GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER NIEUWS EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE I I 1 No. 49. 20 JUNI. WOENSDAG V erkiezings-revue. MULTATULI ALS VORMER VAN ONZE JONGELINGSCHAP. 1877. a es 3 K i I, I. SLEEKER COZ R A fil1'. t =--s= niet, ik. a fl dat Multatuli 16 hij niets J I 6 16 onbeduidend Zonder waarheidsliefde zou Multatuli den moed dat fd- oet 14, S, 8, O M ni. ier 3f| Él a S. bij >u- lo- van zulk van Havelaar onder ons verrot stelsel, wordt dan het model veroordeeld tot Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco in te zenden. eene oase was er nog en dat was Sneek Het kiesdistrict Sneek boudeerde. Er was malaise zekere berusting in de din gen die daar komen zouden, onder de massa kiezers, en de wachters op Sion werden niet op hun post gezien en de trompet, die zich vroeger zoo dapper liet hooren, hing aan den wand. Zoo dacht menen zelfs de liberale geestver wanten buiten hel district werden ongerust en er werd gefluisterder is gevaar te Sneek 1 Hier en. daar hoorde men toen een enkelen kreet: «op, mannen, ten strijde!”maar het veld geschrei werd niet algemeen. De dag der beslissing was gekomen en de Friezen gingen op. De stembus verkreeg daags daarna het woord en »onzen eenigen Wolbers, staathuishoudkundi ge, en onzen man met gevierden naam, de slorm- looper Brummelkamp, bleven slaan met duizend man te min. Dat was eene victorie, die geboekt zal worden in de verkiezings-annalen van Sneek. En hoe is nu het oordeel der pers na de ver kiezingen, over *t algemeen beschouwd Hier hoort men den eisch het Ministerie dat aan den wand zag geschreven, door eene beken de hand tmené, mené, tekel, upharsin, ga heen en onverwijld 1” Daar zegt men «het Ministerie geve zijn ant woord op het onderwijs-verslag, de Kamer be- AD VERTENTIËN van 1 tol 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 V2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. gedane onrecht, maar een looze heerschappij in 'l Oosten. dit nog duidelijker uilgedrukl in een onderhoud met mij, dal ik reeds in 1870 in liet Noorden heb medegedeeld. In Augustus 1865 zeide hij mij »Uw vonnis is veel te lang; het had aldus moeten luiden Ik, Sloet van de Beele, door het Neder- landsche Volk aaugesteld tot dievenmandcei over Nederlandsch Indie, verban Sikko Ernst Willem Roorda van Eijsinga, omdat hij zich durft te ver zetten legen de uitvoering van mijn mandaat.” Zoo zelfs een Huet beneveld van blik blijft, is het niet te vewonderen, dat ook andere scherp- zinnigen niet helder zien. Zoo verwijt Dr. Feringa aan Multatuli de uitspraak «De Gouverneur Generaal, die Roorda verbande, deed zijn plicht.” De bedoeling is«deed zijn Nederlandschen plicht, zijn plicht als dievenbaas.” Eveneens begaat de heer Aart Admiraal een zondeilinge dwaling, als hij in hel tijdschrift Ne derland den heer Duymaer van Twist met Wel verdienden afkeer overstelpt en hem een relle.n- digen vluchteling,” noemt, maar den heer Thor- becke tegen Multatuli in bescherming neemt. Nie mand zoude over die tegenstelling rneer verwon derd zijn dan de heer Thorbecke zelf. Hij toch en de heer van Twist waren lol het laatst boe zemvrienden beiden waren aanhangers en vruch ten van ons platokralisch regeersteïsel. Even inconsequent is de Nederlandsche Spec tator. De eene week geeft hij een pluimpje aan Multatuli, de volgende week plengt hij wierook voor zijn overleden tegenvoeter, den heer Ihor- becke. Multatuli pioel zich al zeer weinig gestreeld voelen door zulk een «douanen lof. Alle maat schappelijke vraagstukken laten zich hei leiden tot de woorden: «Droogstoppel of Sjaalman T’ Het gebrek, waaraan Multatuli sinds twintig ja- ren door al onze bewindslieden is prijs gegeven geworden, bewijst genoeg, dat ook de heer Thor becke niet voor Sjaalman was, dus voor Droog stoppel. de Neder- le ken nen willen geven, dat hij zich niet tot hoofddoel stelde een verhaal te leveren van het hem aan- lafreel van onze eer- En de heer Aart Admiraal‘heeft dan ook in het tijdschrift Nederland hem den lof gegeven, dat niemand Ik vlei mij bewezen te hebben, niet genoeg begrepen wordt. De oorzaak daarvan is, dat onze landgenooten t -wt?f adi uudj uc iKurK, <16 pors, de lijk ïn zijn Wlidfiaie Vertoogen verraden, dat Kamer, de maatschappij, vooral door de huichel- achtige «liberalen”. Men moge aanvankelijk op veel punten van hem verschillen in zienswijze, hoe meer men hem leest en over zijn geschriften nadenkt, hoe meer men tot hem nadert, hoe meer men zich geneigd toont hulde te bewijzen aan den uitstekendsten onzer landgenooten. Hij zegt terecht ^verstand en zedelijkheid zijn één”. Hel was dan ook zeer zielkundig van de geestelijken, die God voorstelden als de volmaakte wijsheid en de volmaakte Goedheid teven'. Multatuli is een harmonische vereeniging van buitengewoon veel gevoel, buitengewoon veel versland en bui tengewoon veel karakter. Niets is onmenschkundiger (om het zachtste woord te bezigen) dan hem gebrek aan waarheidslief de te verwijten. Zonder buitengewone waarheids liefde zou hij niet al het verleugende van onzen toestand hebben ontdekt. Anderen hadden het bedrieglijke in de kerk aangetoond, weder anderen het bedrieglijke in onze koloniale staatkunde, maar voor zijn oog lag ook het bedrog onzer moeder- landsche staatsinstellingen ontmaskerd. De generaal Lee schreef terecht aanzijn zoon: «Leg u er op toe, in alle zaken de strikste waar heid voor oogen te houden. Oprechtheid leidt lot moed en eerlijkheid." Ik heb het recht niet, te twijfelen aan de goe de trouw van den schrijver. Hij schijnt betoo- verd te zijn door de berekende liefheid van den heer Loudon, die bang was voor de pers. Ook ik heb in mijn «misdadig” artikel: »Solo en de resident Nieuwenhuyzen mij op gelijke wijze door gastvrijheid laten verblinden omtrent iemand, die later gebleken is een onbeduidend karakter le zijn. Multatuli heeft in zijn Max Havelaar door den tweeden titel: De koffieveilingen van landsche handelmaatschappij blijkbaar 't Is eene even vermakelijke als interessante lectuur de beschouwingen der pers over den 'uitslag der verkiezingen. Dat de opinie des volks, door de stembus lui de verkondigd, gewichtig zou zijn daarover waren allen het ééns zoowel de liberale als de anti-liberale partij, en dat die stem duidelijk mocht zijn, was aller wensch. Eene verkiezings-leus was er niet, als men eischle, dat die op eene vlag werd geschreven, tonder welke men naar de stembus trok; maar ieder voor zich zelven had die wel, toen hij zijn biljet invulde en dat naar hel verkiezings-bureau bracht. T Werk werd in stille volbracht, maar «ka rakter” ontbrak er niet aan. De anti-liberale pers ontzeide zich alle hoop op >’l Noorden, op dat koude verstokte Noorden, 't welk steeds voorwaarts gaat op den weg van vrijheid, van vei lichting en beschaving, dat niet achterom ziel naar het Kanaan des behouds, ’t welk zoo grazige weiden had voor hen, die zich rekenen lot uitverkorenen, wier «bon plaisir” niet moest zijn voor de breede schaar van burgers, «die mochten betalen en loezien hoe wél de lie den het hadden voor wien de melk en boter werd opgedischt »’l Noorden is voor ons verloren!” zuchtte men in de meer en meer gedunde gelederen der conservatieven, maar eene oase was er nog in die liberale woestijn, den waar- digsten vormer van het opkomende geslacht tracht te weg te dringen, door te zwijgen. Toen de eerste vellen van de Miltioenenstudiën ver schenen waren, verklaarde dan ook de Nieuwe Rotterdamse!)# Courant, dat hij wel mooi wist te schrijven en een heve teekening geleverd had van de kokette Mosella, maar dat er in zijn denkbeelden niets nieuws was en dat hij thuis moest blijven, als legerinrichting, onderwijs enz aan de orde waren. Er behoort de moed van een partij courant toe om, als men Tels ofLain- ping heet, aan Multatuli oorspronkelijkheid te betwisten. Nu, men neme een proef. De heer Funke herdrukke afzonderlijk de politieke be schouwingen van Multatuli, en de heer Nijgh de hoofdartikelen van zijn twee hoofdredacleuren. Daarna spieken wij elkaar nader en zullen zien, of de courant bewijs geeft van evenveel bezie ling of van meer betaling. Als Multatuli niet nieuw is, waarom vervolgt men hem dan niel «De adelbrief van den uitvinder”, schreef onlangs de heer Logeman, «is zijn doemvonnis.” De heer Huet was billijker. Hij erkende, dat Multatuli een juist vinstinkt” van onze behoeften had. Het woord is wat karig, als men bijv, be denkt, dat Multatuli o. a. vijf-en-lwintig bladzij den (292—317 der Bloemlezmg') aan het ontler- wijs gewijd heeft, waarvan de leeraar Dr. Vilus Bruinsma in Het Schoolblad verklaarde, dat zij tot het beste behooren, wat ooit over dit onder werp is geschreven geworden. En ziegeheel in overeenstemming met Multatuli’s denkbeelden omtrent algemeen onderwijs, wordt thans le Pa rijs een Ecole positieve gesticht. (Zie De Op merker, 17 en 24 Dec j 1.) Het is vreemd van «Instinkt” té spreken, na de vele bladzijden in Max Havelaar, Vrije Ai- beid, Nederland en Pruisen, en de Ideën ge wijd aan de ontleding van onze koloniale staat kunde, onze ngeachtè sprekers”, onze kieswet, en aan den heer Thorbecke, den schepper en zuiverste vertegenwoordiger van ons ellend’g re- geerstelsel. De heer Huet verwijt aan Multatuli, dat bij le weinig kennis en begrip in zijn lezers onderstelt, en hij-zelf de scherpzinniire criticus. >«>ii j -- - -- I I - U zlnl L n w-w r» w z4 hij niets van Max Havelaar begrijpt, want hij heeft een lofrede aan den landvoogd Loudon ge wijd onder den titel: *Een Max Havelaar op den troon van Insulinde.” Men waant le droomen bij het lezen een onzin. Als de kopij koning kan wcfrden onder waarom v.—J. -- hongerlijden? Dan is de tijd gekomen, op welken het Mini- gen denker, den man der toekomst, sterie moet aftreden. Hier wil men, dat de Kamer in September in T adres van antwoord op de Troonrede zegge «samenwerking tusschen Kamer en Ministerie is onmogelijk. Daar huldigt men de leer «verwerp de be groeting, als bewijs dat men de politiek van het Ministerie afkeurt.” En wat is het oordeel der Ministeriele pers Hel Dagblad van ’s Hage tracht zijne lezers wijs te maken, dat de uitslag der verkiezingen de liberale partij niet heeft versterkt. En de Haagsche correspondent der Rotterdam- sche Courant vindt het antwoord door de stem bus gegeven treurig. Beide conclusion zijn belachelijk. De vraag is nu zal de heer Heemskerk in September voor de Kamer verschijnen En gesteld dat hij den moed heeft, dit te doen, zullen de Ministers van Finanlien, van Koloniën, in ’l kort: zullen zjjne ambtgenooten hem in een nieuwen sljjd ter zjjde willen staan ’t Antwoord hierop kan spoedig bekend zijn. De mannen van karakter zijn het geweten der menschheid. Emerson. Multatuli’s Werken. Helöize. Bloemlezing uit Mul- latuh's U'erken. (Funke, Am sterdam 1876. ƒ2,50,511 Blz.) De heer Thorbecke wist ook zeer goed, dat er sinds den aanvang der geschiede' is twee hoofd- partyen hebben bestaan die van de onderdruk te meerderheid en die van de onderdrukkende minderheid, die van den bezem en die van den steel, gelijk de Franschen zeggen, die van waar heid en recht tegenover die van leugen en on recht, die van Jezus en de toekomst tegenover Iskarioth, Kajafas, Herodes, Pilalus, Schmoel, Al bertus Jacobus (zie Multatuli’s Kruissprook), die van Huss tegenover de papen, Columbus en Las Casas tegenover de Spaansche monarchie, die van Spinoza tegenover de Synagoge, die van Turgot en de Fransche boeren tegenover het Hof en het aucien régime, die van Max Have- laar en de Javanen tegenover den landvoogd Duymaer van Twist en de moederlandsche kie zers, die van Sjaalman tegenover Droogstoppel. Ik weet wel, dat er overgangen bestaan tusschen Jezus en Albertus Jacobus, maar men kan niet tot beide partijen te gelijk behooren, men kan niet twee heeren of twee góden dienen. Multa tuli kan, gelijk Jezus, zeggen«Wie niet vóór mij is, is tegen my Behoorde de heer Thor becke tot de party van Max Havelaar? Neen. Welnu, dan behoorde bij tot de tegenpartij, dus tol de pat tij van Albertus Jacobus en Droogstop pel. On ne peut sortir de la Uil het bovenstaande blijkt, dunkt mij, reeds duidelijk, dal Multatuli de eischen van zijnen ■e handele dat zoo spoedig mogehjk enwordt het in de meest bestreden punten niel veranderd, verwerpe het 1” R ‘ht 11e mansblik hooger stond dan de heer Thorbecke en onze andere wetgevers. Hel is echter ge makkelijk te begrijpen, dat men den staatkundi- niet den individu Duymaer van maar den type van een Indischen Onderkoning hij heete van Twist of Sloet of Loudon. Hij heeft I Twist geschetst, voort te zetten tegen de schandelijke kabinetten van beide par'ijen. Een procurcur-generaal in Indië, de heer Bruns-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1877 | | pagina 1