MEUWS- EN IDÏERTENTIE-ÜI.ID VOOR DE GEMEENTE EN MET ARRONDISSEMENT SNEEK, DE MILLIOENEN-QUAESTIE. ER! lisft 11 I No. 25. 1878. A R G A N G. ZATERDAG 23 MAART. k in. 0. t- I 1 I L I Sneek CIA. >4/.’ ere) De en. 12,12 voerd Lamme* liploma* oelating leioofde voor zou een I 65,00, 67,50, 13.00 i Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco in te zenden. Het redactie-personeel van paar onzer dagbladen zou misschien alleen wel r wij betwy- )n hei zeer, of de mannen van het Zündnadel fleer daarvoor wel zoo byzonder veel respect idea hebben. rtroüwt reent. eek. iets te i stipte Ne- kan en ge- DER briefjes 1 n tegen IIIIIM 89% 76’/, 54% 51%. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer l'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. .-i’ó wr*:--- 1 I zich bij sl aan _WAS- légen r I 1 Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan om trent alle in de eerste zitting niet afgedane za- nom- KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek. voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen door deze ter kennis der inge zetenen, dat de tweede zitting van den Mihne- laad voor deze gemeente zal worden gehouden te Heerenveen op Zaterdag den 13den April 1878 des voormidilags ten 11 ure. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen 1°. Dat de uitreiking der billetten en decla- ratoiren voor de beschrijving van de personele belasting en het patentrecht, over het dienstjaar 1878/79, zal plaats hebben in de maand Mei de zes jaars en wel op den 13en dier maanden dal met de wederinzameling daarvan, acht dagen daarna, een aanvang zal worden gemaakt 2°. dal evenwel hiervan zijn uitgezonderd: de patentplichtigen, vermeld onder no. 37 40 van tabel 14 der Wet van 21 Mei 1819 (Staats blad no. 34), zijnde slijters in wijnen, dranken en likeuren in ’t klein, tappers, kroeghouders en koffiehuishouders, aan welke door de ontvangers, dadelijk na den ingang van hel dienstjaar, dal is op den eersten Mei aanstaande, een declaratoir zal worden bezorgd, hetwelk, na verloop van drie dagen, van hen weder zal worden afgebaald 3°. Dat degenen, welke, bij het aanbieden of bezorgen der billetten of verklaringen, of ook bij het terughalen er van, mochten zijn voorbijge gaan of overgesiagen, zich in geen geval op zoo danig verzuim mogen beroepen, maar integen deel gehouden zijn, de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen, vóór of uilerlijk op den 31 Mei e. kin te dienen ten kantore des Ont vangers, alwaar de billetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn 4°. dat de patentplichtigen van de tabellen 7 en 16 (zijnde kramers, vreemde kooplieden en schippers of gezagvoerders van vaaituigen) zoo mede de debitanten van loterij briefjes, voorzooveel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefenen, ter bekoming van patent, aangifte behooren te doen bij de Hoofden der Plaatselyke Besturen aan de plaatselijke secretarie, en voor de expiratie van den termijn voor de ophaling der gewone decla ratoir en van patent bepaald; 5° dat, voor de onder ten 4en gemelde pa- tent-schuldigen, op vertoon van de quitantie van de betaalde rechten, uitgezonderd degenen, die hun aanslag by termynen kunnen betalen, aan welke zonder vertoon van quitantie het patent RD AM 19 Mrt. 64% 13% 12%, h van Tromp en de Ruyter, op de vaderlands- 50”/!, fde van onze natie, die zoo zeer prijsstelde op 93%. ar zelfstandig volksbestaan en soortgelijke, vaak te< welmeenende dan doordachte, bemoedigings- itazen meer. O zeker, als Nederland met raten te verdedigen was, dan houden wij ons 7’^3 ertuigd, dat er geen enkele vijand over onze 101%. enzen zou komen. -1 13% n 67% jv 6laat zÜn l*en teru® le 6*aan Maar BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER van Sneek Brengt bij deze ter kennis van de Ingezetenen dat op don 20en Maart jl. bepaaldelijk zijn vast gesteld en gesloten de herziene Lijsten, aanwij zende de personen, die in deze gemeente bevoegd zijn tot het kiezen van Leden van de Tweede Kamer, der Provinciale Staten en van den Ge meenteraad, en dat de bedoelde lijsten zijn aan geplakt en te rekenen van af heden ter Secreta rie dezer Gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. En zal deze worden afgekondigd, zoo als ge bruikelijk is. Sneek, den 23 Maart 1878. De Burgemeester voornoemd J. van DRIESSEN. Europa het air aan, alsof zij werkelijk boos wa ren op Duitscliland, dat zich wil schuldig maken aan rechtsverkrachting en uitzetting zijner gren zen, ten koste van zoo’n kleinen Staat. Intusschen rukt de vijand dien kleinen Slaat bin nen Nederland strijdt heldhaftig^tegen de over macht, maar verliest terrein waf natuurlijk is. Engeland vraagt aan Frankrijk en beiden vragen aan Rusland wij willen nu maar de gunstigste conditiën stellen of er in deze niet iets moet gebeuren? Men wisselt daarover druk I van gedachten en van nota’s. Nederland vecht intus schen nog altijd voort tegen zijn, steeds terrein- winnenden, vijand en het begint reels eenigzins gejaagd te vragen«Zuster Anna, ziet gij nog niets komen En nadat het water aan de lippen is en de laatste verdedigingslinie dreigt te zullen bezwijken, klinkt het weinig be moedigend antwoord van haar ik zie niets dan John Bull, die nog altijd bezig is een vuist te zetten, waaruit zal moeten blijken, dal hij erg boos en dat hij ook bepaald veornemens is, Ne derlandschI n d i e tegen de Duilsche annexatie- zucht in bescherming te nemen ik zie niets dan Frankrijk, dat de wenkbrauwen fronst en de hand aan ’t zwaard slaat, ten bewijze, dat het graag zou willen bijspringen, indien het maar gereed was voor de «revanche”.en België dan maar bereid zou zijn zich voor goed aan te slui ten bij de «grande nation”.... ik zie maar reeds genoeg De reddende broeders blijven op een afstand, en zuster Anna heeft later niets anders te berichten, als dat haar zustertje is bijgezet in Blauwbaard’s groot anatomisch kabinet van de vroe ger «bijgezette” schoonen En daarna vernemen we misschien nog het zalvend: zalig zijn de bezittersl” Zietdaar nu ónze analyse van die fraai klinken de bemoedigings-phraze. «Gechargeerd 11” zal men misschien uitroepen. Eilieve! wat heeft Engeland, wat Frankrijk wat heeft Europa gedaan, toen het kleine Dene marken zich zoo vaderlandslievend en krachtig mogelijk verdedigde tegen zijne beide groote be- springers Gelooft men dan inderdaad, dat Nederland zoo zeer het enfant cherie van Europa zou zyn, dat men voor ons dadelijk in ’t geweer zou vliegen, waar men zooveel andere staten en staatjes straf feloos liet kortwieken of annexeeren? om daarin spoedig te berusten, als in zoovele »faits accompli”. En is het dan geen vrome illusie, voor Nederland in dezen eene exeptie te willen be pleiten met een beroep op den Areopagus van Europa, zoolang het recht van den sterk ste daar nog gehuldigd wordt Wy hebben er in onze vorige artikels op ge leien, dat, als het«macht boven recht” door ii ie grootmachten openlijk gepredikt en ook in II T K N Pra^'gebracht wordt, dat het dan,met f t— liet oog op de tegenwoordige wijze van oorlog- toeien, waarin de uitvindingen van den nieuwe- f ~~t~ fen lyd en de versnelde vervoermiddelen een jeheele ommekeer hebben teweeg gebracht 0 tls eene ongerijmdheid klinkt, te willen beweren, 66 50 4 !al een IaD(,je al« Nederland zich nog met suc- lés zou kunnen verdedigen tegen een militairen lolossus als Duitschland. Wij hebben daarbij lerinnerd aan de geschiedenis der laatste jaren rij hebben gewezen op ’t geen de logica der eiten ons ten dien opzichte heeft geleerd en dan f 65,50, ok niet geaarzeld als onze overtuiging uit te preken, dal Nederland, binnen korten lyd, zou loeten bezwijken in zoo’n ongelyken strijd. En rij gelooven, dat er zelfs onder de «specialiteiten” elen gevonden worden, die, als zij hunne mee- ƒ67,— ng daaromtrent ee^lyk wilden uitspreken, met ns van ’t zelfde gevoelen zouden zijn. Zonder onze meening die trouwens door uizenden mót ons gedeeld wordt nu als 'aarden. 'aar*ie^ te willen opdringen, leidt deze toch by ren ƒ10 elen allicht tot de vraag: en gesteld nu, dat het n laar was; dat hel met byra wiskundige zeker 80 k Tid kon worden bewezen, dat Nederland, niet- igenstaande eene heldhaftige verdediging, bin Én korten tijd zou moeten bezwyken onder de ■plelterende overmacht van «jjn vyand moet overtuiging ons dan nog weezhouden om te :n wat wij doen kunnen om ona te wapenen weel wij kunnen en al onze krachten in te Br tsche>annen voor ^en 0Dgel*jken stryd, ook met hel loruilzicht op een zekere nederlaag -■ 1 b* ^r0’ Jfèt die vraag zyn we op een tamelyk glibbe- g terrein gekomen, want de gevoelens zijn laromtrent altijd nog vrij wat verdeeld, en zij, ie deze vraag toestemmend beantwoorden, stel- ,scre ié n bloot aan allerlei liefelyke beschuldigin- F A* (11 L in, als daar zyn: onmannelijke lafhartigheid, ibrek aan vaderlandsliefde, enz. enz. En met n stortvloed van phrazen, die heel vaderlands- ivend klinken, er is vaak klank noodig om t gebrek aan bewijsgronden daarachter weg te ochelen zal men die «onvaderlandslievende hartigen” wyzenop ons grootsch verleden, onzen worstelstrijd tegen Spanje, op de da ken, omtrent hen, die als plaatsvervanger of merverwisselaar verlangen op te treden. Dat alzoo voor dien raad moeten verschijnen: 1°. hij, wiens zaak in de eerste zitting niet is afgedaan. 2°. bij, die voor een loteling als plaatsver- vervanger of als nommerverwisselaar verlangt op te treden Sneek, den 22 Maart 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. S. HAAGSMA, Secretaris. Dat beroep op ons grootsch verleden nu is o. i. niet veel meer dan een phraze, voor zoover het namelijk dienst moet doen als argument, als zou den wij thans nog ’t zelfde kunnen doen, wat ons voorgeslacht tóen deed. Alsof de tijden en omstandigheden nog dezelfde waren 1 Wij hebben eerbied voor ons grootsch verle den. De groote daden van hel fiere voorgeslacht dwingen ook onze bewondering af, en niemand kan meer achting gevoelen vóór de kracht en ener gie onzer stoere voorvaderen, dan wij maar spreekt men deze gevoelens op de beste wijze uit, door aan het thans levende geslacht bijna te willen wijsmaken, dat we nog, even als tóen: «vereen de koninklijke vloten, tot driemaal, met een wenk zouden kunnen bedwingen;” dat wij, óok nog onder de tegenwoordige omstandigheden, aan een overmachtigen vijand met succès het hoofd zouden kunnen bieden Moet de vaderlands lievende kracht van ons volk dan gevoed wor den met illusion, die met de werkelijkheid in Strijd zijn Want, nog éénswij beschouwen het eene illusie, dat Nederland zich met vrucht kunnen verdedigen tegen een aanval van militairen staat als Duitschland. «Ja, maar zoo redeneert men als derland in zoo’n geval zelf deed wat het dan zou het immers kunnen en mogen rekenen op den steun van Europa Dit »bemoedigings”-argument bewijst in elk geval reeds, dat men terecht twijfelt aan eigene militaire kracht en a priori reeds rekent op hulp van buiten m a. w.op een vogel in de lucht; Maar laat ons die bemoedigings-phraze eens wat van naderbij gaan bekijken en haar daarbij toetsen aan de geschiedenis der laatste jaren Wij nemen dan aan, dat Nederland in de Eu- ropesche statenrij gunstig staat aangeschreven wij stellen daarbij, dat onze regeeiing voortdurend wel zoo verstandig zal zijn, zich niet alleen niet te mengen in de Europesche quaesties, maar dat zij tevens met eene plichtmatige voorzichtigheid en schrander beleid, elke aanleiding tot geschil zooveel megelijk zal trachten te vermijden. Maar niettegenstaande al het nederlandsche staats- mansbeleid, doet zich toch een gesclïii voor, en wel met onzen oostelyken nabuur. Hel kan niet op vredelievende wijze uit den weg worden ge ruimd ergohet zwaard moet beslissen. Onze zaak is billijk en rechtvaardig wij vliegen te wapen om de bedreigde grenzen te verdedi gen, en de ander vliegt te wapen om die aan le vallen. Wij zijn tot aan de tanden gewapend onze aanvaller is dat ook. Wij strijden voor eene rechtvaardige zaak en voor ons vaderland, ons geharnaste aanvaller heet dat ook te doen want «zyn vadetland moet grooter zijn 1” «Ja, maar, dal is 't nu juist, wat Europa niet zal dulden das Vaterland” is groot genoeg en bovendienhet geldt hier een onrechtvaardige zaak; Nederland heeft gelijk 't is een gruwelijke verkrachting van het recht ’t is eenvoudig tiet huldigen vau de perfide leer: «macht boven recht I” «En dus En dus, nemen een paar grootmachten van

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1878 | | pagina 1