GEJIEEnE EN HET AKIiOiXBISSniEiYT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
ÉJ
S 1
tr
!N,
No. 90.
10 NOVEMBER,
ZATERDAG
A
H
I' -
ns,
-1,
1
1
S X I E K
i
I
het-
P E R S.
8 1 V E N L I X i>
I
>ne
en
taalkunde
i
L
l
r
de Haart.
het
n
)t
in
n
J-
1
1
I
78,
11
n
r
i
r
'Q-_
in
m,
sn
»'j
et
ii
<1
De nieuwe verkiezingen voor Je Tweede Ka
mer in de hoofdkiesdistricten Haarlem en Assen,
wegens ’t als minister optreden der hh. Kappeyne
en Sraidt, zullen gehouden worden op Dinsdag
27 Nov. en de herstemming zoo die noodig, mocht
zijn, op Dinsdag 11 Dec.
Blijkens het verslag over de spoorwegbegroo-
ting voor 1878, werd door zeer vele leden in de
afdeelingen geklaagd, dat de werkzaamheden aan
de nieuwe lijnen der wet van November 1875
nog niet verder gevorderd zijn, inzonderheid wat
betreft de lijnen Zaanstreek-Enkhuizen en Stavo-
ren-Leeu warden.
Aan het slot van een artikel doet de Gelderlan
der de »uit vertrouwbare bronnen gevloeide me-
cedeeling” dat de formatie van een Nederlandsche
sentrumparlij, waarvan de kern uit Catholieke
afgevaardigden zal zijn samengesteld, aanslaande is.
her.
woon te gehad
op te slaan,
bij te wonen
tot vier uren in den morgen.
ze
.0-
ER
cht
de
aar
dat
eer
ou-
be-
De Tweede Kamer is bijeengeroepen tegen
Maandag 19 dezer, ’s middags 3 uur.
ele
Te Amsterdam is
Cour meldt
O. I leger aan
brink van wijn, hem dezer dagen toegezonden uil
Rotterdam Twee vrienden van den overledene,
die insgelijks van dien wijn, doch in mindere
hoeveelheid, gedronken hadden, zijn ernstig ziek
geworden Reeds heeft een gerechtelijke lijkschou
wing plaats gehad, welke tot de ontdekking van
arsenicum vergiftiging moet hebben geleid. De
vrouw van den overledene, die te Rotterdam ge
scheiden van hern leefde, is in hechtenis genomen.
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7'4 Cen:s. Bij abonnement is de prijs be-
daaromtrent te vernemen bij den
Jen des te meer tijd kunnen besteden aan
geen tot hun eigenlijke roeping behoort.
Omtrent de verkooping van de Sint-Agalha-goe-
deren kan nog gemeld worden, dat behalve de
reeds aangekondigde veiling van landerijen, bin
nenkort ook nog andere perceelen, o. a. huizen
te Nijmegen, onder hetzelfde beheer, in publieke
verkooping zullen worden gebracht.
.a a
f’a
ng-
al.
In de Belgische Echo du Parlement komt in
een Haagsche correspondentie de volgende karak
teristiek van den heer Kappeyne voor
«De heer Kappeyne heeft tot nu toe zijn werk
zaamheid verdeeld tusschen zijn bezigheden als
advocaat en zijn plichten als afgevaardigde. Hij
is lol op dit oogenblik de eerste der advocaten
bij den Hoogen Raad geweestmen schat in ronde
cijfers wal zijn clientèle hem opbrengt op 25,000
gulden. Dat inkomen gaat hij thans opofïeren
om zich aan het algemeen welzijn (e wijden.
»De lieer Kappeyne is een tamelijk gezet man,
log in zijn bewegingen, volstrekt niet fraai van
uilerlijk en zeer weinig zorg dragende voor zijn
toilet. In den omgang heeft hij een snaaksche
goedhartigheid over zich aan tafel weet hij kos
telijke geschiedenissen te vertellen altijd heeft
hij een aardigheid bij de hand hij weet ieder
een door zijn vroolijken en origineelen kout voor
zich in te nemen, en onder zijn collega’s in de
Kamer doen een menigte van hem afkomstige
geestige zetten en bonmots de ronde. Maar wee
u, zoo gij u met hem in een redetwist begeeft;
een paar woorden, met een geestigheid tot slot,
en gij zijl vernietigd en tot gruis vermalen de
advocaten, zijne collega’s, weten dat van ouds-
De heer Kappeyne heeft tot nu toe de ge-
1 om 's middags tegen twaalf uren
Hij pleegde dan de Kamerzittingen
en des nachts te werken, minstens
Men heeft uit de-
bijzonderheden reeds opgemaakt, dat hij on
gehuwd is.
«Begaafd met uitnemende hersenen en een
reusachtig geheugen, heeft de heer Kappeyne
zijn leven doorgebracht met alles te leeren en
niels te vergeten. Citeer hem een of andere lex
uit de Pandecten, en hij zal u terstond het boek,
den titel, de paragraaf noemen en den naam van
den rechtsgeleerde, die er de vader van is; vraag
zijn oordeel over het eerste vraagstuk het beste,
op het gebied van het recht, van de staathuis
houdkunde, van oude of nieuwe sociale weten
schap, aanstonds, zal hij u
ven van al de schrijvers, die over
handeld hebben, om ze daarna te
zoo tot zijn eigen opinie te komen,
geen kans ziet te verschillen,
met de meeste goedhartigheid
en verwonderlijk helder.
de meeningen opge-
dat pnnt ge-
onlleden en
waarvan gij
Dat alles doet hij
met de meeste goedhartigheid en eenvoudigheid
eisch, die zich reeds lang ten dringendste had en verwonderlijk helder. Om kort te gaan zoo
ooit Nederland het aanzijn gegeven heeft aan een
i inlellectueelen colossus, dan is het de man die
thans geroepen is om er het bewind te voeren
omdat hij katholiek was. Men durfde het katho- j
licisme niet aan. En dat het ministerie-Kappey-
•ne met dien adat gebroken heeft, dat het heelt
durven optreden als een zuiver liberaal en niet
met het katholicisme geallieerd kabinet is een
eerste groote. verdienste.
Het kabinet heeft aanspraak, zoo luidt het slot
woord, op den steun en de welwillendheid aller
constitutioneele en liberale Nederlanders. Niet
enkel het begaan van fouten te verhoeden maar
eerlijk mede te werken om het, wat het tot stand
brengt, zoo goed en volledig mogelijk tot sland
te laten brengen, is thans een zedelijke plicht,
een plicht jegens de liberale zaak, een plicht je
gens de conslitulionele regeering, een plicht
jegens het land.
In de Tijd leest men aan ’t slot van haar ar
tikel over 't kabinet»Een bijzonderheid in de
samenstelling van dit ministerie heeft ons getrof
fen. De onmisbare katholiek ontbreekt. ludien
hij onvindbaar was, zou het ons verheugen en
tot fierheid stemmen. De lessen der laatste ja-
ren hadden ons dan één vrucht gebracht Maar
indien de kabinetsformeerder de katholieken Ier
zijde liet, heeft hij daarmede dan bij voorbaat
reeds willen erkennen, dat ook hij ’t ons recht
en onzen plicht acht om tegenover hem van den
aanvang af onder de wapenen te staan
Volgens het Dagblad heeft de heer Kappeyne
wel een katholiek gevraagd, maar deze heeft ge
weigerd. Hij wilde dus den «sleur” wèl, maar
men wilde hem niet.
De instelling van een ministerie voor water
staat, Handel en Nijverheid lokt verschillende
beschouwingen uit.
De conservatieve Amst. Cour, wil de heer Kap
peyne niet hard vallen over de instelling van dit
8e ministerie. Gevoelt hij zich te zwak voor de
taak, die zijn voorgangers Thorbecke, van Heem
stra en Heemskerk, ja zelfs Fuck en Geertsema
hebben gedragen, ’t is een zeer waardeerbaar be
wijs van bescheidenheid, maar tevens de schoon
ste hulde die aan zjjn voorgangers gebracht kan
worden. Iets anders is het echter, dat de eerste
regeeringsdaad van het liberale kabinet ishet
stellen van de Staten-generaal voor een fail-ac
compli. De vraag rijst, waar op deze wijze de
convenance jegens de Tweede Kamer en den
eerbied voor haar beslissingen blijven. Er is ook
niet weinig haast mee gemaakt. Hef depariement
toch wordt niet ingesteld met 1 Jan. 1878, tijd
stip waarop dan in allen gevalle vooraf de Staten-
Generaal hun oordeel hadden kunnen uitspreken
bij het aanvragen der gelden, noodig voor het
nieuwe departement. Neen, reeds onmiddellijk,
reeds op 7 November, wordt het departement
ingesteld. Het bestaat dus feitelijk reeds en de
Staten Generaal worden als het ware gedwongen
om de uitgaven op een afzonderlijk hoofdstuk der
staalsbegrooling toe te stemmen.
Vrij wat stelliger is het Dagblad in zijn afkeu
ring van deze regeeringsdaad. Het blad acht het
aan geen bedenking onderhevig, dat de instelling
van een 8e ministerie een algemeenen maatregel
is van inwendig bestuur van den staat. Nu beveelt
art. 72 der grondwet, dat alle zoodanige maatre
gelen door den Koning moeten worden gebracht
ter overweging bij den Raad van State en dat is hier
niet geschied. Ten betooge, dat hel hier werkelijk
een maatregel van inwendig bestuur gold, beroept
het blad zich o. a. op Thorbecke’s «Bijdragen tot
de herziening der Grondwet.’’
Het Hand, laat zich over de grondwettige quaes-
tie niet uit, maar betuigt zijn ingenomenheid
met ’t besluit, waardoor gevolg wordt gegeven aan
een
doen gevoelen. De minister van binnenlandsche
zaken en financiën worden van een deel hunner
tot dusver te omvangrijke taak ontheven, en zul-
U I T DE
De N. Rolt. Cour, die ten zeerste met het
nieuwe liberale ministerie is ingenomen, mist
slechts één naam, die ieder had verwacht naast
dien van Kappeyne te zien. Wie toch, vraagt
het blad, moest eer een plaats hebben in dit
kabinet dan de man, die sinds vele jaren de zie)
der koloniale politiek is en wiens spoor zelfs de
felste tegenstanders als Heemskerk en Van Lijn
den, toen zij aan het bestuur waren, volgen moes
ten Maar hebben zooals verzekerd wordt
gezondheidsredenen den heer Van de Putte het
op zich nemen der regeeringszorg ontraden, dan
hebben hel kabinet en de liberale partij daarin
te berusten. In de plaats van den aangewezene
is de heer Van Bosse getreden, die waarschijnlijk
meer als financier dan als koloniale hervormer
zil optreden. Dat de belangen van Indie niet
zullen achterstaan, daarvoor is het kabinet tegen
over de liberale partij en de natie borg.
Met ingenomenheid begroet het blad voorts
het denkbeeld om een ministerie voor openbare
werken aan te stellen onder den heer Tak van
Poortvliet. Er is door Heemskerk op ’t gebied
der openbare werken genoeg, overgelalen, dat
met krachtige hand aangeval behoort-te worden,
terwijl de heer Tak, behalve groote bekwaamheid
en ijver, tevens de andere onmisbare eigenschap
voor deze laak bezitontevredenheid met het
bestaande.
Van de hh Gleichman, Smidt, Wichers en De
Roo koestert de N. R. C. de beste wenschen en
verwachtingen. Van den arbeid sprekende die
den premier, den heer Kappeyne, wacht, zegt het
blad «Om niet meer te noemen dan twee zaken,
onderwijs en openbare gezondheid, heeft hij lot
allereerste taak de schoolwel, zoolang het spel
der staatszucht, voor de liberale partij een natio
nale levensvraag Voorts de wet op het hooger
onderwijs, die in handen van zijn voorganger een
middel is geworden om het hooger onderwijs in
den grond te bedelven. In zake de openbare
gezondheid, eenmaal door hem onder de eerste
regeeringszurgen geteld, slaat de heer Kappeyne
I voor een toestand, die een beschaafd volk tol
I schande is. Daar wachten met ongeduld de
allereerste belangen des volks op een kloeke hand.
Een nieuwe epidemien-wet, een wet op de ver-
valsching van eet- en drinkwaren, een begrafe
niswet, die onwillige besturen belet gezondheid
en leven der menschen le wagen, een wel tegen
het verontreinigen van openbare wateren, de wet
op den kinderarbeid ziedaar voorloopig een
en ander, dat wij van den heer Kappeyne wach
ten.’’
i Het oordeel van de Arnh. Crt. is zeer gema
tigd. Na er op gewezen te hebben, dat de cri
sis op de eenig logisch en eenig constitutionele
wijze is geëindigd, constateert het blad drie za
ken die met ’t oog op de samenstelling van
't nieuwe kabinet dadelijk de aandacht trekken
1°. dat er geene oud-ministers in zitten, met
uitzondering van den heer Van Bosse die ech-
I ter, na zijn Jangdurigen rusttijd, wel mag gelden
voor een splinternieuw minister2°. dat vier
van de zeven ministers zijn gekozen buiten de
kamer3° dat er geen katholiek in dit kabinet
zitting heeft.
Alle drie deze punten zijn voordeelen. Oud-
ministers moeten niet uitgesloten worden, maar
I oude-kiinisler-anlecedenlen kunnen soms storend
werken. Ook is het goed, dat er leden buiten
1 de Kamer optreden, wijl zij de zaken veelal ob
jectiever, althans met minder wrok opnemen dan
de verhitte parlementaire strijders ’t Meest ge
wichtig is echter het niet aanwezig zijn van een
katholiek. Niet dat hel blad iets tegen katholie
ke ministers heeft, maar tot nu tce werd steeds
een lid gekozen, niet omdat hy bekwaam, maar
De Staatscourant van Dinsdag bevat het
koninklijk besluit tot instelling van een ministe
rie van waterstaat, handel en nijverheid. Aan
het hoofd van dat clepartement wordt de zorg
opgedragen betreffende waterstaat, spoorwegen,
posterijen, telegrafie, openbare middelen van ver
voer, scheepvaart, Rijn-, Maas- en Scheldevaart
zeevisscherijen, stoomtoestellen, fabriekwezen, ijk
wezen, landverhuizers, mijnwezen en octrooien.
Bij de vaststelling der begroeting voor 1878 en
volgende jaren zullen de uitgaven van dat depar
tement een afzonderlijk hoofdstuk vormen.
De Staatscourant bevat thans ook de benoeming
van den heer Tak van Poortvliet tot Minister van
het departement Waterstaat, Handel en Nijver
heid, met ingang van 8 November.
naar men aan
een gepensioneerd officier van
vergiftiging gestorven, na het ge-
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
ADVERTENTIËN
voor eiken regel meer za
langrijk lager. Voorwaarden
Uitgever.
Omtrent het gebeurde met de Nederlandsche
visschers op 28 October bij het eiland Norderney,
wordt aan een der Berlijnsche bladen nader het
volgende gemeld
De vischhandelaar Oterendqrp aldaar had, we
gens de overdreven eischen der Norderneysche
visschers, negen Hollandsche visschers geëngageerd,
die voor zijne rekening met hunne eigene vaartui
gen op de schelvischvangst waren uitgegaan. De
Norderneyers, dientengevolge niet meer zulke hoo-
ge prijzen kunnende maken als vroeger, hadden
reeds sinds eenigen tijd heftige bedreigingen legen
Oterendorp doen hooien doch zonder dat men
daarin gevaar zag. Op genoemden avond echter,
terwijl drie Hollandsche vaartuigen nevens de Nor
derneysche ter reede lagen, kwam het tegen 8 ure
eênsklaps tot ernstige ongeregeldheden. Ongeveer
twee honderd visschers deden onder een hevig ge
schreeuw een aanval op de Hollanders, enterden
hunne schepen, sloegen met bijlen en hamers al
les in stukken, sneden de zeilen en netten aan
flarden en gingen ook oveiigens zoodanig te werk,
dat de Hollanders genoodzaakt waren in zee te
springen en naar de nabijliggende Hamburger sche
pen te zwemmen. Daarop trokken de aanvallers,
door overmatig gebruik van sterken drank nog meer
opgewonden, naar het dorp, alwaar hunne aa.,voer-
j ders iederen visscher, die niet dadelijk met hen
wilde mede gaan om verder tumult te maken, met
vernieling van zijn vaartuig bedreigden. Zoo trok
de woeste hoop naar het huis van den heer Oteren-
De Nederl. Spectator bericht, dat, op voordracht
van Mr. W. B. S Boeles, het Bestuur van het.
Friesch Genootschap van geschied-, oudheid
beslbten heeft de geschiedenis der
Franeker Academie zoudra mogelijk ter perse te
leggen.