NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE 1 a GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. 1; I zaterdag 1877. T W E F>E N-D ERT1GSTE No. 76. J 22 SEPTEMBER. EN 1>E TKOOMMH)!:. P m- j ‘je I ide I d. v. te 'o- -i. >7.. >3'4 >7. SHIhlil (01im ler- ile •j >ne aag- verwach- itste 0,00; Zal'. B I XVEM. A ND L»1 •vt’ .1 worden onder- Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco in te zenden. 1,50 ma, Sijl- nlje nm- mig- i en d. har- leke slre, and 1st- er. dus ier, ter- len. en z. are. nia. nlje ake ein- i Kg. 9,50 >,50, DO a 33 jr- ge. a.e ïtr :li 0,50 3,75 an ?n, en iet ?n id r- fi- n, °n nd ck ke ?n. de der ,nt- - n n n >t ER cht de aar dat eer ou- be- J I to doen on- Tot eersten candidaat voor het voorzitterschap der Kamer is daarna gekozen de heer Dullert, met algemeene stemmen op twee na, welke blanco wi ren'. Tot tweeden candidaat de heer Storm val a ’s Gravesande, tot derden de heer Cremers. Dé candidatenlijst zal aan Z. M. den Koning wor* dqn aangeboden. Op de 16de algemeene vergadering der Maat schappij ter bevordering van de veeartsenijkunde in ons Land zeide de voorzitter «Controle op JIS, 78, De Oude Rott. Ct. meent, dal van de Staten- Generaal minstens mag worden verwacht, dat zij een bewind ’t welk niet wil disputeeren maar werken, niet opzettelijk in zijn taak zullen Jie- moeilijken of het door paifijkabaal lot aftredeW nopen. De meerderheid der Kamer, zegt het blad, moge hierbij niet voorbijzien, dat het doen vallen van een verzoenend beWind, met het be paalde doel om hel te doen vervangen door een beslist radicaal kabinet, een hoogst gevaarlijke uittarting van de overgroote meerderheid der na tie zou wezen. <1 I EN, ng-. -> U -1 eel bestaan in Nederland betreuren, daar zijn toestanden, waarin men van twee kwaden het minste moet kiezen, en op dit oogenblik komt een mimsterieele crisis ons een minder kwaad voor dan de bestendiging van een ministerie, dat zijn heil en zijn leven zoekt in zwijgen en ver stoppertje spelen. rd nine- ‘aard i 32 12 15 a - A M Sept. ‘7,. ■'A >7. ^7.. ^2 ^0 |O/O .12 Wie gedacht had uit de troonrede, waarmee jl. Maandag de zitting der Staten-Generaal ge opend is, iets belangrijks te zullen vernemen, zal rich na de lezing van dat staatsstuk zeker bitter teleurgesteld hebben gevoeld» Wie een degelijk ministerieel programma had verwacht, waarin men tusschen de regels zou kun nen lezen «en daarmeê staan of vallen wij,” heeft gerekend buiten de usantie, die schijnt meê te brengen, dat zoo’n staatsstuk slechts eene va riatie behoort te zijn op het zelfde thema, dat reeds sedert jaren gespeeld werd, en liefst heel kleurloos moet zijn. Daarbij verlieze men niet uit het oog, dat de uitslag der Jum-verkie- ringen bet kabinet tof dubbele kleurloosheid heeft veroordeeld, wil het zijn bestaan althans nog eeni- jen tijd rekken wat we de vrijheid nemen niet te betwijfelen. Behalve de gewone phrases, die zoowat stere- lliep geworden zijnbevat de troonrede niets vaardoor zij een bijzonder politiek kleurtje zou lunnen krijgen. De groote quaesties van den dag: de onderwijs-kieswet- en belasting-quaesties worden óf geheel gemist op de officieeïe menu uf daarop slechts in den vorm van «toespijs” aan geboden. 't Is een echt soeperige spijskaart, die de politieke magen niet overladen, maar hen zeker wel ver langend zal doen uitzien naar een paar flinke ge kruide hoofdschotels. Dat het ministerie Heems kerk deze onder de tegenwoordigen omstandig heden niet heeft durven aanbieden, bewijst zijne zwakheid. Blgkbaar zal het op nieuw trachten den politieken strijd zooveel mogelijk te ontwij ken, om zóó, schipperende en laverende, het roer nn Slaat nog eenigen tijd in handen te houden. De vraag zal echter zyn: of het de aanstaande parlementaire campagne zal kunnen doorstaan, en of het inderdaad de hoop koestert met deze Ka mer nog veel te zullen kunnen afdoen Wij betwijfelen het. Wij gelooven niet, dat de Kamer zich opzichtens de groote vraagstukken van den dag opnieuw met een kluitje in ’t riet tal laten sturen, en dat zij evenmin genegen zal lijn, deze met het tegenwoordig kabinet af te doen, 't Zal echter thans wel spoedig blijken wat we van het nieuwe zittingjaar te wachten hebben. Laten we intusschen eens vluchtig nagaan, wat door onderscheidene bladen wordt gezegd, naar Itanleiding van de openings- en sluilingsrede. Men zal daaruit kunnen zien, hoe de rekening van het ministerie-Heemskerk zoo al wordt op gemaakt. Het Hand, gaat de verschillende redevoeringen sa, nu vier jaar achtereen uitgesproken ’l is de vierde troonrede onder het tegenwoordig mi- nisterie en wijst er op, dat de beloften voort durend schraalder geworden zijn. Van het veel belovend programma, waarmede Heemskerk in 1874 optrad, is nog lang niet alles volbracht, en ook van de latere meer beperkte is veel in de pen gebleven. Thans is het programma al bij- ronder ingekrompen; uit de ervaring, de drie vo rige jaren opgedaan, schijnt de les getrokken rijn, dat de afstand tusschen beloven en teer groot is. 't Kan ook zijn, dat de niet gegronde twijfel aan de mogelijkheid op samen werking tusschen regeering en vertegenwoordi ging, tut de buitengewone soberheid van beloften heeft geleid. Het blad constateert ten slotte, dat van de lee- ning, die volgens geruchten in aantocht zou zijn, geen gewag gemaakt wordt en dat de mededeelin- gen in zake Atchin onder de zeer heuglijke mogen worden gerangschikt. l De Amst. Crt. bespreekt vooraf de sluitingsrede die deze of gene partij ergernis zou kunnen geven. Het liberale blad kan zich echter zeer goed ver- eenigen met hel nu gegeven voorbeeld. De ge woonte om de natie verrassingen te bereiden door in vage algemeenheden hervormingen in ’t verschiet te stellen, heeft nog nooit tot iets goeds geleid. Waarom kan de troonrede niet een een voudige welkomsgroet zijn zonder politieke be- teekenis De Amsterd. Ct. thans ook de troonrede be sprekende, wijst er op, dat zij ditmaal geheel in overeenstemming is met den hoogst onze- keren politieken toestand van het oogenblik. Een programma van werkzaamheden kan men er niet in vinden, ’l geen trouwens door het blad ook niet verwacht werd. Aan arbeid toch ont breekt hel niet. Wordt dit jaar afgedaan wat nog is blijven liggen dan zal de vertegen woordiging haren lijd nuttig besteden. Dit de zinsnede: «Ik reken op uw bereidwil ligheid om noodige verbeteringen in verschillen de deelen der wetgeving te helpen tot stand brengen,” leidt het blad af, dat de regeering tot schorsing van den politieken strijd uitnoodigt een wapenstilstand van de partijen vraagt, de staatkundige quaesties harerzijds ter zijde wil stel len om zich tot nuttige en noodige verbeterin gen, tot verzorging der materieele belangen te bepalen. Ten slotte constateert het blad nog met vol doening, dat een emigratie-ontwerp van Suri name is aangekondigd. Het Utr. Dagbl. eindigt hare beschouwing over de troonrede aldus »De verschillende meenin- gen zijn in de pers uitvoerig besproken en toe gelicht, de regeering heeft stelling genomen, het woord is nu aan de Kamers. Hoe haar antwoord ook luidehet moge in allen geval blijken, dat niet partijdrift, maar zorg voor ’s lands belang het ingaf. De macht om ’t kabinet omver te stooten, heeft de meerderheid onbetwistbaar dat een ministerie uit haar midden zal kunnen optreden en door haar in stand gehouden kan worden, is niet onmogelijk, maar men bedenke wel, dat het volk steeds rekening zal houden met de groote diensten, die het ministerie-Heems- kerk in velerlei opzicht aan den lande bewezen heeft, en dat het recht heeft van hen die zijn plaats komen innemen, niet minder te verwach ten. De Middelb Ct. zegt o a: De regeering heeft mis schien gemeend een meesterstuk van handigheid en diplomatiek beleid te leveren, door een troon rede samen te stellen, welke geen enkel haakje oplevert om er eenig 'debat aan op te hangen. Bepalen de Staten-Generaal zich tot den traditio- rieelen «weerklank”, dan kan het adres van ant woord ditmaal zonder een woord te wisselen wor den afgehamerd, vervolgens kan een der in groe ten overvloed nog aanwezige wetsontwerpen aan gevat, daarna de slaatsbegrooting onder handen genomen worden en het ministerieele leven ge noeglijk weder eenigen tijd blijven voortrollen, alsof er geen kuilen op den weg en geen don derwolken aan den hemel waren. »In de woning van een gehangen man zegt een Fransch spreekwoord spreekt men niet over den strop.” De regeering heeft, door over alle politieke vraagstukken van den dag te zwij gen, doen zien, dat zij dit spreekwoord op haar eigen leven rechtstreeks van toepassing acht. Hoe oprecht wij ook de broosheid van het ministeri- en doet daarbij opmerken, dat de wetgevende ar beid onder het conservatieve ministerie niet te versmaden vruchten heeft opgeleverd. De onbe twistbare en onbetwiste roem van voorbeeldige en voorbeeldelooze werkzaamheid en regeerkracht van het tweede ministerie-Heemskerkis door de herinnering aan ’t afgeloopen jaar verhoogd. Het conservatieve blad wijst er tevens op, dat de liberale partij, bij monde van den heer Kappeyne, het in den aanvang van het vorige zittingjaar deed voorkomen, alsof het ministerie-Heemskerk alleen in leven bleef bij hare gratie en op voorwaarde, dat de schoolwet afgedaan werd. Het kabinet protesteerde tegen die vernederende rol. De uit komst heeft geleerd, dat zij een zelfstandige po litiek is blijven voeren, want in het afgeloopen jaar is wel veel afgedaan, maar de schoolwet niet. Juist met 't oog op die belangrijke lijst van belangrijke zaken, die hun beslag hebben gekre gen en de nog belangrijker lijst die in staat van wijzen is of voorbereid wordt, geeft de Amst. Cour, in overweging, de schoolwet nog eenigen tijd buiten behandeling te laten, nu men daarvan de partij-quaestie heeft gemaakt, het struikelblok waarover men het ministerie wil laten vallen. Eenigen tijd van wapenstilstand zou zeer bevor derlijk zijn voor het landsbelang. Naar het Dagblad doet opmerken, is in de troon rede gebroken met de optimistische opvatting, waaraan vroeger zoo ruw den teugel werd ge vierd. Het blad verheugt er zich over, want men komt zoodoende de waarheid meer nabij. De woor den aan Atchin gewijd zijn echter nog van den ouden zuurdeesem doortrokken, en juist hier had het Dagblad meer waarheid gewenscht. ’t Zou zeker zeer aangenaam zijn, de hoop, in de troon rede geuit, verwezenlijkt te zien, en de krijgs macht aanmerkelijk te zien verminderen, maar naar het oordeel der meeste deskundigen, moet men daarop niet te veel rekenen. Het zwijgen over het onderwijs is, volgens het Dagblad, een kernachtige manier om te kennen te geven, dat dit onderwerp wél te huis behoort onder die, welke met partijzucht veel te maken hebben, maar dat het ten onrechte zou genoemd worden in een stuk, waar alleen van bevorde ring van praclische nationale belangen sprake kan zgn. Het ontbreken van elke belofte in de troonre de omtrent de gedragslijn der regeering, is voor de Prov. Gron. Cour, een teleurstelling geweest. Gcwoonlgk geven troonredenen niet veel, zegt het blad, maar thans hebben de raadslieden der kroon den Koning een rede in dén mond gelegd, die niets zegt. Alleen in de paragraaf de kolo niën betreffende, is de rede het gunstigst en het meest positief. Bij dat departement schijnen al thans plannen te bestaan, die, naar men denken moet, bij andere departementen ontbreken. Volgens de N. Rott. Cour, ademt de rede een gedrukten, haast moedeloozen toon. De verkla ring daarvan is h. i. te zoeken óf in het besef, dat de verhouding tusschen regeering en verte genwoordiging niet meer van dien aard is, dat nog met goed gevolg voorstellen van wijde strekking kunnen worden gedaan, óf dat de regeering alle gelegenheid tot conflict wil vermyden. Is hel eerste het geval, dan verheugt zich het blad over het ontwaakt constitutioneel besef bij de raads lieden der kroon. Zonderling staat tegenover deze opvatting die van het Vaderland. Dit blad ontvangt van de troonrede den indruk, dat de ministers ditmaal met buitengewoon verlangen hebben uitgezien naar den dag, dat de parlementaire tournooien weer kunnen beginnen. Blijkbaar ligt het ech ter niet in hun bedoeling den strijd uit te lokken en opzettelijk schijnt iedere zinsnede weggelaten, ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7'/a Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. STAT EJf-G EA E R A A L. De beide Kamers zijn aangevangen met hunne voorbereidende werkzaamheden. In de Eerste Kamer zijn in de zitting van Dinsdag jl. al de nieuw benoemde leden toege laten. De voorzitter heeft daarna bij de aanvaarding zijner betrekking een vernieuwd beroep gedaan op de welwillende ondersteuning zijner medele den, reeds vroeger zoo ruimschoots ondervonden. Wij allen, zeide hij o.a., hebben slechts één doel, de bevordering van ’t algemeen belang, en dat wij daarnaar streven onder de meest loyale ver houdingen neemt vele aanleidingeh wbg tot ver storend misverstand. Zijnerzijds' zal hij tot het behoud van zoodanige verhoudingen medewerken en steeds de onpartijdigheid betrachten. Voorts is aan den griffier, déh heer Singen- donek, op zijn verzoek, op de' rheéste eervolle wijze ontslag verleend, onder bijzondere dankbe tuiging voor de veelvuldige, goede en trouwe diensten, gedurende vier en dertig jaren aan de Kamer bewezen. Donderdag zal de benoeming van een nieuwen griffier plaats hebben. In de zitting van Woensdag zijn de voorzitters der afdeelingen gekozen, terwijl óp dien dag ook reeds het ontwerp-adres van antwoord op de troonrede in de afdeelingen zou zocht, om daarna bet uur van beraadslaging op morgen te bepalen. In de zitting op Donderdag is het concept-adres van antwoord op de troonrede, zonder algemeene of bijzondere beraadslaging, in al zijne paragraphen unaniem aangenomen. Het zal den koning wor den aangeboden. Daarna is met eenparigheid tot griffier der kamer benoemd de commies-griffier jhr. de Jonge, tot wien de voorzitter eene harte lijke toespraak richtte, als waardig opvolger van een waardig voorganger. Later zal een commies griffier benoemd worden. De kamer is geschei den. De Tweede Kamer, die Maandag onder voorzit terschap van het oudste lid in jaren, den heer De Bieberstein, eene korte zitting hield ter be noeming eener commissie tot onderzoek der ge loofsbrieven, heeft in hare vergadering van den volgenden dag, nadat gebleken was dat de ge loofsbrieven der nieuw benoemde leden in orde waren bevonden, allen als zoodanig toegelaten. i-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1877 | | pagina 1