GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNERK.
NEWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
DE «ILLIOEfflfAESTffl.
1
p»!
L J
1878.
No. 20.
D R I K-E N-E> E R T 1 Gr S T E J
9 MAART.
ZATERDAG
r
EN
T 1
I.
'O i
r
i
4
4
•i
- j
SUIKER C
,50,
,00,
Idem tegen dat
onderzoek.
PERS.
D E
U I T
de
j
I
1,50
00.
2,00
?d
nen
and
van
en
ren
end
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
len
ie-
ecr
J a
0
Iza-
bui-
■ge-
sir
itig
be
lie-
ten
or-
dat
on-
‘P-
l>e
•er
ge-
d
me.
len.
O a
la
ijer
OO
On
tp
ak.
!St*
H ’.S*-
Er is reeds heel wat gesproken en geschreven
Over de vraag; of Nederland zich met succes zou
kunnen verdedigen tegen een eventueelen aanval
van builen.
Die vraag werd vooral gedaan sedert Duilsch-
iand meer en meer als militaire mogendheid op
den voorgrond getreden was en als zoodanig voor
V M
U
/is
za
's
komen, dat die uitgaven productief zouden moe
ten worden gemaakt, de blijde boodschap te ver
nemen, dat we nagenoeg weerloos zijn Was
het wonder, dat onder dergelijke omstandigheden,
hel aantal van hen, die twijfelden aan de moge
lijkheid eener krachtige verdediging van Neder
land, met den dag toenam?
Wi
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
staan.
)9?/2
L 1
men een vroed en vroom katholiek kan zyn, zon
der de staatkunde van Rome’s priester te deelen.
En die dag zal komen nog 25 jaar verder
en wie weet of, waar wij hopen«het daghet in
het oosten”, men dan, aan de verhouding van
burgers tot burgers, van roomschen en onroom-
schen denkende, niet van uit het zuiden des lands
zal kunnen getuigen het is dag, want van de
Schelde tol aan de Lauwerzee, aan gene zijde van
den Moerdijk, zoowel als aan deze, heerscht de
zelfde geest, namelyk deze: «het vaderland bij
11 1 II
«Heden, Dinsdag 4 Maart, zoo schreef de
Zul f. Crt. in haar jongste nummer is het juist
25 jaar geleden, dat de thans overleden Paus
Pius IX, de brève uitgaf, waarbij 'de roomsch-
katholieke hierarchic in Nederland hersteld werd.
De gevolgen van dit feit zijn niet uitgebleven.
Voor 25 jaar kende men het ullramontanisme
slechts, bij naam, thans zijn de namen ultramon-
taan en katholiek, zooals dr. Schaepman onlangs
in een lezing te Utrecht verklaarde, eensluitend.
De goede oude pastoors, die met hun protestant-
sche collega’s op goeden voet stonden, ten platten
lande gezellige avondjes met hen doorbrachten
en daardoor de toenadering van roomschen en
onroomschen onder het publiek bevorderen, zijn
verdwenen jonge ijveraars, die hun kracht zoe
ken in isolement, zijn voor hen in de plaats ge
treden. Het mandement der bisschoppen heeft
den strijd tegen de openbare lagere school aan
gebonden; het zuiden is vervreemd van het Noor
den, het liberaal-kalholicisme ligt vertreden en
vernederd ter aarde, ja, op welk gebied heeft
Rome sinds dien tyd niet, als geheel, als eenheid,
ah kérk, zijn invloed doen gelden?
«Welk een verschil van toestanden en verhou
dingen nu en voor 25 jaar geleden 1 Zijn we er
op vooruitgegaan? De herstelling der bisschop
pelijke hierarchie heeft zeker lot het tegendeel
geleid, waartoe men meende dat ze leiden zou
namelyk tot het verbreken der goede oude verstand
houding tusschen burgers en burgers, waar men
gehoopt had op verbetering door wegneming eener
oude grief Wanneer wij ons dan het feit van 4
Maart 1853 herinneren is het niet dan met smart,
al blijven we hopen f dat ook onder de katholie
ken de dagen van hel ullramontanisme geteld
zullen zijn, «oodra zij beginnen te begrijpen, dat
goed zijne bloedige lauweren had geplukt bij
Sadowa en Sédan
Met bekommering zagen velen in ons land op
het succes van het zündnadel-geweer en op de
toenemende elasticiteit van de groote maag van
onzen oostelijkerï nabuur, die kleine staatjes in
slokte als pepernoten en grootere kortwiekte als
lamgeschoten adelaars.
De vrees voor meerdere annexatie-plannen van
Duitsch'and, ook opzichtens Nederland, begon bij
ons een epidemisch karakter te krijgen en legde
velen de vraag op de lippen zou Nederland in
staat zijn zich met succes te verdedigen tegen
een eventueelen aanval van zyr> machtigen na
buur Prijsvragen werden daarover uitge
schreven en verhandelingen werden er over
geleverd, en er waren, die de vraag beantwoord-
.den met een ja I een «ja 1” met ma.a..ren.
Die »ja-zeggers” waren meestal specialiteiten”,
die trouwens, door «neen” te zeggen, zich-zelf
dadelijk tot onnutte dienstknechten zouden hebben
gestempeld in den wijngaard onzer verdedigbaar
heid, waarin zij in de eerste plaats geroepen wa
ren handelend op te treden. Wij nemen zelfs
aan, dat dit «ja 1” bij velen oprecht gemeend
was maar hun voortdurend gekibbel over de
vraaghoe ons defensie-wezen dan eigenlijk wel
zou moeten worden geregeld welk «stelsel” van
verdediging men zou moeten kiezen en soort
gelijke vragen meer, waaromtrent bij de «spe
cialiteiten” zoo weinig eenstemmigheid bleek te be
slaandeed de niet specialiteiten reeds bedeokelijk
het hoofd schudden. Bij zóóveel onéénsheid on
der de heeren, die ’t moesten weten, moest er
wel wantrouwen ontslaan bij het volk, dat ver
standig genoeg was te begrijpen, dal men met
«krijgskundige’’ kibbelarijen den vijand niet van
zijn grenzen zou kunnen houden, terwijl deze ons
ook wel den tijd niet zou laten om de meerdere
of mindere deugdelijkheid van het eene stelsel van
verdediging boven het andere eerst eens tegen
over hem te beproeven. Men begon terecht te
twijfelen aan de mogelijkheid van de verdediging
van ons grondgebied tegenover een machtigen
vijand, ’t zij dan met welk «stelsel” ook.
Daarbij kwam nog, dat gedurende den Fransch-
Duitschen oorlog, toen ons leger gedeeltelijk ge
mobiliseerd en tot dekking der grenzen werd
uitgezonden, dal toen vrij duidelijk gebleken
was, dat het gehalte, de inrichting, bewapening,
om kort te gaande geheele organisatie van ons
leger, heel veel te wenschén overliet; dat dus
de millioenen schats, die jaarlijks ten behoeve
van ons defensie wezen door de natie moesten
worden opgebracht, eigenlijk vrij wel weggewor
pen geld was. Dopr mannen van het wak” zelfs
werd het niet ontkend, dat een en ander in vrij
deploiabelen toestand was en dat we op dal
oogeublik althans vrij weerloos waren tegenover
een zelfs niet té overmachtigen vijand.
Was het wonder, dat door veten op snijdend-
ironischen loon werd gevraagd: brengen wij daar
voor jaarlyks de vruchten van ons zweet en bloed
ten offer aan de onvei zadelyke departementen
van oorlog en marine, om bij de eerste de beste
gelegenheid, waarbij er sprake zou kunnen
H.l-
allen, boven alles.”
Eenigzins anders als de Zutf. Cour, laten zich
de Nederlandsche bisschoppen in hunne mandemen
ten aan de geloovigen uit, over het 25jarig feest; i
der herstelling van de katholieke hierarchie in
Nederla nd.
«Hel mag overbodig heeten, zegt o. a. msgr.
Schaepman, u ter waardeering van dit heugelijk
en gedenkwaardig feit aan te sporen. Maar de
dankbaarheid jegens God en den H. Stoel vordert,
dat wij de zegeningen ons te beurt gevallen her
denken. Door de herstelling der hierarchie werd
voor ons de laatste herinneiing aan een lang en
treurig verleden uitgewischi. Het gebed en het
lijden onzer vaderen, de heldenmoed der trouw
gebleven priesters en zendelingen, de heldendood
onzer heilige martelaren, droeg heerlijke, hemel-
sche vruchten voor ons. Had, zooals de aposto
lische brieven verklaren, de billijkheid en de recht-
zin der regeering reeds onze rechten erkend, ons
in de vrijheid doen deelen, de katholieke kerk
in Holland ontving met de bisschoppelijke hierar
chie weer haar vaste plaats in de gewone orde
der kerk. De buitengewone toestand, noodzake
lijk geworden door het lijden en door de ver
volging, verdweenwij traden weer in het bezit
der rechten en voorrechten, aan de gewone orde
van het kerkelijk leven verbonden'”
Wat de vruchten betreft, uit de herstelling der
bisschoppelijke hierarchie voortgesproken, daarover
spreekt de bisschop aldus«Wonderbaar heeft
God zijn kerk in Nederland in de dagen der ver
volging behoed. Hij heeft haar kracht gegeven
in lijden, geduld in vervolging, hij heeft haar ver
heven in volharding en trouw. Maar de dagen
van haar bloei, de dagen, waarin de innerlijke
schoonheid der vlekkelooze bruid hier openbaar
werd, hier zichtbaar voor allen, die dagen begin
nen met den dag, waarop de Paus van Rome de
oude orde herstelde naar den eisch der omstan
digheden en aan de kerk haar vaste kerkvoogden
hergaf. Toen traden de opvolgers der apostelen
weer op als de eigenaars der zetels, die zoolang
verworpen schenentoen voerden zij weer den
naam der bisdommen, die niet meer in de rij
der kerken werden genoemd. Van toen af werd
het kerkelijk leven geregeld naar de orde, die de
eischen van het recht eerbiedigend, de liefde be
vestigd en versterkt en de kracht van het geloof
vruchtbaar maakt naar Gods heilige wel. In die
vaste en krachtige regeling ontvingen de werken
uwer liefde een on waardeerbaren waarborg van
hun bestaan, maar tevens door hun nauwer ver
binding met de kerk een milde bron van ruimer
zegen Scholen voor de christelijke jeugd rezen
opgeestelijke instellingen, waarin zij, die naar
hooger volmaaktheid streven, een woonstede von
den en wij allen een voorbeeld, werden gesticht;
nieuwe parochiën getuigden van den vooi uitgang
des geloofs, nieuwe kerkgebouwen spraken van
de altijd levende kracht der oude belijdenis. De
bisschoppen van Nederland vereenigden zich plech
tig m een provinciaal concilieitt de diocesane
synoden werden de genomen besluiten tbt nut eu
stichting van allen vastgesteld en uitgebreid.’’
A A
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
Zaterdag den 9 Mrt. 1878, ’s nam. 6 uur.
Punten ter behandeling
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken enz.
3. Aanbieding van het verslag omtrent het
Lager Onderwijs over 1877.
4. Missive van HH. Brandmeesters omtrent
den toestand der bluschmiddelen.
5 Verzoek der bewoners van de School voor
K. O. om verhooging van bezoldiging.
6 Af- en overschrijvingen op de begrooting
van het O. B. Weeshuis, dienst 1877.
7. Idem op die der gemeente, dienst 1877.
8. Request van A. Velsink om afstand van
grond.
9. Idem van J. Rienslra, houdende hetzelfde
verzoek.
10. Reclames tegen het kohier der honden
belasting dienst 1878, en vaststelling van dat ko
hier.
11. Idem tegen dat van den hoofdelijken om
slag over hetzelfde dienstjaar met het rapport
dienaangaande der commissie van onderzoek.
Vaststelling van dat kohier.
Dat er in de hitte van den verkiezingsstrijd
nog altijd veel onheilig vuur op het altaar wordt
gebrand; dal de strijd voor beginselen nog maar
al te vaak ontaardt in een stryd over personen,
waarbij meerdere of mindere sympathiën en an-
tipathiën meestal een hoofdrol spelen en dan al
licht aanleiding geven dat, èn bij de aanbeveling
èn by de bestrjjding der candidaten niet altijd
i van de meest kiesche en eerlyke middelen wordt
gebruik gemaakt kan aan ieder bekend zyn,
die zich ook maar eenigzins op de hoogte houdt
van geen gedurende de verkiezingsdagen, zoo-
I wel in zyne onmiddellijke nabijheid, als elders
plaats heeft.
Ook in de laatste dagen hebben wij daarvan
uit de dagbladen weer staaltjes kunnen vernemen,
die weinig verkwikkelijke bijdragen leveren van
de wijze waarop nog maar al te vaak, ook bij
ons te lande, de verkiezingsstrijd wordt gevoerd.
Wy zouden hier slechts een kort resumé be-
hoeven te geven, van 't geen in het hoofdkiesdi-
I Strict Winschoten gedurende de laatst gehouden
verkiezing voor een lid van de Tweede Kamer is
voorgevallen, om reeds een bonte staalkaart te
krjjgen van allerlei ongerechtigheden, waardoor
de verkiezingsstrijd zich zoo al kan kenmerken.
Wij zullen dit echter niet doen, daar wij geen
L de minste lust gevoelen ons in dien «personen-
strjjd” te mengen. De liberale kiezers daar ginds
mogen dat onderling verder heel «liberaal” en in
I het «algemeen belang” uitvechten.
Wij hebben hier slechts aan het gebeurde te
Winschoten herinnerd, omdat, gedurende den al
daar gevoerden strijd, een vraagstuk ter sprake
ii gebracht dat, afgescheiden van den perso-
nen-strijd een vraagstuk «van den dag” kan
worden genoemd, omdat het zich bij elke nieuwe
keuze van candidaten telkens op nieuw zal
kunnen voordoen, hel vraagstuk namelijk over
het meer of minder wenschelyke van meerdere
of mindere uitgaven voor ons zoogenaamd defen-
sie-wezen. Want dit was eigenlijk de quin-
l lessens, de spil, waarom de candidatuur Brocx
draaide, nadat hij door den één was aanbevolen
als bezuiniger en door den ander bestreden als
ver maar loozer.
Afgescheiden nu van de personen-quaestie
en vooral afgescheiden van de wijze waarop deze
gevoerd Wérd interesseert ons dit vraagstuk
genoeg dm er eenige oogenblikken nader bij stil te