de rottende ziekte der leugen, legèn liberalen en Javanen-vrienden, die dapper schelden op het «ellendig exploitatie stelsel” en de rein materieele Ausbeutungs- Politik, maar altijd spoorwegen, kanalen en ves tingen in het moederland blijven aanleggen voor der Javanen geld; tegen vrij-arbeiders, die snel rijk willen worden ten koste van den Oosterling, tegen schaamtelooze behoudslui, tegen de nieuw modische godgeleerden of bakkers van vergiftigde pastijtjes, tegen alle bijgeloof, duisternis, onrecht, en hij wordt beschuldigd van gebrek aan waar heidsliefde De heer Balsem nam ender zijn ^Mannen van Beteekenis” op: Benedelti, Emile Olivier Bazaine, Mac Mahon, Jules Favre, von Beust, Antonelli, Jakob van Lennep, Jules Simon, Longfellow, Paler Hyacinthe, Napoleon III, Zorilla, W. Bosch, den Hertog van Ghambord, Thorbecke, Bisschep Reinkens, J. Bosscha en wien niet al 1 Hij belooft ons ook portretten van Richard Wag ner, Heinrich Lang, J. P. Heije, Renan, Groen van Prinsterer, maar Multatuli schijnt minder te beteekenen dan één van die grootheden, niet al leen als mensch, maar ook als schrijver. Eigen Haard gedroeg zich gelijk de heer van Balsem. Andeien zijn jegens Multatuli’s geschriften billij- ker geweest. Busken Huet noemt hem in de recensie van Pruisen en Nederland een «virtu oos van het sarcasme” en later «een zoon van Molière.” Hy erkentdat de minister van de Putte op Multatuli’s jachtgebied stroopte met Mul tatuli’s kruit en lood. Ook Vosmaer’s warme hulde *Een Zaaier" is algemeen bekend De heer Minnaerl prees den rijkdom aan beeldspra ken, de heer Kok den schat van kennis, een an der medewerker van Het Schoolblad verklaarde zich getroffen door zijn humor. Men heeft ook recht doen wedervaren aan zijn tooverachtig kun stenaarstalent, aan zijn scherpzinnige ontleding van de ziel bij jong en oud, aan zijn gemakke lijkheid van uitdrukking in het Fransch en Duitsch, aan zijn meesterschap over de moedertaal, aan de pittigheid van onzen great expresser. Zulk een veelheid van schitterende gaven moest wel nijd wekken. Maar zoo de wangunst mocht voort gaan met knagen, zou ik de knaagdieren den raad geven, zich den wilde uit Voltaire’s Ingénu te herinneren, die de kritikasters van groote schrijvers Vergelijkt bij muggen, die haar eieren leggen in het achterste der schoonste paarden, wat deze echter niet belet to loopen, en hunne vooitbrengselen »den drek der letterkunde" noemt. R. v. E. het lezen van de welverdiende verwijtingen, van de minachting, waarmede de Regeering, die zij overschot dienen, door Multatuli wordt overstelpt, maar zij 1 blijven haar dienen. Multatuli is de eenige, die, I gelijk later Plimsoll den ellendelingen, die 1 Indië en de moederlandsche niet-kiezers aan hun- he belangzucht opofferen, de vuisten loonde. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek maken aan de ingezetenen dier gemeente bekend dat de alphdbétische naamlijst van de perso nen, die in dit jaar aan de loting voor de Schut terij moeten deelnemen, ter visie zal liggen op de Secretarie van de gemeente, van Woensdag den 13 tot en met Woensdag den 20 Juni 1877 des voormiddags van 9 tot 12 uur, ten einde elk in staat te stellen om, ingeval hem eenige per sonen of omstandigheden mochten voorkomen, die op de lijst nog zouden behooren te worden aan- geteekend of daarvan weggelaten zulks aan het gemeentebestuur te kennen te geven dat de loting zal plaats hebben op het gemeen- Dat, behoudens het bepaalde in art. 130 dier wet, een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger lu. die zonder geldige redenen, niet bij het ^onderzoek verschijnt 2U. die daarbij verschenen zijnde, zonder gel dige redenen, niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen; 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander loebehoorende, als de zijne vertoont. 1 De verlofgangers worden herinnerd dat, nu er 'maar één onderzoek in het jaar wordt gehouden, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat de straf bepalingen van art. 144 der wet strengelijk zul len worden toegepast op de zoodanigen, die zon der geldige reden niet verschijnen en dat zooda nige verlofgangers, die zich in eene andere ge meente gaan vestigen, de verplichting wordt voor gehouden, welke aan hen bij art. 134 der wet is opgelegd. Sneek den 1 Juni 1877. Mei ren 'je. eld, es iB te An- I ral- erd An te KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE BURGEMEESTER en WETHOUDERS de gemeente Sneek, Gelet op het besluit van den Commissaris des Konings dezer Provincie van derf 28 Mei 1877 2 Afd. no. 415, brengen door deze ter kennis van de belanghebbenden, dat het onderzoek over de verlofgangers van de militie te land in deze Ge meente zal plaats hebben op Woensdag, den 13- den Juni e. k., des voormiddags ten 10*/2 ure, te voor het gemeentehuis. Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel h.) te nemen de Miliciens-Verlofgangers van de vier ed. oudste lichtingen, voor zoover zij vóór den Isten U'a Anrilil. in het e-enot van nn hertaald verlof ziin ffesfeld. na, Langzamerhand beginnen de begrippen der stellige wijsbegeerte bij ens meer veld te winnen. En Multatuli mag zich beroemen daartoe veel te hebben bijgedragen, meer dan iemand anders. Hij heeft nieuwe betooggronden aangevoerd en oude denkbeelden gelooid met een nieuw, aan lokkelijk kleed. Hij zal nog le meer bekeerlin gen werven door de smaakvolle Bloemlezing, die Heloïze ons onlangs van zijn werken schonk. Hoe weinig schrijvers zijn er in de geschiedenis der mensehheid, van wier geschriften zulk een bloem lezing zou te maken zijn 1 Wat mij in deze voor al behaagt, is, dat de moedige schrijver ons in al zijn stoutheid wordt teruggegeven zonder de vooroordeelen van de Kerk en de Maatschappij te ontzien, wat van de vóór twaalf jaren uitge- gevene Bloemlezing hiel kon worden getuigd. Zoo ik er een aanmerking op te maken heb, geldt zij alleen hel formaat. Die chrestomathie moet niet alleen het leesboek bij uitnemendheid worden bij het middelbaar onderwijs, maar ook het zak boek van ieder verlicht en welgeaard Nederlander, van ieder vader en iedere moeder, die het be lang van hunne kinderen begrijpen. Als de onderwijzer, afgemat door zijn dagtaak en walgende van de huichelarij der partij-kran- ten, die hij wel lezen moet, naar ontspanning en waarheid verlangt, heeft hy slechts te bladeren in Heloïze’s arbeid. Maar hij moet dan slechts in zijn zak behoeven te grijpen. Als de volks vertegenwoordigers des middags huiswaarts stoo- men, vermoeid van het vernederend komediespel, dat zij, de oogendienaars hunner kiezers, op het Binnenhof hebben opgevoerd, zal misschien een enkele volzin van Multatuli hun geweten, hun zelf gevoel, hun ingesluimerde fierheid doen ontwaken. Men heeft ons verteld van groote veldheeren, die een boek van Julius Cesar of Cicero of Ho- ratius medenamen ten strijde. Als de strijders in Atjeh, na een bloedigen dag, mistroostig van gedachten hebben gewisseld over de ellendige rol en het ellendige lot, waartoe gewetenlooze eerzuchtigen hen veroordeelden, over de fraaie uitkomsten der nieuwe krijgswetenschap, die af wachtende houdingen aanneemt en verzoening predikt vóór de overwinning, veroverde sterkten teruggeeft vóór den vrede, over het eindeloos lijden in de volgepropte hospitalen, zullen zij af leiding, opbeuring en verkwikking voor hunnen geest «inden in een hoofdstuk der Bloemlezing, meer nog dan in Julius Cesar of Horatius. Maar om haar zooveel mogelijk aan zult een algemeen doel te doen beantwoorden, is een diamant- uitgaaf noodig. Een andere wensch, die telkens opwelt bij het lezen van Multatuli’s geschriften, is, dat de uit gever de hulp van een Nederlandsch of Vlaamsch teekenaar inroepe, om ze waardiglijk te versie ren met plaatjes. Te lang heeft het daaraan .ontbroken. Maar men doe het vooral bij Multa tuli’s leven. Wie is beter in staat, wenken te geven of terechtwijzingen te doen, dan de kun- r stalten het aanzijn schonk? De beoordeelingen van Multatuli’s geschriften zijn vrij talrijk. Maar te weinig heeft men ge wezen op den mensch. Vooreerst heeft «de man van Lebak" een voorbeeld van eerlijkheid en ze- delyken moed gegeven, waarop het gemakkelijk valt te smalen, maar dal hoogst moeilijk is na te volgen, wat dan ook nog niemand gedaan heeft. Menig ambtenaar en officier genieten bij

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1877 | | pagina 1