■WS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE
GEMEENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEER.
l
I
No. 41.
1878,
D R I ItKE N-D E R T I G S T E JAARGANG.
ZATERDAG
18 MEI.
Nationaal Huldeblijk.
I
iO,
,50
i.
h
g
4 3 Wig
SMIKIiS (01RAVI.
geidleening is in de zitting van
U I T
D E
PERS.
33.
UIT DE TWEEDE KAMER.
BIAA EXI.4XU.
sloten.
M.
ter
dat
de, en hij alzoo niet kome te vallen in de straf
bij het aangehaald art. 9 bepaald.
van
be-
niet
bij
liet hoofdbestuur van de Friesche landbouw-
maalschappij heeft de heeren C. L. van Beijma
thoe Kingma te Lemmer, P. G. Walma te Op
penhuizen en H. Pasma te Haskerdijken uitge-
noodigd naar Denemarken te gaan, ten einde zich
aldaar op de hoogte te stellen van de zuivelbe
reiding.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
lat
set
d
ne
rd.
f 6
f 7
a
>0,
t 4
;n,
en
U
>or
t
r
x
a
'a
vangen, afkomstig van eene erfenis, vervoegde
nota
ris en sloot de deur achter zich dicht. Op drin
genden toon eischte hy andermaal geld van den
heer W., en daar deze weigerde hieraan gevolg
te geven, loste de indringer een pistool op den
De BURGEMEESTER van Sneeft brengt
kennis van de ingezetenen dier gemeente,
het voornemen bestaat aan Z. K. H. Prins Hen
drik der Nederlanden, bij gelegenheid van zijn
huwelijk met H. K. H. Prinses Marie van Pruis-
sen, een Nationaal Geschenk aan te bieden, en
verzoekt allen, die tot de uitvoering van dat
plan willen medewerken, hunne giften, groot of
klein, aan hem, Burgemeester, in te Zenden.
De ingekomen gelden zullen in deze Courant
vermeld en aan de Hoofdcommissie voor het Na
tionaal Huldeblyk worden overgemaakt.
Sneek, 17 Mei 1878.
De Burgemeester voornoemd,
J. van DRIESSEN.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer f'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
dit ontwerp en
maar i'
ding aan.
De heer Haffmans is tegen deze leening, om
dat zij dient, niet voor publieke werken, maar
om
In de zitting van jl. Dinsdag is het debat voort
gezet over het ontwerp tot verhooging der Indi
sche begrooling en wel over de onderafdeling
gelden aanvragende voor de voorbereiding der
patent) belastingen ten las-
De N. Rott. Crt. eindigt haar hoofd-artikels
Half werk, zoo noemt zij de ontwerp-wet
Kappeyne op 't lager onderwijs
/>En hiermede hebben wjj den weg afgelegd,
dien wij ons hadden afgebakend Vrij wat, dat
in zichzelf belangrijk genoeg is naar sommiger
meening waarschijnlijk te veel gingen wij
voorbij, om ons te bepalen bij wat door ieder
als van overwegend belang wordt eikend. Ner
gens konden wij onze volle instemming betuigen.
Overal moesten wij aandringen op herziening, op
verbetering. Wil de Minister niet het vertrouwen
verbeuren, dal het vrijzinnige deel der naiie in
hem heeft gesteld, dan voldoe hij daarbij aa i de
wenschen, waaraan wij uitdrukking gaven. Aan
zijn roepstem was het, dat het gehoor gaf, nadat
hij als hoofd der oppositie in de Tweede Kamer
op 15 Mei des vorigen jaars aldus gesproken had:
»Wil men, dat weder in onze politiek de zomer
dagen aanbreken, wil men wederom de liberale
zon in haar vollen glans zien schijnen, dat dan
de natie spreke en bij de stembus haar beslis
sende stem doe hooren.” Welnu, dal is geschied,
de natie heeft gesproken hij doe dan ook zijn
woord gestand en schenke der natie den vollen
zonneglans, dien hij heeft toegezegd Een zware
verantwoordelijkheid zou hem gaan drukken, in
dien hij zijn naam verbond aan een nieuwe wet
op hel later onderwijs, waarvoor hij, ja, wellicht
een meerderheid vinden kan in de Volksvertegen
woordiging, doch die voor vriend en vijand ten
teeken wezen zou, dat in het Nederland onzer
dagen liberale staatslieden groote hervormingen
beloven, maar in gebreke blijven ze tot stand te
brengen. Dat verhoede zijn vadeilanddiefde en
zijn staatkundig doorzicht, zijn toewijding aan de
volksontwikkeling, die ook hem ter harte gaal.”
sry
4, 5 en 6
7, 8 en 9
tl H W lh.
Verder wordt ter kennis van belanghebbenden
I gebracht
dat degenen die vroeger in andere gemeenten
ingeschreven, sedert de inschrijving van het vori
ge jaar, binnen deze gemeente zyn komen wo
nen, zich insgelyks op dien dag zullen moeten
laten inschrijven, in het register, loopende over
een der jaren 1844 tot en mei 1852, waartoe
zij volgens hun ouderdom behooren.
Dal een ieder, hetzjj hij al of niet vermeent
tol de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren,
tot deze inschrijving verplicht is.
Dat voor ingezetenen worden gehouden alle
Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf houden
de, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze ge
meente woonachtig, welke hun voornemen, om
zich binnen dit Rijk te vestigen, zullen hebben
aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukke
lijke verklaring, hetzij door het werkelijk over
brengen van den zetel van hun vermogen en de
hoofdmiddelen van hun bestaan.
Dat zij, die in meer dan in eene gemeente
hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun
vermogen hebben gevestigd, tol de inschrijving
verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene
dienstdoende schutterij aanwezig is.
Dat de registers ter inschrijving op den 15 Mei
e. k. geopend en op den 1 Juni daaraanvolgen-
de gesloten worden, en dat allen, die bevonden
worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrij-
I ven, volgens art. 9 der Wel op de Schutterijen,
door het gemeentebestuur ambtshalve zullen wor
den ingeschreven, en door den Schuttersraad tot
eene geldboete worden verwezen', terwyl zij bo
vendien zonder loting bij de schutterij zullen
worden ingelyfd, indien het zal gebleken, dal er,
tydens de verzuimde inschrijving, geene redenen
i tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien
i bestonden.
Dat eindelijk een ieder, die binnen deze ge
meent» niet geboren is, wordt aangemaand, zich
j van eene geboorteacte te voorzien, en zich
aïzco van zijnen juisten ouderdom te verzekeren,
De heeren van Nispen betoogt, dat de midde
len, door de regeering voorgesteld of in uitzicht
gesteld, onvoldoende zijn tot dekking der benoo-
digde uitgaven in de eerste jaren.
De heer Gevers Deijnoot wil den minister in
p en diens finantiëele politiek steunen,
dringt op bezuiniging in de Staatshuishou-
KENNISGEVING.
SCHUTTER IJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
Sneek, brengen bij deze ter kennis van de
langhebbenden, dat de commissie van onderzoek
voor de Schutterij, hare zitting zal houden, ten
gemeentehuize op Vrijdag den 31 Mei 1878, des
middags 12 uur, tot onderzoek der redenen van
vrijstelling, van hen, die ten vorigen jare voor-
waardelijk van de Schutterijdienst zijn vrijge
steld.
Voorts wordt herinnerd dat, indien zij niet voor
de commissie verschijnen, zij gehouden worden
geene redenen van vrijstelling te hebben.
Ter bekoming van inlichtingen omtrent de ten
dezen gevorderde bewijsstukken, zullen belang
hebbenden van af heden, zich des voormiddags
tusschen 10 en 12 Uur ter Secreta ie dezer ge
meente kunnen aanmelden.
Sneek den 16 Mei 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris. W. van WANING Jr.
dement, werden uitvoerige discussiën gevoerd.
De minister bestreed het amendement. Hy gaf,
bij aanneming van het amendement, er de be-
teekenis aan, dat men hem geen tyd en gele
genheid wilde laten zijne plannen uit te voeren.
De voorstellers bestreden dat dit de strekking
was. ’t Gold alleen de cijfers. De minister zei-
de daarop, dat, wilde .hij eene ministeriëele quaes-
tie stellen, hij dit openhjk zou gedaan hebben.
Hij bedoelde alleen, dat men door aanneming
van hel amendement de taak van der. miuister
lastiger zou maken. Daarop is het amendement
(33 millioen) verworpen met 48 tegen 33 stem
men en art. 1 (43 millioen) aangenomen.
En opdat niemand hiervan eenige onkunde zal
kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd
zoo als gebruikelijk is en geplaatst in de Snee-
ker Courant.
Sneek, 3 Mei 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
i. van DRIESSEN.
de JONGH, L. Secr.
zi«
o ten einde de inschryving naar behooren geschie-
gen aangenomen met 60 tegen 17 stemmen. Het
ontwerp is in zijn geheel aangenomen met 55
tegen 23 stemmen.
Het algemeen debat over het ontwerp tot het
aangaan eener geidleening is in de zitting van
jl. Woensdag aangevangen.
Men deelt aan hel Hand, het volgende mede
omtrent eene arrestratie, die Vrijdagmorgen om
streeks 10 uur te Tholen heeft plaats gehad
»Een persoon, onlangs uit Amerika terugge
r Tan
èrisfcuft te lokken, is het algemeen debat”ge- den notaris W. te Tholen een som gelds had ont
sloten. Op art. 1, bepalende het bedrag der r“*rI ‘:Z >-
leening van 43 millioen, is een amendement zich op gemeld uur ten kantore van dien
voorgesteld door de heeren Blussé, var. Aa n
en Insinger, om 1
stellen.
Over art. 1 en het daarep voorgesleide amen
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneeft roepen bij deze opalle manspersonen
binnen deze gemeente woonachtig, welke op den
1 Januari 1878 hun 25e jaar waren ingetreden
en mitsdien allen die geboren zijn in het jaar
1853, om zich voor den schutterlijken dienst te
doen inschrijven zullende daartoe door en na
mens heeren Burgemeester en Wethouders, op
de Secretarie der gemeente, worden gevaceerd
WOENSDAG den 22 MEI 1878,
I des morgens van 9 —10 uur voor die van Wijk 1, 9 en 8
10 11 - -
I - U-M
I middags om 19 uur
gelden aanvragende
nieuwe (personele en patent) belastingen ten las
te der Europeanen in Indie.
De heer Winlgens heeft zijne bezwaren tegen
de invoering herhaald.
De heer van der Hoeven dringt aan op billij
ker en vaster regeling der finantiëele verhouding
tusschen Indie en Nederland door aanneming
eener vaste bijdrage, gepaard met afscheiding van
het Indisch en het Nederlandsch financiewezen.
Dé heer-van der Loef! keurt tegenover den
heer Winlgens de gedragslijn der Regeering goed,'
om de Kamer vooraf over de invoering der be
lastingen te laten beslissen.
De heer Fransen van de Putte drong opnieuw
aan, de invoering der belastingen uit te stellen
tot de volgende begrooling, om den Minister ge
legenheid te geven te denken over plannen tot
betere finantieele regeling. Anders zou hij tegen
hel onderdeel stemmen.
De heer Bergman keurde de belastingen af
maar ook de aanmatigende adressen uit Indie. -
De heer Mirandolle is voor nieuwe belastingen,
om de Europeanen niet voor te trekken boven de
inlanders.
De heer Bastert is er ook voor, maar alleen
omdat deze belastingen als equivalent dienen.
De Minister van Koloniën verdedigde de be
lastingen, ais noodig ter versterking der Indische
inkomsten en om de lasten niet alleen op de in
landers te laten drukken Mochten ze nu
aangenomen worden, dan zal de Minister er
de eerstvolgende begrooling op terugkomen. Over
terugkeer tot het stelsel eener vaste bijdrage kan
de Minister zich nu niet uitlaten.
Ten slotte is de post voor de nieuwe belastin-
tekorten te dekken en omdat de Minister
zich nog illusie maakt, dat uit de Indische baten
nog eenmaal de kosten voor publieke werken
zullen kunnen Worden bestreden.
De heer Oorver Hooft erkent de noodzakelijk
heid der leening, maar stelt het bedrag op 25
a 30 millioen.
De heer van den Bergh is voor de leening
maar wenscht niet binding aan een termijn van
aflossing.
De heer van Delden acht eene leening onver
mijdelijk, maar waarschuwde voor luchthartigheid
in ’t aangaan van leeningen zonder middelen om
af te lossen of tot ruimer bedrag dan noodig is.
De heer Blussé stelt voor, het bedrag in te
korten tot 33 millioen. Daarvoor is een leening
noodig, maar niet voor 43 millioen. Daaronder
zijn 10 millioen voor nog niet gevoteerde open
bare werken.
De heeren Mees en van Naamen hebben ook
tegen die 10 millioen bezwaar.
De heeren Vening Meinesz verdedigt de leening
gelijk zij is voorgesteld door de regeering.
Gisteren (Donderdag) is het debat over de
leeningswet voortgezet. De heer Schimmelpen-
ninek van der Oije is in beginsel niet tegen de
leening tot dekking van de tekorten, maar wenscht
uitstel tot een meer algemeen plan van behoef
ten zal zijn vastgesteld, en intusschen voor de
kasbehoeften uitgifte van schatkistbiljetten. De
minister van financiën stelde voorop hel zeer in
nig verband tusschen eene leeningswet en suc-
cessie-belasting. Hij betoogde, dal eene leening
noodzakelijk, dat schatkistbilletten alleen voor tij
delijke behoeften kunnen dienen en dat het raad
zaam noch mogelijk is eene leening uit te stel
len tot indiening van een algemeen plan. De
financiëele politiek der regeering was, voort te
te gaan met den aanleg van werken, zoolang
zonder gevaar de natie meerdere lasten daarvoor
kan dragen. Overigens zag de regeering wel
degelijk de noodzakelijkheid tot bezuiniging der
gewone uitgaven in. De heer Winlgens achtte
de politiek der regeering verkeeid. Men moest
niet een wedloop uitlokken van locale belangen
en de industriëele voordeelen voorop stellen.
De heer Heijdemijck bestrijdt de leening als
onvoldoende voor de te verwachten uitgaven,
speciaal voor de defensie. De heer van Wasse-
naer Catwyck zal vóór het ontwerp stemmen,
omdat de werken moeten worden voortgezet,
om schatten, uitgegeven voor de bestaande ha
venwerken, vruchtbaar te maken. Na verschil
lende replieken en herhaalde verdediging door
den minieter en nadat de heer de Casembroot
verklaard had vóór ’t ontwerp te zijn, om geen keerd en die voor eenigen tijd uit de hand
.1 1 A I AAI TkAlfMA A. l. J
bepalende het bedrag der
amendement
van Houten
het bedrag op 33 millioen te