NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER,
Een afstel voor W Socialisme,
No. 55.
D R I TC-E N-D ERTIGSTE J
1878.
ZATERDAG
N
0,
o.
>0
A R G A N G.
B
tig
la.
ier
u-
J*
4
1^»
SLEEKER (OIHU
ft
50
)0
II.
de
14.
UIT DE TWEEDE KAMER.
t
t?
I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
-i
00
ld
Ie
Ie
n-
sn
tn
rd
ir
i-
’a*
•rt
30
.53
iW
.43
2e
oor
oor
,34
51
oor
oor
oor
14
40
Eene herinnering aan den honderd-jarigen
sterfdag van Rousseau, f2 Juli
1
en
;n.
-6
10
i
5»
óKj
kunst wordt de zinnelijkheid opgewekt. Daarom
weg met beschaving en wetenschapde mensch
keere terug tot zijn natuurlijken toestand, want
.rein en edel is hij uit de hand van den Schepper
>0,
r
33
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7'/, Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
De Minister verdedigde zijn stelsel; de strekking
daarvan was de inspecteurs, 4 a 6, te maken
tot technische adviseurs, de bezoldigde disticls-
schoolopzieners te maken lot administafieve amb
tenaren en de onbezoldigde arr.-schoolopzieners
het toezicht en de leiding van een zeker aantal
scholen toe te vertrouwen. In zedelijken invloed
zouden laatstgenoemden, hoewel onbezoldigd, ze
ker staan boven hun bezoldigde collega’s en van
goed toezicht zou men van hen verzekerd zijn.
De heeren Borgesius en
betreffende het kweekelingen-slelsel.
Art. 8 bepaalt, dat kweekehngen op de school
na af-
Het onderwijs-debat werd in de zitting van Dins
dag voorlgezet.
Volgens het op den vorigen dag genomen be
sluit, werd eerst afzonderlijk behandeld het amen
dement Moens op art. 8, om de arrondissemen'.s-
schoolopzieners te vervangen door districts-school
opzieners. Volgens den voorsteller zou het Regee-
ringsvoorstel omtrent het schooltoezicht het doel
niet bereiken. Voor de eenheid van het school
toezicht waren noodig 5 a 6 inspecteurs en 34 a
35 bezoldigde distiicts-schoolopzieners, maar geen
onbezoldigde arrondissements-schoolopzieners, ei
genlijk niets anders dan de bestaande districts
schoolopzieners, maar met een lageren titel.
De heeren Verheijen en van Naamen wilden
behoud van een goed getal onbezoldigde school
opzieners, maar aanstelling van adjuct-inspecteurs
om de inspecteurs ter zijde te staan.
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
Zaterdag den 6 Juli 1878, ’s nam. 6 uur.
Punten ter behandeling
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Benoeming van een Leeraar aan de Hoo-
gere Burgerschool.
4. Idem van een hulponderwijzer aan de Jon
gensschool.
5. Benoeming van een lid in de commissie
tot onderzoek der rekeningen en begroetingen.
6. Onderzoek der geloofsbrieven van hel be
noemde lid van den Gemeenteraad, K. de Jong Rz
7. Adres van J. T. B. R. Winia en drie an
dere agenten van politie, tol verkrijging eener
gratificatie.
worden toegela'en met goedkeuring van het school
toezicht, mits zij 1° niet jonger dan 16 jaren,
niet ouder dan 19 jaar zijn, 2° niet anders dan
onder toezicht van bevoegde onderwijzers werk
zaam zijn en 3° een bewijs bezitten van zedelijk
gedrag en van voldoende vorderingen. Hierop zijn
voorgesteld vijf amendementen a. van den heer
Moens, om voldoende waarborgen te eischen dat de
kweekelingen nog theoretisch onderwijs ontvangen;
b. van den heer van den Berch, om den leeftijd
te bepalen op 14—19 jaar; c van den heer van
der Kaay, om alleen te bepalen dat zij niet ouder
dan 19 jaar mogen zijnd. van den heer Mac
kay, om art. 8 alleen te doen slaan op de open
bare school, maar voor bijzonder onderwijs te
bepalen dat kweekelingen kunnen worden toege
laten, mits onder toezicht werkendee van den
heer van der Feltz, om kweekelingen even als
tot dusver als werkkracht op de school loe Ie laten.
De Minister bestreed alle amendementen, voor
al dat van den heer van der Feltz.
De heer van den Berch trok zijn amendement
in, nadat de heer Verheijen als amendement had
voorgesteld den 17jarigen leeftijd in lójarigen
leeftijd te veranderen, dat de Minister aan de
Kamer overliet.
De heer van der Feltz, trok zijn amendement in.
In stemming gebracht wordt het amendement-
Moens, om de arrondissements-schoolopzieners to
doen vervallen, verworpen met 57 tegen 21, het
amendemenl-van der Kaay verworpen met 46 te
gen 32, het amendement-Mackay verworpen met
51 tegen 27, hel amendement-Moens (theoretisch
onderwijs der kweekelingen) verworpen met 67
tegen 11 en het amendement-Verheijen aangeno
men met 58 tegen 20 stemmen.
Art. 8 is goedgekeurd.
In de zitting van Woensdag werden de art. 9
tot 11 onveranderd goedgekeurd, na verwerping
met 36 tegen 27 stemmen van het amendement-
Godefroi en van der Loeff om een strafbepaling
op te nemen tegen overtreding van de voorschrif
ten omtrent bouw, inrichting en ruimte der school
lokalen.
Art. 12 betreft de opleiding van onderwijzers
(rijkskweekscholen, gemeente kweekscholen met
rijkssubsidie, rijks normaallessen, gemeentelijke
opleidingsklassen).
De heer Moens had hierop een amendement
voorgesteld om minstens 10 kweekscholen voor
onderwijzers en 3 voor onderwijzeressen op Ie
richten. Hij verklaarde echter dit en al zijne
overige amendementen voorloopig in te trekken,
met voorbehoud om op sommigen later terug te
komen en wel omdat hem gebleken was, dat
voorstellen lot vermeerdering der bepalingen van
het ontwerp geen kans van slagen hebben. Hij
wanhoopt echter niet, dat over weinige jaren zyne
wenschen toch zullen verwezenlijkt worden.
ook door meest al de andere werken van Rous
seau en spreekt zich vooral met nadruk uit in
zijn «Emile." Even als Voltaire, wiens keurspreuk
wasvEcrasons l’infame", in zijn gloeiende
zucht naar vrijheid voor den geest, in zijne aan
vallen tegen hierarchische buitensporigheden, ver
ouderde dogma’s, godsdienstige dwalingen, ook
vaak het edele en verhevene tot het mikpunt
maakte van zijne door de satyre gescherpte pijlen,
zoo ook veroordeelde Rousseau, mèt het mis
bruik en de dwalingen der wetenschap ook de
wetenschap zelfhij nam de uitzondering als re
gel aan, de onnatuurlijke gevolgen als het natuur
lijk doel en riep daarom uit »Retournons a
la nature." De wijze echter, waarop hij zijne
paradoxe stellingen verdedigde, was zoo origineel,
zoo verrassend, zoo verblindend, dat de academie
te Djjon hem den prijs toekende. Zoo had dus
Rousseau door de wetenschap, namelijk
doordien hij in staat was haar te bestrijden
zijn eersten triumf verworven. Welk een tegen
strijdigheid I Sedert dien tijd echter behoorde
de naam van Rousseau tot de gevierden.
Hij dong ook naar den volgenden prijs, dien
de academie van Dyon uitschreef, maar niet met
hetzelfde gelukkig gevolg, want hij verwierf dien
ditmaal niet. Daarentegen evenwel heeft dit nieuwe
werk »De oorzaken van de ongelijkheid onder
de menschen", nog een dieperen indruk op het
volk gemaakt, als zijn eerste. Rousseau betreedt
daarin voor de eerste maal bet zuiver socialistisch
gebied en geeft daarbij ideën ten beste, welke
men tot nu toe volstrekt niet had hooren verkon
digen, Hij voert den lezer terug in een oorspron-
kelijken toestand der menschheid, waarin men
nog geen het minste begrip had van de zeden of
zedeloosheid van het moderne, beschaafde leven,
zooals zich dat in de Europesche en vooral in de
fransche hoofdsteden had ontwikkeld. In deze
idyllische landen waren, volgens zijné beschou
wing, geen bezittersde aarde behoorde aan
allen en ieder had het zelfde recht op hare pro
ducten. Van af het oogenblik echter, waarop
de eerste der menschen een stuk van het land
omheinde en zeide«dit stuk grond behoort aan
mij”, van af dat oogenblik bestond reeds het on
derscheid, en, aangezien niemand hem dat bezit
betwistte, werd het onderscheid altijd grooler
tusschen arm en rijk, sterke en zwakke, heer
en knecht. «Het land behoort aan niemand en de
vrucht behoort aan allen”, dat was de quintes-
sens dezer philosophic, en daarmeê was de grond
gelegd voor de tegenwoordige sociaal-democralie.
Rousseau het het niet blijven bij dezen eersten
slap hij ging verder en schreef zijn meest be
roemd, misschien ook zijn meest gevaarlijk, werk
over hel «sociaal contract”, een boek van poli
tieke strekking, waarin systematisch en openlijk
de» oorlog wordt verklaard aan alle bestaande
toestanden. Dal boek is het evangelie geworden
voor de democratie. Het is evenzeer gericht tegen
hel constitulioneele koningschap van een Montes
quieu als tegen de heerschappij van het geweld
in het algemeen. «Vrijheid”, «Gelijkheid” en
«Souvereiniteil van het Volk” dat was hel
gekomen.Deze idéé loopt, als een roode draad, I doel van dit werk, dat waren de slechtbegrepen
wachtwoorden, die hel fransche volk in het jaar
1793 als een wilde krijgskreet door de straten
van Parijs brulde, dat waren de alarm-signalen
der revolutie Volgens de beschouwing van Rous
seau zou het despotisme van de massa de vrij
heid zijn, en moest eene meerderheid van stem
men, waarbij zelfs niet behoefde gelet te worden
op de ontwikkeling van de stemmenden, over
alles moeten beslissen.
Toch was Rousseau volstrekt niet de man, die
bloed en geweld wilde en hij heeft er zeker in
T minst niet aan gedacht, dat zijne philosophie,
door weinig ontwikkelde hoofden aangegrepen,
reeds korte jaren na zijn dood alle troonen zou
doen waggelen. Niet door de volwassenen toch,
en niet door middel van een gewelddadige omver
werping van het bestaande, wilde hij zijne hervor
mingsplannen ten uitvoer zien brengen, maar
wel, tengevolge de opvoeding der jeugd, door
het toekomstige geslacht. Te midden van de
opgewonden stemming dier dagen vielen zijne
woorden echter als druppelen olie in het vuur
en verwekten zij een vlam, die vernielend moest
werken. Ook Lassalle en de tegenwoordige aan
voerders der sociaal democraten willen geen ge
welddadige omverwerping, geen koningsmoord,
maar achter de eerlijke kampvechters duiken nog
maar al te vaak onheilspellende gestalten op, die
de verstandigen ter zijde dringen en allicht geneigd
zijn tot het bedrijven van allerlei gruweldaden
Vele talenten komen op de wereld met een ze
ker voorgevoel van hunne toekomstige roeping en
in de droomen hunner kindsheid weerklinkt reeds
het sirenen-lied van den roem, zy gaan echter
I vaak op ellendige wijze te gronde, even als de
reisgenooten van Odysseusanderen daarentegen
l dwalen een menschenleeftijd rond, zonder hunne
ware roeping te begrijpen, tot dat een toeval hun
die duidelijk maakt en hunne namen prijken
j met onuitwischbare letters in de gescbiedboeken
I der menschheid. Zulk een man was Luther en
zulk een man was Rousseau ook 1 Luther kwam
1, tot het bewustzijn zijner roeping door een blik-
semstraal, die voor hem neersloeg, zonder hem te
verteerenaan Rousseau speelde het toeval een
i courant in de hand, waarin de door de academie te
I Dyon uitgeschrevene prijsvraag stond: Hebben de
I vorderingen van wetenschap en kunst ook bijge
dragen tot reiniging van de zeden T’
Van af dat oogenblik had Rousseau zijn levens-
doel gevonden, en was hjj bestemd de heraut
zijner eeuw te worden, terwijl hij tegelijkertijd
legen die eeuw protesteerde. Hy-zelf schildert
den indruk, door bovengenoemde regels op hem
gemaakt, in de volgende woorden
«Ik gevoelde myn geest op dat oogenblik als van
duizend lichtstralen omgeven. Een stroom van
de meest levendige ideën kwam zoo geweldig en
met zoo’n onstuimigen aandrang bij mij opstijgen,
dat ik in eene onbeschrijfelijke opgewondenheid ver
keerde Ik gevoelde eene bedwelming in myn hoofd,
alsof ik beschonken was myn borst raakte be
klemd door hel hevig kloppen van mijn hart, de
adem stokte mij in de keel toen ik heen wilde
gaan. Ik ging onder een boom zitten en bracht
daar een half uur in zulk een toestand van op-
gewondenheid door, dat ik, toen ik opstond, mijne
kleederen nat vomLvap tranen, terwijl ik toch
niet had bemerkt, dat ik schreide.”
Zijn antwoord op bedoelde prijsvraag was een
beslist«Neen!” Neen, zeide hij, de wetenschap
l en de kunst hebben niets bygedragen lot reiniging
pvan zeden, want de schijn is in de plaats getre-
L den van ware geleerdheid en deugd, de huiche-
arij in «ie plaats van oprechtheid, de zede
loosheid in plaats van de reinheid van zeden, en
wat gij by u een aandrang noemt om kunst en
wetenschap te bevorderen, dat is niets anders dan
vermomde eerzucht, zucht tol gewin, aanmatiging,
t nieuwsgierigheid en bedriegerij.
V De rede wordt gebruikt, om da ware overlui-
I ging aan anderen te ontrooven door de poëzie
I wordt de onschuld vergiftigd, door de schildcr-
Gremers bestreden
het voorstel van de regeering, evenals de heer
v. Nispen, de laatste vooral met het oog op
fmantiëele quaestie in verband met de jongste
tijdingen van Aljeh.
De discussie over het amendement is afgeloo-
pen, doch de stemming aangehouden tot
handeling der overige amendementen op art. 8,