NIEUWS- O ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
GEMEENTE EN IIET ARRONDISSEMENT SNEEK.
k.
1878
i No. 45.
D RI K-E N-
I JUNI.
ZATERDAG
L
Wolmarkten te Sneek.
f
’1
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AV
SVBEI
De Nederlandsche werklieden houden op de
Pinksterdagen een congres te Utrecht.
U I T
D E
PERS.
1
ze
UIT DE TWEEDE KAMER.
KI AN KKL AM».
I
uizen,
loozeti,
ereed'
kisten,
oekjei^
ik ken.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
Het blijkt uit nadere mededeelingen van de
Helder- en Nd. Cour., dat het te laat uitbrengen
men
naar
van
den
voorgehouden, welke aan hen bij art. 134 der
wet is opgelegd.
Sneek den 1 Juni 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN, Burgem.
De Secretaris. W. van WANING Jr.
SNEEK, 31 Mei.
In de Gemeenteraadsvergadering van jl. Zater
dag heeft de commissie, aan wie was opgedra
gen bij ZExc. den Minister van Waterstaat enz.
aan te dringen op de onveranderde indiening van
de onteigeningswet voor den spoorweg Stavoren
SneekLeeuwarden gerapporteerd over haar
onderhoud met den minister. Hierbij is haar o.a.
gebleken, dat de minister daarom in beginsel was
tegen de ombuiging langs Bolsward, waarvan,
door de aanneming der motie Sickesz, door de
Kamer de wenschelijkheid is uitgesproken om
dat daardoor op nieuw vertraging zou ontstaan.
Intusschen had de Minister in zoozeer aan dien
uitgesproken wensch gevolg gegeven, dat reeds
de werkzaamheden tot uitmeting en opneming
van het terrein in genoemde richting waren aan
gevangen, terwijl daaraan thans met de meest
mogelijke spoed wordt gearbeid, T Zou echter
nog eenige maanden moeten duren, alvorens
men daarmeê gereed was. Daarna zou de mi
nister ook een onteigeningswet indienen, volgens
laatstbedoeld plan; de beslissing omtrent een en
ander verder aan de Kamer o vei latende.
Het uitgebracht rapport werd door den Raad
voor kennisgeving aangenomen.
Aan den heer G. H. ter Horst Jz. werd, inge
volge zijn daartoe strekkend verzoek, op de meest
eervolle wijze ontslag verleend als voogd der al-
gemeene armen administratie
In deze vergadering kwam o. a. ook nog in
behandeling, een voorstel van het raadslid den
De raad voornoemd, enz.
De vergadering der afgevaardigden der afdee-
lingen van de Maatschappij van Weldadigheid zal
worden gehouden op Dinsdag 4 Juni a. s. te Am
sterdam.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
[gemeente Sneek, maken hiermede bekend, dat de
Jaarlijksche Wolmarkten
tullen plaats hebben: de eerste op den 5 Juni
en de tweede op den 19 Juni e. k.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris, de JONGH, L. S.
Men zegt dat het verongelukte stoomschip
«Voorwaarts” verzekerd was voor 8 ton gouds,
terwijl het vaartuig geschat wordt op eene waar
de van een millioen gulden.
Voor de verkiezing van een lid der Tweede
Kamer, in het kiesdistrict Arnhem, zijn uitgebracht
2040 geldige stemmen. Er moet eene herstem
ming plaats hebben tusschen den heer Otto
Rees (candidaat der liberalen), die 838, en
heer W. G. J J Cremer (candidaat der ullramon-
tanen). die 456 stemmen bekwam. Op den heer
■van Goltstein waren uitgebracht 158, op den heer
Byleveld 102 stemmen
Uit het bestedelingen-huis te Amsterdam ont
vluchtte dezer dagen een man die aan verstands
verbijstering lijdt. Drie verpleegden van het ge
sticht werden den vluchteling achterna gezonden,
met de opdracht hem terug te brengen. De keu-
dezer lieden nu was niet gelnkkig: een hun
ner was kreupel, een ander had slechts over ee-
nen arm te beschikken, de derde was zeer ge
brekkig van lichaamsbouw en de vluchteling
was een krachtig man.
Op den Amstel hadden zij eindelyk met veel
inspanning den ontsnapte bereikt en weten te
vatten, tóen deze in een aanval van woede zijn
wachters van zich afschudde, hen over elkaar
over de straat deed rollen en opnieuw ontvlucht
te. De politie verrichtte toen het werk dat de
gebrekkigen niet hadden kunnen volbrengen, wist
hem met veel inspanning moester te worden en
bracht hem naar het gasthuis.
tijds nog gehandeld wordt met het vervoeren van
patiehten, die aan een besinetlehjke ziekte lijden,
deelt de Prov. Gron. Crt. ’t volgende mede: Zon
dag werd uit Wildervank een dienstbode, wier
ouders te Groningen wonen, en die lijdende was
aan roodvonk, met den omnibus vervoerd naar
Zuidbioek, van daar per spoor naar Greningen,
en toen per vigelaute naar Thuis harer ouders,
die een geneesheer ontboden, welke aanstonds
de ziekte constateerde en de patiënte in het hos
pitaal liet brengen. In de drie genoemde ver
voermiddelen kwam zij in aanraking met andere
reizigers.
de gemeente Sneek,
Gelet op het besluit van den heer Commissaris
des Koning dezer Provincie van den 22 Mei 1878,
2e afdeeling no. 393, brengen door deze ter ken-
I nis van de belanghebbenden, dat het onderzoek
over de verlofgangers van de militie te land in
deze gemeente zal plaats hebben op Donderdag,
den 20 Juni e.k., des voormiddags ten 10 '/2 ure,
voor het gemeentehuis
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te
nemen de Miktiens Veilofgangers van de vier
oudste ligtingen, voor zoo ver zij vóór den 1st en
April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn
gesteld
Dat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding en uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje
en van zijn verlofpas
Dat, behoudens het bepaalde in art. 130 dier
wet, een arrest van twee tot zes dagen door den
Militie Commissaris kan worden opgelegd aan den
verlofganger
1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het
onderzoek verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen, niet voorzien is van de hiervoren
vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden slaat worden be
vonden
4°. die kleedirg of uitrustingstukken, aan een
ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
Aan de verlofgangers wordt herinnerd dat, nu
er maar èén onderzoek in het jaar wordt gehou
den, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat de
micaï strafbepalingen van art. 144 der wet strengelijk
zullen Worden toegepast op de zoodanigen, die
zonder geldige redenen niet verschijnen en dat
zoodanige verlofgangers, die zich in eene andere
aolens.' t>emeen|e gaan vestigen, de verplichting wordt
lobbel
nterifr
stolen.
Boter
Leid'
zakelijkheid van dit ontwerp uiteen. De oorzaak
van den tegenwoordigen slechten toestand was
niet alleen toe te schrijven aan de boekhouding
maar aan de menigvuldige veranderingen var. het
kadaster. Het gedeelte der kosten door de schuld-
eischers te betalen noemde hij zeer miniem en
niet onbillijk.
Zeer uitvoerige discussion werden gev er.l over
art. 3 (kosten te betalen door den schuldei schei
De minister .nam een aanwijzing over van den
heer Meinesz, om er bij te voegen «tenzij het
tegendeel is bedongen Maar hij bestreed hel
amendement van de h(i. Lenting en Van der Hoe
ven, om de kosten te brengen voor rekening van
den staat. Beide amendementen werden verwor
pen. Het geheele ontwerp is aangenomen met
41 tegen 12 stemmen. Unaniem is aangenomen
het ontwerp tot aanvulling van art. 1240 B. W
Na aanneming van het ontwerp tot onteigening
van een gedeelte der Lange Poolen te ’s Hage
en tot verhooging van hel hoofdstuk marine, is
de Kamer op reces gescheiden.
In de Haagsche kroniek der Gron. Crt. lezen
wij o. a. het volgende
Voortdurend wisselen de Kamers elkander af
Maandag komt de eerste en vertrekt de Tweede
naar alle waarschijnlijkheid voor een paar weken.
Zoodra de Eerste haar werkzaamheden, na Pink-
sleren, heeft afgedaan, komt de Tweede, den llden
Juni zegt men, weer terug om de kanaal- en
onderwijswet te behandelen.
De loop der werkzaamheden blijft alzoo, gelijk
ik u dien reeds lang geleden voorspelde. Want
wat er in de laatste dagen over een tweede on
derzoek der onderwijswet is geschreven, berust
eenvoudig op gissingen. Niemand weet nog
al onderstelt men ’t ook of de heer Kappeyne
eenige wijziging in zijne voordracht heeft gebracht.
Dit zal eerst na het reges kunnen blijken, want,
hoewel het antwoord des Ministers gereed ligt,
wil hij het, vóór het vertrek der kamerleden,
niet inzenden, nu men toch eenmaal besloten
heeft er een afzonderlijke zomerzitting voor te
beleggen.
Ik stap van de Kamer af om uw aandacht op
iels anders te vestigen. De mededeeling, die ik
u eenigen lijd geleden deed omtrent een huwe
lijksplan van Prins Alexander, is dezer dagen,
in mysterieusen vorm, als iets nieuws, herhaald.
Toeval'ig juist te laat, voor het oogenblik is er
geen reden meer voor. Tot voor korten tijd was
er wei ernstig sprake van, dat de Piins in het
huwelijk zou treden men noemde eerst Prin
ses Maria van Pruisen als zijn bruid, en later
een andere, ook een Duitsche Prinses doch ’t
kan nog geruimen tijd duren alvorens dit plan
verwezenlijkt wordt.
In de volgende maand zoo verzekert
my zal de Prins zich voor eenigen tijd
het buitenland begeven en er is ook ernstig sprake
van, dat Z. K. H. in den loop des zomers de
noordelijke provinciën een bezoek zal brengen.
Het paleis te Leeuwarden zou dan voor hem in
gereedheid worden gebracht.
Als een staaltje hoe onverantwoordelijk som-
Onlangs werd gemeld, dat een burgemeester
in Zuidholland door den raad ontslagen was als
ambtenaar van den burgerlijken stand, wijl hem
het vertrouwen van den raad ontzegd was Die
gemeente is Schayk. Het besluit, waarbij de bur
gemeester ’s raads vertrouwen is ontzegd, luidt
aldus
De raad der gemeente Schayk. In zijn open
bare vergadering van 3 Mei 1878
Overwegende, dal de burgemeester zich in de
raadsvergaderingen als voorzitter bij herhaling
heeft schuldig gemaakt aan bedriegelijke leugen
taal, zelfs aan voorbedachtelijke terughouding van
stukken, aan den raad gericht, en zich in zijne
qualiteit ongepaste handelingen heeft veroorloofd,
besluit met algerneene stemmen aan den burge
meester voorlaan zijn vertrouwen niel meer te
kunnen schenken.
Dit besluit zal worden gezonden aan Gedepu
teerde Stalen van Noordbrabant en aan Z. Exc.
den minister van binnenlandsche zaken ter ken
nisgeving.
Zooals men zich herinneren zal, had in den
namiddag van 26 Januari jl. in het Armenwees
huis te Middelburg de kiadervader F. A. het on
geluk, terwijl eenige weesmeisjes op de binnen
plaats van het gebouw zich vermaakten met het
werpen van sneeuwballen, na haar in kortswijl
gewaarschuwd te hebben daarmede op te houden,
een naar hij meende ongeladen geweer op haar
aan te leggen en af te trekken, tengevolge waar
van twee meisjes door de lading hagel in het
aangezicht, bovenarm en de borst getroffen wer
den. Beide meisjes zijn gelukkig geheel hersteld,
een heeft zelfs het gesticht reeds verlaten en is
thans elders als hulponderwijzeres werkzaam
doch de kindervader moest zijne onvoorzichtigheid
nog op andere wijzó boeten dan met den onder
vonden schrik en droefheid. Er werd namelijk
tegen hem eene strafrechterlijke vervolging inge
steld ter zake van het door onvoorzichtigheid
toebrengen van kwetsuren aan twee personen.
Te dier zake stond hij voor de arrondissements
rechtbank te Middelburg terecht.
Hoewel overtuigd, dat de beklaagde hoegenaamd
geen boos opzet had, liet het O.M, echter niet
onopgemerkt, hoe hoogst onvoorzichtig hij gehan
deld heeft door, zelf militair geweest zijnde en
belast met de zorg over zoovele weeskinderen,
zich niet vooraf te vergewissen of het geweer al
dan niet geladen was.
Met aanneming van verzachtende omstandig
heden requireerde het O.M. schuldigverklaiing van
den beklaagde aan het hem ten laste gelegde feit
en zijne veroordeeling tot twee geldboeten ieder
van f 50, alsmede in de kosten van het geding.
De rechtbank heeft in deze zaak uitspraak ge
daan en den beklaagde overeenkomstig het requisi
toir van het O.M. schuldig verklaard en veroor
deeld.
van de reddingsboot bij het vergaan van de Dieu-
werke op de Razende Bol, veroorzaakt is door
weigering van vele der roeiers, vooral wijl zij bij
een vroegere redding naar hun meening een on
voldoend de,el hadden ontvangen van de daarvoor
uilgekeerde belooning. Eerst met veel moeite kreeg
men eeu voldoend aantal manschappen bijeen, maar
taen was het te laat.
Bij de algerneene beraadslaging over het ont
werp lot vernieuwing der bestaande hypothecaire
inschrijving in de zitting van jl Dinsdag, opper
den de heeien Lenting, De Beaufort, Biedius en
Van Nispen vooral het bezwaar, dat de tegenwoor
dige hypotheekhouders een deel der kosten zul
len mueten dragen. Daar het een politiek belang
geldt moest de Staat die kosten op zich nemen.
De heer Godefroi besprak hel karakter dek voor
dracht. De minister van justitie zette de nood-
5;-