GEMEENTE EN BET ARR01WISSEMEXT SNEER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE
DE MILLIOENBN-QUAESTIE.
II
I
ll 'j
|l|d
No. 31.
DRIE-E N-D JK li f 1Ü
ZATERDAG
TEN
54,00
J
140
56,—
jr. te
allen
na en
Eve
Varns.’
Dijk
issner,
Bjjl.
ns et
Zalm-
Quar-
W.,
i3/è‘
VER GA D E-R I N G
van den Gemeenteraad van Sneek,
J
Oil KOT.
S N i: K
van
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
BINAEMiA OiD.
De spoorwegmaatschappijen, zegt de Arnh. Cl.
hebben weder een hopalmg gemaakt tn tiet a|ge-
n, bei-
J. var
>6,00,
,00
O 11.
leiding
indere
a eenel
Polit,
t zelfs
erende
rsoon,
volgei
aange.
>5,50,
VIII.
ardig-
r in-
n de
de
»eeft
I ge*
mo«
lltis*
Maat
<H(k
Hen.
Kou.
rnelis-
B, Z«.
Dow
n der
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 1'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
beelden omtrent ons
erd
mine. I
irden.
■n t 5
ƒ5
30 a
elkaar opvolgende ministers
q_
I) A M. I
tpril
«7,
i'/a
1
/o
,11
UIT DE PERS.
De Roomsch Calholieke N. IJselbode, Ie Zwolle
uitkomende, klaagt er over, dat alleen de heer
van Nispen een Nota over ’t wetsontwerp op ’tla-
geronderwijs aan de Tweede Kamer zond.
Het blad wilde dat zoodanige Nota door al de
R. Katholieke leden der Tweede Kamer ter tafel
was gebracht.
Overigens meent het, dat de vraag«verdient
de confessionele school, aangevuld door de neu
trale, in een land van gemengde bevolking de
voorkeur eene vraag kan blijven. De bezwa
ren toch legen een van staatswege gegeven on
derwijs, dat confessioneel zou zijn, mag men in
practijk zoowel als in theorie niet gering noemen.
geningswetten verdaagd en
de interpellatie van
Er is in de laatste dagen heel wat storm ge-
loopen tegen den heer Winkler Prins, naar aan
leiding van eene minder gelukkige uitdrukking
jdoor dezen talentvollen stryder voor ware huma-
|miteit en welbegrepen volksbelang, in de hitte
w van den verkiezingsstrijd sgebczigd. Men heeft
>5 go er den «mennisten-predikant” vrij wat hard over
[evallen, dat hij er in de beschaafde negentien-
j zoo bij uitstek christelijke maat
^’^schappynog voor moet ijveren, dat eindelijk
J eens de humamteits-leer in praktijk worde ge
bracht, die reeds voor achttien eeuwen werd ver-
5,00 1 kondigd door hem, waarnaar millioenen volgelin-
>3,50 gen in ons werelddeel zich noemen; men heeft
s plen man al vry wat ongepasts toegevoegd, omdat
viij den moed had openlyk uit te spreken, wat
55.50, door duizende zijner landgenooten met hem ge-
>4,50. dacht Werd, nl. dat de burgers dienden te wor
den ontheven van de zware lasten, waaronder zij
ten gevolge van de begroetingen van oorlog en
marine gebukt gaan. Men heeft hem verweten
gebrek aan vaderlandsliefde; gemis aan elk begrip
van «militaire eer”. (Om daarvan een juist
begrip te krijgen moet men zeker eerst de cur
sus hebben doorloopen die van de Bredasche
«slakkersteker” tot de «luitenants-sabel” leidt.)
Men heeft hem zijn onbevoegdheid verweten
in 't beoordeelen van ons defensie-wezen.
(De misterieuse sterkte daarvan wordt zeker als
verrassing bewaard voor den eventueelen vijand,
want aan het Nededandsche volk werd door de
van oorlog meestal
verkondigd, dat het niet in zoo’n bijzonder gun-
stigen toestand verkeerde.) Men is zelfs zoover
gegaan, den man op eene vergadering van het
anti-dienstvervangings-verbond militairement te
executeren, d. w. z. dood te.... verklaren.
Om kort te gaan: men heeft getracht tegen
hem een storm van verontwaardiging in ’t leven
te roepen, die men waarlijk wel voor iets an
ders had kunnen besparen.
I Zonder nu geheel in te stemmen met de wij
ze, waarop de heer Winkler Prins zijne denk-
defensie-wezen heeft geuit,
dient men toch niet voorbij te zien, dat, ge
lijk dezer dagen zeer terecht door een inzender
in de Nieuwe Rotterdamsehe Courant werd op-
gemerkt, dat de beginselen, waarvan hij
uitgaat, een zeer degehjken grondslag hebben
ïe rusten op algemeene waarheden, waartegen
wel geen gezond denkend wezen zal durven pro-
testeeren en die ook niet zijn dood te verklaren,
zelfs niet op vergaderingen. Onder die waarhe
den behooren de volgende:
Oorlog is altijd schadelijk, zelfs voor den over
winnaar. De overwinningen van een Napoleon
hebben Frankrijk niets gebaat, en Duilschland is
na den milliardenoogst niet rijker. De volken
van beide landen, waar het op aan komt, zeker
niet.
Het militairisme moet den kop worden inge-
aanvallen
digers.
Oorlog is in zich-zelf een misdaad.de grootste
misdaad, die de domheid der massa’s tot beden
lijdelijk aanziet en die door allerlei gebluf over
militairen roem, schitterende overwinningen, zelfs
niet door overwinnings-psalmen of te Deums
wordt goedgemaakt.
Vaderlandsliefde, goed begrepen, wil bloei van
nijverheid, industrie, handel en kunst, en geen
kapothakken, doodschieten en branden bij naburen,
die men nimmer onder de oogen had.
Diplomatiek geknoei als theorie, militarisme als
practijk, reiken elkander de hand tot verwezen
lijking van veroverings-plannen in het belang van
een klein aantal personen, maar ten nadeele der
volken, ’t zij Franschen, Engelschen, Duitschers.
enz. Daar er vooreerst niet veel kans is tot
uitroeing der theorie, beginne men met de practijk
te besnoeien en weigere overdreven sommen te
besteden voor kanonnen en andere middelen om
oorlog te voeren. Dit geldt voor alle landen, maar
o.i. in de eerste plaats voor de kleinere, zooals
Nederland, waar men a priori kan weten, dat de
daaraan bestede millioenen toch nutteloos worden
weggeworpen.
Verdedigingsoorlog blijft altijd op zijn zachtst
genomen een kwaad, dat men wellicht nu en dan
noodzakelijk zou kunnen noemen, maar toch al
tijd een kwaad blijft. Was er geen aanval bij
gebrek aan soldaten (de burgers, de volken-zelf
zullen ’t nooit in ’t hoofd krijgen met elkander
te gaan vechten maar wisselen liever hun pro
ducten tot bloei der nijverheid en welvaart), dan
was de verdediging onnoodig, we zeiden dat reeds.
Het is wenschelijk, dat men de jeugd juiste
denkbeelden inprente omtrent roem, eer, over
winning en zulke dingen, en aanloenedat die
ook in het burgerlijk leven bestaan, en daar wel
zonder dat ze geëscorteerd zijn van moord, brand,
plundering, hongersnood of pest.
laterdag den 13 April 1878, ’s nam. 6 uur.
Punten ter behandeling
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Benoeming van een Secretaris.
4. Idem van een verslaggever.
5. Aanbieding van het beredeneerd verslag
van den toestand der gemeente, over 1877.
6. Verzoek van A. van der Meulen, om eer
vol ontslag als hulponderwijzer aan de Tusschen-
school.
7. Antwoord van H.H. Weesvoogden, op het
in hunne handen gesteld rapport der Raadscom
missie belrekkelijk de Reglement wijziging.
8. Rapport eener Raadscommissie belast met
het ondeizoek der rekeningen enz.
9. Te dienen van bericht, consideration en
advies op 55 bij Heeren Gedeputeerde Staten woordiging niet noodig
ingediende reclames tegen het Kohier van den
Hoofdeüjken Omslag, dienst 1878.
UIT DE TWEEDE KAMER.
Na zeer uitvoerige discussien over het eenig
artikel van het ontwerp betreffende de bedelarij
en de amendementen daarop voorgesteld, en na
dat de minister met kracht het regeeringsartikel
had gehandhaafd, is in de kamerzitting van jl.
Dinsdag het amendement-Mackay-Harinxma ver
worpen met 52 tegen 14 stemmen; het amen-
dement-Borgesius-Patijn verworpen met 52 tegen
14 stemmenhet amendement-Rutgers verwor
pen met 46 tegen 20 stemmen het amendement-
Godefroi verworpen met 36 tegen 30 stemmen,
en het geheele ontwerp aangenomen met 41 te
gen 25 stemmen.
Nog zijn aangenomenna discussie, het ont
werp tot onteigening voor de zelfsregistreerende
peilschaal te Westervoort, en zonder discussie
met 52 legen 2 stemmen, de overeenkomst met
de Hollandsche Spoorwegmaatschappij (exploitatie
van het baanvak Zaandam-Amsterdam.)
Bij de behandeling van het wetsontwerp tot
wijziging der wet op het hooger onderwijs
in de zitting van (Woensdag), heeft de heer
Rombach afgekeurd, dat deze liberale minister
niet verder gegaan is met de wijziging der con
servatieve wet op het hooger onderwijs, ten aan
zien van de verplichte klassieke opleiding der me
dici,
De heeren Mees, Moens, Roëll en van Naamen
opperden verschillende bedenkingen omtrent de
vrijheid, die de minister wil schenken aan de be-
besturen van gymnasia, om het leerplan zelfstan
dig in te richten en hen omtrent de splitsing vrij
te laten.
De Minister van Binnenlandsche Zaken verde
digde het ontwerp. Alvorens het algemeen leer
plan te kunnen regelen, dient door het voorge-
stelde ontwerp het beperkend voorschrift van art.
7 der wet weggenomen te worden. De vrijheid
voor besturen van gymnasia is volstrekt noodig,
daar het onderwijs naar de behoeften moet wor
den ingericht. Herziening van de geneeskundige
wet omtrent de opleiding der medici is reeds
voorbereid.
Na de replieken zijn de artikelen goedgekeurd
en liet ontwerp tot wijziging der wet op het hoo
ger onderwijs aangenomen met 54 tegen 3 stem
men.
Daar de Minister van Waterstaat enz. nog een
nota-antwoord op de onteigeningswet voor den
spoorweg Amersfoort—Nijmegen heeft ingezonden,
wordt de beraadslaging oier de spoorwegontei-
komt aan de orde
den heer van Kerkwijk over
de overeenkomst omtrent de brug over de Ko
ningshaven te Rotterdam.
De heer Kerkwijk vroeg waarom door de Re-
geering de overeenkomst met Rotterdam nopens
de brug over de Koningshaven niet aan de goed
keuring der wetgevende macht was onderworpen.
Niet alleen werden zware finantieele lasten daar
bij aan den staat opgelegd, zooals de verplichting
tot uitkeering van boeten bij niet tijdige opleve
ring, het diephouden van den vaargeul in den
Koningshaven, de afgraving van den hoek der
Koningshaven, maar ook werd 1 ton, aan Rot
terdam vroeger voor het onderhoud van de Ko
ningshaven toegekend uitbetaald, ofschoon de
staat nu het onderhond op zich neemt. Die laat
ste bepaling is in de definitieve overeenkomst ver
vallen maar de 100,000 gulden zijn uit de spoor-
wegbegrooting gekweten.
De Minister van Waterstaat enz. betoogde, dat
de drie eerste lasten óf niet noodig zouden zijn
óf gekweten kunnen worden uit de gewone be-
grOoling, zoodat de goedkeuring der vertegen-
j was, terwyl de uitbetaal
de ton was eene wettige liquide schuld, waarvan
de betalingsstukken reeds waren opgemaakt en
druk!, overal en krachtig. Wanneer geen sol
daten bestonden, zouden de burgers niet door
personen van zoodanig heroep uit een naburig
land worden aangevallen en beroofd, en hadden
dus gevolgelijk geen «verdedigers” noodig tegen
van beroepsgenooten dierzelfde verde-
die uitbetaald werd ten einde te verzekeren, dat
Rotterdam op zich nam een laak op de Regee-
ring rustende, volgens internationaal tractaat.
De heer van Kerkwijk handhaafde zijne stel
lingen en stelde ten slotte eene gelijke motie
voor als ten aanzien van het contract met de
maatschappij «Zeetand”, in December aangeno
men, namelijk dat het contract van 18 Maart ’78
met Rotterdam niet had behooren te zijn geslo
ten zonder voorbehoud van de goedkeuring door
de Wetgevende Macht.
Op voorstel van den heer Insinger is besloten
de discussien over deze motie te verdagen tol na
het reces. 5
In de zitting van gisteren (Donderdag) is, op
voorstel van den heer Bredius, de discussie over
de onteigeningswet ten behoeve van den spoor
weg Dordrecht —Resteren verschoven tot na den
afloop van de lijn AmersfoortNijmegen die daar
op aan de orde kwam. De heer Geertsema be
toogde, dat de kamer niet gebonden was door de
spoorwegwet van 1875 aan eene overbrugging
te Rhenen, en ontwikkelde zijne bezwaren daar
tegen, zoowel wegens de nieuwe overbrugging
zelf als wegens de kostbaarheid dier lyn, in ver
band met den toestand der financiën, terwijl het
belang van Wageningen daardoor werd miskend.
De heeren Gratama en van den Bergh deelden
enkele dier bezwaren. Daarentegen verdedigden
de heeren Heijdenrijck, Meinesz, Stieltjes en de
minister uitvoerig de tegenwoordige richting met
eene overbrugging te Rhenen, als zijnde dit on
getwijfeld de bedoeling geweest der wet van 1875.
Namens de regeering verklaarde de minister van
Waterstaat te hechten aan die richting, juist daar
eene brug te Rhenen een groolen steun voor de
defensie zou uitmaken en wijders vooideelig en
noodig was voor onze handelsbelangen.
Na verwerping van twee amendementen
den heer Bastert op ’t eenig artikel, is de ont
eigeningswet voor de lijn AmersfoortNijmegen
aangenomen met 53 tegen 14 stemmen.
De onteigeningswet ten behoeve van den spoor
weg DordrechtResteren is eenparig aangeko
men.
Bij de behandeling der onteigeningswet be
trekkelijk den spoorweg StavorenLeeuwaïden
(reeds per bulletin aan onze abonnés meègedeeld)
is aangenomen eene motie van den heer Sickesz,
met 34 tegen 31 stemmen, waarby de kamer de
wenschelykheid uitspreekt, om Bolsward op te
nemen in den spoorweg StavorenLeeuwarden.
Dientengevolge is de discussie over de onteige
ningswet geschorst.
Na aanneming van het ontwerp tot verhoogtng
van hoofdstuk V (aankoop van oudheden) is de
kamer op reces gescheiden.
56,— g<
de eeuw, in onze
«chappy, nog