r t
I HHN
GEMEE1XTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
HEUS- EN ADTOENTIE-BLAD VOOR DE
Een apostel voor het Socialisme.
I
I
I
I
1
i
i
i8ia
No. 54.
D R I F-E N-D E R T I O S T E J
3 JULI.
WOENSDAG
EN
A R O A N Q.
|g
7
A
»yD,
ma
67,
k
•f
al-
I.
UIT DE TWEEDE KAMER.
B1WBXLA AD.
storven
van
de speelbal
il.
side
ter-
het
i zi
en-
oe-
10
er*
d.
Ju-
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
9;
ia<
os-
Er
en.
sic
tam
.en,
iter
sch
ge»
den
•eg.
jr.
ie
van
ep-
>ele
ars,
en.
nke
de
st),
van
Go
f
Op den honderd-jarüjen sterfdag
van Rousseau. (2 Juli.)
I M.
tilli.
4
f
4
's
f> 30
6.J9
5.53
,5S4
8,43
9.-
door
dooi
9,34
951
door
door
door
014
i-io
27
ans
Bij-
t te
Ste
ler»
ans
ee-
aap,
ISNEEKER C
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 ’/2 Cents. Bij abonnement is de prjjs be»
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
den” heeft piaals gehad, toch nfoef* de genius
der menschheid, even als op Voltaire’s graf, ook
op hettweede graf in het Pantheon, waarin het
gebeente van Jean Jacques Rousseau rust, een
frissche lauwerkrans nederleggen, want het reine
streven van dien man heeft geen schuld aan de
misdaad van bovengenoemde dolxinnigen. Zeker,
indien wij heden met ons oordeel nog op het
standpunt stonden van den pbilosoof van Genève,
die beschaving en wetenschap heeft beschuldigd,
dat zy de zeden bederven en slechts onheil over
de menschheid brengen, dan zouden wjj, tege-
Ijjk met de misdadigers uit het schrikbewind van
de fransche revolutie, tegelyk met Hödel en No-
biling, ook Rousseau moeten veroordeelen, want
»Weh denen, die dem Ewig Blinden
Des Lichtes Himmelsfackel leihn
Sie strahlt ihm nicht, sie kann nur zónden
Und «schort Stadl und Lander ein r-’*
De verkiezing in het hoofdkiesdistrict Amster-
dam van een lid van de Tweede Kamer zal plaats
hebben op Dinsdag 23 Juli 1878, herstemming
8 Augustus daaraanvolgende.
Tot commandant van de brandweer te Amster
dam is in plaats van den heer P. W Steenkamp,
de heer V. C. Dijckmeester, thans onder-com-
mandant, gekozen. Een nieuwe onder-comman-
dant zal niet worden aangesteld.
Een 12 jarige knaap, die te Oud-Beyerland in
een kriekenboomgaard wacht deed tot verschrik
king en wering van vogels, word door twee al
daar werkzaam zijnde arbeiders geprest tot het
‘drinken vaneen borrel jenever. Tot drie
malen overmanden en dwongen .ze hel kind tel
kens een borrel te di inken. En alsof dit niet
genoeg was, gingen ze daarna den vlugtenden
knaap achter na, haalden hem in, en, terwijl een
het kind vasthield, goot de andere jenever in
den mond. Daarna viel de knaap in den boom
gaard, waar 6 paarden graasden, in slaap. De
betrokken ouders haalden hun kind, dat hevige
stuipen had, van daar en ontboden geneeskundi
ge hulp. Boven alle verwachting is de knaap
hersteld, terwijl de handelwijze der arbeiders
ongetwijfeld naar verdienste gestraft zal worden.
De Stand, heeft een nieuwe wijze van protes-
teeren tegen de schoolwet bedacht. Boven zijn
laatste nommers is over de geheele breedte van
het blad met vette letter ’t volgende geplaatst:
>In de drie groots ProtestantsOhe rijken, Prui
sen, Engeland en de Vereenigde Staten, die, even
als het onze, zeer gemengd van bevolking
bestaat, voor ieder die zulks verlangt.' de
echter zeggen udoor nacht tot licht’’, en, in het edel en deugdzaam, maar ook besmet mot
ïerlei ondeugden, zelfs zóódanig, dat hij tot dief
stal ver alt en een arm dienstmeisje daarvan
durft be-chuldigen.
Al die afdwalingen echter heeft hij later, zoowel
door zijn leven als door eene manmoedige, open
lijke biecht, trachten te verzoenen door zijne «con
fessions”, een merkwaardig boek, dat men moet
lezen als men Rousseau en zijn tijd wil begrij
pen.
'a.
De gunstige toestand van den minister van
oorlog blijft aanhouden. De operalie-wond ver
toont neiging tot genezing.
Het amendement-Van Houten, om die geheele
inmenging en gemeentezorg ook ten aanzien van
hel openbaar onderwijs uil de wet te lichten,
werd verworpen met 38 tegen 29 stemmen.
Bij herstemming over het amendement-van den
Bench, om de bijzondere scholen vrij te stellen
van de voorschiiflen omtrent den bouw, de in
richting en ruimte van localen, in het belang der
gezondheid en het onderwijs, is dit thans in de
zitting van gisteien (Maandag) verworpen met 39
tegen 37 stemmen.
Art. 5 bepaalt, dat de inspecteur van hel ge
neeskundig staatstoezicht localen als schadelijk
voor de gezondheid kan afkeuren en omschrijft
de procedure te volgen, om tegen die beslissing
in beroep te komen. De heer van Naamen
stelt als amendement voor, even als in de tegen
woordige wet, die afkeuring te doen uitspreken
door den districts-schoolopziener. Voorts hadden
de heeren Moens en van der Kaaij nog amende
menten op onderdeelen van het artikel voorgesteld.
Art 5 is ten slotte onveranderd aangenomen,
alleen met eene kleine wijziging van den beer
Verheijen. Bij art. 6 kwam de heer Bredius Jr.
op tegen het toenemend getal geestelijken en be
dienaars der godsdienst, die hier te lande onder
wijs geven, speciaal in geestelijke gestichten, ten
nadeele van de jeugd. Hij wenschte geestelijken
uil Ie sluiten van het geven van onderwys en te
verbieden het geven van onderwijs in geestelijke
gestichten. Hij stelde dit echter niet voor. Art.
6 is daarna goedgekeurd, even als art. 7.
WR.
Het debat over de onderwijswet is in de zitting
van jl. Vrijdag voortgezet. Op art. 3, bepalende
dat openbare scholen zijn die waarvan de kosten
geheel of gedeeltelijk door de gemeente of het
rijk worden gedragen, dat alle andere zijn bij
zondere, en eindelijk dat provinciën of water
schappen geen uitgaven voor lager onderwijs mo
gen doen, waren drie amendementen voorgesteld;
1°. van den heer Van Naamen om de bestaande
gesubsidieerde bjjzondere scholen (meerendeels
ten plattelande voor meer uitgebreid lager on
derwijs) in stand te houden2°. van den heer
Van der Kaay om de provinciën niet uit te slui
ten van het doen van uitgaven voor ’t lager on
derwijs, en voorts subsidieering door gemeente
of provincie van scholen toe te laten, mits ze
voor ieder toegankelijk zijn en voldoen aan de
bepalingen voor de openbare school gevor
derd; 3°. van den heer Lenting om die subsidi
eering uitsluitend van gemeentewege toe te la
ten, wanneer aan bedoelde bijzondere scholen
onderwijs gegeven wordt in de lacultatief gestelde
leervakken. De heer Zinnicq Bergmann einde
lijk stelde als sub amendement op beide laatste
amendementen voor deze gesubsidieerde scholen
niet te onderwerpen aan de bepalingen van art
44 voor de openbare scholen.
De Minister bestreed dit sub-amendement zoo
sterk mogelijk, als een beginsel voorslaande in
strijd met de grondwet en het belang van het
openbaar onderwijs. Ook de overige arnende-
menleo moest hyom verschillende redenen,
bestryden. Daarentegen stelde hij voor een zin
snede aan art 3 toe te voegen, bepalende
dat als bijzondere scholen ook worden beschouwd
die waaraan onderwijs wordt gegeven in de
talen of wiskunde, te zamen of ieder afzonder
lijk, en aan'welke gemeentelijke subsidie wordt
verleend onder voorwaarden door den gemeen
teraad noodig geacht. Op deze schooi zijn ook
artt 4, 5 en 33 (le en 2e lid) toepasselijk.
De bh. Lenting en Van Naamen trokken hun
amendementen in. De minister verdedigde na
der zijn bijvoeging, die toeliet subsidieering van
bedoelde scholen, ook al worden er alleen onder
wezen de verplichte vakken van het lager onder
wijs. Het sub amendement van den heer Berg
man werd verworpen met 48 tegen 25 stemmen,
tiet amendement-Van der Kaay verworpen met
40 tegen 33 stemmen. Het regeeringsartikel is
met de bijvoeging van den minister goedgekeurd.
Art. 4 bepaalt dat op alle schoollokalen art 5
van de wet op het geneeskundig staatstoezicht
toepasselijk is en bij bestuursmaatregelen regelen
zullen woi den gesteld in het belang der gezond
heid, zoowel ten aanzien van het onderwijs, den
bouw, de inrichting en de ruimte der schoollo
kalen van de openbare en bijzondere scholen.
Over een amendement van den heer Van den
Por..h rto hü/ondoic scholen niet aan die re-
Het was zeker een wonderlijk spel van het
noodlot, dal de beide scheppers van een nieuw
tjjdperk van beschaving, Voltaire en Rousseau
alhoewel in dit leven niets met elkaar gemeens
hebbende als het doel van hun streven bijna
jeljjktydig gestorven zijn, kort vóór dat de eerste
morgenschemering van den nieuwen dag doorbrak,
Hadden zij hetzelfde doel, èn in den aard èn in de
wjjze waarop zy dit trachtten te bereiken, evenzeer
tls in hunne persoonlijke verhouding lot elkaar,
«tonden zy echter als antagonisten tegenover el
kaar. Beide hebben zy even als Goethe en
Schiller, hunne lauweren samen gedeeld, maar
bij de beide duitsche dichters berustte dit op we-
derzijdsche waardeering, wat bij de fransche
wjjzgeeren volstrekt het geval niet was. Integendeel,
deze beiden waren bepaalde vijanden. En toch heefl
de dood, die alle geschillen wegneemt, hen bijna
ter «elfder lyd van de aarde weggeroepen; en toch
liggen zij naast elkaar begraven.
De sterfdag van Rousseau laat zich niet met
zekerheid bepalen de een zegt, dat by op
den tweeden Juni, terwyl anderen beweren, dat
hg den tweeden Juli gestorven is wij zegt
Hartwig Kohier, aan wien wy deze levensschets
van den merkwaardiger! Franschen wijsgeer ont-
jeenen, wy sluiten ons aan bij de laatsten en
viere.i dus lijn honderd-jarigen sterfdag op den
tweeden dag in Juli
Wij vieren dien? Maar, kan men dan wel
de nagedachtenis vieren van een man, wiens
herstellingen den stoot gaven aan die bloedige
dagen der fransche revolutie, die tot in den te
genwoordigen lyd heeft voortgewerkt, die zelfs een
Hödel en Nobiling tot keizermoord hebben ge
veerd Ofschoon wy ’t betreuren, wat in de
hoofdstad van het Duitsche ryk «Onder de Lin-_
vaste vertrouwen op den zedelijken en verstan-
delijken vooruitgang der menschheid, zien wij
zelfs in dien chaos van verwarring een middel om
tot het gewenschte doel te komen. Wij moeten
den man pryzen, die den krachtigen stoot heeft
gegeven aan den socialen ommekeer in alle le
venstoestanden, al waren zijne levensbeschou
wingen hier en daar dan ook op den dwaalweg,
en al worden zij dan ook door anderen nog dwa
zer ui'gelegd en toegepast. Door de bloedige
tragoedie der menschheid, die zich in de fransche
revolutie uitspreekt, schittert tóch het licht der
waarheid, en de duitsche sociaal-democratie, mot
hare vele 'Jrogredenen en hare uitwasten, zal er
ten minste toe bijdragen, dat edele geesten haar
zullen bestrijden, waar zij zich op den dwaalweg
bevindt, maar zy zal daarbij op gebiedende wijze
eene oplossing van het sociale vraagstuk in *t
leven roepen, die in den geest van de moderne
wereldbeschouwing zal moeten worden beslist.
Hel uitgangpunt dezer beweging is en bijt!
Rousseau.
Hij was, even als Voltaire, een product van zyn
tijd. Waarheid en dwaling, kracht en zwakheid,
deugd en ondeugd, vereenigden zich in hem als
een der vertegenwoordigers van zijn eeuw. Ter
wijl Voltaire echter de geestesrichting dier eeuw
up satirieke en dikwijls op cynische wijze trachtte
te leiden, was Rousseau, hoe vreemd, en ver
werpelijk zelfs, zijn leven en zijne handelingen dan
ook dikwyls waren was Rousseau steeds een
apostel voor reinheid en deugd, sells ten opzichte
van de taal, zijner geschriften. En dat is iets
wat men in Rousseau niet genoeg bewonderen
kan.
Zeven-en-dertig jaren toch van zijn leven heeft
hy op de meest jammerlijke wyze doorgebracht
zonder dat hij zich misschien nog bewust was
van zijne schoone roeping, en maar enkel bezield
scheen door een vage aandrang om iels te worden i
en iets te beteekenen.
Door zijn vader, een uurwerkmaker,
reeds vroegtijdig door slechte romans naar hoofd
en hart vergiftigd, bleef de jonge Jean die al
héél spoedig'aan zichzelf werd overgelaten
daar jijne moeder reeds by zyue geboorte ge
was en zyn vader, tengevolge een zaak
eer uit Genève moest vluchten, ten slotte
van eigene hartstochten, van die van
anderen en van het toeval Nu eens zien wij hem
aankloppen aan het studeervertrek van een pa
stoor ten platten lande, dan weer aan het kan
toor van een advocaat, om hem daarna weer
in de werkplaats van eene kopergielerij aan
te treffen. Vervolgens zien wij hem om.
stiikt door de finesses eener katholieke «welda
dige” dame die hem eerst van zijn evangelisch
geloof, en daarna teen hy haar jaren laler
weer ontmoette van zijn onschuld beroofde
Wij zien hem hongerend en van koü verkleu
mende wij zien hoe hij zijn leven op de
soberste wyze moet rekken door het overschrij
ven van muziek en daaibij, in de hem overge-
gelen te onderwerpen, staakten de stemmen (34
tegen 34).
gelijkheid om zyn kind le zouden ea&r »eea
school met den Bybei.”