GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE
L
0
1IHS. 0
neek.
No. 6.
1878.
ZATERDAG
19 JANUARI.
!HTEN
r
1
KIESRECHT.
BEZÜINIGI
07%%
f 12,H
1
1
RFF‘ 0
inp, J
J)
De Commissaris voornoemd.
- aear
PERS.
i --
Mirandulle en Idzerda.
heeren Blussé en van de Pulte.
Het N
van
ardeer-
B X N E X L A X
Ingelsch
euss en
zoo de
I begaf,
de Dar-
gegrond.
omen.
aan
op-
tje.
62,50,
Here)
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
N'.
int)
i Porte
icha als
t heden
t Niko-
63,00 4
ƒ--;
36/8
64,00,
62,— a
gevoerd
Lamme-
i 0 Paard,
eren
ren
64
i ƒ-
TEX
De Nouvelles de Versailles wil weten, dat de
Prins van ©ranje met eene dochter van Koningin
Victoria huwen zal. Dit bericht zou ontleend zijn
aan een brief van het huis Hope.
reilende
e wor-
mnsfield
gen van
ƒ--
a ƒ39.—
bericht
ing der
Widdin.
ivergave
>or hel
i Croot-
et Kus-
zullen
;edecld
ƒ9
13
a
62,—,
De Gemeenteraad van Amsterdam heeft, op
voorstel van burg, en weth., afwijzend beschikt
op een verzoek van de heeren Veen en anderen
te Sneek, om den Minister van binnenlandsche
Zaken een adres te zenden, teneinde aan te drin
gen op het graven van een kanaal van Stavoren
over Sneek naar Leèüwarden.
Dezer dagen werd melding gemaakt van een
persoon te Wildervank, die, om het koninkrijk der
hemelen te verdienen, besloten had 40 dagen te
vasten, althans geen vaste spijs te gebruiken. Zijn
vrouw, die, wegens de consequentie waarmede de
proef werd voortgezet, voor ’t lichamelijk welzijn
van haar echtvriend begon te vreezen, heeft aan
de zaak een eind gemaak t door een harer bekenden
i bezet,
e Porto
olen.
jens be-
zolmach-
Ikwartier
Men schrijft uit den Haag aan de Zutph. Ct.
jNaar ik verneem, zal de Tweede Kamer zeker
niet voor Maart terugkomen. Op dit oogenblik
zou er dan ook voor de kamer geen werk zijn.
Aan de verschillende departementen is echter
reeds veel in voorbereiding, zoodat de afgevaar
digden in Maart waarschijnlijk weer grondstof
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
In ’t Venloosch Weekblad wordt de noodzake
lijkheid betoogd van betere aaneensluiting der
Roomsch katholieke kamerleden. Zij zijn te voor
zichtig en te bescheiden, en hoewel zij als katho
lieken bestreden worden, zij durven zich toch niet
als zoodanig verdedigen. Zoodra er sprake is van
het vormen eener partij, deinzen zij schroomvallig
terug. T Is wel mogelijk, dat men na een partij-
formatie nog heftiger op de Roomschen zal gebeten
zijn dan nu, maar men zal hen dan respecteeren,
terwijl men hen zal verachten als zij zich vrees laten
aanjagen. Met een aanhaling uit de rede van den
minister Kappeyne toont het V. W. daarom aan,
dat de Roomschen een partij vormen en een goed
georganiseerde ook.
«Wat ons ontbreekt zoo vervolgt het blad
Is, dat onze afgevaardigden niet even vast aaneen
gesloten zijn als de kiezers daar buiten, die hen
zonden. Uit een idéé voorlgesproten, behoorden zij
als klissen aan elkander te hangen, en zij doen
het als droog zand. Elk stuurt zijns weegs en nie
mand weet waarheen, ’t Is treurig en noodlottig
tevens. Op deze wijze hebben de katholieken alle
nadeelen eener partij, zonder de voordeelen. Wel
den haat maar niet den invlóed, niet de kracht.
Hoé zullen deze tirailleurs tegen de liberalen stand
houden, die als een phalanx, schouder aan schouder
staan, en op het kommaudo van den chef wachten!
De Arnh. Ct. maakt van deze beschouwing ge
wag, maar voegt er de opmerking aan toe, dat de
katholieke leden van de kamer beter hun plicht
begrijpen dan de redactie van het V. W. Art. 82
van de grondwet toch zegt wel niet: »de leden der
Tweede Kamer hangen als droog zand aan elkan
der,” maar: »de leden stemmen elk volgens eed en
geweten.” Had de grondwet het anders gewild, zij
had kunnen bepalen zij het ook niet met de
kernachtige uitdrukking »de leden hangen als klis
sen aan elkander” «de leden stemmen zooals
hun door hunne partij gelast wordt.” Bij gelegen
heid eener grondwetsherziening zoo besluit de
A. C. kan de redactie van het V. W. deze of
soortgelijke redactie in overweging geven; zoolang
de tegenwoordige grondwet bestaat, zal men er
zich aan moeten onderwerpen dat de leden, de
Katholieke en de Luthersche en de Israëlitische
en de Protestantsche, zelfstandige volksvertegen
woordigers zijn en geen klissen.
ERDAM
15 Jan.
64%
12%
12%
49%
92%
88%
74%
56'Z
53%
9%0
102%
11%
60%
De VOORZITTER van der. GEMEENTERAAD
van Sneek noodigt, ter voldoening aan art. 7
der wet tot regeling van het Kiesrecht enz. van
den 4den Juli 1850 (Staatsblad no. 37), de in
woners dezer gemeente uil, om, zoo zij elders
in de Directe Belastingen zijn aangeslagen, daar
van vóór den 15en Februari e. k., hetzij door
de aanslag billetten, hetzij door andere daartoe
betrekkelijke bescheiden, te doen blijken.
Sneek, den 15 Januari 1878.
De Voorzitter voornoemd,
J. van DRIESSEN.
Ned.-Indie op
Het Vad. verneemt ook uil goede b<-on, dat
Het bericht, als zou de heer Lansbeighe wegens
ziekte zijn ontslag hebben verzócht als Gouv -
Generaal van Ned.-Indie, geheel uit de lucht ge
grepen is.
De Commissaris van Politie te Sneek, herin
nert de ingezetenen aan Art. 191 der politie
verordening, hetwelk lui 11
Op het eerste gerucht van brand, zijn de hoof
den des h'iisgezins van de tien aan weerszijden
van het biandende pand gelegene woningen ver
plicht, terstond een emmer met water vóór hun
ne woningen op straat beschikbaar te stellen.
Bovendien zal zoo de brand tusschen zons-
onder- en opgang plaats heeft, voor eene der
voorramen der huizen in de geheele wijk, waarin
de brand ontstaat, licht brandende gehouden wor
den, vau ’s nachts 12 uur tot zonsopgang.
Zullende hieraan streng de hand worden ge
houden.
De Haagsche correspondent der Zutphensche
Crt., deelt mede, dat de commissie van vyven
uit de liberale partij van de Tweede Kamer, welke
commissie eerst door het overgaan van den heer
de Vries naar den Raad van State en later door
het verhuizen van de heeren de Roo en Smidt
naar de Ministertafel onvoltallig was gewoiden,
thans is aangevuld met de heeren van Houten,
Mirandvlle en Idzerda. De twee overige leden,
die in deze commissie zitting hebben, zijn de
v. d. D. zegt in staat te zijn het
de Midd. Ct ontleende bericht omtrent de
treding van den heer Fransen van de Putte als
Gquv.-Generaal van Ned.-Indie op de stel
ligste wijze tegen te spreken.
Te Rotterdam is eene vergadering gehouden
ter bespreking van de wenschelijkheid van het
instellen van een Kamer van arbitrage voor han-
delsgeschillen. Eene commissie zal de zaak voor
bereiden.
voor het Staatsblad genoeg zullen vinden In
Februari wordt ook de schoolwet van mr. Kap-
peijne verwacht. Voor concessie aan de klerika-
len maakt zich niemand meer bevreesd, maar
toch ’is men zeer nieuwsgierig, of de regeering
den moed zal hebben, den knoop flink door te
hakken. Zonder geld uit de Staatskas zal dat
natuurlijk niet gaanmaar ik maak mij geen
oogenbLk bevreesd, dat onze Minister van Binnenl.
Zaken daarvoor zal terugdeinzen. Om de groote
kosten van defensie mag de volksontwikkeling
niet lijden, heeft onlangs de nieuwe Minister van
Oorlog gezegd en zoo sprekende heeft hij on
getwijfeld ook het gevoelen zijner ambtgenoot en
uitgedrukt.
«Maar hoe meer geld de Minister van Binnenl.
Zaken van zijn ambtgenoot van Financiën vraagt
voor verbetering en uitbreiding van het lager
onderwijs, des te meer nieuwe belastingen zullen
er moeten worden uilgeschreven. En dat de
Minister van Finantiën daarmede verlegen zit
verwondeit mij nog minder dan vroeger, nu ik
het voorloopig verslag op het wetsontwerp tot
herziening van de ongebouwde eigendommen heb
gelezen De een wil dit, de ander wil dat; maar
wat de meerderheid in de Tweede Kamer nu ei
genlijk wil, dat kan men uit het verslag over dit
ontwerp onmogelijk opmaken.”
Er wordt in den laalsten tijd dikwijls geklaagd
)ver de zware belastingen, die wij ten behoeve
|an het Rijk, de Provincie en de Gemeente moe-
en opbrengen.
Nu is het zeker niet te ontkennen, dat er door
ien Nedei landschen staatsburger jaarlijks heel
Wat naar de respective belastingkantoren meet
worden gebracht, terwijl de lasten nog alle jaren
iwaarder worden, naarmate de behoeften toene
men, zelfs zóó, dat het telkens moeilijker wordt
om evenwicht te houden tusschen de uitgaven en
nkomsten. Immers: toenemende ei»chen eener-
tijds en de moeilijkheid om de inkomsten met
lie eisehen gelijken tred te doen houden ander-
tijds, doen bezwaren ontstaan, die vaak niet ge-
nakkelijk kunnen worden te boven gekomen.
Wat bijv, de huishouding van Staat aanbelangt,
staan wij reeds voor te korten, niettegenstaande
de staatsbegroofing over 1877 een eindcijfer aan
wees van f120 000000, wat zeker nog al een
respectabel sommetje is voor eene bevolking van
aog geen vier milhoen zielen.
De door den ex-minister van der Heim inge-
liende begroeting voor 1878 gaf zelfs een eind-
tijfer aan van f 121,052,941,22’, met een ver-
noedelijk té kórt van f9,531,211,22’
Er zullen dus voor de groote huishouding van
Staat weer nieuwe bronnen van inkomsten
noeten worden gezocht, tenzij belangt yke be-
luinigingen kunnen worden aangebracht.
Als we de cijfers van bovengenoemde Staats
begroting nagaan, dan zien we op die voor
1878, dat de «innemende”, maar weinig «pro
luctieve” departementen van Oorlog en Marine,
especlivehjk f24,100,000 en f 13,781,084,463
Vroegen cm hunne waardigheid op te houden;
ïene ophouding van waardigheid, die ons alzoo
op nagenoeg 38 millioen guldens of ruim der
jeheele uitgaven te staan konit.
’t Komt ons voor, dat op die onverzadelijke
lepartementen wel eenige miilioenen konden be
zuinigd worden, zonder dat onze huishouding
tan Staat er schade door zou lijden.
tuiging, die trouwens door velen met ons ge
deeld wordt dat het eene dwaasheid is, voor
een landje als ’t onze, er zoo’n weelderig de
partement van Oorlog op na te houden. De
miilioenen, daaraan sedert jaren met kwistige
hand weggeworpen, konden vrij wat nuttiger be
steed en vrij wat meer productief gemaakt wor
den, indien ze bestemd werden voor werken des
vredes en dienstbaar gemaakt aan de intellectu-
eele en moreele ontwikkeling des volks.
Als tegenstelling nu met hetgeen Oorlog en
Marine jaarlijks verslinden, maakt het cijfer, 't welk
van Rijkswege aan het Onderwijs wordt besteed,
al een bitter treurige figuur.
Dat is te meer te betreuren, omdat de uit
gaven voor het onderwijs, die in de laatste jaren
enorm zijn loegenomen, nu bijna geheel op de
schouders van de gemeenten zijn gelegd, wat in
vele gevallen weinig bevorderlijk is voor zijn bloei,
omdat onderscheidene gemeentebesturen zich on
genegen betoonen daarvoor ook njaar een stuiver
meer uit te geven, dan waartoe zij, ingevolge de
wet, verplicht zijn, terwijl zelfs de voorbeelden
niet zeldzaam zijn, dat men door allerlei sloop
jes” zelfs de voorschriften der wet tracht te
ontduiken.
Dat "een en ander nadeelig moet werken op
het openbaar onderwijs, dat, volgens art. 194
der Grondwet, een svoorwerp van aanhoudende
zorg der Regeering” moet zijn zal door nie
mand kunnen worden ontkend. Die «aanhouden
de zorg” zal dan ook-op andere wijze moeten blij
ken dan tot nu toe, zal zij aan het erondwelte-
lijk voorschrift beantwoorden. M a. w. het Rijk
moet althans een gedeelte en dan nog wel
een belangrijk gedeelte overnemen van de
kosten voor het openbaar onderwijs, waardoor
thans vooral die gemeenten bovenmatig worden
gedrukt, die geen sloopjes” zoeken cm de Wet
zooveel mogelijk te ontduiken, maar die, haar
loyaal uitvoerende, zich geplaatst zien voor fi-
naulieëlebezwaren,welke hare krachten tenslotte
te boven zouden kunnen gaan.
De saanhoudende zorg” der Hooge regeering
moet dus daarheen gericht zijn, dat de sbedel-
penning”, die jaarlijks op de staatsbegroofing
voor ^Onderwijs” wordt uitgetrokken, op een
waardig cijfer worde gebracht, en dit kon o. i. zeer
goed geschieden zonder belasting-verhooging, als
men Oorlog en Marine maar behoorlijk wilde
kortwieken.
UIT DE
Met het optreden van het nieuwe ministerie,
waarin de heer de Roo als minister van Oorlog
titling nam, is, wel is waar, eenige bezuiniging
•p het budget van Oorlog aangebracht, maar van
;roote beteekenis is dit niet. Dat er op ons
veelderig en improductief oorlogs-budget, ’t welk
telken jare een hooger eindcijfer aanwijst, een
Jaar millioen geschrapt konden worden, bewijst
teer zeker, dat de nieuw opgetreden minister ge
degen is wat te bezuinigen wat zeker prij.
lenswaardig, is maar zoolang onze vertegen
woordiging voortgaal nog ruim 22 miilioenen toe
le staan aan den Oorlogsminister hij heete
ian liberaal of conservatief zoolang kan o. i.
liet in ernst worden beweerd, dat er nog niet
heel wat valt te bezuinigen op onze staalsbe-
jrooting.
Wij hebben er vroeger bij hei haling op ge
vezen en herinneren er thans op nieuw aan,
at het onze innige overtuiging is eene over-
3-