GEHEEATE EN HET ARROKD1SSE1IENT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
i
No. 99.
A R G A N G
12 DECEMBER.
WOENSDAG
KLEUR BEKEND?
W E E K M A R K T.
lA
Maandag 24 December c. k.
Woensdag 2 Januari e. k.
1
J
n
A.
B
is,
n-
in
n,
in
>j
'S
1817.
:n,
al. 1
S w i k I K (01 Ki VI
B! .ril-» I-
n.p
WETHOUDERS
van
UIT DE TWEEDE KAMER.
10 millioen minder rente
voor
PERS.
D E
U I T
3
t.
i
78,
ele
n
>t
Deze COURANT versclnjnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
is
n
!i
n
n
0-
ÏR
cht
de
aar
dat
eer
3U-
be-
I-
n
n
Volgens het Dagbl. geldt de geheimzinnige
«diefstal’’ aan het departement van ootlog een zaak
van zoo luttele beteekenis, dal zy der vermelding
niet waardig is te achten.
verleend
hoop van
ig-
paden tegenstrijdige belangen hebben, die hen
elkaar doet wantrouwen en hen naijverig, ja
zelfs vijandig, tegenover elkander plaatst.
Bondgenooten voor zoover het den strijd geldt
tegen onze nieuwere staatsinstellingen en staats
begrippen, en als zoodanig krachtige bestrijders
van het liberalisme, zouden zij zeker oogenblikkelijk
de wapens tegen elkaar keeren, zoodra zij den
gemeenschappelijken vijand hadden overwonnen.
Dit 's eene waarheid, die beiden in den laalsten
tijd zeer goed schenen te gevoelen.
Toch schijnt de vraag: Rome of Dorth vóórop?
in zooverre opgelost te zijn dat de leider der
oppositie ’t zij dan dat hij als zoodanig bij
overeenkomst is aangewezen’t zij dat hij zelf
zich heeft opgeworpen gevonden is.
Rome schijnt vóórop te zullen gaan, zij ’t
dan ook zonder bepaald de ultramontaansche kleu
ren te verloonen. Deze zouden dan ook mis
schien te schril zijn, zelfs voor de oogen der
«vrienden’’, die zich met hem ten strijde aaogor-
den tegen de liberale regeering, die thans aan
het hoofd des bewinds is opgetreden.
r
De Stand, is alles behalve ingenomen met den
uitslag der algemeene beraadslagingen over de
staatsbegroting. Naar constitutioneelen eisch ver
wachtte men hier het groote debat van hetjaar,
de gala-voorstelhng van hel parlementaire drama,
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer T'/3 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk Jager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
het tournooi a fond van de helden en ridders
onder onze volkstribunen, en in stede daarvan
heeft hel debat niets opgeleverd dan een discus
sie over bijzondere punten, terwijl het onmisbare
slechts even door de reten kwam gluren
Het blad splitst zijn grieven in een viertal op.
merkingen 1. Is hel «Rome voorop 1” ten tw-
neele gevoerd en de positie van het centrum
door het progiam, onlangs in de Tijd opgeno-
men, officieel bezet2.-hebben de anti-revolutio-
nairen de eenige goede en natuurlijke gelegen
heid ongebruikt voorbij laten gaan, om de posi
tie af te bakenen door de gewijzigde omstandig
heden geëischt. Waf hel blad ook gevreesd had,
op zulk een onverklaarbare houding van zijn par-
tijgenooten was hel niet voorbereid. In de 3e
plaats is het kabinet op onmanhjke wijze ont
vangen. De ontvangst was beleefd, welwillend,
maar waar een tegenstander met verpletterende
overmacht tegen u optreedt, daar is een riddèr-
saluut, waarop geen slaan aan het gevest volgt
niet beleidvol, maar laf. Eindelijk ten 4. is er
plichtverzuim gepleegd tegenover het land, wijl
er bij het optreden van een nieuw kabinet licht
behoort op te gaan over de politieke voornemens
en men de deugdelijkheid der beginselen dient
te bepleiten.
.ciewezen hersteld hebben, zoodat wij 300 millioen
konden’ am oriiseeren en 10 millioen minder rente
betalen.
De heer Haffmans antwoordt, dat wij juist daar
om nu ook ons crediet kunnen aanspreken voor
productieve werken. De minister van financiën is
dit met spreker eens. Men moet zich niet te veel
in schrikbeelden verdiepen. Men vergete niet dat
wij al onze spoorwegen uit de Indische overschot
ten hebben aangelegd, zoodat, als nu de bijdrage
tijdelijk vermindert, wel degelijk een leening te
pas komt. Ook hij hoopt dat de oorlog met Al
ehin spoedig zal eindigen.
De heer de Meyier, nieuw benoemd lid
Haailem, is beëedigd en toegeiaten.
Bij de voortgezelte beraadslaging over hoofd-
„Sj.uk V (binnenl. zaken) in de zitting van Vrij
dag j 1., werden, bij de afdeeling «hooger onder
wijs” door verschillende sprekers wijzigingen aan-
bevolen in hel kon. besluit tot uitvoering der wet
op ’t hooger onderwijs, vooral wat aanging het
leerplan der gymnasia en de regeling der exami
na. De minister Kappeyne verklaarde, over het
leerplan voorde gymnasia overleg te zuilen ple
gen met den inspecteur Een geheel nieuw leer
plan acht de minister noodzakelijk, en mocht dit
niet te verkrijgen zijn dan door wijziging van de
wel op het hooger onderwijs op dit punt dan
zal hij daartegen niet opzien Den inspecteur
zou hij opdragen, op te geven wadr deze de in
richting van gymnasia wensche'ijk acht. De be
langen van het gymnasiaal onderwijs mogen ech
ter niet aan het belang der gemeenten worden
opgeofferd. Met de examenregeling staat de be
noeming van professoren in verband Met groo
te bezadigdheid dient gehandeld te worden, om
niet een te groet aantal professoren te benoemen.
Op de vraag van den heer Teding van Berkhout
betoogde de minister nog, dat een locale en roya
Ie behandeling tegenover de Synode, ny de 1e-
geling van het aanvullings-onderwijs in de theo
logie, wenschelijk was, daar de regeering zoodoen-
BURGEMEESTER en
SNEEK maken bekend
dat wegens hel invallen van den 1 en Kerstdag
en van den Nieuwjaarsdag op Dinsdag, de
WEEKMARKT Ie SNEEK van den 25 Decem-
e. k. zal worden gehouden op
en die van 1 Januari op
Sneek, 3 December 1877.
J. van DRIESSEN, Burgemeester.
S. HAAGSMA, Secretais.
de vrijer werd in de keuze van hoogleeraren in
de theologie.
Een voorstel van den heer van der Hoeven
om den volgenden dag in de afdeelingen de kies
tabel nog niet te onderzoeken, gelijk door de
centrale sectie verlangd werd, is na discussie,
waaruit bleek dat de regeering een spoedig on
derzoek en spoedige behandeling wenschtook
met het oog daarop dat de Kamer voltallig zij
als de wet tol regeling van hel lager onderwys
aangeboden wordt, verworpen met 42 tegen 25
stemmen,
In de zitting van Zaterdag werd de behande
ling der begrooting voor binnenlandsche zaken
voortgezet.
Bij de afdeeling armwezen kwam de quaestie
van de levensverzekering maatschappijen ter spra
ke. De Minister zou met zijn ambtgenoot van Jus
titie overleggen eene weltelijke regeling der zaak,
gepaard met intrekking der bestaande besluiten.
Hoofdstuk 5 is daarna eenparig aangenomen
Bij de algemeene beraadslagingen over hoofd
stuk Marine besprak de heer Gasembroot de on
zeewaardigheid van het schip «de Koning der
Nederlanden”, terwijl de heer van der Loefl op
nakoming van het programa van 1874 aandrong.
De Minister van Marine nam de verantwoorde
lijkheid van de uitzending van «de Koning der
Nederlanden” naar Indie op zich en beloofde,
behoudens buitengewone tijdsomstandigheden, ver
mindering van het budget in de toekomst.
De beraadslagingen over het hoofdstuk marine
zijn in de zilting van gisleren (Maandag) voortge
zet. De minister handhaafde nogmaals tegenover
den heer De Gasembroot zijn inzichten omtrent de
moeilijkheid van uitzending van den Koning der
Nederlanden naar Indie, maar gaf aan den heer
Van de Putte toezegging, te zullen overwegen of
vóór de uitzending een wijziging in de lijnen van
hel achlerschip, geraamd op 3 ton, wenschelijk is.
Na verwerping van twee amendementen van den
heer De Gasembroot, omtrent den aanbouw van ri
viervaartuigen en de aanstelling van een adviseui
voor scheepsbouw, is het geheele hoofdstuk una
niem aangenomen. Hoofdstuk nationale schuld is
unaniem aangenomen na discussien, waaiin de
heer Wintgens wees op het groote gewicht van het
hoofdstuk, daar nu leeningen in het verschiet zijn
en veihooging van lasten. Hij schiijftdeze nood
zakelijkheid vooral toe aan den oorlog met Atchin,
en meent dat als een leening noodig ware gelijk
’t geval is, het dan moest zijn een oorlogs- en niet
een spoorwegleening. In den loop zijner rede bracht
hij hulde aan Van den Bosch en Van Hall, die de
productiviteit van Indie en het Nederlandsch finan-
De vervolging tegen de Gelderlander ingesteld
in zake het opnemen van bedreigingen tegen
Roomsch Katholieken, die op eenigerwijze zouden
medewerken bij de verkooping van een deel der
St. Agatha-goederen, geeft hel Dagblad aanleiding
tot hel trekken van een lijn van vergelijking tus-
schen hel afgetreden conservatieve kabinet en het
nu opgetreden geavanceerde. Waar het vorige
op de heftigste taai der R. K. bladen het stil
zwijgen bewaarde, krachtig door hetgeen het zijn
goed recht meende te zijn, grijpt hel geavanceer
de onmiddellijk naar stoffelijke middelen van ver
weer; zij, die steeds in theorie de vrijheid ver
heerlijken als het beste middel tegen de uitspat
tingen der vrijheid, zoeken nu in de practijk in
den arm der wet een argument tegen de ver-
oordeeling of miskenning van een regeeringsdaad.
Het Utr. Dagbl. is het met deze oordeelvelling
niet eens. De vervolging zegt dit blad
wordt niet ingesteld wegens afkeuring of ver-
oordeeling, maar wegens belemmering van een
regeeringsdaad, en het strekt niet ter bevordering
der verdraagzaamheid wanneer een poging van
het gezag om verzet tegen de wet te keer te
gaan, aan onze R K. landgenooten wordt voor
gesteld als een daad van onderdrukking der vrije
uitingen van de openbare meening De R. K
hebben het recht even goed als ieder ander, om
elke daad der regeering te beoordeelen en te
veroordeelen> -en van dat reeht schromen'zij nu,
evenmin als ooit te voren, een ruim gebruik te
maken. Werden zij daarin verkort, dan zou ie
der die de vrijheid lief heeft mede voor hen in
de bres moeten springen. Maar de R K. zyn,
evenals ieder ander burger van den staatge
hoorzaamheid aan de wel verschuldigd en een
regeering die daaraan de hand doet houden, wan
neer zij meent dat daartegen gezondigd wordt
verdient geen blaam, alsof zij de vrijheid aanrand
de, maar lof, omdat zij den waarborg voor elke
goed geordende vrijheid: gehoorzaamheid aan de
wet, in stand tiacht te houden.
Dat een ministerie Kappeijne ónmogelijk de
sympathiën kan hebben van de kerkelijk-polilieke
partijen, behoeft niet gezegd te worden.
Hadden zij vroeger aanvankelijk hun steun
aan het ministerie-Heemskerk, in de
dien kant zekere concessies te zullen
verkrijgen voor hunne kerkelijke aspiraties, en
waren zij ten slotte geëindigd het dien steun te
onthouden, omdat het ministerie-Heemskerk hun
in die verwachtingen bitter had teleurgesteld
van een ministerie-Kappeijne hebben zij in dit
opzicht natuurlijk in 't geheel niets te verwach
ten.
Was toch de heer Heemskerk tamelijk kneedy
baar op het punt van beginselen, en is ’t hem,
die ’t toch zoo gaarne ieder naar den zin zou
hebben willen maken, als men hem ’t ministerieel
leven maar gunde, reeds bij ervaring geble
ken, dat het eene onmogelijkheid is, om ’t de
kerkelijke partijen in ons land naar den zin Ie
maken van een minisleiie Kappeijne, naar
wiens beginselen men in ’t minst niet behoeft
te raden en wiens politiek program bekend is
kan men tegenover de kerkelijk-polilieke partijen
hoegenaamd geen transactie verwachten.
’t Is dan ook voor ieder duidelijk, dat deze als
besliste politieke tegenstanders tegenover elkander
moeten staan.
Èn de ultramontaansche partij èn de anli-re-
volulionairen, mèt het handjevol dat er nog van
de conservatieve oude garde overbleef, zien zich
beslist hunne plaatsen aangewezen. Hun plaats is
in de oppositie!
Nu de liberale partij echter, nauwer
aaneengesloten en sterker dan ooit in de Ka
mer vertegenwoordigd, uil haar midden
een ministerie zag optreden, dat krachtig werk
zaam belooft Ie zijn in vooruitg aande richting,
en nu de conservatieve partij, die vroeger steeds
als leider der oppositie tegen de liberalen met
vliegende vaandels en slaande trom in ’t parle
mentair tournooiveld trad, nagenoeg verdwenen
is en de enkele veteranen moeite hebben de eer
van het oude vaandel op te houden nu kón
het wel niet anders; of de leiding der oppositie
moest ook in andeie handen overgaan.
Met hel oog op de tegenwoordige partij-forma-
ties en vooral ook met het oog op de tijdsom
standigheden, deed zich echter de vraag voor
aan wie der oppositie-parlijen die leiding zou
worden opgedragen.
Rome of Dorth vóórop dat was de vraag
Oogenschijnlijk was die vraag niet moeilijk te
beantwoorden. Aan de ultramontaansche partij,
als verreweg de sterkste in getal en de meest
aaneengeslolene tevens, kan men moeilijk het
recht betwisten, om onder deanti-liberale fracties
den voorrang te hebben. Aan haar dus de lei
ding der oppositie 1
Intusschen, hoe schijnbaar billijk ook, dat de
invloed der partijen geëvenredigd is aan hare
kracht men verlieze vooral met uil hel oog,
dat Rome en Dorth niet gemakkelijk onder één
hoed te vangen zyn; dat zy van nature anti-